reset Alfa Romeo 147 2006 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2006, Model line: 147, Model: Alfa Romeo 147 2006Pages: 283, PDF Size: 5.86 MB
Page 73 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
71
TRIP COMPUTER
Algemene informatie
Met de functie “Trip computer” kan op het display informatie worden weergegeven over de werking van de auto. Deze functie besta\
at
uit GENERAL TRIP, dat betrekking heeft op de hele rit van de auto, en TRIP B, dat betrek\
king heeft op een deeltraject. Deze laatste functie
vormt een onderdeel (zoals is afgebeeld in de fig.) van het totale trajec\
t van de auto. Beide functies kunnen op nul worden gezet (reset -
begin van een nieuwe rit).
Einde deeltraject
Begin nieuw deeltraject Reset TRIP B
˙Reset TRIP B
Einde deeltraject
Begin nieuw deeltraject˙
˙Reset TRIP B
˙˙
˙
TRIP B
TRIP B
TRIP B
Einde deeltraject
Begin nieuw deeltraject Einde deeltraject
Begin nieuw deeltraject Reset TRIP B
GENERAL TRIP
Einde rit
Begin nieuwe rit
Reset GENERAL TRIP
˙
Einde rit
Begin nieuwe rit
Reset GENERAL TRIP
˙
058-085 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:15 Pagina 71
Page 74 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
72
GENERAL TRIP geeft informatie over:
❒Gemiddeld verbruik
❒Huidig verbruik
❒Gemiddelde snelheid
❒Reistijd
❒Autonomie
❒Afgelegde afstand
TRIP B geeft informatie over:
❒Gemiddeld verbruik B
❒Gemiddelde snelheid B
❒Reistijd B
❒Afgelegde afstand B W
eergegeven gegevens
Gemiddeld verbruik
Geeft het gemiddelde brandstofverbruik
aan vanaf het begin van een nieuwe rit.
Huidig verbruik
Geeft constant bijgewerkt het actuele
brandstofverbruik aan. Als de auto stilstaat
met draaiende motor wordt “- - - -” op het
display weergegeven.
Gemiddelde snelheid
Geeft de gemiddelde snelheid van de auto
aan op basis van de tijd die verstreken is
vanaf het begin van een nieuwe rit.
Reistijd
Geeft de verstreken tijd aan vanaf het
begin van de nieuwe rit (reistijd).
Autonomie (actieradius)
Geeft het aantal kilometers aan dat nog
gereden kan worden met de brandstof in de
brandstoftank, waarbij ervan uit wordt
gegaan dat de rijstijl niet verandert.
Op het display verschijnt de indicatie
“- - - -” als:
- de actieradius kleiner is dan 50 km
(of 30 mijl);
- de auto langer dan 5 minuten stilstaat
met draaiende motor. Afgelegde afstand
Geeft de afstand aan die de auto heeft
afgelegd vanaf het begin van een nieuwe
rit.
Als de accu losgekoppeld is geweest en
aan het begin van een nieuwe rit (reset),
toont het display de waarde “0.0”.
BELANGRIJK Als er geen informatie is,
verschijnt bij alle functies op de TRIP COM-
PUTER de aanduiding “- - - -” in plaats van
de waarde. Wanneer de normale werking
weer hersteld is, worden de waarden van
de gegevens weer op normale wijze weer-
gegeven. De waarden die voor de storing
werden weergegeven, worden niet op nul
gezet en er wordt geen nieuwe rit begon-
nen.
058-085 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:15 Pagina 72
Page 75 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
73fig. 94
A0A0021m
Nieuwe rit
Begint als een reset is uitgevoerd:
-“handmatig” door de gebruiker door
de knop SET even ingedrukt te hou-
den;
- “automatisch” als de “afgelegde
afstand” de waarde 9999,9 km (of
mijl) bereikt, de “reistijd” de waarde
99.59 (99 uur en 59 minuten) of
iedere keer als de accu losgekoppeld is
geweest.KNOP SET
Deze knop, die zich op de rechter hendel
( fig. 94) bevindt, geeft, met de sleutel in
de stand MAR, toegang tot de functies
GENERAL TRIP en TRIP B.
Met de knop SET kunnen bovendien de
functies GENERAL TRIP en TRIP B op nul
worden gezet om een nieuwe rit te begin-
nen:
-Kort indrukken:omnaar het vol-
gende scherm te gaan;
-even ingedrukt houden : voor het
op nul zetten (reset) en het beginnen
van een nieuwe rit. Procedure voor het begin van
een rit (reset)
Als een nieuwe rit gecontroleerd moet
worden met GENERAL TRIP moet, met de
sleutel in stand MAR, knop SET langer
dan 2 seconden ingedrukt worden gehou-
den.
Als de reset-procedure (knop SETlanger
dan 2 seconden indrukken) wordt uitge-
voerd terwijl het scherm van GENERAL TRIP
wordt weergegeven, dan worden ook de
gegevens van TRIP B op nul gezet.
Als de reset-procedure (knop SETlanger
dan 2 seconden indrukken) wordt uitge-
voerd terwijl het scherm van TRIP B wordt
weergegeven, dan worden alleen de
gegevens van TRIP B op nul gezet.
BELANGRIJK De gegevens over de
ACTIERADIUS en het HUIDIGE BRANDSTOF-
VERBRUIK kunnen niet op nul worden
gezet.
058-085 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:15 Pagina 73
Page 91 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
89
BEDIENINGSORGANEN (fig.
102)
1 - Draaiknop voor regeling luchttempe-
ratuur
2 - Draaiknop voor regeling aanjager-
snelheid
3 - Draaiknop voor regeling luchtverde-
ling
fig. 102
A0A0088m
4 - Drukknop voor in-/uitschakelen air-
cocompressor
√(alleen bij handbedien-
de airconditioning)
5 - Drukknop voor in-/uitschakelen recir-
culatie
v
6 - Drukknop voor in-/uitschakelen ach-
terruitverwarming
(.
De handbediende aircon-
ditioning maakt gebruik
van het koelmiddel
“R134a”. Bij lekkage is dit mid-
del niet schadelijk voor het
milieu. Gebruik in geen geval andere
middelen, omdat anders de com-
ponenten van het systeem
beschadigd kunnen worden.
Om het systeem beter te begrijpen en te
benutten, raden wij u aan om de volgende
pagina’s zorgvuldig te lezen.
Iedere keer als de accu
losgekoppeld is geweest,
moet tenminste 3 minuten
worden gewacht voordat de motor
wordt gestart, zodat de regeleen-
heid van de airconditioning de ac-
tuatoren van de temperatuur en de
luchtverdeling kan resetten.
086-109 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:39 Pagina 89
Page 97 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
95
AUTOMATISCHE AIRCONDITIONING MET GESCHEIDEN REGELING
(optional voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Ga als volgt te werk om het systeem in
te schakelen (fig. 105):
- verdraai de ringen van de knoppen om
de gewenste temperatuur in te stellen
(bestuurderszijde – passagierszijde).
- druk knop
AUTOin.
BELANGRIJK Met de airconditioning
kan de temperatuur voor de bestuurder en
de passagier apart worden ingesteld. Het
maximale temperatuurverschil is 7°C.
BELANGRIJK De aircocompressor kan
alleen werken bij een draaiende motor en
een buitentemperatuur hoger dan 4°C. Om het systeem beter te begrijpen en te
benutten, raden wij u aan om de volgen-
de pagina’s zorgvuldig te lezen.
A0A1020m
fig. 105
De airconditioning
maakt gebruik van het
koelmiddel “R134a”. Bij
lekkage is dit middel niet schade-
lijk voor het milieu. Gebruik in
geen geval andere middelen,
omdat anders de componenten
van het systeem beschadigd kun-
nen worden.
Bij een lage buitentempe-
ratuur werkt de aircocom-
pressor niet. Het verdient daarom
aanbeveling om de recirculatie-
functie
vbij lage buitentempe-
raturen niet te gebruiken, omdat
de ruiten anders snel kunnen be-
slaan.
A TTENTIE
Iedere keer als de accu
losgekoppeld is geweest,
moet tenminste 3 minuten
worden gewacht voordat de motor
wordt gestart, zodat de regeleen-
heid van de airconditioning de ac-
tuatoren van de temperatuur en de
luchtverdeling kan resetten.
086-109 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:39 Pagina 95
Page 156 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
154
Toets FUNCTIES ALGEMEENWijze
FM AS
AM
CD
MUTE
AUD
MENU
Golfband FM1, FM2, FM Autostore selecteren
Golfband MW, LW selecteren
Audiobron kiezen: radio, CD-speler, CD-wisselaar
Volume in-/uitschakelen (MUTE / PAUSE)
Audio-instellingen: lage tonen (BASS), hoge tonen (TREBLE),
balans links/rechts (BALANCE),
balans voor/achter (FADER)
Regeling van geavanceerde functies
Toets FUNCTIES CDWijze
˚
÷˜
▲
▼
CD uitwerpen
Vorig/volgend muziekstuk weergeven
Muziekstuk snel vooruit-/terugspoelen
Vorige/volgende CD weergeven (bij CD-wisselaar)
Vorige/volgende map weergeven (bij MP3-CD) Toets kort indrukken
Toests
÷of ˜kort indrukken
Toets
÷of ˜even ingedrukt houden
Toets
▲ of ▼kort indrukken
Toets
▲ of ▼ kort indrukken
Toets FUNCTIES RADIO Wijze
1 2 3 4 5 6
Radiostation zoeken:
• Automatisch zoeken
• Handmatig zoeken
Huidige radiostation opslaan
Opgeslagen station oproepen Automatisch zoeken: toets ÷of ˜indrukken
(even ingedrukt houden voor snel zoeken)
Handmatig zoeken: toets
▲ of ▼indrukken
(even ingedrukt houden voor snel zoeken)
Preset/geheugentoetsen
van 1 tot 6 even ingedrukt houden
Preset/geheugentoetsen
van 1 tot 6 even ingedrukt houden
▲
÷˜ ▼
Toets kort opeenvolgend indrukken
Toets kort opeenvolgend indrukken
Toets kort opeenvolgend indrukken
Toets kort indrukken
Menu inschakelen: toets kort indrukken
Instelling selecteren: toets
▲ of ▼indrukken
Waarden instellen: toets ÷of ˜indrukken
Menu inschakelen: toets kort indrukken
Instelling selecteren: toets ▲ of ▼indrukken
Waarden instellen: toets ÷of ˜indrukken
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 154
Page 160 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
158
Functie mute/pause (volume op
nul zetten)Druk voor het inschakelen van de Mute-
functie kort op de toets MUTE. Het volume
neemt geleidelijk af en op het display ver-
schijnt het opschrift “MUTE” (bij gebruik van
de radio) of “PAUSE” (bij gebruik van de
CD-speler of CD-wisselaar).
Druk voor het uitschakelen van de Mute-
functie nogmaals op de toets MUTE. Het vo-
lume wordt geleidelijk verhoogd tot op het
niveau dat daarvoor was ingesteld.
Als u het volumeniveau wijzigt met de
daarvoor bestemde knop, wordt de Mute-
functie uitgeschakeld en het volume inge-
steld op het nieuwe geselecteerde niveau.
Bij ingeschakelde Mute-functie:
– wordt bij verkeersinformatie (als de TA-
functie is ingeschakeld) of bij ontvangst van
een alarmbericht, de Mute-functie uitge-
schakeld. Na beëindiging van het bericht,
wordt de functie weer ingeschakeld. Audio-instellingen
De mogelijke instellingen in het menu zijn
afhankelijk van de gekozen audiobron:
AM/FM/CD/CDC.
Druk kort op de toets AUD om de Audio-
instellingen te wijzigen. Op het display ver-
schijnt het opschrift “BASS”.
De menufuncties kunnen worden doorlo-
pen met toets
▲of ▼. De instelling van de
geselecteerde functie kan worden gewijzigd
met toets
÷of ˜.
Op het display verschijnt de huidige status
van de geselecteerde functie.
De menufuncties zijn:
– BASS (lage-tonenregeling);
– TREBLE (hoge-tonenregeling);
– BALANCE (regeling van balans
links/rechts);
– FADER (regeling van balans voor/ach-
ter);
– LD (behalve uitvoeringen met Bose HI-
FI-systeem) (in-/uitschakelen van de Loud-
ness-functie);
– PRESET (behalve uitvoeringen met Bo-
se HIFI-systeem) (inschakelen en kiezen
van de voorgeprogrammeerde equalizerin-
stellingen); – XX USER (behalve uitvoeringen met Bo-
se HIFI-systeem) (instellen van persoonlij-
ke equalizerinstellingen).
Toonregeling
(bassen/hoge tonen)
Ga als volgt te werk:
– Selecteer met de toets
▲of ▼de in-
stelling “BASS” of “TREBLE” in het AUDIO-
menu;
– druk op toets
÷of ˜voor het ver-
sterken/verzwakken van de bassen of de
hoge tonen.
Als u de toets kort indrukt, wijzigt het ge-
luidsniveau in stappen. Als u de toets inge-
drukt houdt, is de wijziging sneller.
Balansregeling
Ga als volgt te werk:
– Selecteer met de toets
▲of▼de in-
stelling “BALANCE” in het AUDIO-menu;
– druk op toets
÷om het geluid uit
de rechter luidsprekers te versterken of op
toets
˜om het geluid uit de linker
luidsprekers te versterken.
÷of ˜” als u de audio-uitgangen
rechts en links op dezelfde waarde wilt in-
stellen.
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 158
Page 161 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
159
FaderregelingGa als volgt te werk:
– Selecteer met de toets
▲of ▼de in-
stelling “FADER”” in het AUDIO-menu;
– druk op toets
÷om het geluid uit de
luidsprekers achter te versterken of op toets
˜om het geluid uit de luidsprekers voor
te versterken.
Als u de toets kort indrukt, wijzigt het ge-
luidsniveau in stappen. Als u de toets inge-
drukt houdt, is de wijziging sneller.
Selecteer de waarde “
÷O ˜” als
u de audio-uitgangen voor en achter op de-
zelfde waarde wilt instellen.
Functie LD (behalve uitvoeringen
met Bose
HIFI-systeem)
Met de loudness-functie verbetert de ge-
luidsweergave op een laag geluidsniveau,
omdat de bassen en hoge tonen versterkt
worden.
Selecteer voor het in-/uitschakelen met
de toets
▲of ▼de instelling “LD” in het
AUDIO-menu. De werking van de functie (in-
of uitgeschakeld) wordt enige seconden op
het display aangegeven door het opschrift
“LD ON” of “LD OFF”. Functie PRESET/XX EQ SET*/
CLASSIC/ ROCK/JAZZ
(in-/uitschakelen van de
equalizer - behalve bij
uitvoeringen met Bose HIFI-
systeem)
De geïntegreerde equalizer kan worden in-
of uitgeschakeld. Als de functie equalizer
niet is ingeschakeld, kunnen van de audio-
instellingen alleen de bassen (“BASS”) en
de hoge tonen (“TREBLE”) geregeld wor-
den, terwijl als de functie is ingeschakeld
ook het volume van frequentiebanden ge-
wijzigd kan worden.
Selecteer voor het uitschakelen van de
equalizer de instelling “PRESET” met toets
÷of ˜.
Selecteer voor het inschakelen van de
equalizer met toets
÷of ˜een van
de instellingen:
– “USER” (afstellen van de 7 banden van
de equalizer door de gebruiker);
– “CLASSIC” (vooraf vastgestelde instel-
ling van de equalizer voor optimale weer-
gave van klassieke muziek);
– “ROCK” (vooraf vastgestelde instelling
van de equalizer voor optimale weergave
van rock- en popmuziek);
– “JAZZ” (vooraf vastgestelde instelling
van de equalizer voor optimale weergave
van jazzmuziek). Als een van de instellingen van de equali-
zer ingeschakeld is, verschijnt op het display
het opschrift “EQ”.
*Functie XX EQ SET (instellingen
van de equalizer, alleen als de
instelling USER is geselecteerd)
(behalve bij uitvoeringen met
Bose HIFI-systeem)
Selecteer voor een persoonlijke instelling
van de equalizer met toets
▲of ▼USER
en houd de toets
▼langer ingedrukt.
Op het display verschijnt ongeveer 2 se-
conden “XX EQ SET” en daarna een gra-
fiek met 7 staafjes, waarvan ieder staafje
een frequentie weergeeft. Selecteer het
gewenste staafje met toets
÷of ˜;
het geselecteerde staafje begint te knippe-
ren en kan worden geregeld met toets
▲
of ▼.
Druk voor het opslaan van de instelling op-
nieuw op de toets AUD of wacht ongeveer 10
seconden. Op het display verschijnen het op-
schrift “MEN” en de grafiek met 7 staafjes.
Diefstalbeveiliging
Zie de paragraaf “CD-speler”.
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 159
Page 178 of 283
WEGWIJS IN UW AUTO
176
SYSTEEM INSCHAKELEN
Voor het activeren van het systeem, hoeft
na de eerste verbinding, alleen de contact-
sleutel in stand MAR te worden gedraaid. Als
het systeem is geactiveerd, gaan de twee
lampjes van de toetsen van het toetsenpaneel
branden. Voor het verbinden van de mobiele
telefoon met het handsfreesysteem moet, na
de eerste verbinding, in de auto worden plaats-
genomen met ingeschakelde telefoon en met
geactiveerde Bluetooth
®-functie.
EERSTE VERBINDING
VAN DE MOBIELE TELEFOON
MET HET SYSTEEM
Voor de eerste verbinding tussen de mobiele
telefoon en het handsfreesysteem moet de
Bluetooth
®-functie van de telefoon worden
geactiveerd. Volg hiervoor de instructies op in
de handleiding die bij de telefoon is geleverd.
Als de functie is geactiveerd, dan verschijnt op
het display van de telefoon het bijbehorende
symbool.
Als de telefoon voor het eerst met het systeem
wordt verbonden, dan wordt de instructie “Ac-
coppiare l”apparecchio” (Verbinden met ap-
paraat) weergegeven. Voer vervolgens de ver-
bindingsprocedure tussen de telefoon en het
systeem uit (raadpleeg de handleiding van de
telefoon).
BELANGRIJK Als u het Bluetooth
®
handsfreesysteem niet wilt gebruiken, kunt u
ervoor zorgen dat het bericht “Accoppiare l’ap-
parecchio” (Verbinden met apparaat) niet her-
haald wordt, door het volume van de PHONE- functie op de minimum waarde in te stellen (zie
de paragraaf Autoradio). Om het bericht “Ac-
coppiare l’apparecchio” te beluisteren, moet u
de autoradio inschakelen.
Tijdens de verbindingsprocedure ver-
schijnt op het display van de telefoon
een bericht voor het invoeren van de
verbindingscode; toets de code
“1234” in en bevestig de code.
Vervolgens vindt de verbinding tussen de twee
apparaten automatisch plaats mits die zich en-
kele meters van elkaar bevinden. Met een ge-
luidssignaal wordt aangegeven dat de verbin-
ding tot stand is gebracht. Hierna wordt, als
voorbeeld, aangegeven hoe de eerste verbin-
ding van enkele van de bekendste mobiele te-
lefoons tot stand moet worden gebracht.
BELANGRIJK Het systeem werkt alleen
als de contactsleutel in stand MAR is gedraaid.
De verbindingsprocedure hoeft alleen de eerste
keer te worden uitgevoerd wanneer een mo-
biele telefoon wordt gecombineerd met het sys-
teem. Als bij de eerste verbinding het hands-
freesysteem niet de mededeling “Accoppiare
l”apparecchio” (Verbinden met apparaat) wordt
weergegeven, dan moet het systeem worden
gereset door tegelijkertijd de toetsen ( A) en
( B ) van het toetsenpaneel gedurende ten min-
ste 2 seconden ingedrukt te houden.
VERBINDEN MET MEERDERE
TELEFOONS
Voor verbinding met nog een telefoon moet
de procedure worden uitgevoerd voor de eer-
ste verbinding. U kunt maximaal 3 mobiele
telefoons verbinden. Voor het verbinden van an- dere mobiele telefoons, moet het systeemge-
heugen gewist worden (zie volgende para-
graaf).
SYSTEEMGEHEUGEN WISSEN
Voor het wissen van het systeemgeheugen
moeten de groene toets ( A) en de rode (B )
gelijktijdig gedurende ten minste 2 seconden
worden ingedrukt.
BELANGRIJK Door het wissen van het ge-
heugen worden alle opgeslagen telefoons “los-
gekoppeld”, alle in het handsfree geheugen op-
geslagen nummers gewist en moet opnieuw
de verbindingsprocedure worden uitgevoerd
voordat het systeem kan worden gebruikt.
VERBINDINGSPRIORITEIT
Als ten minste 2 mobiele telefoons zijn ver-
bonden, dan is de telefoon die het eerst werd
verbonden de telefoon met de hoogste priori-
teit. Dit houdt in dat bij het instappen bij geac-
tiveerd systeem (sleutel in stand MAR) het
eerste toestel wordt gezocht en, indien aan-
wezig, verbonden. Als deze niet wordt gevon-
den, zoekt het systeem naar andere mobiele
telefoons.
TELEFONEREN
Hierna wordt de algemene procedure voor het
telefoneren beschreven, die in grote lijnen gel-
dig is voor alle mobiele telefoons.
Voor een handmatige oproep
– Toets het gewenste nummer op het tele-
foontoetsenbord in
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 176
Page 249 of 283
ONDERHOUD VAN DE AUTO
247
ACCU
De accu is “onderhoudsarm” en voor-
zien van een optische hydrometer ( A-
fig. 14) voor de controle van het elek-
trolytniveau en de acculading. Onder nor-
male omstandigheden hoeft het elektrolyt
niet bijgevuld te worden met gedestilleerd
water. Het blijft af en toe echter nodig de
doelmatigheid van de accu te controleren
met behulp van de optische meter op het
deksel van de accu. De meter moet een
donkere kleur hebben en een groen mid-
denstuk. Als de meter daarentegen een
heldere lichte kleur heeft, of donker
gekleurd is zonder groen middenstuk,
dient u contact op te nemen met de Alfa
Romeo-dealer.
fig. 14
A0A0224m
Accu’s bevatten zeer
schadelijke stoffen voor
het milieu. Het is raadzaam
om de accu door de Alfa Romeo-
dealer te laten vervangen. De
dealer beschikt over de uitrusting
voor het op milieuvriendelijke wijze
en conform de wettelijke bepalin-
gen afvoeren van de accu.
Onoordeelkundige mon-
tage van elektrische
apparatuur kan ernstige
schade toebrengen aan de auto.
Als u na aanschaf van uw auto
accessoires wilt monteren die
constante voeding nodig hebben
(diefstalalarm, autoradio, mobie-
le telefoon enz.), raden wij u aan
contact op te nemen met de Alfa
Romeo-dealer. Deze kan u de
meest geschikte installaties aan-
raden en controleren of het nood-
zakelijk is een accu met
een grotere capaciteit te
monteren.
POLLENFILTER
Het filter filtert de lucht mechanisch en
elektrostatisch mits de portierruiten zijn
gesloten.
Laat het pollenfilter ten minste een keer
per jaar controleren door de Alfa Romeo-
dealer, bij voorkeur aan het begin van het
zomerseizoen.
Het verdient aanbeveling, als de auto
overwegend wordt gebruikt in stoffige
gebieden, het filter vaker te vervangen
dan in het onderhoudsschema staat aan-
gegeven.
BELANGRIJK Als het pollenfilter niet
wordt vervangen, dan wordt de werking
van de klimaatregeling nadelig beïnvloed.
Iedere keer als de accu
losgekoppeld is geweest,
moet tenminste 3 minuten
worden gewacht voordat de motor
wordt gestart, zodat de regeleen-
heid van de airconditioning de ac-
tuatoren van de temperatuur en de
luchtverdeling kan resetten.
234-257 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:37 Pagina 247