Alfa Romeo 156 2003 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2003, Model line: 156, Model: Alfa Romeo 156 2003Pages: 291, PDF Size: 3.73 MB
Page 11 of 291

10
1Uitstroomopeningen zijkant. 2Luchtroosters voor ontwasemen/ontdooien zijruiten voor. 3Luchtroosters boven aan zijkant. 4Bedieningshendel buiten-
verlichting. 5Snelheidsmeter-kilometerteller. 6Checkpanel. 7Toerenteller. 8Bedieningshendel ruitenwissers voor/achter. 9Brandstofmeter. 10Lucht-
roosters midden. 11Luchtrooster boven. 12Klokje. 13Koelvloeistoftemperatuurmeter. 14Autoradio. 15Airbag passagierszijde. 16Dashboardkastje.
17 Bedieningsorganen voor de verwarming, ventilatie en airconditioning. 18Asbak en aansteker. 19Schakelaar voor waarschuwingsknipperlichten.
20 Temperatuursensor. 21Start-/contactslot. 22Hendel voor stuurwielverstelling. 23Airbag bestuurderszijde en claxon. 24Hendel voor motorkap-
ontgrendeling. 25Bedieningsorganen: verlichting instrumenten, op nul zetten dagteller/weergave buitentemperatuur en koplampve\
rstelling.
fig. 1
DASHBOARD
P4U00001
Page 12 of 291

11
ALFA ROMEO CODE
V
oor een nog betere bescherming tegen
diefstalpogingen is de auto uitgerust met
een elektronische startblokkering (Alfa
Romeo CODE). Het systeem schakelt
automatisch in als de contactsleutel wordt
uitgenomen. In de handgreep van de
sleutels bevindt zich een elektronisch
component, dat bij het starten van de
motor een signaal ontvangt via een spe-
ciale antenne die in het start-/contactslot
is ingebouwd. Dit signaal wordt omgezet
in een gecodeerd signaal en vervolgens
aan de regeleenheid van de Alfa Romeo
CODE gezonden, die, als de code wordt
herkend, het starten van de motor moge-
lijk maakt.
DE SLEUTELS
Bij de auto worden, afhankelijk van de
uitvoering, de volgende sleutels geleverd
( fig. 2):
– type A
– type B met een uitklapbare metalen
baard, de afstandsbediening voor ontgren-
deling van het kofferdeksel en de afstands-
bediening voor centrale portiervergrendeling
en in-/uitschakeling van het diefstalalarm
(indien aanwezig).
Sleutel A dient voor:
– het starten
– de portiersloten
– het kofferdekselslot
– het slot van het dashboardkastje
– het uitschakelen van de airbag aan
passagierszijde (indien aanwezig).
Sleutel B dient voor:
– het starten
– de portiersloten
– het kofferdekselslot
– het slot van het dashboardkastje
– het op afstand ont-/vergrendelen
van de portieren (indien aanwezig) – het op afstand ontgrendelen van het
kofferdeksel (indien aanwezig)
– het diefstalalarm (indien aanwezig)
– het uitschakelen van de airbag aan
passagierszijde (indien aanwezig).
Bij de sleutel wordt een CODE-card ( fig.
3) geleverd. Bij auto’s met diefstalalarm
wordt ook een noodsleutel (indien aan-
wezig) geleverd (C-fig. 2); zie voor de
werking “Diefstalalarm”.
P4U00003
fig. 3
P4U00415
fig. 2
Page 13 of 291

12
BELANGRIJKOm schade aan de
elektronische schakelingen in de sleutels
te voorkomen, mogen de sleutels niet
aan directe zonnestraling worden blootge-
steld.
BELANGRIJK De codes op de CODE-
card moeten op een veilige plaats worden
opgeborgen, maar niet in de auto. Wij
raden u aan de elektronische code van
de CODE-card altijd bij u te hebben om-
dat deze onmisbaar is voor het uitvoe-
ren van een noodstart.
BELANGRIJK Elke sleutel heeft een
eigen code, die in de regeleenheid van
het systeem moet worden opgeslagen.
Om maximaal zeven nieuwe sleutels op
te slaan, moet u zich wenden tot de Alfa
Romeo-dealer. Hierbij moeten alle in u be-
zit zijnde sleutels, de CODE-card, een
identiteitsbewijs en het kentekenbewijs
worden meegenomen.WERKING (fig. 4)
Iedere keer als u de contactsleutel in
stand STOP zet, schakelt de Alfa Romeo
CODE de functies van de elektronische re-
geleenheid van de motor uit. Als u bij het
starten van de motor de sleutel in stand
MAR draait, dan stuurt de regeleenheid
van de Alfa Romeo CODE een code naar
de regeleenheid van de motor die, als de
code wordt herkend, de blokkering van
de functies opheft.
Als de blokkering is opgeheven, gaat
het controlelampje ( A) op het checkpa-
nel kort knipperen.
Als de code niet wordt herkend, blijft
het Alfa Romeo CODE-controlelampje (A )
samen met het EOBD-waarschuwings-
lampje/storing in inspuitsysteem (B )branden. Volg in dat geval de aanwijzin-
gen op die vermeld staan in de paragraaf
“Alfa Romeo CODE” in het hoofdstuk
“Wegwijs in uw auto”.
P4U00004
fig. 4 Als ongeveer 2 secon-
den na het draaien van
de contactsleutel in
stand MAR, het controlelampje
van de Alfa Romeo CODE (A) op-
nieuw gaat knipperen met een
interval van ongeveer een halve
seconde, betekent dit dat de co-
de van de sleutels niet is opge-
slagen en de auto dus niet door
de Alfa Romeo CODE wordt be-
veiligd tegen eventuele diefstal-
pogingen. Wendt u in dat geval
onmiddellijk tot een Alfa Romeo-
dealer om alle sleutels in het ge-
heugen te laten opslaan.
Page 14 of 291

13
fig. 5
P4U00416
DIEFSTALALARM
(indien aanwezig)
Het diefstalalarm wordt bediend door
een ontvanger in de auto en wordt in- en
uitgeschakeld met de in de sleutel (B-
fig. 5) ingebouwde afstandsbediening
die een versleutelde variabele code ver-
zendt.
Het diefstalalarm werkt alleen als de
sleutel uit het contactslot is genomen of
in stand STOP staat.
BELANGRIJK De startblokkering wordt
uitgevoerd door de Alfa Romeo CODE en
wordt automatisch ingeschakeld als de
contactsleutel uit het start-/contactslot
wordt genomen.
INSCHAKELEN
Druk voor inschakeling op knop ( A-fig.
5) van sleutel (B), richt de sleutel in de
richting van de auto en laat de knop los.
Bij de meeste uitvoeringen geeft het sys-
teem een akoestisch signaal (“BIEP”),
gaan de richtingaanwijzers ongeveer 3 se-
conden branden, wordt de portiervergren-
deling ingeschakeld en gaat lampje ( A-
fig. 6) op het dashboard branden.
Het lampje (A-fig. 6) knippert gedu-
rende de tijd dat het alarm is ingescha-
keld.
Bij bepaalde uitvoeringen zal, ook als
de knop van de afstandsbediening niet is
ingedrukt, na ongeveer 30 seconden na-
dat de contactsleutel in stand STOPof
P ARK is gedraaid en één van de portie-
ren of het kofferdeksel geopend en weer
gesloten is, het alarm automatisch wor-
den ingeschakeld.
Als het alarm automatisch wordt inge-
schakeld, worden de portieren niet ver-
grendeld.
UITSCHAKELEN
Druk voor uitschakeling op knop ( A-
fig. 5) van sleutel (B) en laat de knop
los.
Het knipperende lampje (A-fig. 6)
dooft.
Bij de meeste uitvoeringen geeft het
alarm twee akoestische signalen (“BIEP”),
gaan de richtingaanwijzers ongeveer
2 seconden knipperen en worden de por-
tieren ontgrendeld.
P4U00006
fig. 6
Page 15 of 291

14
ALARMSYSTEEM
UITSCHAKELEN
(indien aanwezig)
Als de batterijen van de afstandsbedie-
ning leeg zijn, of als er een storing is in
het diefstalalarm, kunt u het systeem bui-
ten werking stellen met de noodsleutel
(C-fig. 2) die bij de sleutels van de
auto is geleverd.
Om het diefstalalarm volledig buiten
werking te stellen (bijvoorbeeld bij on-
derhoudswerkzaamheden aan de elek-
trische installatie of als de accu van de
auto vervangen moet worden, enz.), moet als volgt te werk worden ge-
gaan:
– verwijder paneel (A-fig. 7) door
op de lippen (B ) te drukken; –
verwijder beschermdop (C-fig. 8)
van de sleutelschakelaar;
– steek de noodsleutel in de schake-
laar en draai de sleutel linksom ( D-fig.
9) (stand OFF).
Om het systeem weer in te schakelen,
draait u de sleutel rechtsom (stand
ON).
Bij bepaalde uitvoeringen wordt alleen
de sirene uitgeschakeld. BELANGRIJK
Als de auto langere
tijd niet wordt gebruikt (langer dan drie
weken), is het raadzaam het diefstal-
alarm uit te schakelen om te voorkomen
dat de accu wordt uitgeput. Bij uitgescha-
keld diefstalalarm blijft het altijd mogelijk
de centrale portiervergrendeling in- en uit
te schakelen met de afstandsbediening.
P4U00007P4U00009
fig. 7
P4U00008
fig. 8 fig. 9
Page 16 of 291

15
START-/CONTACTSLOT
CONTACTSLOT (fig. 11)
De sleutel kan in één van de volgende
vier standen worden gezet:
– STOP: motor uit, sleutel uitneem-
baar, CODE ingeschakeld en stuurslot ge-
blokkeerd. Enkele elektrische installaties
werken (bijv. waarschuwingsknipperlich-
ten).
– MAR : contact aan. CODE uitgescha-
keld en alle elektrische systemen wor-
den van voedingsspanning voorzien.
– AV V : starten van de motor.
– PARK: motor uit, sleutel uitneem-
baar, CODE ingeschakeld, stuurslot ge-
blokkeerd, parkeerverlichting gaat auto-
matisch branden. BELANGRIJK
Om de sleutel in stand
P ARK te draaien, moet knop ( A) op het
contactslot worden ingedrukt.
fig. 10
P4U00409
fig. 11
HET OP AFSTAND
VER-/ONTGRENDELEN
V AN DE PORTIEREN
Het systeem bestaat uit een ontvanger
in de auto en een in de sleutel inge-
bouwde zender (afstandsbediening) ( B-
fig. 10).
Richt voor het ver-/ontgrendelen van
de portieren de zender in de richting van
de auto, druk op knopje ( A-fig. 10)
en laat het knopje los. Neem bij het verlaten
van de auto altijd de
sleutel uit het contact-
slot, zodat eventuele inzittenden
geen onoordeelkundig gebruik
van de bedieningsorganen kun-
nen maken. Laat kinderen nooit
alleen achter in de auto. Vergeet
niet de handrem aan te trekken
en schakel de eerste versnelling
in bij een helling omhoog of de
achteruit bij een helling omlaag.
P4U00416
Als het start-/contact-
slot is geforceerd (bijv.
bij een poging tot dief-
stal) moet u, voordat u weer met
de auto gaat rijden, de werking
van het slot laten controleren bij
een Alfa Romeo-dealer.
Page 17 of 291

16
STUURSLOT
Inschakelen:
– zet de sleutel in stand STOPof
P ARK, trek de sleutel uit het start-/con-
tactslot en draai het stuur totdat het ver-
grendelt.
Uitschakelen:
– draai het stuur iets heen en weer, ter-
wijl u de sleutel in stand MARdraait.
BUITENSPIEGELS (fig. 13)
Kies één van de twee spiegels met scha-
kelaar (A).
Verstel de gekozen spiegel met knop
(B).
Zet schakelaar ( A) in de middelste ver-
grendelde stand.
SPIEGELS
ACHTERUITKIJKSPIEGEL
(
fig. 12)
De spiegel kan met hendel (A) in twee
standen worden gezet: normaal of anti-
verblindingsstand.
BELANGRIJK Het model van de spie-
gel kan anders zijn als de auto is uitge-
r ust met een autoradio met geïntegreerde
mobiele telefoon en/of inbouwvoorbe-
reiding telepass. Het afgebeelde model is
alleen bedoeld om het afstellen te illustre-
ren.
Ver wijder de sleutel
nooit uit het contactslot
als de auto nog in be-
weging is. Bij de eerste stuur-
uitslag blokkeert het stuur auto-
matisch. Dit geldt in alle gevallen,
ook als de auto gesleept wordt.
P4U00011
fig. 12
P4U00012
fig. 13
Page 18 of 291

17
PORTIEREN
Voorportieren ontgrendelen:
–V an buitenaf: draai de sleutel, neem
de sleutel uit het slot en druk op knop
(A-fig. 14).
–V an binnenuit: trek aan handgreep ( A-
fig. 15), onafhankelijk van de stand van
knop (B).
Voorportieren vergrendelen:
–V an buitenaf: draai de sleutel in het
slot (fig. 14).
–V an binnenuit: druk op knopje ( B-
fig. 15).
Achterportieren ontgrendelen:
– Van buitenaf: trek als knopje (B-
fig. 17) omhoog staat aan handgreep
( A-fig. 16). – Van binnenuit: trek, bij uitgeschakeld
kinderveiligheidsslot aan handgreep ( A-
fig. 17).
Achterportieren vergrendelen:
–V an buitenaf: druk op knopje ( B-
fig. 17) (dit kan ook bij geopend por-
tier) en sluit het portier. –V
an binnenuit: sluit het portier en
druk op knopje ( B-fig. 17).
Kinderveiligheidsslot ( fig. 18)
Stand 1= Kinderveiligheidsslot uitge-
schakeld
Stand 2= Kinderveiligheidsslot inge-
schakeld
P4U00410
fig. 14
P4U00014
fig. 15
P4U00016
fig. 17
P4U00015
fig. 16
P4U00411
fig. 18
Page 19 of 291

18
P4U00019
fig. 20
P4U00020
fig. 21Druk voor de hoogte-instel-
ling van de veiligheidsgordels
voor (fig. 21) knop (A) in
en verplaats de beugel (B ) omhoog of
omlaag totdat hij goed vergrendeld is in
één van de vaste punten.
P4U00018
fig. 19
STUURWIEL
V oor de stuurwielverstelling moet hen-
del (A-fig. 19) worden verplaatst:
Als u de hendel naar het stuur trekt,
wordt het stuurwiel ontgrendeld en kan
het stuur dichterbij of verderaf en om-
hoog of omlaag worden gezet.
Als u de hendel richting het dashboard
duwt, wordt het stuurwiel vergrendeld.
ZITPLAATSEN
Bedieningsknoppen ( fig. 20)voor:
A -Verstelling in lengterichting.
B -Hoogteverstelling.
C -Rugleuning verstellen.
D -Lendensteunverstelling (indien aan-
wezig).
VEILIGHEIDSGORDELS
V erstel de stoelen, het
stuurwiel, enz. alleen als
de auto stilstaat.De hierna beschreven
handelingen moeten
worden uitgevoerd
voordat u vertrekt. Voer deze
handelingen niet uit als de auto
in beweging is.
Page 20 of 291

19
De auto kan zijn voorzien van een
heupgordel voor de zitplaats middenach-
ter (fig. 22). De lengte kan worden af-
gesteld door de gordel in gesp ( A) te ver-
plaatsen. Trek in de richting van de pijl
aan deel (B) om de gordel te verkorten
en aan deel (C) om te verlengen.HENDELS AAN HET
STUUR
HENDEL LINKS (fig. 23)
– Stand A= Richtingaanwijzers
rechts.
– Stand B= Richtingaanwijzers
links.
P4U00021
fig. 22 –T
rek hendel naar het stuur
(stand zonder vergrendeling) =
Grootlichtsignaal.
– Duw hendel richting dashboard
(vergrendelde stand) = Grootlicht.
– Draaiknop (1) op O=Verlichting
uit.
– Draaiknop (1) op
6=Buitenver-
lichting aan.
– Draaiknop (1) op
2=Dimlicht
aan.
P4U00022
fig. 23