lock Abarth Grande Punto 2010 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ABARTH, Model Year: 2010, Model line: Grande Punto, Model: Abarth Grande Punto 2010Pages: 206, PDF Size: 3.12 MB
Page 12 of 206

11
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
DIEFSTALALARM
Het diefstalalarm van de auto is opgenomen in het Abarth Lineaccessori-programma.
Hieronder worden alle met de sleutels in te schakelen functies samengevat (met en zonder afstandsbediening):
Type sleutel
Mechanische sleutel
Sleutel met afstandsbediening
Knipperen richtingaanwijzers
(alleen met sleutel
met afstandsbediening)
Bewakingslampje
Ontgrendelen
sloten
Sleutel linksom
draaien
(bestuurderszijde)
Sleutel linksom
draaien
(bestuurderszijde)
Knop
Ëkort
indrukken
2 x knipperen
UitschakelenSloten van
buitenaf
vergrendelen
Sleutel rechtsom
draaien
(bestuurderszijde)
Sleutel rechtsom
draaien
(bestuurderszijde)
Knop Ákort
indrukken
1 x knipperen
3 Seconden continu
branden en
vervolgens
knipperen
bewakingslampjeDead lock
inschakelen
()
–
–
Knop Átwee keer
indrukken
3 x knipperen
Twee x knipperen
en vervolgens
knipperen
bewakingslampjeAchterklepslot
ontgrendelen
–
–
Knop Rkort indrukken
2 x knipperen
Bewakingslampje
BELANGRIJK Het openen van de ruiten is gekoppeld aan het commando voor ontgrendeling van de portieren; het sluiten van de
ruiten is gekoppeld aan het commando voor vergrendeling van de portieren.
() voor versies/markten waar voorzienRuiten openen
()
–
–
Knop
Ëlanger
dan 2 seconden
indrukken
2 x knipperen
UitschakelenRuiten sluiten
()
–
–
Knop Álanger
dan 2 seconden
indrukken
1 x knipperen
Bewakingslampje
Page 65 of 206

64
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
PORTIEREN
CENTRALE PORTIERVER-
/ONTGRENDELING
PORTIERVERGRENDELING VAN
BUITENAF
Druk bij gesloten portieren op de knop
Áop de afstandsbediening fig. 70of steek de
metalen baard in het slot van het bestuur-
dersportier en draai de sleutel rechtsom
fig. 71. Als de portieren zijn vergrendeld,
brandt het lampje op de knop A-fig. 72
één keer. Alleen als alle portieren gesloten
zijn, wordt de portiervergrendeling inge-
schakeld. Als een of meerdere portieren
niet vergrendeld zijn na het indrukken van
de knop
Áop de afstandsbediening fig. 70,
gaan de richtingaanwijzers en het lampje
op de knop A-fig. 72ongeveer 3 secon-
den snel knipperen. Als een of meerdere
portieren niet vergrendeld zijn nadat de
metalen baard van de sleutel in het slot is
gedraaid, gaat alleen het lampje op de knop
A-fig. 72ongeveer 3 seconden snel knip-
peren. Als de portieren zijn gesloten en de
achterklep open is, worden de portieren
vergrendeld: de richtingaanwijzers (alleen
na vergrendeling door op de knop
Áte
drukken) en het lampje op de knop A-fig.
70gaan ongeveer 3 seconden snel knip-
peren. Bij ingeschakelde functie kunt u de
sloten van de andere portieren ontgren-
delen door de knop A-fig. 72op de mid-
denconsole in te drukken.Druk twee keer snel achter elkaar op de
knop
Áop de afstandsbediening fig. 70
voor het inschakelen van het dead lock-
systeem (zie de paragraaf “Dead lock-sys-
teem”).
Portierontgrendeling van buitenaf
Druk kort op de knop
Ëfig. 70voor het
op afstand ontgrendelen van de portieren.
Gelijktijdig wordt de plafondverlichting tij-
delijk ingeschakeld en knipperen de rich-
fig. 71F0M102Ab
fig. 72F0M076Ab
tingaanwijzers twee keer. Of steek de me-
talen baard in het slot van het bestuur-
dersportier en draai de sleutel linksom zo-
als afgebeeld in fig. 71.
Portierver-/ontgrendeling vanuit
het interieur
Druk op de knop A-fig. 72om alle por-
tieren te ver-/ontgrendelen. De knop is
voorzien van een lampje dat de status aan-
geeft (portieren ver- of ontgrendeld). Als
de portieren vergrendeld zijn, brandt het
lampje op de knop; als de knop wordt in-
gedrukt, worden alle portieren ontgren-
deld en dooft het lampje. Als de portieren
zijn ontgrendeld, is het lampje gedoofd; als
de knop wordt ingedrukt, worden alle
portieren vergrendeld. Alleen als alle por-
tieren goed gesloten zijn, wordt de por-
tiervergrendeling ingeschakeld.
fig. 70F0M101Ab
Page 66 of 206

65
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Als de portieren zijn vergrendeld met be-
hulp van:
❒de afstandsbediening;
❒het portierslot;
kunt u de portieren niet meer ontgren-
delen met de knop
A-fig. 72op het scha-
kelaarpaneel op het dashboard.
BELANGRIJK Als de portieren centraal zijn
vergrendeld en een van de voorportieren
wordt van binnenuit geopend met de hand-
greep, dan wordt het betreffende portier
ontgrendeld. Als een van de achterportie-
ren van binnenuit wordt geopend met de
handgreep, dan wordt het betreffende por-
tier ontgrendeld.
Bij een onderbreking in de elektrische voe-
ding (doorgebrande zekering, losgekoppel-
de accu enz.) kunnen de portieren altijd
met de hand worden vergrendeld.
Als u harder dan 20 km/h rijdt, worden al-
le portieren automatisch vergrendeld als in
het setup-menu deze functie is ingeschakeld
(zie de paragraaf “Multifunctioneel display”
in dit hoofdstuk).
Als het dead lock-systeem is
ingeschakeld, kunnen de
portieren op geen enkele wijze van
binnenuit worden geopend. Contro-
leer daarom, voordat u de auto ver-
laat, of er geen personen meer aan
boord zijn. Als de batterij van de sleu-
tel met afstandsbediening leeg is, kan
het systeem alleen worden uitge-
schakeld door de metalen baard van
de sleutel in beide portiersloten te
steken en te draaien, zoals hiervoor is
beschreven. DEAD LOCK-SYSTEEM
(voor versies/markten waar
voorzien)
Dit veiligheidssysteem verhindert de wer-
king van:
❒de binnenhandgrepen;
❒ont-/vergrendelknop A-fig. 72;
hierdoor kunnen de portieren niet van bin-
nenuit worden geopend bij een inbraakpo-
ging (bijvoorbeeld bij het inslaan van een
ruit).
Het dead lock-systeem biedt dus de bes-
te bescherming tegen inbraakpogingen.
Daarom raden wij u aan om iedere keer
als u de auto verlaat, het systeem in te
schakelen.Systeem inschakelen
Het systeem schakelt op alle portieren au-
tomatisch in als de knop
Áop de sleutel
met afstandsbediening fig. 70twee keer
snel wordt ingedrukt.
Als het systeem is ingeschakeld, knipperen
de richtingaanwijzers 3 keer en knippert
het lampje op de knop
A-fig. 72op het
schakelaarpaneel op het dashboard.
Het systeem schakelt niet in als een of
meerdere portieren niet goed gesloten
zijn: zo wordt voorkomen dat een per-
soon via het geopende portier het interi-
eur van de auto kan betreden en, als het
portier vervolgens wordt gesloten, de au-
to niet meer kan verlaten.
Systeem uitschakelen
Het systeem schakelt in de volgende ge-
vallen automatisch op alle portieren uit:
❒als de contactsleutel in het slot van het
bestuurdersportier naar de stand “ope-
nen” wordt gedraaid;
❒als de portieren m.b.v. de afstandsbe-
diening worden ontgrendeld;
❒als de contactsleutel in stand MAR
wordt gedraaid.
ATTENTIE
Page 153 of 206

152
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
NOODGEVALLEN
7,5
7,5
5
5
10
5
20
20
20
20 1
8
13
2
5
11
4
6
14
7
ZEKERINGENTABEL
Dashboardzekeringen- en relaiskast fig. 33
VERBRUIKERS ZEKERING AMPÈRAGE
Dimlicht rechts
Dimlicht links, koplampverstelling
Voeding INT/A voor spoelen relais in zekeringen-/relaiskast motorruimte
en spoelen relais bodycomputer
Plafondlampje voor, plafondlampje achter, zonneklepverlichting,
verlichting op portier, bagageruimteverlichting
Voeding +accu voor EOBD-diagnosestekker, regeleenheid automatische
klimaatregeling, sirene diefstalalarm, autoradio, convergence-regeleenheid
Voeding INT voor instrumentenpaneel, rempedaalschakelaar
(Normaal geopend contact), derde remlicht
Ver-/ontgrendelmotoren portieren, inschakelmotoren deadlock,
ontgrendelmotor bagageruimte
Ruitensproeierpomp voor/achter
Ruitmotor op bestuurdersportier
Ruitmotor op passagiersportier voor