stop start YAMAHA YZF-R6 2017 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2017, Model line: YZF-R6, Model: YAMAHA YZF-R6 2017Pages: 114, PDF Size: 4.11 MB
Page 22 of 114

Functies van instrumenten en bed iening selementen
4-4
4
DAU66054
Stuurschakelaars
Links
Rechts
DAU79740Lichtsi gnaalschakelaar “ ”
Druk op deze schakelaar om een lichtsig-
naal te geven met de koplamp en om de
start van elke ronde te markeren bij gebruik
van de rondetimer.
OPMERKING
Als de dimlichtschakelaar is ingesteld
op “ ”, heeft de lichtsignaalschakelaar
geen effect.
DAU79871Dimlichtschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” voor groot-
licht en op “ ” voor dimlicht.
OPMERKING
Als de schakelaar op dimlicht wordt inge-
steld, gaat alleen de linker koplamp bran-
den.
DAU66040Richtin gaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de rich-
tingaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is terugge-
keerd in de middenstand.
DAU66030Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU73961Schakelaar tractiere gelin g “TCS”
Zie pagina 3-2 voor uitleg over de werking
van de tractieregeling.
DAU66060Stop/Run/Start-schakelaar “ / / ”
Om de motor te starten met de startmotor,
zet u deze schakelaar op “ ” en drukt u de
schakelaar vervolgens omlaag naar “ ”.
Zie pagina 6-2 voor startinstructies voordat
u de motor start.
Zet deze schakelaar op “ ” om de motor
direct uit te schakelen in een noodgeval,
zoals wanneer de machine omslaat of als
de gaskabel blijft hangen.
1. Dimlichtschakelaar “ / ”
2. Lichtsignaalschakelaar “ ”
3. Schakelaar tractieregeling “TCS”
4. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
5. Claxonschakelaar “ ”
1. Stop/Run/Start-schakelaar “ / / ”
2. Rijmodusschakelaar “MODE”
3. Schakelaar alarmverlichting “ ”
54
231
2
3
1
UBN6D0D0.book Page 4 Tuesday, January 24, 2017 3:05 PM
Page 25 of 114

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-7
4
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan.
Als het waarschuwingslampje niet gaat
branden wanneer de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid of blijft branden, vraag dan
uw Yamaha dealer om de machine na te
zien.
DAU69891ABS-waarschuwin gslampje “ ”
Onder normale omstandigheden gaat dit
waarschuwingslampje branden als de sleu-
tel naar “ON” wordt gedraaid en gaat het uit
zodra met een snelheid van 10 km/h
(6 mi/h) of hoger wordt gereden.
Als het ABS-waarschuwingslampje: niet gaat branden wanneer de sleutel
naar “ON” wordt gedraaid
gaat branden of knipperen tijdens het
rijden
niet uitgaat wanneer met een snelheid
van 10 km/h (6 mi/h) of hoger wordt
gereden
Werkt het ABS-systeem mogelijk niet goed.
Vraag als een van de bovenstaande geval-
len zich voordoet zo snel mogelijk een
Yamaha dealer het systeem te controleren. (Zie pagina 4-19 voor uitleg over de wer-
king van het ABS-systeem.)
WAARSCHUWING
DWA16041
Als het ABS-waarschuwin gslampje niet
uit gaat zo dra met een snelhei d van 10
km/h (6 mi/h) of ho ger wor dt g ere den, of
als het waarschuwin gslampje tij dens
het rij den gaat bran den of knipperen,
keert het remsysteem teru g naar con-
ventioneel remmen. Als een van de bo-
venstaan de gevallen zich voor doet, of
als het waarschuwin gslampje helemaal
niet gaat bran den, rij d an extra voorzich-
ti g om te voorkomen d at de remmen in
noo dsituaties blokkeren. Laat het rem- systeem en
de elektrische circuits zo
snel mo gelijk door een Yamaha dealer
controleren.
DAU77002Controlelampje tractiere gelin g“”
Dit controlelampje knippert als de tractiere-
geling is ingeschakeld. Als de tractierege-
ling wordt uitgeschakeld, gaat het
controlelampje branden.
Als de machine wordt ingeschakeld, voert
het lampje een circuitcontrole uit (het gaat
enkele seconden branden en dooft dan
weer). Als het lampje bij de circuitcontrole
niet gaat branden, of als het lampje niet uit-
gaat, laat dan een Yamaha dealer de ma-
chine controleren.
DAU80370Schakellampje
Dit lampje kan zo worden ingesteld dat het
bij geselecteerde motortoerentallen aan- of
uitgaat. (Zie pagina 4-15.)
Als de machine wordt ingeschakeld, voert
het lampje een circuitcontrole uit (het gaat
enkele seconden branden en dooft dan
weer).
Als het lampje bij de circuitcontrole niet
gaat branden, laat de machine dan contro-
leren door een Yamaha dealer.
DAU80300Controlelampje start blokkerin g
Als de sleutel naar “OFF” wordt gedraaid,
begint het controlelampje na 30 seconden
continu te knipperen om aan te geven dat
het startblokkeersysteem is ingeschakeld.
Het controlelampje stopt na 24 uur met
knipperen, maar het startblokkeersysteem
blijft ingeschakeld.
Het elektrisch circuit voor het controle-
lampje kan worden gecontroleerd door de
sleutel naar “ON” te draaien. Het controle-
lampje moet enkele seconden oplichten en
dan uitgaan.
ABS
UBN6D0D0.book Page 7 Tuesday, January 24, 2017 3:05 PM
Page 28 of 114

Functies van instrumenten en bed iening selementen
4-10
4
De rondetimer kan maximaal 20 rondetij-
den vastleggen en opslaan. De geheugen-
gegevens van rondetijden zijn verdeeld in
twee groepen: “L” voor de volgorde van
rondes en “F” voor de snelheidsvolgorde.
Voor de rondevolgorde wordt de meest re-
cente ronde aangeduid met L1 (en wordt
L19 dan L20). In het geval van het geheu-
gen van de snelste rondes wordt elke nieu-
we snelle ronde in de bovenste 20
ingevoegd en wordt de vorige F20 uit het
geheugen gewist.
De rondetimer gebruiken
1. Houd de toets “RESET” een seconde
lang ingedrukt om de rondetimer ge-
reed te maken voor een tijdmeting (de
dubbele punt “:” en de punt “.” gaan
knipperen).
2. Druk op de lichtsignaalschakelaar “ ” om de
rondetimer te starten.
3. Druk op de lichtsignaalschakelaar “ ” om het
begin van elke nieuwe ronde te mar-
keren.
4. Druk op de toets “SELECT” om de rondetimer te stoppen.
5. Druk opnieuw op de toets “SELECT” om de rondetimer terug te stellen op
nul (of houd de toets “RESET” een se-
conde lang ingedrukt om de rondeti-
mer terug te stellen op nul en gereed
te maken voor een tijdmeting). De geheugengegevens van rondetijden
weergeven
1. Houd de toets “SELECT” een secon-
de lang ingedrukt. Het geheugen voor
de rondevolgorde wordt geselecteerd
(aangeduid door “L-20” in het onder-
ste deel van de weergave), of druk op-
nieuw op de toets “SELECT” om het
geheugen voor de snelste rondes te
selecteren (aangeduid door “F-20”). “L-20” = rondevolgorde (meest
recente is L1)
“F-20” = snelheidsvolgorde
(snelste rondetijd is F1)
2. Druk op de toets “RESET” en de eer- ste rondetijd van die geheugengroep
(aangeduid door “L1” of “F1”) wordt
weergegeven.
1. Rondetimer
1
1. Type geschiedenis (L-20 of F-20)
1. Rondenummer/Snelste tijd
2. Rondetijd
1
1
2
UBN6D0D0.book Page 10 Tuesday, January 24, 2017 3:05 PM
Page 49 of 114

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-31
4
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2.
De startschakelaar/noodstopschakelaar
moet op “ ” staan.
3. Draai de sleutel naar aan.
4. Schakel de versnellingsbak in de
vrijstand.
5.
Druk op de “ ”-zijde van de
startschakelaar/noodstopschakelaar.
Start de motor?
Met de motor nog aan:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
8. Schakel de versnellingsbak in een versnellingsstand.
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Als de motor is afgeslagen:
10. Beweeg de zijstandaard omhoog.
11. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
12.
Druk op de “ ”-zijde van de
startschakelaar/noodstopschakelaar.
Start de motor?
Het systeem is in orde. De motorfiets
mag worden gebruikt.
De vrijstandschakelaar werkt mogelijk
niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat
deze is nagekeken door een Yamaha
dealer.
De zijstandaardschakelaar werkt
mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat
deze is nagekeken door een Yamaha
dealer.
De koppelingsschakelaar werkt mogelijk
niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat
deze is nagekeken door een Yamaha
dealer.
WAARSCHUWING
Als zich een storing voordoet, vraag
dan alvorens te gaan rijden een
Yamaha dealer het systeem te
controleren.
JA NEE
JANEE
JANEE
UBN6D0D0.book Page 31 Tuesday, January 24, 2017 3:05 PM
Page 52 of 114

Gebruik en belan grijke rij-informatie
6-1
6
DAU15952
Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle be-
dieningselementen. Als u de werking van
een functie of bedieningselement niet be-
grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit-
leg.
WAARSCHUWING
DWA10272
Een onvol doen de vertrouw dhei d met de
b ed ienin gselementen kan lei den tot ver-
lies van de controle, met mo gelijk een
on geval of letsel tot gevol g.
DAU73450
OPMERKING
Dit model is uitgerust met:
een hellingshoeksensor die de motor
laat afslaan als de machine kantelt.
Draai in dat geval de sleutel naar
“OFF” en dan naar “ON” alvorens te
proberen de motor opnieuw te star-
ten. Als u dat niet doet zal de motor
niet starten, ondanks dat de motor
wordt aangezwengeld als u op de
startknop drukt.
een automatische motorstop. De mo-
tor stopt automatisch als deze 20 mi-
nuten stationair draait. Druk in dat
geval eenvoudigweg op de startknop
om de motor weer te starten.
UBN6D0D0.book Page 1 Tuesday, January 24, 2017 3:05 PM
Page 53 of 114

Gebruik en b elangrijke rij-informatie
6-2
6
DAU80211
Starten van de motor
Het startspersysteem (pagina 4-30) staat
starten alleen toe als aan een van de vol-
gende voorwaarden is voldaan:
De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.
De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is ingetrokken en de
zijstandaard is opgeklapt.
Om de motor te starten
1. Draai de contactsleutel naar “ON” en controleer of de noodstopschakelaar
op “ ” is gezet.
2. Controleer of de volgende lampjes
een circuitcontrole uitvoeren (enkele
seconden oplichten en dan weer uit-
gaan). Waarschuwingslampje motor-
storing
ABS-waarschuwingslampje*
Waarschuwingslampje olieni-
veau
Waarschuwingslampje brand-
stofniveau*
Waarschuwingslampje koelvloei-
stoftemperatuur
Controlelampje tractieregeling
Controlelampje schakelmoment
Controlelampje startblokkering
OPMERKING
Het ABS-waarschuwingslampje moet
gaan branden en aan blijven tot de
machine een snelheid van 10 km/h
(6 mi/h) bereikt.
Het waarschuwingslampje brandstof-
niveau blijft branden als er weinig
brandstof in de tank aanwezig is.
LET OP
DCA24110
Als een waarschuwin gs- of controle-
lampje niet werkt zoals hier boven be-
schreven, vraa g d an uw Yamaha d ealer
om de machine te controleren.
3. Zet de versnellingsbak in de vrijstand
(of houd de koppelingshendel inge-
knepen met de zijstandaard omhoog).
4. Druk op de startknop “ ” om via de startmotor de motor te starten.
Laat de startknop los als de motor
start, of na 5 seconden. Wacht 10 se-
conden voordat u opnieuw op de
knop drukt om de accuspanning weer
te laten opbouwen.
LET OP
DCA11043
Trek nooit snel op terwijl de motor no g
kou d is, d it verkort de levensd uur van de
motor!
UBN6D0D0.book Page 2 Tuesday, January 24, 2017 3:05 PM
Page 100 of 114

Periodiek on derhou d en afstelling
7-44
7
Oververhitte motor
WAARSCHUWING
DWAT1041
Verwij der de ra diatorvul dop niet terwijl de motor en de koelvloeistofra diator no g
heet zijn. Hete vloeistof en stoom kunnen naar buiten spuiten en zo ernstig e
b ran dwon den veroorzaken. Wacht tot de motor is afg ekoeld.
Bren g een d ikke doek, bijvoor beel d een han ddoek, aan over de ra diatorvul dop
en draai deze dan lan gzaam linksom te gen de aansla g zod at de no g aanwezi ge
d ruk kan ontsnappen. Druk de dop omlaa g zo dra het sis gelui d stopt en draai
d eze linksom en verwij der de dop.
OPMERKING
Als geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijd elijk leidingwater worden gebruikt, maar dit
moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschreven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het
koelvloeistofniveau in
het reservoir en in de
radiator.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Het koelvloeistofniveau
is in orde.
Er is geen lekkage.
Er is lekkage.
Het koelvloeistofniveau
is laag. Controleer het
koelsysteem op
lekkage.
Vraag een Yamaha
dealer het koelsysteem
te controleren en te
repareren.
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te repareren als de
motor opnieuw oververhit raakt.
UBN6D0D0.book Page 44 Tuesday, January 24, 2017 3:05 PM
Page 111 of 114

11-1
11
Index
A
Aandrijfketting, reinigen en smeren...... 7-32
ABS ...................................................... 4-19
ABS-waarschuwingslampje ................... 4-7
Accu ..................................................... 7-37
Achterbrugscharnierpunten, smeren.... 7-35
Achteruitkijkspiegels ............................ 4-24
B
Banden ................................................. 7-23
Bougies, controleren ............................ 7-13
Brandstof.............................................. 4-20
Brandstofverbruik, tips voor een
zuinig .................................................... 6-4
C
Claxonschakelaar ................................... 4-4
Contactslot/stuurslot .............................. 4-2
Controlelampje grootlicht ....................... 4-5
Controlelampje richting aanwijzers ......... 4-5
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes ........................ 4-5
Controlelampje startblokkering .............. 4-7
Controlelampje tractieregeling ............... 4-7
D
Diagnosestekker................................... 10-2
Dimlichtschakelaar ................................. 4-4
D-mode (rijmodus).................................. 3-1
E
EXUP-systeem ..................................... 4-29
F
Filterbus................................................ 7-14
G
Gasgreep en gaskabel, controleren en smeren ............................................... 7-33
Gegevensregistratie, voertuig .............. 10-2
Gelijkstroom kabelstekker voor accessoires ........................................ 4-29
Gereedschapsset ................................... 7-2
Gloeilamp kentekenverlichting, vervangen .......................................... 7-41
I
Identificatienummers ............................ 10-1
Inrijperiode ............................................. 6-4
K
Kabels, controleren en smeren ............ 7-33
Klepspeling........................................... 7-23
Koelvloeistof ......................................... 7-19
Koppelingshendel ................................ 4-17
Koppelingshendel, vrije slag afstellen.............................................. 7-26
L
Lichtsignaalschakelaar ........................... 4-4
Luchtfilterelement ................................. 7-21
M
Matkleur, let op ....................................... 8-1
Modelinformatiesticker ......................... 10-1
Motorolie en oliefilterpatroon ................ 7-15
Multifunctionele meter ............................ 4-8
O
Onderhoud en smering, periodiek .......... 7-5
Onderhoud, uitstootcontrolesysteem ..... 7-3
Ondersteunen van de motorfiets .......... 7-41
Overloopslang brandstoftank ............... 4-22
P
Parkeren.................................................. 6-5
Plaats van de onderdelen ....................... 2-1
Problemen oplossen ............................. 7-42
R
Rem- en koppelingshendels, controleren en smeren........................ 7-34
Rem- en schakelpedalen, controleren en smeren ........................................... 7-34
Remhendel............................................ 4-18
Remlichtschakelaars ............................. 7-28
Rempedaal............................................ 4-18
Remvloeistofniveau, controleren .......... 7-29
Remvloeistof, verversen ....................... 7-30
Richtingaanwijzerschakelaar .................. 4-4
Rijmodusschakelaar ............................... 4-5
S
Schakelaar alarmverlichting .................... 4-5
Schakelaar tractieregeling ...................... 4-4
Schakelen ............................................... 6-3
Schakellampje ........................................ 4-7
Schakelpedaal ...................................... 4-17
Schokdemperunit, afstellen .................. 4-26
Serienummer motorblok ....................... 10-1
Snelschakelsysteem ............................... 3-4
Spanning aandrijfketting ....................... 7-31
Speciale kenmerken ............................... 3-1
Specificaties ........................................... 9-1
Stalling .................................................... 8-4
Startblokkeersysteem ............................. 4-1
Starten van de motor .............................. 6-2
Startspersysteem.................................. 4-30
Stationair toerental, controleren ........... 7-22
Stop/Run/Start-schakelaar ..................... 4-4
Storingzoekschema’s ........................... 7-43
Stroomlijn- en framepanelen,
verwijderen en aanbrengen .................. 7-9
UBN6D0D0.book Page 1 Tuesday, January 24, 2017 3:05 PM