stop start Abarth 500 2009 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ABARTH, Model Year: 2009, Model line: 500, Model: Abarth 500 2009Pages: 170, PDF Size: 3.11 MB
Page 51 of 170

50
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
Controleer of de armen van
de ruitenwissers tegen de
ruit aanstaan voordat u de motor-
kap optilt.
OPGELET
fig. 54
C
D
E
F0S054Ab
Sluiten fig. 54
Ga als volgt te werk:
❒Houd de motorkap met een hand om-
hoog, trek met de andere hand de stang
Cuit de zitting Een plaats de steun-
stang terug in de klem D;
❒Laat de motorkap tot op ongeveer 20
cm van de motorruimte zakken, laat de
motorkap vallen en controleer of de
motorkap goed is gesloten door de mo-
torkap op te tillen. De motorkap mag
niet alleen door de beveiliging vergren-
deld zijn. Druk in dit laatste geval de mo-
torkap niet dicht, maar til hem opnieuw
op en herhaal de handeling.
Om veiligheidsredenen moet
de motorkap tijdens het rij-
den altijd goed gesloten zijn. Contro-
leer daarom altijd of de motorkap
goed vergrendeld is. Als u tijdens het
rijden merkt dat de motorkap niet
goed is vergrendeld, stop dan onmid-
dellijk en sluit de motorkap op de juis-
te wijze.
OPGELET
Wees voorzichtig als u werk-
zaamheden in de motor-
ruimte moet verrichten en de motor
nog warm is, om brandwonden te
voorkomen. Kom niet met uw handen
in de buurt van de elektroventilateur:
de elektroventilateur kan, ook bij uit-
geschakeld contact, onverwacht in-
schakelen. Wacht tot de motor is af-
gekoeld.
OPGELET
Pas op met sjaals, dassen of
loszittende kledingstukken
omdat ook deze door de bewegende
onderdelen kunnen worden gegrepen.
OPGELET
046-062 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:02 Pagina 50
Page 54 of 170

53
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
ACTIVERING VAN HET
SYSTEEM
Als het ABS in werking treedt, merkt de
bestuurder dit aan een trilling in het rem-
pedaal, die gepaard gaat met enig geluid: dit
geeft aan dat het nodig is de snelheid aan te
passen aan het type weg waarop wordt ge-
reden.ABS
(waar voorzien)
Het ABS dat geïntegreerd is in het rem-
systeem, voorkomt dat tijdens het remmen
de wielen blokkeren, ongeacht de condi-
tie van het wegdek en de pedaaldruk, en
verhindert daarmee het doorslippen van
een of meerdere wielen. Hierdoor blijft de
auto bestuurbaar, zelfs bij noodstops.
De installatie wordt gecompleteerd met
het EBD-systeem (Electronic Braking For-
ce Distribution) waarmee de remkracht
tussen de voor- en de achterwielen ver-
deeld wordt.
WAARSCHUWING Voor een maximale
werking van het remsysteem is een inrij-
periode nodig van ongeveer 500 km: tij-
dens deze periode moet bruusk, herhaal-
delijk of langdurig remmen worden voor-
komen.
Als het ABS in werking
treedt, merkt u dat aan een
trilling in het rempedaal. Verlaag de
remdruk niet maar houd het rempe-
daal juist goed ingetrapt; op deze ma-
nier hebt u de kortste remweg in re-
latie tot de conditie van het wegdek.
OPGELET
Als het ABS in werking
treedt, dan is de grip van de
banden op het wegdek beperkt: u
dient uw snelheid te verlagen en aan
te passen aan de beschikbare grip.
OPGELET
Het ABS maakt zoveel mo-
gelijk gebruik van de be-
schikbare grip maar kan deze niet
verhogen. Daarom moet op gladde
weggedeelten altijd voorzichtig wor-
den gereden en mogen er geen on-
nodige risico’s worden genomen.
OPGELET
STORINGSMELDINGEN
Storing in ABS
Bij een storing brandt het waarschu-
wingslampje
>op het instrumentenpa-
neel en verschijnt er een bericht op het
instelbare multifunctionele display (waar
voorzien), zie het hoofdstuk “Lampjes en
berichten”.
In dat geval blijft het remsysteem normaal
werken, maar zonder de mogelijkheden
van het ABS. Rijd voorzichtig naar het
dichtstbijzijnde Abarth Servicenetwerk om
het systeem te laten controleren.
046-062 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:02 Pagina 53
Page 55 of 170

54
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
Als alleen het waarschu-
wingslampje xop het ins-
trumentenpaneel gaat branden en op
het instelbare multifunctionele dis-
play verschijnt ook een bericht, stop
dan onmiddellijk en wendt u tot het
dichtstbijzijnde Abarth Servicenet-
werk. Als er vloeistof lekt uit het hy-
draulische systeem, wordt de werking
van zowel het conventionele remsys-
teem als het ABS in gevaar gebracht.
OPGELETESP (Electronic Stability
Program)
Dit systeem bewaakt de stabiliteit van de
auto als de wielen hun grip verliezen,
waardoor de auto beter op koers blijft.
De werking van het ESP is uitermate nuttig
als de grip op het wegdek wisselt.
Het ESP beschikt over ASR (tractieregeling
die werkt op de remmen en de motor) en
Hill Holder (systeem om weg te rijden op
een hellend wegdek, zonder gebruik te ma-
ken van het rempedaal) en daarnaast over
MSR (regeling van het afremmen op de mo-
tor tijdens het terugschakelen), HBA (au-
tomatisch verhogen van de remdruk tijdens
een noodstop) en TTC (overbrengen van
het motorkoppel op de wielen)
ACTIVERING VAN HET
SYSTEEM
Als het systeem in werking treedt, gaat het
lampje
áop het instrumentenpaneel knip-
peren, om de bestuurder er op te wijzen
dat de auto de stabiliteit en de grip dreigt
te verliezen. Storing in EBD
Bij een storing branden de lampjes
>enxop het instrumentenpaneel en ver-
schijnt er een bericht op het instelbare
multifunctionele display (waar voorzien),
zie het hoofdstuk “Lampjes en berichten”.
In dit geval kunnen bij krachtig remmen de
achterwielen vroegtijdig blokkeren waar-
door de auto kan slippen. Rijd zeer voor-
zichtig naar het dichtstbijzijnde Abarth
Servicenetwerk om het systeem te laten
controleren.
046-062 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:02 Pagina 54
Page 57 of 170

56
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
MSR
(regeling van de afremming
op de motor)
Dit systeem, dat geïntegreerd is in de ASR,
verhoogt bij bruusk terugschakelen het
motorkoppel, zodat overmatige vertraging
van de aangedreven wielen wordt voor-
komen. Dit heeft vooral voordelen op een
wegdek met weinig grip, waarop de sta-
biliteit van de auto snel verloren kan gaan.TTC (Torque transfer control)
Dit is onderdeel van het ESP-systeem.
Dit is een systeem dat de overbrenging
van het motorkoppel naar de wielen ver-
betert, waardoor een veilige en veel spor-
tievere besturing mogelijk is, vooral als een
bocht wordt aangesneden, omdat veel
sneller op onderstuur wordt gereageerd.
Het systeem kan werken als de knop C-
fig. 58op het dashboard wordt ingedrukt.
De activering wordt aangegeven door het
branden van de led in de TTC-knop.
De functie wordt uitgeschakeld als de
knop nogmaals wordt ingedrukt of als de
motor wordt uitgezet (contactslot op
STOP). ASR-SYSTEEM
(Antislip Regulation)
Het ASR-systeem is geïntegreerd in het
ESP-systeem. Het ASR-systeem contro-
leert de trekkracht van de auto en grijpt
automatisch in als een of beide aangedre-
ven wielen dreigen door te slippen.
De ASR is bijzonder nuttig onder de vol-
gende omstandigheden:
❒doorslippen van het binnenste wiel in
bochten, door verandering van de wiel-
belasting of door te felle acceleratie;
❒te hoog vermogen naar de wielen, ook
in samenhang met de condities van het
wegdek;
❒acceleratie op gladde wegen en bij
sneeuw en ijzel;
❒verlies van grip op natte weggedeelten
(aquaplaning).
fig. 58
TTC
C
F0S058Ab
046-062 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:02 Pagina 56
Page 59 of 170

58
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
STORINGSMELDINGEN
Bij een eventuele storing van de elektri-
sche stuurbekrachtiging gaat het lampje
gop het instrumentenpaneel branden en
verschijnt er een bericht op het instelba-
re multifunctionele display (zie het hoofd-
stuk “Lampjes en berichten”).
Bij een storing in het systeem blijft de au-
to mechanisch bestuurbaar.
WAARSCHUWING Onder bepaalde
omstandigheden kan het waarschuwings-
lampje
gop het instrumentenpaneel bran-
den door oorzaken die niet afhangen van
de elektrische stuurbekrachtiging.
Het is streng verboden om
de-/montagewerkzaamheden
uit te voeren, waarvoor wijzigingen in
de stuurinrichting of de stuurkolom
vereist zijn (bijv. bij montage van een
diefstalbeveiliging). Hierdoor kunnen
de prestaties van het systeem, de ga-
rantie en de veiligheid in gevaar wor-
den gebracht en voldoet het voertuig
niet meer aan de typegoedkeuring.
OPGELET
Zet altijd de motor uit en
verwijder de contactsleutel
uit het contactslot, waardoor het
stuurwiel wordt vergrendeld, voordat
er onderhoudswerkzaamheden wor-
den uitgevoerd, vooral als de auto
met de wielen los van de grond staat.
Als dit niet mogelijk is (als de sleutel
in stand MAR moet staan of de mo-
tor moet draaien), moet de hoofdze-
kering van de elektrische stuurbe-
krachtiging worden verwijderd.
OPGELET
Stop in dat geval onmiddellijk de auto (in-
dien in beweging) en schakel de motor ca.
20 seconden uit alvorens opnieuw te star-
ten. Als het lampje
gblijft branden en het
bericht op het instelbare multifunctione-
le display blijft zichtbaar, wendt u dan zo
snel mogelijk naar het Abarth Servicenet-
werk.
WAARSCHUWING De benodigde stuur-
kracht kan toenemen bij langdurige par-
keermanoeuvres; dit is een normaal ver-
schijnsel om oververhitting van de motor
voor de stuurbekrachtiging te voorkomen,
in deze situatie zijn er geen reparaties ver-
eist. Als u de auto een volgende keer weer
gebruikt, zal de stuurbekrachtiging weer
normaal werken.
ELEKTRISCHE
STUURBEKRACHTIGING
“DUALDRIVE”
De auto is voorzien van elektrische stuur-
bekrachtiging, die alleen werkt als de con-
tactsleutel in stand MARstaat en de mo-
tor draait; dit systeem wordt “Dualdrive”
genoemd. Dankzij de elektrische stuurbe-
krachtiging is minder kracht op het stuur-
wiel nodig; dit is vooral handig als in de be-
bouwde kom wordt gereden of tijdens
parkeermanoeuvres.
WAARSCHUWING Als de contactsleu-
tel snel wordt gedraaid, kan de volledige
werking van de stuurbekrachtiging na 1-2
seconden worden bereikt.
Als de functie SPORT wordt ingeschakeld
(zie de paragraaf “Bedieningsorganen” in
dit hoofdstuk) wordt de elektrische stuur-
bekrachtiging gewijzigd, waardoor de ge-
voeligheid groter wordt en een nauwkeu-
riger stuurgevoel ontstaat.
046-062 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:02 Pagina 58
Page 78 of 170

77
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
ALGEMENE OPMERKINGEN
Als u de contactsleutel in
stand MAR draait en het
lampje
¬gaat niet branden of blijft
branden tijdens het rijden, dan is er
mogelijk een storing in de veilig-
heidssystemen; in dat geval kunnen
de airbags of gordelspanners niet ge-
activeerd worden bij een ongeval of,
in een zeer beperkt aantal gevallen,
niet op de juiste wijze geactiveerd
worden. Voordat u verder rijdt, dient
u contact op te nemen met het
Abarth Servicenetwerk om het sys-
teem direct te laten controleren.
OPGELET
Bedek de rugleuning van de
zitplaatsen voor en achter
niet met hoezen of kleden die niet zijn
voorbereid op het gebruik met
Side-bags.
OPGELET
Reis niet met voorwerpen op
schoot of voor de borst en
houd vooral geen pijp, potlood enz.
in de mond. Bij een ongeval waarbij
de airbag in werking treedt, kan dit
ernstig letsel veroorzaken.
OPGELET
Rijd altijd met beide handen
op de stuurwielrand, zodat bij
het in werking treden van de airbag,
het systeem niet wordt gehinderd door
obstakels. Rijd niet met voorover ge-
bogen lichaam, maar ga goed rechtop
zitten en steun tegen de rugleuning.
OPGELET
Als de contactsleutel in stand
MAR staat, kan, ook bij uit-
gezette motor, de airbag inschakelen
als de auto stilstaat en de auto wordt
aangereden door een andere auto die
met voldoende snelheid rijdt. Daarom
mogen, ook als de auto stilstaat, ab-
soluut geen kinderen op de passa-
giersstoel voor worden geplaatst. Als
de contactsleutel echter in stand
STOP staat, wordt bij een ongeval
geen enkel beveiligingssysteem (airbag
of gordelspanners) geactiveerd; als een
systeem niet in werking treedt, bete-
kent dit niet dat het systeem niet goed
werkt.
OPGELET
Laat bij diefstal of een po-
ging tot diefstal, bij bescha-
diging of als de auto bij een overstro-
ming onder water is geweest, het air-
bagsysteem door het Abarth Service-
netwerk controleren.
OPGELET
063-078 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:03 Pagina 77
Page 81 of 170

80
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
Ga als volgt te werk:
❒trek de handrem aan;
❒zet de versnellingspook in de vrijstand;
❒trap het koppelingspedaal geheel in,
zonder het gaspedaal in te trappen;
❒draai de contactsleutel in stand AVV
en laat de sleutel los zodra de motor
is aangeslagen.
Als de motor bij de eerste poging niet
aanslaat, moet u de sleutel terugdraaien in
stand STOPvoordat u opnieuw start.
Als met de contactsleutel in stand MAR
het controlelampje
Ysamen met het
waarschuwingslampje Ublijft branden,
raden wij u aan de sleutel in stand STOP
te draaien en vervolgens weer in stand
MAR; als het lampje nog steeds blijft bran-
den, probeer het dan met de andere ge-
leverde sleutels.
Als de motor nog niet aanslaat, wendt u
dan tot het Abarth Servicenetwerk.
Probeer auto’s nooit te star-
ten door ze aan te duwen, te
slepen of van een helling af te
laten rijden. Op die wijze kan er on-
verbrande brandstof in de katalysator
terechtkomen, waardoor deze onher-
stelbaar zal beschadigen.
MOTOR STARTEN
De auto is uitgerust met een elektronische
startblokkering: zie bij startproblemen de
paragraaf “Fiat CODE-systeem” in het
hoofdstuk “Ken uw auto”.
Direct na het starten van de motor, voor-
al als de auto langere tijd niet is gebruikt,
kan de motor iets meer geluid produce-
ren. Dit geluid, dat niet schadelijk is voor
de werking van de motor, wordt veroor-
zaakt door de hydraulische klepstoters:
het distributiesysteem op de benzinemo-
tor van de auto, dat bijdraagt aan een ver-
mindering van de onderhoudswerkzaam-
heden.
Het verdient aanbeveling om
gedurende de eerste kilome-
ters niet de maximale presta-
ties van uw auto te eisen (bijv.
snel accelereren, langdurig rijden met
hoge toerentallen, krachtig remmen
enz.).
Laat de contactsleutel niet in
stand MAR staan als de mo-
tor stilstaat, zodat de accu
niet onnodig wordt ontladen.
Het is gevaarlijk om de mo-
tor te laten draaien in een
afgesloten ruimte. De motor verbruikt
zuurstof en produceert kooldioxide,
koolmonoxide en andere giftige gas-
sen.
OPGELET
Houd er rekening mee dat
de rem- en de stuurbekrach-
tiging niet werken zolang de motor
niet is aangeslagen, waardoor meer
kracht nodig is voor de bediening van
het rempedaal en het stuur.
OPGELET
079-086 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:03 Pagina 80
Page 82 of 170

81
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
HANDREM
De handrem bevindt zich tussen de voor-
stoelen.
Om de handrem in te schakelen, moet u
de hendel omhoog trekken zodat de au-
to blokkeert.
PARKEREN
Ga als volgt te werk:
❒zet de motor uit en trek de handrem
aan;
❒schakel een versnelling in (de 1eals de
weg omhoog loopt, de achteruit als de
weg omlaag loopt) en zet de voorwie-
len iets uitgestuurd.
Als de auto op een steile helling staat,
blokkeer de wielen dan met stenen of wig-
gen.
Laat de contactsleutel nooit in stand MAR
staan omdat hierdoor de accu ontlaadt.
Neem bovendien de sleutel altijd uit het
contactslot als u de auto verlaat.
Laat kinderen nooit alleen achter in de au-
to. Neem de sleutel altijd uit het contact-
slot als u de auto verlaat en neem de sleu-
tel mee. MOTOR OPWARMEN NA HET
STARTEN
Ga als volgt te werk:
❒rijd rustig weg, laat de motor niet met
hoge toerentallen draaien en trap het
gaspedaal niet bruusk in;
❒verlang de eerste kilometers geen maxi-
male prestaties. Wij raden u aan te
wachten tot de wijzernaald van de koel-
vloeistoftemperatuurmeter begint te
bewegen.
MOTOR UITZETTEN
Draai de contactsleutel in stand STOP
terwijl de motor stationair draait.
WAARSCHUWING Het is beter om de
motor na een zware rit even “op adem”
te laten komen. Zet de motor niet on-
middellijk uit, maar laat hem even statio-
nair draaien. Hierdoor kan de tempera-
tuur in de motorruimte dalen.
fig. 1
A
F0S076Ab
Gasgeven voordat u de motor
uitzet heeft geen enkel nut,
verspilt brandstof en is, voor-
al voor motoren met turbo-
compressor, schadelijk.
De auto moet geblokkeerd
zijn als de handrem enkele
tanden is aangetrokken. Als dit niet
het geval is, laat dan het Abarth Ser-
vicenetwerk de handrem afstellen.
OPGELET
Als de handrem is aangetrokken en de
contactsleutel in stand MARstaat, gaat
op het instrumentenpaneel het waarschu-
wingslampje
xbranden.
Handrem uitschakelen:
❒trek de hendel iets omhoog en druk op
de ontgrendelknop A-fig. 1;
❒houd de knop Aingedrukt en laat de
hendel zakken. Het lampje xop het
instrumentenpaneel dooft.
Om onverwachtse bewegingen van de au-
to te voorkomen, moet bij het bedienen
van de handrem het rempedaal worden in-
getrapt.
079-086 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:03 Pagina 81
Page 84 of 170

83
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
Airconditioning
De airconditioning gebruikt zeer veel
energie, waardoor het brandstofverbruik
sterk toeneemt (met gemiddeld 20%): ge-
bruik wanneer de buitentemperatuur het
toelaat bij voorkeur de functies van het
ventilatiesysteem.
Aërodynamische accessoires
Het gebruik van niet goedgekeurde aëro-
dynamische accessoires kan de aërodyna-
mica negatief beïnvloeden, waardoor het
brandstofverbruik zal toenemen.RIJSTIJL
Starten
Laat de motor als de auto stilstaat, niet
warmdraaien met stationair toerental en
ook niet met een hoog toerental: onder
deze omstandigheden warmt de motor
veel langzamer op en nemen het verbruik
en de uitstoot van schadelijke uitlaatgas-
sen toe. Het is beter om rustig weg te rij-
den en geen hoge toerentallen te gebrui-
ken: op deze manier warmt de motor
sneller op.
Overbodige handelingen
Trap het gaspedaal niet in als u stilstaat
voor een stoplicht of voordat u de mo-
tor afzet. Deze handeling heeft evenals het
overschakelen met tussengas, geen enkel
nut. Het kost brandstof en verhoogt de
uitstoot van schadelijke uitlaatgassen..
Keuze van de versnellingen
Gebruik als het verkeer en de weg het
toelaten de hoogste versnelling. Het in-
schakelen van een lage versnelling om snel
te accelereren, verhoogt het brandstof-
verbruik.
Als onterecht een hoge versnelling wordt
ingeschakeld, nemen het verbruik en de
uitstoot van schadelijke uitlaatgassen toe
en slijt de motor sneller. Accessoires gemonteerd op
dakrails
Verwijder de accessoires zoals: dwars-
steunen, skidrager, bagagebox, als u deze
niet meer gebruikt. Deze accessoires ver-
minderen de aërodynamica van de auto,
waardoor het brandstofverbruik toe-
neemt.
Stroomverbruikers
Gebruik de elektrische installaties alleen
als u ze nodig hebt. De achterruitverwar-
ming, de verstralers, de ruitenwissers en
de aanjager van het ventilatie-/verwar-
mingssysteem vragen veel stroom, waar-
door het brandstofverbruik toeneemt (tot
aan 25% in stadsverkeer).
079-086 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:03 Pagina 83
Page 91 of 170

90
STARTEN
EN RIJDEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
❒Als de auto onder zware bedrijf-
somstandigheden wordt gebruikt
(bijvoorbeeld het bergopwaarts trek-
ken van een aanhanger of met volge-
laden auto): verlaag de snelheid en
breng de auto tot stilstand, als het
lampje blijft branden. Stop 2 of 3 mi-
nuten met draaiende motor en geef
iets gas voor een snellere circulatie van
de koelvloeistof. Zet vervolgens de
motor uit. Controleer het vloeistofni-
veau zoals hiervoor beschreven.
WAARSCHUWING Bij zware bedrijf-
somstandigheden is het raadzaam de mo-
tor enkele minuten te laten draaien met
iets ingetrapt gaspedaal voordat u de mo-
tor uitzet.
Bij sommige uitvoeringen verschijnt een be-
richt op het display.
ACCU WORDT NIET
VOLDOENDE
OPGELADEN (rood)
Als het contactslot op MARwordt ge-
draaid, gaat het lampje branden maar het
moet doven zodra de motor aanslaat (als
de motor stationair draait, kan het iets lan-
ger duren voordat het lampje dooft).
Als het lampje blijft branden, wendt u dan
onmiddellijk tot het Abarth Servicenet-
werk.
w
STORING ABS (geel)
Als u het contactslot op MAR
draait, gaat het lampje branden.
Het moet echter na enkele se-
conden doven.
Het lampje gaat branden als het systeem
defect of niet beschikbaar is. In dat geval
blijft het remsysteem normaal werken,
maar zonder de mogelijkheden van het
ABS. Rijd voorzichtig verder en wendt u
zo snel mogelijk tot het Abarth Service-
netwerk.
Bij sommige uitvoeringen verschijnt een be-
richt op het display.
>
STORING EBD
(rood) (geel)
Als tegelijkertijd de lampjes
xen gaan
branden bij draaiende motor, dan geeft dit
een storing in de EBD aan of is dit systeem
niet beschikbaar; in dat geval kunnen tij-
dens krachtig remmen de achterwielen
snel blokkeren, waardoor de auto kan
gaan slippen. Rijd zeer voorzichtig naar het
dichtstbijzijnde bedrijf in het Abarth Ser-
vicenetwerk om het systeem te laten con-
troleren.
Bij sommige uitvoeringen verschijnt een be-
richt op het display.
x>
TE LAGE
MOTOROLIEDRUK
(rood)
Als de contactsleutel op MAR
wordt gezet, gaat het lampje branden; di-
rect na het aanslaan van de motor moet
het lampje doven.
Bij sommige uitvoeringen verschijnt een be-
richt op het display.
v
Als bij draaiende motor het
lampje vgaat branden
(op het display verschijnt bij enkele
uitvoeringen ook een bericht), zet dan
de motor onmiddellijk uit en wendt
u zo snel mogelijk tot de Abarth Ser-
vicenetwerk.
OPGELET
087-094 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:03 Pagina 90