audio Abarth 124 Spider 2016 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ABARTH, Model Year: 2016, Model line: 124 Spider, Model: Abarth 124 Spider 2016Pages: 232, PDF Size: 3.53 MB
Page 56 of 232

LAMPJES EN BERICHTEN
BELANGRIJK Het waarschuwingslampje op het instrumentenpaneel gaat branden en er verschijnt een speciaal bericht en/of er
klinkt een geluidssignaal, wanneer van toepassing. Deze meldingen zijn korte waarschuwingen en mogen vanwege hun
beknopte karakter niet worden beschouwd als volledig en/of een alternatief voor de informatie die is opgenomen in het
Instructieboek. Het wordt daarom geadviseerd het instructieboek altijd aandachtig te lezen. Zie de informatie in dit hoofdstuk in
de gevallen dat een storing wordt gemeld.
BELANGRIJK De storingen die op het display worden weergegeven, kunnen worden onderverdeeld in twee categorieën:
ernstige storingen en minder ernstige storingen. Ernstige storingen worden langdurig herhaald weergegeven. Minder ernstige
storingen worden kort herhaaldelijk weergegeven. De herhaaldelijke weergave op het display van beide categorieën kan
onderbroken worden. De melding op het instrumentenpaneel blijft branden tot de oorzaak van de storing is verholpen.
De inhoud van de waarschuwingen kunnen via het audiosysteem worden geverifieerd.
Versies met Radio 7”
Ga als volgt te werk:
als het waarschuwingslampje brandt, selecteert u het pictogramop het home-scherm om het applicatiescherm weer te
geven;
selecteer “Waarschuwing” om de huidige waarschuwingen weer te geven;
selecteert de van toepassing zijnde waarschuwing om de details te bekijken.
54
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 151 of 232

druk op de clip en verwijder het
deksel;
trek de zekering naar buiten met de
zekeringtang die is aangebracht in het
zekeringenblok in de motorruimte
fig. 126;
inspecteer de zekering en vervang
hem als deze is doorgebrand;
breng een nieuwe zekering met
dezelfde stroomsterkte aan encontroleer of de zekering goed is
vastgezet. Neem contact op met het
Abarth Servicenetwerk als de zekering
niet goed past. Als u geen
reservezekeringen ter beschikking
heeft, kunt u een zekering met dezelfde
stroomsterkte gebruiken van een circuit
dat niet voor de werking van het
voertuig noodzakelijk is, zoals het
AUDIO- of het STOPCONTACT-circuit;
breng het deksel weer aan en
verzeker u ervan dat het goed is
vastgezet.
BELANGRIJK Vervang een zekering
altijd door een originele FCA-zekering of
een soortgelijke zekering met dezelfde
stroomsterkte. Doet u dit niet, dan kan
schade aan de elektrische installatie
ontstaan.
ZEKERINGEN ONDER DE
MOTORKAP
Verzeker u ervan dat het contact is
uitgeschakeld en dat de andere
schakelaars zijn uitgeschakeld en
verwijder het deksel van het
zekeringenblok. Bij de demontage kan
het deksel van het zekeringenblok
tegen het frame stoten en bekrast
raken als het slot wordt geforceerd.
Verwijder het deksel langzaam aan de
hand van de onderstaande procedure:
haal het slot aan de achterkant 1
fig. 127 los door de tab aan devoorkant met de vingers in te drukken;
verwijder de tab aan de voorkant
terwijl u langzaam de voorkant van het
deksel 2 optilt;
verwijder het deksel terwijl u het optilt
en naar achteren schuift;
als een willekeurige zekering (geen
hoofdzekering) is doorgebrand, kunt u
de zekering vervangen voor een
exemplaar met dezelfde stroomsterkte;
breng het deksel weer aan en
verzeker u ervan dat het goed is
vastgezet.
12507031601-121-001AB
12607031601-122-001AB
12707031601-123-001AB
149
Page 153 of 232

BESCHRIJVINGSTROOMSTERKTE
ZEKERINGBESCHERMD COMPONENT
F03 HORN2 7,5 A Claxon
F06 — — —
F07 INTERIEUR 15 A Interieurverlichting
F09 AUDIO2 15 A Audiosysteem
F10 METER1 10 A Instrumentencluster
F11 SRS1 7,5 A Air bag
F12 — — —
F13 RADIO 7,5 A Audiosysteem
F17 AUDIO1 25 A Audiosysteem
F18 A/C MAG 7,5 A Klimaatregeling
F20 AT 15 A Versnellingsbakcontrolesysteem (indien aanwezig)
F21 D SLOT 25 A Voeding portiersloten
F22 H/L R 20 A Koplamp (R)
F24 ACHTER 20 A Achterlichten/Kentekenverlichting/Positielichten
F25 DRL 15 A Dagrijverlichting
F26 BINNEN 25 A Interieurverlichting
F27 MIST 15 A Mistlampen
F28 K/SPROEI 20 A Koplampsproeier (indien aanwezig)
F29 STOP 10 A Remlichten/Mistachterlicht (indien aanwezig)
F30 CLAXON 15 A Claxon
F31 H/L L 20 A Koplamp (L)
F33 ALARM 15 A Lampen alarmknipperlichten/richtingaanwijzers
151
Page 206 of 232

BEDIENINGSTOETSEN
OP STUURWIEL
De bedieningen van het belangrijkste
systeemfuncties zijn op het stuurwiel
aangebracht fig. 161 (versies zonder
Bluetooth®-handsfree) en
fig. 162 (versies metBluetooth®-
handsfree) om de bediening te
vereenvoudigen.VOLUMEKNOPPEN
Druk de volumeknop+omhoog om het
volume te verhogen. Druk de
volumeknop–omlaag om het volume
te verlagen.
ZOEKEN-KNOP
MW/LW/FM-radio
Druk op de zoeken-knop
/.
De radio schakelt over naar de
volgende/vorige opgeslagen zender in
de volgorde waarin de zenders zijn
opgeslagen.
Houd de zoeken-knop
/
ingedrukt om naar alle bruikbare
zenders op een hogere of lagere
frequentie te zoeken, ongeacht of ze
wel of niet zijn opgeslagen.
De radiozenders die eerder in het
automatische geheugen zijn
opgeslagen, kunnen met een druk op
de zoeken-knop
/worden
opgeroepen tijdens het uitzenden van
een radiozender die in het automatische
geheugen is opgeslagen.
De radiozenders kunnen bij elke druk
op de knop
/opgeroepen
worden in de volgorde waarin ze zijn
opgeslagen.
USB Audio /
Bluetooth®Audio
Druk op de zoeken-knop
om naar
het begin van het volgende nummer te
springen. Druk binnen een aantalseconden nadat het afspelen is gestart
op de zoeken-knop
om naar het
begin van het vorige nummer te
springen.
Druk nadat aantal seconden is
verstreken op de zoeken-knop
om naar het begin van het actuele
nummer te springen.
MUTE-KNOP
Druk één keer op de mute-knop
om
het geluid te dempen. Druk nog een
keer op de knop om de
geluidsweergave te hervatten.
De mute-functie wordt geannuleerd
wanneer het contact uitgeschakeld
wordt terwijl het geluid gedempt wordt.
Het geluid wordt dus niet langer
gedempt wanneer de motor weer
gestart wordt. Druk op de mute-knop
om de geluidsdemping weer in te
schakelen.
AAN-UIT /
VOLUMEKNOPPEN
AAN / UIT
Schakel het contact naar ACC of ON.
Schakel het audiosysteem in door op
de aan-uit/volumeknop te drukken.
Schakel het audiosysteem uit door
weer op de aan-uit/volumeknop te
drukken.
1610620500-122-001
1620620500-121-001
204
MULTIMEDIA
Page 207 of 232

Volumeregeling
Draai aan de aan-uit/volumeknop.
Verhoog het volume door de
aan-uit/volumeknop rechtsom te
draaien; verlaag het volume door de
knop linksom te draaien.
Audio afstellen
Selecteer de functie door op de
MENU-knop te drukken. De
geselecteerde functie wordt
weergegeven.
Draai aan de audioregelknop om de
volgende functies in te stellen:
AF (Alternatieve frequentie);
REG (Regionaal programma);
ALC (Automatische volumeregeling);
BASS (Lage tonen);
TREB (Hoge tonen);
FADE (Volumebalans voor/achter);
BAL (Volumebalans links/rechts);
BEEP (Geluid werking audio);
12Hr < > 24Hr (tijdweergave
12 uur/24 uur).
KLOK
De tijd instellen
Wanneer het contact op ACC of ON
gedraaid wordt kan de klok op een
willekeurige tijd worden ingesteld.
Stel de tijd in door ongeveer
2 seconden lang op de klokknopFM/AMte drukken tot u een pieptoon
hoort. De actuele tijd van de klok zal
knipperen.
Instelling van de tijd
Stel de tijd in door op de
uren/minuten-knop
/te
drukken terwijl de actuele tijd van de
klok knippert.
De uren verspringen terwijl de urenknop
wordt ingedrukt. De minuten
verspringen terwijl de minutenknop
wordt ingedrukt.
Start de klok door weer op de klokknop
FM/AMte drukken.
DE RADIO AANZETTEN
Radio AAN: zet de radio aan door op
de FM/AM-bandkeuzeknop te drukken.
Bandselectie: druk op deFM/
AM-bandkeuzeknop om als volgt van
de ene naar de andere band over te
schakelen: M1–FM2–MW/LW
Handmatig afstemmen: kies de
zender door de knop
/licht
in te drukken.
Zoeken: druk op de knop
/
. Het zoeken wordt gestopt zodra
een zender is gevonden.
Scannen: houd deMEDIA-scanknop
ingedrukt om automatisch naar zenders
met en sterk signaal te zoeken. Het
scannen wordt bij elke zender ongeveer5 seconden lang onderbroken.
Blokkeer een station door de
MEDIA-scanknop tijdens dit interval
ingedrukt te houden.
Vooraf ingesteld kanaal afstemmen
De 6 vooraf ingestelde kanalen kunnen
gebruikt worden om 6 MW/LW- en
12 FM-zenders op te slaan.
Stel het eerste kanaal in door
MW/LW, FM1, of FM2 te selecteren.
Stem af op de gewenste zender.
Druk ongeveer 2 seconden lang op
een kanaalknop tot u een pieptoon
hoort. Het nummer van het kanaal of de
frequentie van de radiozender zal
worden weergegeven. De zender is nu
in het geheugen opgeslagen.
Herhaal deze handeling voor de
andere zenders die u wilt opslaan.
Schakel een zender in het geheugen in
door MW/LW, FM1, of FM2 te
selecteren en druk vervolgens op de
desbetreffende kanaalknop. De
frequentie van de zender of het
kanaalnummer wordt weergegeven.
AUX / USB / iPod
Aux-aansluiting / USB-poort
Door een in de handel verkrijgbare
draagbaar audioapparaat op de
AUX-aansluiting aan te sluiten kan de
audio via de luidsprekers van het
voertuig worden weergegeven.
Daarvoor is een in de handel
205
Page 208 of 232

verkrijgbare stereo minikabel zonder
impedantie (3,5 Ø) nodig. Bovendien
kan het audiosysteem van het voertuig
audio weergeven door een
USB-apparaat of een iPod op de
USB-poort aan te sluiten.
De AUX-modus gebruiken
Schakel het contact op ACC of ON,
schakel het audiosysteem in door op de
aan-uit/volumeknop te drukken.
Schakel over naar de AUX-modus door
op deMEDIA-knop van het
audiosysteem te drukken.
De USB-modus gebruiken
Dit systeem ondersteunt geen USB
3.0-apparaat. Afhankelijk van het model
of de versie van het besturingssysteem
is het bovendien mogelijk dat andere
apparaten niet worden ondersteund.
Afspelen
Schakel het contact op ACC of ON,
schakel het audiosysteem in door op de
aan-uit/volumeknop te drukken.
Schakel over naar de USB-modus door
op deMEDIA-knop van het
audiosysteem te drukken en start het
afspelen.
Track zoeken
Druk op de knop track omhoog
om naar het begin van het
volgende nummer te springen.Druk binnen een aantal seconden nadat
het afspelen is gestart op de knop track
omlaag
om naar het begin van
het vorige nummer te springen.
Druk nadat aantal seconden is
verstreken op de knop track omlaag
om naar het begin van het actuele
nummer te springen.
De iPod-modus gebruiken
Afhankelijk van het model of de versie
van het besturingssysteem is het
mogelijk dat een iPod niet worden
ondersteund. In dit geval wordt een
foutmelding weergegeven.
OPMERKING De iPod-functies werken
niet wanneer de iPod op het systeem is
aangesloten aangezien in dit geval het
systeem de functies van de iPod regelt.
Track zoeken
Druk op de knop track omhoog
om naar het begin van het
volgende nummer te springen.
Druk binnen een aantal seconden nadat
het afspelen is gestart op de knop track
omlaag
(afhankelijk van de
softwareversie van de iPod) om naar
het begin van het vorige nummer te
springen.
Druk nadat aantal seconden is
verstreken op de knop track omlaag
(afhankelijk van de softwareversievan de iPod) om naar het begin van het
actuele nummer te springen.
Categorie zoeken: druk op de knop
categorie omlaag5om de vorige
categorie te kiezen; druk op de knop
categorie omhoog6om de volgende
categorie te kiezen. De categorieën zijn:
Afspeellijst, Artiest, Album, Nummer,
Podcast, Genre, Componist en
Luisterboek.
Lijst zoeken: druk op de knop lijst
omlaag
om de vorige lijst te kiezen;
druk op de knop lijst omhoog
om de
volgende lijst te kiezen. In het geval van
de categorie Nummer of Luisterboek
wordt geen lijst weergegeven.
Bluetooth® HANDSFREE
Apparaat koppelen
Om
Bluetooth®-audio en de
handsfree te kunnen gebruiken moet de
Bluetooth®-apparatuur aan de hand
van de volgende procedure met het
systeem gekoppeld worden. In totaal
kunnen zeven apparaten, inclusief
Bluetooth®-audio-apparaten en
handsfree mobiele telefoons worden
gekoppeld.
OPMERKING Het is mogelijk dat het
Bluetooth®-systeem 1 of 2 minuten
lang niet werkt nadat het contact naar
ACC of ON is gedraaid. Dit betekent
niet dat er een probleem aanwezig is.
Als het
Bluetooth®-systeem niet
automatisch ingeschakeld wordt nadat
206
MULTIMEDIA
Page 211 of 232

RADIO 7”
BEDIENINGSTOETSEN
OP STUURWIEL
De bedieningstoetsen voor de
belangrijkste functies van het systeem
bevinden zich op het stuurwiel
fig. 163 om het systeem gemakkelijker
te kunnen bedienen.
VOLUMEKNOPPEN
Druk de volumeknop+omhoog om het
volume te verhogen. Druk de
volumeknop–omlaag om het volume
te verlagen.
ZOEKEN-KNOP
AM/FM-radio
Druk op de zoeken-knop
/.
De radio schakelt over naar de
volgende/vorige opgeslagen zender in
de volgorde waarin de zenders zijn
opgeslagen.Houd de zoeken-knop
/
ingedrukt om naar alle bruikbare
zenders op een hogere of lagere
frequentie te zoeken, ongeacht of ze
wel of niet zijn opgeslagen.
De radiozenders die eerder in de
favoriete radio zijn opgeslagen, kunnen
met een druk op de zoeken-knop
/worden opgeroepen
tijdens het uitzenden van een
radiozender die in de favoriete radio is
opgeslagen.
De radiozenders kunnen bij elke druk
op de knop
/opgeroepen
worden in de volgorde waarin ze zijn
opgeslagen.
DAB-radio
(indien aanwezig)
Druk tijdens het luisteren naar een
DAB-radio op de zoeken-knop
/
om een zender op te roepen die
eerder in de lijst met favorieten was
opgeslagen.
Houd de zoeken-knop
ingedrukt
om naar de volgende zender te
springen; druk op
om naar de
vorige zender terug te keren.
USB Audio /
Bluetooth® Audio
Druk op de zoeken-knop
om naar
het begin van het volgende nummer te
springen.
Druk binnen een aantal seconden nadathet afspelen is gestart op de
zoeken-knop
om naar het begin
van het vorige nummer te springen.
Druk nadat aantal seconden is
verstreken op de zoeken-knop
om naar het begin van het actuele
nummer te springen.
MUTE-KNOP
Druk één keer op de mute-knop
om
het geluid te dempen. Druk nog een
keer op de knop om de
geluidsweergave te hervatten.
De mute-functie wordt geannuleerd
wanneer het contact uitgeschakeld
wordt terwijl het geluid gedempt wordt.
Het geluid wordt dus niet langer
gedempt wanneer de motor weer
gestart wordt. Druk op de mute-knop
om de geluidsdemping weer in te
schakelen.
AUTORADIO
Gebruik van de
bedieningsschakelaar
OPMERKING Om veiligheidsredenen
zijn bepaalde functies tijdens het rijden
van het voertuig gedeactiveerd.
1630620500-121-001
209
Page 212 of 232

De volgende handelingen zijn mogelijk
door op de schakelaars rondom de
bedieningsknop te drukken fig. 164:
geeft het startscherm weer.
geeft het scherm "Entertainment"
weer.
NAVgeeft het scherm "Navigatie" weer
(uitsluitend op voertuigen uitgerust
met een navigatiesysteem). Als de
SD-kaart van het navigatiesysteem
niet is ingevoerd, zal het kompas
dat de richting waarin het voertuig
rijdt aanduidt worden
weergegeven.
geeft het scherm "Favorieten"
weer. Lang ingedrukt houden
om bepaalde items in
"Favorieten" op te slaan (de
radio, het telefoonboek en de
bestemming van het
navigatiesysteem kunnen
geprogrammeerd worden).
voert terug naar het vorige
scherm.
Gebruik van de volumeknop
Druk op deVOL-knop om de MUTE in
en uit te schakelen.
Regel het volume door aan de
volumeknop te draaien. Door de
volumeknop rechtsom te draaien neemt
het volume toe; door de volumeknop
linksom te draaien neemt het volume af.
Selectie van iconen op het
beeldscherm
Kantel of draai aan de bedieningsknop
en verplaats de cursor naar de
gewenste icoon. Druk op de
bedieningsknop en selecteer de icoon.
OPMERKING Voor bepaalde functies is
het ook mogelijk om de bedieningsknop
lang ingedrukt te houden.
Gebruik van het touchscreen
Aanraken en aantippen: raak of tip
het item op het beeldscherm aan. Dehandeling wordt gestart en het
volgende item wordt weergegeven.
Schuiven: raak het in te stellen item
aan door een schuifbalk weer te geven.
Raak de schuifbalk met uw vinger aan
en verplaats de schuifbalk tot het
gewenste niveau is bereikt.
Vegen: raak het beeldscherm met uw
vinger aan en beweeg uw vinger
omhoog of omlaag. De items die niet
weergegeven werden, kunnen nu
weergegeven worden.
BELANGRIJK Druk niet te hard of met
een scherp en puntig voorwerp op het
beeldscherm. Anders kan het
beeldscherm beschadigd raken.
OPMERKING Om veiligheidsredenen is
het gebruik van het touchscreen tijdens
het rijden van het voertuig
gedeactiveerd.
AUDIO AFSTELLEN
Selecteer de icoonop het
startscherm om het scherm
"Instellingen" weer te geven.
SelecteerGeluidom het item dat u wilt
wijzigen te selecteren:
Bas(Lage tonen): + Verhoging lage
tonen /– Verlaging lage tonen;
Treble(Hoge tonen): + Verhoging
hoge tonen /– Verlaging hoge tonen;
Fade(Volumebalans voor/achter):
Voor (verbetering volumebalans
16406020400-122-002
210
MULTIMEDIA
Page 213 of 232

luidspreker voor)/Achter (verbetering
volumebalans luidspreker achter);
Balans(Volumebalans links/rechts):
Links (verbetering volumebalans
luidspreker links)/Achter (verbetering
volumebalans luidspreker rechts);
ALC(Automatische volumeregeling)
(standaardaudio): Uit-Regeling op zeven
niveaus;
Bose®AudioPilot(Automatische
volumeregeling) (Bose®-
geluidssignaal, indien aanwezig):
Aan/Uit;
Pieptoon(Geluid werking audio):
Aan/Uit.
STARTSCHERM
De iconen die op het startscherm
weergegeven worden zijn:
Applicaties: informatie zoals
het gemiddelde
brandstofverbruik, onderhoud
en waarschuwingen kunnen
geverifieerd worden. Het
beeldscherm kan variëren
afhankelijk van de versie en de
specificatie.
Entertainment: bedient de
audio, zoals de radio. De laatst
gebruikte geluidsbron wordt
weergegeven. Een geluidsbron
die op dat moment niet gebruikt
kan worden, wordt
overgeslagen en de vorige
geluidsbron zal worden
weergegeven. Wijzig de
geluidsbron door de icoon die
onderaan op het scherm wordt
weergegeven te selecteren.
Communicatie: Aan
Bluetooth®-verbonden functies
zijn beschikbaar.
Navigatie: Het navigatiescherm
(waar voorzien) wordt
weergegeven. Als de SD-kaart
van het navigatiesysteem niet is
ingevoerd, zal het kompas dat
de richting waarin het voertuig
rijdt aanduidt worden
weergegeven. Het kan zijn dat
het kompas niet de juiste
richting aangeeft wanneer het
voertuig stil staat of langzaam
rijdt.
Instellingen: het menu met de
algemene instellingen (zoals
display, geluid,Bluetooth®en
taal). Het beeldscherm kan
variëren afhankelijk van de versie
en de specificatie.DE RADIO AANZETTEN
Selecteer de icoonop het
startscherm om het scherm
"Entertainment" weer te geven.
Wanneer u de gewenste radio kiest
worden de volgende iconen onderaan
op het beeldscherm weergegeven:
geeft het menu “Entertainment”
weer. Gebruik dit menu om naar
een andere geluidsbron over te
schakelen;
geeft de lijst weer van
RDS-radiozenders (alleen FM) die
ontvangen kunnen worden;
geeft de zenderlijst (alleen AM)
weer. Selecteer"Zenderlijst
bijwerken"om de frequenties
van maximaal tien zenders in de
automatisch ingesteld lijst weer
te geven. Selecteer de gewenste
frequentie.
geeft de Favorietenlijst weer.
Lang ingedrukt houden om de
radiozender waar nu naar
geluisterd wordt op te slaan.
u kunt zoeken naar de
radiozenders die ontvangen
kunnen worden. Het scannen
wordt bij elke zender vijf
seconden lang onderbroken.
Opnieuw selecteren om de
radiozender te blijven ontvangen.
211
Page 214 of 232

u kunt de radiofrequentie met de
hand wijzigen. Draai aan de
bedieningsknop, schuif over het
scherm of raak de radiofrequentie
aan. Wijzig de radiofrequentie stap
voor stap door op
ofte
drukken. De radiofrequentie wijzigt
continu als lang op
of
gedrukt wordt. De
radiofrequentie wijzigt niet langer
als u uw hand van de icoon of de
bedieningsknop haalt.
schakelt de TA-modus in en uit.
/Automatische keuze
radiozender. De
radiofrequentie wijzigt
continu als er lang op
gedrukt wordt. De
radiofrequentie wijzigt niet
langer als u uw hand van de
icoon of de bedieningsknop
haalt.
Geeft het scherm met de
FM-instellingen (alleen FM) weer.
Aan/Uit, Alternatieve frequentie en
Region lock kunnen worden
ingesteld.
Geeft de geluidsinstellingen weer
zodat het kwaliteitsniveau van het
geluid kan worden ingesteld.
OPMERKING Wanneer de icoon
ofgeselecteerd wordt terwijlFM geselecteerd is, wordt elk
programma geselecteerd.
Digital Audio Broadcasting (DAB)
Radio
(indien aanwezig)
Selecteer de icoon
op het
startscherm om het scherm
"Entertainment" weer te geven.
SelecteerDAB, de volgende
pictogrammen worden onderaan op het
scherm weergegeven:
Geeft het menu “Entertainment”
weer. Wordt gebruikt om naar
een andere audiobron over te
schakelen.
Geeft de zenderlijst weer
(ensemble en zender). Selecteer
“Updatelijst” om de zenderlijst bij
te werken. Selecteer “Selecteer
Ensemble” om het ensemble te
selecteren dat u wilt weergeven.
Geeft de lijst favorieten weer.
Druk op dit pictogram en houd
het ingedrukt om de huidige
afgestemde zender in de lijst
favorieten op te slaan.
Zoekt uw gewenste zender in de
zenderlijst. Stemt 10 seconden
lang op iedere zender in de
zenderlijst af. Selecteer deze
optie nog een keer als op uw
gewenste zender is afgestemd.
Als de zenderlijst niet
beschikbaar is, wordt er
overgeschakeld naar het
updatescherm van de zenderlijst.
Voer een update van de
zenderlijst uit.
Schakelt de TA-modus in en uit.
/Keert terug naar het vorige
station/gaat door naar het
volgende station. Druk op
dit pictogram en houd deze
ingedrukt om terug te keren
naar de bovenste zender in
het vorige/volgende
ensemble.
Geeft het instellingenscherm van
DAB-radio weer.
Geeft de geluidsinstellingen weer
zodat het kwaliteitsniveau van het
geluid kan worden ingesteld.
INSTELLINGEN
OPMERKING: Afhankelijk van de
kwaliteit en specificatie, kan het
schermdisplay afwijken.
Selecteer de icoon
op het
startscherm om het scherm
212
MULTIMEDIA