ESP YAMAHA YZF-R6 2002 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2002, Model line: YZF-R6, Model: YAMAHA YZF-R6 2002Pages: 116, PDF Size: 5.3 MB
Page 3 of 116

DAU03338
INLEIDING
Welkom in de wereld van Yamaha rijders!
Als bezitter van een YZF-R6 profiteert u van Yamaha’s ervaring en technische ken-
nis in het ontwerpen en fabriceren van producten van topkwaliteit, waarmee Yamaha
haar verdiende reputatie van betrouwbaarheid heeft verworven.
Neem de tijd om deze handleiding aandachtig door te lezen, zodat u alle voordelen
van uw YZF-R6 optimaal kunt benutten. Deze gebruikershandleiding geeft instruc-
ties over bediening, inspectie en onderhoud van de motorfiets, terwijl ook wordt
beschreven hoe u uzelf en anderen persoonlijk letsel en schade kunt besparen.
De vele tips in deze handleiding helpen u bovendien om uw motorfiets in optimale
conditie te houden. Als er tenslotte toch nog vragen zijn, aarzel dan niet en neem
contact op met de Yamaha dealer.
Het Yamaha team wenst u vele veilige en plezierige ritten toe. En vergeet niet, veilig-
heid voor alles!
U5MTD1.book Page 1 Tuesday, July 31, 2001 10:20 AM
Page 43 of 116

CONTROLES VOOR HET STARTEN4-2
4
Gasgreep•Controleer of de werking soepel is.
•Controleer de vrije slag.
•Vraag zo nodig de Yamaha dealer om af te stellen of te smeren.6-21
Bedieningskabels•Controleer of de werking soepel is.
•Smeer als dat nodig is.6-31
Aandrijfketting•Controleer of de ketting correct is aangespannen.
•Stel zo nodig bij.
•Controleer de conditie van de ketting.
•Smeer als dat nodig is.6-29–6-31
Wielen en banden•Controleer op schade.
•Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
•Controleer de bandspanning.
•Corrigeer als dat nodig is.6-21–6-24
Rem- en schakelpedalen•Controleer of de werking soepel is.
•Smeer de pedaalscharnierpunten als dat nodig is.6-32
Rem- en koppelingshendels•Controleer of de werking soepel is.
•Smeer zo nodig de hendelscharnierpunten.6-32
Zijstandaard•Controleer of de werking soepel is.
•Smeer zo nodig het scharnierpunt.6-33
Framebevestigingen•Controleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn vastgezet.
•Zet zo nodig vast.—
Instrumenten, verlichting,
signaleringssysteem en
schakelaars•Controleer de werking.
•Corrigeer als dat nodig is.—
Zijstandaardschakelaar•Controleer de werking van het startspersysteem.
•Als het systeem defect is, vraag dan een Yamaha dealer de machine na te kijken.3-23
Luchtaanzuigkanaal•Controleer of het filtergaas niet verstopt is.
•Zo nodig reinigen.6-19 ONDERDEEL CONTROLES PAGINA
U5MTD1.book Page 2 Tuesday, July 31, 2001 10:20 AM
Page 81 of 116

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-30
6
3. Draai het achterwiel door de motor-
fiets te duwen en vind zo het strakste
gedeelte in de aandrijfketting; meet nu
de doorbuiging van de ketting zoals af-
gebeeld.
4. Stel de doorbuiging van de ketting als
volgt bij als deze niet correct is.
DAU03608
Doorbuiging aandrijfketting bijstellen
1. Draai de wielasmoer los en draai dan
de borgmoeren los aan beide zijden
van de swingarm.
2. Draai om de aandrijfketting strakker te
stellen de stelbout aan beide uiteinden
van de swingarm richting
a. Draai om
de aandrijfketting losser te stellen de
stelbout aan beide uiteinden van de
swingarm richting
b en druk vervol-
gens het achterwiel naar voren.
OPMERKING:_ Gebruik voor een goede wieluitlijning de uit-
lijnmerktekens aan beide zijden van de
swingarm, om zeker te zijn dat beide stel-
moeren dezelfde positie hebben. _
DC000096
LET OP:_ Een slecht gespannen aandrijfketting
overbelast de motor en andere vitale de-
len van de motorfiets, waardoor de ket-
ting kan slippen of breken. Om dit te
voorkomen moet de spanning van de
aandrijfketting binnen het voorgeschre-
ven bereik blijven. _3. Draai de borgmoeren vast en zet dan
de wielasmoer vast met het voorge-
schreven aanhaalmoment.
a. Doorbuiging aandrijfketting
Doorbuiging aandrijfketting:
40–50 mm
1. Wielasmoer
2. Stelbout van de doorbuiging aandrijfketting
3. Borgmoer
4. Uitlijnmerktekens
Aanhaalmoment:
Wielasmoer:
150 Nm (15,0 m·kgf)
U5MTD1.book Page 30 Tuesday, July 31, 2001 10:20 AM
Page 83 of 116

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-32
6
DAU04034
Controleren en smeren van
gasgreep en gaskabel De werking van de gasgreep hoort vooraf-
gaand aan elke rit te worden gecontroleerd.
Smeer of vervang ook de gaskabel volgens
de intervaltijden gespecificeerd in het perio-
diek onderhoudsschema.
DAU03164
Controleren en smeren van de
rem- en koppelingshendel De werking van de rem- en de koppe-
lingshendel moet voorafgaand aan elke rit
worden gecontroleerd en de hendelschar-
nierpunten moeten zo nodig worden ge-
smeerd.
DAU03163
Smeren van het rempedaal De werking van het rempedaal moet voor-
afgaand aan elke rit worden gecontroleerd
en het pedaalscharnierpunt moet zo nodig
worden gesmeerd.
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet (universeel vet)Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet (universeel vet)
U5MTD1.book Page 32 Tuesday, July 31, 2001 10:20 AM
Page 100 of 116

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-3
7
Na reinigen
1. Droog de motorfiets met een zeemle-
ren lap of een vochtabsorberende
doek.
2. Laat de aandrijfketting direct drogen
en smeer hem om roestvorming te
voorkomen.
3. Gebruik een chroompolish om ver-
chroomde, aluminium en roestvrijsta-
len delen te doen glanzen, ook het
uitlaatsysteem. (Zelfs thermische ver-
kleuringen op roestvrijstalen uitlaat-
systemen kunnen door oppoetsen
worden verwijderd.)
4. Het is aan te bevelen om met een
spuitbus een corrosiewerend middel
aan te brengen op alle metalen delen,
ook op verchroomde en vernikkelde
componenten, om zo corrosie te voor-
komen.
5. Gebruik een reinigingsspray als uni-
verseel schoonmaakmiddel om even-
tueel nog achtergebleven vuil te
verwijderen.
6. Werk kleine lakbeschadigingen bij ver-
oorzaakt door steenslag e.d.
7. Zet alle gelakte oppervlakken in de
was.
8. Laat de motorfiets volledig drogen al-
vorens te stallen of af te dekken.
DWA00001
WAARSCHUWING
_
Controleer of er geen olie of was
aanwezig is op de wielen of de rem-
men. Reinig de remschijven en
remvoeringen zo nodig met een
normale remschijfreiniger of ace-
ton en spoel de banden schoon met
lauw water en een zachte zeep.
Test eerst de remwerking en het
weggedrag in bochten alvorens de
motorfiets werkelijk te gaan gebrui-
ken.
_
DCA00013
LET OP:_
Breng een geringe hoeveelheid
oliespray en was aan en verwijder
overtollige hoeveelheden.
Breng oliespray of was nooit aan
op rubber of kunststof delen, be-
handel deze met een daartoe be-
stemd verzorgingsmiddel.
Vermijd het gebruik van schurende
poetsmiddelen, deze tasten de lak
aan.
_OPMERKING:_ Vraag een Yamaha dealer om advies over
de te gebruiken producten. _
U5MTD1.book Page 3 Tuesday, July 31, 2001 10:20 AM