TPMS Abarth Grande Punto 2007 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ABARTH, Model Year: 2007, Model line: Grande Punto, Model: Abarth Grande Punto 2007Pages: 210, PDF Size: 3.42 MB
Page 5 of 210

4
VEILIGHEID
STARTEN ENRIJDEN
LAMPJES ENBERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING DASHBOARD ..............................................................\
........ 5
SYMBOLEN .......................................................................\
.... 7
FIAT CODE ........................................................................\
... 7
DE SLEUTELS ........................................................................\
9
DIEFSTALALARM ................................................................ 11
START-/CONTACTSLOT ................................................. 12
INSTRUMENTENPANEEL ................................................. 13
INSTRUMENTEN ................................................................ 14
INSTELBAAR MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY .......... 16
TRIP COMPUTER ................................................................ 25
ZITPLAATSEN VOOR ........................................................ 28
ZITPLAATSEN ACHTER ................................................... 29
HOOFDSTEUNEN .............................................................. 30
STUURWIEL ........................................................................\
. 31
SPIEGELS ........................................................................\
........ 31
KLIMAATREGELING .......................................................... 33
HANDBEDIENDE AIRCONDITIONING ..................... 34
AUTOMATISCHE TWEEZONE
KLIMAATREGELING .......................................................... 40
BUITENVERLICHTI NG ...................................................... 47
RUITEN REINIGEN ............................................................. 49
CRUISE-CONTROL ............................................................ 52 PLAFONDVERLICHTING
................................................. 54
BEDIENINGSORGANEN .................................................. 55
BRANDSTOFNOODSCHAKELAAR .............................. 57
INTERIEURUITRUSTING ................................................... 58
OPENDAK SKY-DOME ..................................................... 62
PORTIEREN .......................................................................\
... 64
RUITBEDIENING ................................................................. 66
BAGAGERUIMTE ................................................................. 68
MOTORKAP ........................................................................\
. 71
IMPERIAAL/SKIDRAGER ................................................... 73
KOPLAMPEN .......................................................................\
. 74
ABS ....................................................................\
...................... 76
ESP-SYSTEEM ........................................................................\
78
EOBD-SYSTEEM ................................................................... 83
BANDENSPANNING-CONTROLESYSTEEM
TPMS ........................................................................\
............... 84
SPORT-BOOST-FUNCTIE ................................................. 87
EXTRA ACCESSO IRES ....................................................... 88
TANKEN ........................................................................\
........ 89
BESCHERMING VAN HET MI LIEU ................................. 90
D D
D
D
A
A
A
A
S
S
S
S
H
H
H
H
B
B
B
B
O
O
O
O
A
A
A
A
R
R
R
R
D
D
D
D
E
E
E
E
N
N
N
N
B
B
B
B
E
E
E
E
D
D
D
D
I
I
I
I
E
E
E
E
N
N
N
N
I
I
I
I
N
N
N
N
G
G
G
G
Page 85 of 210

84
VEILIGHEID
STARTEN ENRIJDEN
LAMPJES ENBERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
BANDENSPANNING-
CONTROLESYSTEEM
TPMS (indien
aanwezig)
De auto kan zijn uitgerust met een con-
trolesysteem voor de bandenspanning
TPMS (Tyre Pressure Monitoring System).
Dit systeem bestaat uit een sensor die op
radiogolven werkt, op de velg van elk wiel.
Deze sensor stuurt informatie over de
spanning van iedere band naar de regel-
eenheid. AANWIJZINGEN VOOR HET
GEBRUIK VAN
HET TPMS
Storingsmeldingen worden niet opgesla-
gen en worden dus niet aangegeven als de
motor wordt uitgezet en vervolgens weer
wordt gestart. Als de storingen blijven be-
staan, stuurt de regeleenheid de be-
treffende meldingen pas naar het instru-
mentenpaneel als de auto een korte tijd
rijdt.
BELANGRIJK Zeer hevige storingen
door radiofrequentie kunnen het TMPS-
systeem ontregelen . Dit wordt aan de
bestuurder aangegeven door het verschij-
nen van een bericht op het display. Deze
melding verdwijnt automatisch zodra de
storing het systeem niet meer ontregelt.
Wees zeer zorgvuldig bij het
controleren of herstellen van
de bandenspanning. Een te hoge
spanning vermindert de grip op het
wegdek, verhoogt de belasting op de
wielophanging en de wielen en ver-
oorzaakt een onregelmatige slijtage
van de banden.
ATTENTIE
De spanning van de banden
moet bij stilstaande auto en
koude banden gecontroleerd worden;
als om wat voor reden dan ook de
spanning bij warme banden gecon-
troleerd wordt, verminder dan de
spanning niet, ook als deze boven de
voorgeschreven waarde ligt, maar
controleer de spanning opnieuw bij
koude banden.
ATTENTIE
Ook als de auto is uitgerust
met het TPMS-systeem, moet
de bestuurder regelmatig de spanning
van de banden en die van het reser-
vewiel (zie de paragraaf “Wielen” in
het hoofdstuk “Onderhoud en zorg”)
controleren.
ATTENTIE
Het TPMS is niet in staat om
te waarschuwen voor een
plotselinge vermindering van de ban-
denspanning (bijvoorbeeld bij een
klapband). Zet in dat geval de auto
stil door voorzichtig te remmen en
maak daarbij geen plotselinge stuur-
bewegingen.
ATTENTIE
Page 86 of 210

85
VEILIGHEID
STARTEN ENRIJDEN
LAMPJES ENBERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Het vervangen van de nor-
male banden door winter-
banden en omgekeerd, vereist ook
een aanpassing van het TPMS, die
uitsluitend door de Abarth-dealer
mag worden uitgevoerd.
ATTENTIE
Het TPMS vereist het ge-
bruik van speciale appara-
tuur. Raadpleeg de Abarth-dealer
over de accessoires die geschikt zijn
voor het systeem (wielen, wieldeksels
enz.) Het gebruik van andere acces-
soires kan de normale werking van
het systeem verhinderen.
ATTENTIE
De bandenspanning kan va-
riëren afhankelijk van de
buitentemperatuur. Het TPMS kan
tijdelijk een te lage bandenspanning
signaleren. Controleer in dat geval de
bandenspanning bij koude banden en
herstel, indien nodig, de juiste span-
ning.
ATTENTIE
Als de auto is uitgerust met
het TPMS, moeten bij het
monteren/demonteren van de banden
en/of velgen speciale voorzorgsmaat-
regelen in acht worden genomen. Om
te voorkomen dat de sensoren be-
schadigen of verkeerd gemonteerd
worden, mogen de banden en/of de
velgen uitsluitend door gespeciali-
seerd personeel vervangen worden.
Wendt u tot de Abarth-dealer.
ATTENTIE
Als de auto is uitgerust met
het TPMS, moet bij het de-
monteren van een band, ook het rub-
ber van het ventiel vervangen worden.
Wendt u tot de Abarth-dealer.
ATTENTIE
Zeer hevige storingen door
radiofrequentie kunnen het
TMPS-systeem ontregelen. Dit wordt
aan de bestuurder aangegeven door
het verschijnen van een bericht op het
multifunctionele display (indien aan-
wezig). Deze melding verdwijnt auto-
matisch zodra de storing het systeem
niet meer ontregelt.
ATTENTIE
Page 130 of 210

129
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN BERICHTEN
BERICHTEN OP INSTELBAAR
MULTIFUNCTIONEEL
DISPLAY
Controle bandenspanning
Als twee of meer banden te zacht zijn, ver-
schijnt er een melding op het display. Op
het display wordt achtereenvolgens iede-
re band apart aangegeven.
In dit geval raden wij u aan om zo snel
mogelijk de juiste bandenspanning te her-
stellen (zie de paragraaf “Bandenspanning
in koude toestand” in het hoofdstuk
“Technische gegevens”). Te lage bandenspanning
Als de spanning van een of meer banden
onder een bepaalde drempelwaarde komt,
verschijnt er een melding op het display.
In dat geval waarschuwt het TPMS-systeem
de bestuurder op het mogelijk leeglopen
van de band(en) en dus op een mogelijke
lekke band.
BELANGRIJK Rijd niet verder met een of
meerdere zachte banden omdat de rijvei-
ligheid van de auto in gevaar kan worden
gebracht. Stop de auto zonder bruusk te
remmen en vermijd heftige stuurbewe-
gingen. Repareer de band onmiddellijk met
de daarvoor bestemde reparatieset (zie
het hoofdstuk “Noodgevallen) en wendt
u zo snel mogelijk tot de Abarth-dealer.
Bandenspanning niet aangepast
aan snelheid
Wanneer constant harder dan 160 km/h
wordt gereden, moet de bandenspanning
verhoogd worden overeenkomstig de
waarde die aangegeven is in de paragraaf
“Bandenspanning”.
Als het TPMS-systeem (indien aanwezig)
signaleert dat de spanning van een of meer
banden niet is aangepast aan de snelheid
van de auto, verschijnt een bericht op het
display (zie de paragraaf “Te lage banden-
spanning” in dit hoofdstuk). BELANGRIJK Verlaag in dat geval onmid-
dellijk de snelheid, omdat door te warme
banden de prestaties en de levensduur van
de banden in gevaar kunnen worden ge-
bracht, en zelfs, in een beperkt aantal ge-
vallen, tot een klapband kunnen leiden.
Sterke straling op een radio-
frequentie kunnen het
TPMS-systeem ontregelen. Dit wordt
aan de bestuurder aangegeven door
het verschijnen van een melding (in-
dien van toepassing). Deze melding
verdwijnt automatisch zodra de sto-
ring het systeem niet meer ontregelt.
ATTENTIE
Page 133 of 210

132
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN BERICHTEN
VERSLETEN
REMBLOKKEN (geel)
Het symbool wordt samen met
het bijbehorende bericht op het
display weergegeven als de remblokken
versleten zijn; laat deze zo snel mogelijk
vervangen.
d
CRUISE-CONTROL
(SNELHEIDSREGELAAR)
(indien aanwezig) (groen)
Het symbool wordt samen met het bijbe-
horende bericht op het display weergege-
ven, als de draaiknop van de cruise-con-
trol in stand ON wordt gezet.
Ü
ALGEMENE
STORINGSMELDING
(geel)
Het symbool wordt samen met het bijbe-
horende bericht weergegeven op het dis-
play in de volgende gevallen:
Op het display verschijnen de bijbe-
horende meldingen.
Storing motoroliedruksensor
Het symbool wordt samen met het bijbe-
horende bericht op het display weerge-
geven bij een storing in de motoroliedruk-
sensor. Wendt u zo snel mogelijk tot de
Abarth-dealer om de storing te laten ver-
helpen.
Inschakeling
brandstofnoodschakelaar
Het symbool wordt samen met het bijbe-
horende bericht op het display weerge-
geven als de brandstofnoodschakelaar in-
schakelt.
è
Storing bandenspanning-
controlesysteem
(indien aanwezig)
Het symbool wordt samen met het bijbe-
horende bericht op het display weerge-
geven als er een storing is in het controle-
systeem voor de bandenspanning TPMS
(indien aanwezig).
Wendt u in dat geval zo snel mogelijk tot
de Abarth-dealer.
Als er een of meer wielen zonder sensor
gemonteerd zijn, gaat het symbool op het
display branden totdat de oorspronkelijke
situatie weer is hersteld.
Page 190 of 210

189
LAMPJES ENBERICHTEN
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
Uitvoering Velgen (**)Standaard banden
1.4 T-JET 6,5J x 17 ET36205/45 R17 88V
7J x 17 ET39215/45 R17 91Y (*)
(*) Niet geschikt voor sneeuwkettingen
(**) Steek van wielbouten 100 mm en wielbouten M12 x 1,5; gebruik uits\
luitend wielen die voor deze auto zijn bestemd.
BANDENSPANNING IN KOUDE TOESTAND (bar)
Banden Bij gemiddelde belading Volbeladen
VoorAchter VoorAchter
215/45 R17 91Y 2,32,12,2 2,2
205/45 R17 88V 2,32,12,2 2,2
Bij warme banden moet de bandenspanning 0,3 bar hoger zijn dan de voorge\
schreven waarde. Controleer de spanning opnieuw bij koude banden.
Bij winterbanden moet de in de tabel aangegeven waarde van de standaard \
gemonteerde banden met 0,2 bar verhoogd worden.
Bij rijden met snelheden boven 160 km/h moet de bandenspanning worden ve\
rhoogd tot de waarden voor volle belading.
Als de auto is uitgerust met het TPMS-systeem, moet de in de tabel aange\
geven waarde van de bandenspanning met 0,1 bar
verhoogd worden.
Page 201 of 210

200
LAMPJES ENBERICHTEN
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
- trekkrachtbegrenzers ....................... 94
Velgen ..................................................... 187
Verbruik
- brandstof ............................................. 195
- motorolie ............................................ 167
Versnellingsbak
- gebruik van de handgeschakelde versnellingsbak ................................... 113
Vloeistoffen en smeermiddelen ........ 193
Waarschuwingsknipperlichten ........ 55
Wielen
- wieluitlijning ........................................ 187
Wielophanging ...................................... 186
Wieluitlijning ......................................... 187
Wisserbladen voor en achter ...........174
Zekeringen (vervangen) .................... 148
Zij-airbags .............................................. 106
Zitplaatsen
- instellen ............................................... 28
- omklappen (zitplaatsen achter) ...... 29
- reinigen ................................................ 179
Zonnekleppen ....................................... 61
Stuurinrichting
...................................... 186
Stuurslot ................................................ 12
Stuurwiel (verstellen) .......................... 31
Stuurwielverstelling ............................. 31
Symbolen ............................................... 7
Tanken.................................................. 89
Tankklepje ............................................. 89
Technische gegevens ........................... 181
Toerenteller .......................................... 14
TPMS-systeem ...................................... 84
Transmissie ........................................... 185
Trekken van aanhangers
- trekhaak monteren ........................... 118
Trekkrachtbegrenzers ........................ 94
Trip computer ...................................... 25
Typeplaatjes
- carrosserielak ..................................... 183
- identificatiegegevens ......................... 182
Veiligheid.............................................. 91
Veiligheidsgordels
- algemene opmerkingen .................... 95
- gebruik ................................................. 92
- onderhoud .......................................... 97
Page 209 of 210

Fiat Group Automobiles Netherlands B.V. - B. U. After Sales.
Importeur voor Nederland: Fiat Group Automobiles Netherlands B.V. - Sing\
aporestraat 92-100 - 1175RA Lijnden Druknummer 603.81.267NL 07/2007 - 1
eeditie
Vervaardigd door Hoogcarspel Grafische Communicatie - Middenbeemster
BANDENSPANNING IN KOUDE TOESTAND (bar)
Banden Bij gemiddelde belading Volbeladen
VoorAchter VoorAchter
215/45 R17 91Y 2,32,12,2 2,2
205/45 R17 88V 2,32,12,2 2,2
Bij warme banden moet de bandenspanning 0,3 bar hoger zijn dan de voorge\
schreven waarde. Controleer de spanning opnieuw bij koude banden.
Bij winterbanden moet de in de tabel aangegeven waarde van de standaard \
gemonteerde banden met 0,2 bar verhoogd worden.
Bij rijden met snelheden boven 160 km/h moet de bandenspanning worden ve\
rhoogd tot de waarden voor volle belading.
Als de auto is uitgerust met het TPMS-systeem, moet de in de tabel aange\
geven waarde van de bandenspanning met 0,1 bar
verhoogd worden.
MOTOROLIE VERVERSEN1.4 T-JET liter kg
Motorcarter en filter2,6 –
Reserve 5 ÷ 7
De benzinemotoren zijn uitsluitend geschikt voor loodvrije benzine met e\
en minimum octaangetal van 98 RON (specificatie EN 228) .
BRANDSTOFTANK (liters)1.4 T-JET
Tankinhoud45