ECO mode YAMAHA YZF-R6 2003 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2003, Model line: YZF-R6, Model: YAMAHA YZF-R6 2003Pages: 130, PDF Size: 5.86 MB
Page 21 of 130

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-4
3
DAU03034
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes
DAU04121
Controlelampjes richtingaanwijzers
“” en “”
Het bijbehorende controlelampje knippert
terwijl de schakelaar voor richtingaanwij-
zers naar de linker- of rechterstand is ge-
drukt.
DAU04894
Controlelampje “” voor brandstofni-
veau
Dit controlelampje gaat branden wanneer
het brandstofniveau daalt tot beneden ca.
3,5 L. Vul in dat geval zo snel mogelijk
brandstof bij.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien.
Als het waarschuwingslampje niet een paar
seconden lang oplicht en dan dooft, vraag
dan een Yamaha-dealer om het elektrisch
circuit te testen.OPMERKING:_ Dit model is bovendien uitgerust met een
zelfdiagnosesysteem voor het circuit voor
brandstofniveaumeting. Als het circuit voor
brandstofniveaumeting defect is, wordt de
volgende cyclus herhaald totdat de storing
is opgeheven: Het waarschuwingslampje
knippert acht keer en dooft dan gedurende
2,5 seconde. Vraag in dat geval een
Yamaha dealer de motorfiets te controle-
ren. _
1. Controlelampje rechter richtingaanwijzer “”
2. Controlelampje “” voor brandstofniveau
3. Waarschuwingslampje “” voor olieniveau
4. Controlelampje “” voor vrijstand
5. Waarschuwingslampje motorstoring “”
6. Controlelampje grootlicht “”
7. Controlelampje startblokkering “”
8. Controlelampje linker richtingaanwijzer “”
U5SLD0.book Page 4 Wednesday, September 18, 2002 11:03 AM
Page 22 of 130

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-5
3
DAU04895
Waarschuwingslampje “ ” voor olie-
niveau
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
het motorolieniveau laag is.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien.
Als het waarschuwingslampje niet een paar
seconden lang oplicht en dan dooft, vraag
dan een Yamaha-dealer om het elektrisch
circuit te testen.
OPMERKING:_
Bij een voldoende hoog olieniveau
kan het waarschuwingslampje soms
toch knipperen bij rijden op een helling
of bij plotseling afremmen of optrek-
ken, er is dan echter geen sprake van
een storing.
Dit model is ook uitgerust met een
zelfdiagnosesysteem voor het circuit
voor olieniveaumeting. Als het circuit
voor olieniveaumeting defect is, wordt
de volgende cyclus herhaald totdat de
storing is opgeheven: Het waarschu-
wingslampje voor olieniveau knippert
acht keer en dooft dan gedurende
2,5 seconde. Vraag in dat geval een
Yamaha dealer de motorfiets te con-
troleren.
_
DAU00061
Controlelampje “N” voor vrijstand
Dit controlelampje brandt wanneer de ver-
snellingsbak in de vrijstand staat.
DAU04896
Waarschuwingslampje motorstoring
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden of
knippert wanneer een elektrisch circuit dat
de motorwerking controleert defect is.
Vraag in dat geval een Yamaha-dealer het
zelfdiagnosesysteem te controleren. (Zie
pagina 3-9 voor uitleg over de werking van
het zelfdiagnosesysteem.)
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Als het waarschu-
wingslampje niet een paar seconden lang
oplicht en dan dooft, vraag dan een
Yamaha-dealer om het elektrisch circuit te
testen.
DAU00063
Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje gaat branden wanneer
het grootlicht van de koplamp is ingescha-
keld.
1. Controlelampje rechter richtingaanwijzer “ ”
2. Controlelampje “ ” voor brandstofniveau
3. Waarschuwingslampje “ ” voor olieniveau
4. Controlelampje “ ” voor vrijstand
5. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
6. Controlelampje grootlicht “ ”
7. Controlelampje startblokkering “ ”
8. Controlelampje linker richtingaanwijzer “ ”D_5sl_Functions.fm Page 5 Friday, September 20, 2002 10:51 AM
Page 23 of 130

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-6
3
DAU04972*
Controlelampje startblokkering “”
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien.
Als het waarschuwingslampje niet een paar
seconden lang oplicht en dan dooft, vraag
dan een Yamaha dealer om het elektrisch
circuit te testen.
Als de sleutel naar “OFF” wordt gedraaid,
begint het controlelampje na 30 seconden
te knipperen om aan te geven dat het start-
blokkeersysteem is ingeschakeld. Het con-
trolelampje stopt na 24 uur met knipperen,
maar het startblokkeersysteem blijft inge-
schakeld.OPMERKING:_ Dit model is ook uitgerust met een zelfdia-
gnosesysteem voor het startblokkeersys-
teem. Als het startblokkeersysteem defect
is, gaat het controlelampje knipperen en
toont het multifuncionele display een fout-
code. (Zie “Zelfdiagnosesysteem” op pagi-
na 3-9 voor meer informatie.) _
DAU04975
Controlelampje schakelmoment
Dit controlelampje kan zodanig worden in-
gesteld dat het oplicht of dooft bij bepaalde
motortoerentallen en geeft aan wanneer
het tijd is om naar de volgende versnelling
te schakelen.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien.Als het waarschuwingslampje niet een paar
seconden lang oplicht en dan dooft, vraag
dan een Yamaha dealer om het elektrisch
circuit te testen. (Zie pagina’s 3-10–3-12
voor een uitgebreide toelichting over de
werking van dit waarschuwingslampje en
de afstelling ervan.)
DAU04923
Waarschuwingslampje koelvloeistof-
temperatuur “”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de motor oververhit raakt. Zet in zo’n geval
de motor onmiddellijk af en geef deze de tijd
om af te koelen.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien.
Als het waarschuwingslampje niet een paar
seconden lang oplicht en dan dooft, vraag
dan een Yamaha-dealer om het elektrisch
circuit te testen.
DC000002
LET OP:_ Laat de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is. _
1. Controlelampje schakelmoment
2. Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur “”
3. Weergave koelvloeistoftemperatuur
U5SLD0.book Page 6 Wednesday, September 18, 2002 11:03 AM
Page 26 of 130

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-9
3
Om de ritteller op nul terug te stellen selec-
teert u deze met een druk op de
“SELECT”-toets, waarna u de “RESET”-toets
minstens 1 seconde lang ingedrukt houdt.
Wanneer u de brandstofreserve ritteller niet
zelf met de hand op nul terugstelt, wordt deze
automatisch teruggesteld zodra na het tan-
ken 5 km is gereden en verschijnt de vorige
weergavemode weer.
Klokweergave
Draai de sleutel naar “ON”.
Om de weergave te wijzigen naar klokmode
drukt u de “SELECT”-toets minstens een
seconde lang in.
Om terug te gaan naar de voorgaande
weergave drukt u op “SELECT”-toets.
De klok op tijd zetten:
1. Houd de “SELECT”-knop en de
“RESET”-knop tegelijkertijd minstens
twee seconden lang ingedrukt.
2. Als de uuraanduiding begint te knippe-
ren, druk dan op de “RESET”-toets om
de uren in te stellen.
3. Druk op de “SELECT”-knop en de mi-
nutenaanduiding zal gaan knipperen.4. Druk op de “RESET”-knop om de mi-
nuten in te stellen.
5. Druk op de “SELECT”-knop en laat
deze dan los om de klok te starten.
Zelfdiagnosesystemen
Dit model is uitgerust met een zelfdiagnose-
systeem voor diverse elektrische circuits.
Als een van deze circuits uitvalt, gaat het
waarschuwingslampje voor motorstoring
branden en toont het multifunctionele dis-
play een foutcode van 2 cijfers (bijv. 11, 12,
13).
Dit model is ook uitgerust met een zelfdia-
gnosesysteem voor het startblokkeersys-
teem.
Als een van de circuits van het startblok-
keersysteem uitvalt, gaat het controlelamp-
je startblokkering knipperen en toont het
multifunctionele display een foutcode van
2 cijfers (bijv., 51, 52, 53).
OPMERKING:_ Als het multifunctionele display foutcode
52 weergeeft, betreft dit mogelijk een sto-
ring in het transpondersignaal. Als deze
fout zich voordoet, probeer dan het volgen-
de. _1. Start de motor met behulp van de co-
deersleutel.OPMERKING:_ Houd andere startblokkeersleutels uit de
buurt van het contactslot en bewaar niet
meer dan één startblokkeersleutel aan de-
zelfde sleutelring! Startblokkeersleutels
kunnen signaalstoring veroorzaken, waar-
door de motor mogelijk niet kan worden ge-
start. _2. Als de motor start, zet deze dan weer
uit en probeer hem opnieuw te starten
met de standaardsleutels.
3. Als de motor niet kan worden gestart
met een of beide standaardsleutels,
breng dan het voertuig, de codeer-
sleutel en beide standaardsleutels
naar een Yamaha dealer en laat de
standaardsleutels opnieuw coderen.
U5SLD0.book Page 9 Wednesday, September 18, 2002 11:03 AM
Page 81 of 130

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-24
6
DAU00637
Afstellen van de klepspeling De klepspeling kan tijdens gebruik gaan af-
wijken, waardoor de lucht/brandstof-ver-
houding kan veranderen en/of het
motorgeluid toeneemt. Om dit te voorko-
men moet de klepspeling door een Yamaha
dealer worden afgesteld volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU00658
Banden Let ten aanzien van de voorgeschreven
banden op het volgende voor een optimale
prestatie, levensduur en veilige werking van
uw motorfiets.
Bandspanning
De bandspanning moet voor elke rit worden
gecontroleerd en eventueel worden bijge-
steld.
DW000082
WAARSCHUWING
_
De bandspanning moet worden ge-
controleerd en afgesteld terwijl de
banden koud zijn (wanneer de tem-
peratuur van de banden gelijk is
aan de omgevingstemperatuur).
De bandspanning moet worden
aangepast aan de rijsnelheid en het
totale gewicht van rijder, passagier,
bagage en accessoires dat voor dit
model is vastgesteld.
_
CE-01D
CE-07D
Bandenspanning
(gemeten op koude banden)
Belasting* Voor Achter
Tot 90 kg250 kPa
(2,50 kgf/cm
2,
2,50 bar)250 kPa
(2,50 kgf/cm
2,
2,50 bar)
90 kg–maximale250 kPa
(2,50 kgf/cm
2,
2,50 bar)290 kPa
(2,90 kgf/cm
2,
2,90 bar)
Rijden met hoge
snelheid250 kPa
(2,50 kgf/cm
2,
2,50 bar)250 kPa
(2,50 kgf/cm
2,
2,50 bar)
Maximale belasting* 193 kg
* Totaal gewicht van motorrijder, passagier, bagage
en accessoires
U5SLD0.book Page 24 Wednesday, September 18, 2002 11:03 AM