ESP Abarth Grande Punto 2010 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ABARTH, Model Year: 2010, Model line: Grande Punto, Model: Abarth Grande Punto 2010Pages: 206, PDF Size: 3.12 MB
Page 121 of 206

120
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
STARTEN
EN RIJDEN
AUTO LANGERE TIJD
STALLEN
Tref de volgende maatregelen als de au-
to enkele maanden niet wordt gebruikt:
❒zet de auto in een overdekte, droge en
goed geventileerde ruimte;
❒schakel een versnelling in;
❒zorg ervoor dat de handrem niet is aan-
getrokken;
❒maak de minkabel los van de accu en
controleer de acculading. Gedurende
het stallen moet deze controle iedere
drie maanden worden herhaald. Laad
de accu op als de optische meter een
donkere kleur heeft zonder een groen
middenstuk;
❒dek de auto af met een stoffen of een
ademende kunststof hoes. Gebruik
geen dichte plastic hoes, omdat het in
en op de auto aanwezige vocht dan niet
kan verdampen;
❒breng de bandenspanning 0,5 bar boven
de normaal voorgeschreven spanning
en controleer deze regelmatig;
❒als u de accukabels niet loskoppelt,
moet de lading iedere maand gecon-
troleerd worden; laad de accu op als de
optische meter een donkere kleur heeft
zonder groen middenstuk;
❒tap het koelsysteem van de motor niet
af.
BELANGRIJK Als de auto is uitgerust met
een diefstalalarm, schakel dan het alarm
uit met de afstandsbediening.
❒maak de gespoten plaatdelen schoon en
behandel ze met een beschermende
was;
❒reinig en conserveer de glimmende me-
talen delen met daarvoor geschikte
middelen;
❒smeer de wisserrubbers van de ruiten-
wissers en achterruitwisser in met talk-
poeder en laat ze los van de ruit staan;
❒zet de ruiten een klein stukje open;
Page 122 of 206

121
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
LAMPJES EN
BERICHTEN
ALGEMENE OPMERKINGEN ........................................... 122
TE LAAG REMVLOEISTOFNIVEAU ............................... 122
AANGETROKKEN HANDREM ...................................... 122
STORING AIRBAGSYSTEEM ............................................ 123
TE HOGE KOELVLOEISTOFTEMPERATUUR ............. 123
TE LAGE MOTOROLIEDRUK ......................................... 124
NIET OMGELEGDE VEILIGHEIDSGORDELS .............. 124
STORING EBD ..................................................................... 124
STORING EOBD-SYSTEEM .............................................. 125
AIRBAG PASSAGIERSZIJDE UITGESCHAKELD ......... 126
STORING ABS ..................................................................... 126
BRANDSTOFRESERVE ....................................................... 126
DEFECTE BUITENVERLICHTING .................................. 127
MISTACHTERLICHTEN ..................................................... 127
STORING ESP ....................................................................... 127
BUITENVERLICHTING EN DIMLICHTEN ................... 128
FOLLOW ME HOME .......................................................... 128
RICHTINGAANWIJZER LINKS ....................................... 128
RICHTINGAANWIJZER RECHTS ................................... 128
MISTLAMPEN VOOR ......................................................... 128
SPORT BOOST-FUNCTIE INGESCHAKELD................ 128
GROOTLICHT ..................................................................... 128CONTROLE BANDENSPANNING ............................... 129
TE LAGE BANDENSPANNING ...................................... 129
BANDENSPANNING NIET AANGEPAST AAN
SNELHEID............................................................................... 129
KANS OP GLADHEID ....................................................... 130
BEPERKTE ACTIERADIUS.................................................. 130
ASR-SYSTEEM........................................................................ 130
SNELHEIDSLIMIET OVERSCHREDEN............................ 130
ACCU WORDT NIET VOLDOENDE OPGELADEN . 131
NIET GOED GESLOTEN PORTIEREN........................... 131
STORING ELEKTRONISCHE STARTBLOKKERING . 131
VERSLETEN REMBLOKKEN.............................................. 132
CRUISE-CONTROL............................................................. 132
ALGEMENE STORINGSMELDING.................................. 132
L L
A A
M M
P P
J J
E E
S S
E E
N N
B B
E E
R R
I I
C C
H H
T T
E E
N N
Page 128 of 206

127
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
LAMPJES EN
BERICHTEN
DEFECTE
BUITENVERLICHTING
(geel)
Het lampje gaat branden bij een storing
in de volgende verlichting:
– buitenverlichting
– mistachterlichten
– richtingaanwijzers
– kentekenplaatverlichting.
De storing kan betreffen: doorbranden
van een of meer lampen, doorbranden van
de bijbehorende zekering of een onder-
breking in de elektrische verbinding.
Op het display verschijnt de bijbehorende
melding.
W
MISTACHTERLICHTEN
(geel)
Het lampje gaat branden als de
mistachterlichten worden ingeschakeld.
4á
STORING ESP
(geel)
Als u de contactsleutel in stand
MARdraait, gaat het lampje branden. Na
enkele seconden moet het lampje doven.
Als het lampje niet dooft of tijdens het rij-
den blijft branden en het lampje op de
knop ASR OFFgaat branden, wendt u
dan tot het Abarth Servicenetwerk.
Op het display verschijnt de bijbehorende
melding.
OpmerkingAls het lampje knippert tij-
dens het rijden, dan geeft dit aan dat het
ESP in werking is getreden.
Als het lampje gaat branden, is er een sto-
ring in het Hill Holder-systeem. Wendt u
in dat geval zo snel mogelijk tot het Abarth
Servicenetwerk.
Op het display verschijnt de bijbehorende
melding.
Page 139 of 206

138
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
NOODGEVALLEN
❒als een spanning van ten minste 1,8 bar
wordt gemeten, herstel dan de correc-
te bandenspanning (met draaiende mo-
tor en aangetrokken handrem) en rijd
verder;
❒rijd zeer voorzichtig naar de dichtstbij-
zijnde werkplaats van het Abarth Ser-
vicenetwerk.
ALLEEN VOOR HET
CONTROLEREN EN
HERSTELLEN VAN DE
SPANNING
De compressor kan ook worden gebruikt
voor het herstellen van de bandenspan-
ning. Maak de snelkoppeling los en verbind
de koppeling direct met het ventiel van de
band fig. 8; op deze manier wordt de
spuitbus niet met de compressor verbon-
den en wordt de afdichtvloeistof niet in de
band gespoten. PROCEDURE VOOR HET
VERVANGEN VAN DE
SPUITBUS
Ga als volgt te werk voor het vervangen
van de spuitbus:
❒maak de koppeling A-fig. 9los;
❒draai de te vervangen spuitbus linksom
en trek de spuitbus omhoog;
❒plaats de nieuwe spuitbus en draai de
spuitbus rechtsom;
❒sluit de koppeling Aaan op de spuitbus
en plaats de doorzichtige vulbuis Bin
het daarvoor bestemde vak.
U moet absoluut aangeven
dat de band is gerepareerd
met de snelle bandenreparatieset.
Overhandig de informatiefolder aan
het personeel dat de band moet re-
pareren die behandeld is met de ban-
denreparatieset.
ATTENTIE
fig. 8F0M040Abfig. 9F0M0206m
Page 155 of 206

154
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
NOODGEVALLEN
Zekeringen- en relaiskast in motorruimte fig. 35
VERBRUIKERS ZEKERING AMPÈRAGE
Koplampsproeierpomp
Monotonale claxon
Secundaire verbruikers motormanagement
Grootlicht links, grootlicht rechts
Extra verwarming PTC1
Regeleenheid motormanagementsysteem, relais motormanagementsysteem
Regeleenheid motormanagementsysteem (vermogensvoeding)
Regeleenheid motormanagementsysteem, relais motormanagementsysteem
Aircocompressor
Achterruitverwarming
Brandstofpomp op tank
Primaire verbruikers (bobines en inspuitventielen) Fire-managementsysteem
BSM remsysteem (regeleenheid en magneetkleppengroep)
Regeleenheid elektrische stuurbekrachtiging ESP (voeding + sleutel),
regeleenheid remsysteem NFR (voeding + sleutel), gierhoeksensor in tunnel09
10
11
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
2420
10
10
15
30
5
10
5
7,5
30
15
10
20
5
Page 171 of 206

170
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
ONDERHOUD
EN ZORG
LUCHTFILTER
Laat het luchtfilter vervangen door het
Abarth Servicenetwerk. Voorkom contact tussen de
zeer corrosieve vloeistof en de
lak. Als remvloeistof wordt ge-
morst, moet de lak onmiddel-
lijk met water worden afgespoeld.
De remvloeistof is giftig en
zeer corrosief. Als per onge-
luk remvloeistof wordt gemorst, moe-
ten de betreffende delen onmiddellijk
worden gewassen met water en neu-
trale zeep en daarna met veel water
worden afgespoeld. Bij inslikken dient
onmiddellijk een arts te worden ge-
raadpleegd.
ATTENTIE
Het symbool πop het re-
servoir geeft aan dat synthe-
tische remvloeistof en geen minerale
vloeistof moet worden gebruikt. Het
gebruik van minerale vloeistoffen
moet absoluut worden vermeden,
omdat de rubbers in het remsysteem
door deze vloeistoffen worden be-
schadigd.
ATTENTIE
POLLENFILTER
Laat het pollenfilter vervangen door het
Abarth Servicenetwerk.
Page 172 of 206

171
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
ONDERHOUD
EN ZORG
ACCU
De accu van de auto is “onderhoudsarm”:
onder normale omstandigheden hoeft het
elektrolyt niet bijgevuld te worden met ge-
destilleerd water.
ACCULADING EN
ELEKTROLYTNIVEAU
CONTROLEREN
De controlewerkzaamheden mogen uit-
sluitend door gekwalificeerd personeel
worden uitgevoerd bij de kilometerstan-
den en op de wijze die beschreven staan
in dit instructieboekje. Het eventueel bij-
vullen mag uitsluitend worden uitgevoerd
door gespecialiseerd personeel van het
Abarth Servicenetwerk.Als de accu werkt met een
zeer laag vloeistofniveau,
ontstaat onherstelbare schade aan de
accu en kan de accu openbarsten.
ATTENTIEOnoordeelkundige montage
van elektrische en elektroni-
sche apparatuur kan ernstige
schade toebrengen aan de
auto. Als u na aanschaf van uw auto
accessoires wilt monteren die constan-
te voeding nodig hebben (diefstalalarm,
mobiele telefoon enz.), raden wij u aan
contact op te nemen met de specialis-
ten van het Abarth Servicenetwerk. De-
ze kunnen u de meest geschikte instal-
laties aanraden en controleren of het
noodzakelijk is een accu met een gro-
tere capaciteit te monteren.
Accu’s bevatten zeer schade-
lijke stoffen voor het milieu.
Het verdient aanbeveling een
defecte accu door het Abarth
Servicenetwerk te laten vervangen, om-
dat het beschikt over de uitrusting voor
het op milieuvriendelijke wijze en con-
form de wettelijke bepalingen, verwer-
ken van defecte accu’s.
Page 177 of 206

176
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
ONDERHOUD
EN ZORG
De belangrijkste zijn:
❒de toepassing van aangepaste spuit-
technieken en lakproducten die de au-
to de benodigde weerstand tegen roest
en schurende elementen verlenen;
❒het gebruik van verzinkte (of voorbe-
handelde) plaatdelen met een hoge cor-
rosiebestendigheid;
❒het aanbrengen van een gespoten be-
schermende waslaag op de onderzijde,
in de wielkuipen, in de motorruimte en
verschillende holle ruimtes, met een
hoog beschermend vermogen;
❒het aanbrengen van een beschermende
kunststof laag op kwetsbare delen: on-
derzijde van de portieren, binnenzijde
van de spatborden, naden, randen enz.;
❒toepassing van “open” holle ruimtes om
condensvorming te voorkomen en bin-
nendringend water af te voeren, waar-
door roest van binnenuit wordt voor-
komen.
CARROSSERIE
BESCHERMING TEGEN
ATMOSFERISCHE INVLOEDEN
De belangrijkste oorzaken van roest zijn:
❒luchtverontreiniging;
❒zoutgehalte in de lucht en luchtvoch-
tigheid (gebieden aan zee, warm en
vochtig klimaat);
❒omgevings-/seizoensinvloeden.
Ook de invloed van schurende elementen,
zoals stoffige omgeving, opwaaiend zand,
modder en steenslag op de lak en de on-
derzijde moet niet worden onderschat.
Abarth heeft voor uw auto de beste tech-
nologische oplossingen toegepast om de
carrosserie efficiënt tegen roest te be-
schermen. Achterruit (achterruitsproeier)
fig. 10
De sproeiermonden van de achterruit-
sproeier kunnen niet worden afgesteld.
De sproeier is ingebouwd boven de ach-
terruit.
fig. 10F0M046Ab
Page 179 of 206

178
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
ONDERHOUD
EN ZORG
Was de auto nooit in de zon of als de mo-
torkap nog warm is: de glans van de lak
kan afnemen.
De kunststof carrosseriedelen kunnen op
dezelfde wijze worden gewassen als de
gespoten carrosseriedelen.
Parkeer de auto niet onder bomen, aan-
gezien harsdruppels bij langere inwerking
de lak kunnen beschadigen, waardoor de
kans op roestvorming wordt vergroot.
BELANGRIJK Vogeluitwerpselen dienen
zo snel en zo goed mogelijk van de lak ver-
wijderd te worden, omdat door de agres-
sieve bestanddelen de lak kan beschadigen.Schoonmaakmiddelen veront-
reinigen het water. Daarom
moet de auto bij voorkeur wor-
den gewassen op een plaats
waar het afvalwater direct wordt opge-
vangen en gezuiverd.BELANGRIJK Voor het uitspuiten van de
motorruimte moet de contactsleutel in
stand STOPstaan en de motor koud zijn.
Controleer na het reinigen of de ver-
schillende beschermingen (rubber kappen,
deksels enz.) nog op hun plaats zitten en
niet beschadigd zijn.
Koplampen
BELANGRIJK Gebruik voor het reinigen
van het kunststof lampenglas van de kop-
lampen geen aromatische producten (bijv.
benzine) of ketonen (bijv. aceton). Ruiten
Gebruik voor het schoonmaken van de
ruiten een daarvoor geschikt schoon-
maakmiddel. Gebruik een schone, zachte
doek om krassen en beschadigingen te
voorkomen.
BELANGRIJK Let er bij het schoonmaken
van de binnenzijde van de achterruit op
dat de elektrische weerstandsdraden van
de achterruitverwarming niet worden be-
schadigd. Veeg voorzichtig in de richting
van de draden.
Motorruimte
Laat de motorruimte na het winterseizoen
zorgvuldig uitspuiten. Hierbij mag de wa-
terstraal niet direct op de elektronische
regeleenheden worden gericht en moeten
de bovenste ventilatie-openingen goed be-
schermd worden, om beschadiging van de
ruitenwissermotor te voorkomen. Laat
deze werkzaamheden verzorgen door een
gespecialiseerd bedrijf.
Page 188 of 206

187
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
ALFABETISCH
REGISTER
TECHNISCHE
GEGEVENS
VERKLARING VAN DE
CODERING OP DE BANDEN
fig. 4
Voorbeeld: 205/45 R17 88V
205 = Nominale breedte (S, afstand in
mm tussen de flanken).
45 = Hoogte/breedte-verhouding (H/S)
(percentage).
R = Radiaalband.
17 = Diameter van de velg (in inch) (Ø).
88 = Beladingsindex (draagvermogen).
V = Snelheidsindex.
WIELEN
VELGEN EN BANDEN
Geperst stalen of lichtmetalen velgen. Tu-
beless radiaalbanden. Op de typegoed-
keuring zijn bovendien alle goedgekeurde
banden aangegeven.
BELANGRIJK Als de gegevens in het in-
structieboekje afwijken van die van de
typegoedkeuring, dient u zich altijd aan de
gegevens van de typegoedkeuring te hou-
den.
Voor de rijveiligheid is het noodzakelijk
dat alle wielen zijn voorzien van banden
van hetzelfde merk en hetzelfde type.
BELANGRIJK In tubeless banden mogen
geen binnenbanden gebruikt worden.
fig. 4F0M0169m
RESERVEWIEL
Geperst stalen velg.
Tubeless band.
WIELUITLIJNING
Toespoor
voor, totaal: –1 ± 1 mm
Toespoor
achter totaal: 1,7 ± 2 mm
De waarden zijn van toepassing op een on-
belaste auto in rijklare staat.