service Alfa Romeo 4C 2013 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2013, Model line: 4C, Model: Alfa Romeo 4C 2013Pages: 202, PDF Size: 7.87 MB
Page 126 of 202

NOODGEVALLEN
Een lekke band of een doorgebrand
lampje?
Soms kan een probleem tijdens de reis
optreden.
De pagina's over noodgevallen kunnen
u helpen bij het zelfstandig en kalm
oplossen van kritieke situaties.
Wij adviseren u om in een noodgeval
het gratis telefoonnummer te bellen dat
in het garantieboekje is vermeld.
U kunt ook het gratis telefoonnummer
00 800 2532 4200 bellen om het
dichtstbijzijnde speciale Alfa Romeo
Servicepunt te vinden.DE MOTOR STARTEN ....................124
EEN BAND REPAREREN ................125
EEN LAMP VERVANGEN ................129
BUITENLAMPEN VERVANGEN .......132
GLOEILAMP
BINNENVERLICHTING
VERVANGEN ..................................135
ZEKERINGEN VERVANGEN ............136
DE ACCU OPLADEN.......................140
OPKRIKKEN VAN DE AUTO............140
SLEPEN VAN DE AUTO ..................141
123
3-10-2013 16:37 Pagina 123
Page 127 of 202

DE MOTOR STARTENNeem onmiddellijk contact op met een
speciaal Alfa Romeo Servicepunt als
het
waarschuwingslampje op
het instrumentenpaneel continu blijft
branden.
STARTEN MET
HULPACCU
Als de accu leeg is, kan de motor
gestart worden met een hulpaccu met
dezelfde of een iets hogere capaciteit
dan de lege accu.
11)
91)
Ga als volgt te werk om te starten:
❒ verbind de plusklemmen (+ teken bij
de klem) van beide accu's met een
startkabel;fig. 79; ❒
sluit met een tweede startkabel de
minklem(−)vandehulpaccu aan
op een massapunt
op de motor of
de versnellingsbak/transmissie van
de auto die gestart moet worden;
❒ start de motor, maak als de motor
gestart is, de kabels in omgekeerde
volgorde los.
Als de motor na enkele pogingen niet
start, blijf dan niet proberen maar neem
contact op met een speciaal Alfa
Romeo Servicepunt.
BELANGRIJK Verbind de minklemmen
van de twee accu’s niet rechtstreeks
met elkaar! Als de hulpaccu in een
andere auto is geïnstalleerd, controleer
dan of er geen accidenteel contact is
tussen de metalen delen van beide
auto's.
ROLLEND STARTEN
Probeer, onder geen enkele
omstandigheid, de motor te starten
door de auto te duwen, te slepen
of van een helling af te laten rijden.
BELANGRIJK
11) Gebruik nooit een accusnellader om de motor te starten, aangezien
dit kan leiden tot beschadiging
van de elektronische systemen en
de regeleenheden van de
ontsteking en de
brandstoftoevoer.
BELANGRIJK
91) Deze procedure moet uitgevoerdworden door gekwalificeerd
personeel aangezien onjuiste
handelingen kunnen leiden tot
zeer sterke elektrische
ontladingen. Bovendien is
accuvloeistof giftig en corrosief:
vermijd contact met huid en ogen.
Houd open vuur en brandende
sigaretten uit de buurt van de
accu en veroorzaak geen vonken.
79
A0L0116
124
NOODGEVALLEN
3-10-2013 16:37 Pagina 124
Page 129 of 202

❒als het na 5 minuten niet mogelijk is
om minstens 1,8 bar te krijgen,
koppel dan de compressor van het
ventiel en het stopcontact af en
verplaats vervolgens de auto
ongeveer 10 meter naar voren of
naar achteren, zodat het
afdichtmiddel zich gelijkmatig in de
band kan verdelen; pomp de band
vervolgens weer op. ❒
als na deze handeling nog steeds
geen 1,8 bar wordt verkregen binnen
5 minuten na inschakeling van de
compressor, rij dan niet verder maar
neem contact op met een speciaal
Alfa Romeo Servicepunt;
❒ stop na ongeveer 10 minuten en
controleer opnieuw de
bandenspanning; trek de handrem
aan;
❒ als een spanning van minstens 1,8
bar wordt gemeten, herstel dan de
correcte bandenspanning (bij
draaiende motor en aangetrokken
handrem), ga weer rijden en rijd zeer
voorzichtig naar het dichtstbijzijnde
speciale Alfa Romeo Servicepunt.
98) 99) 100)
BANDENSPANNING
CONTROLEREN EN
HERSTELLEN
De compressor kan ook gebruikt
worden voor het controleren en
eventueel herstellen van de
bandenspanning.
Maak de snelkoppeling A fig. 85 los en
verbind deze rechtstreeks met het
ventiel van de op te pompen band. BUSJE MET
AFDICHTMIDDEL
VERVANGEN
Ga als volgt te werk:
❒
maak de stekker A fig. 86 en de
leiding B los;
❒ draai het te vervangen busje linksom
en trek het omhoog;
❒ breng het nieuwe busje aan en draai
het rechtsom;
❒ plaats stekker A en leiding B in hun
zittingen.
83
A0L0079
84
A0L0080
85
A0L0081
126
NOODGEVALLEN
3-10-2013 16:37 Pagina 126
Page 131 of 202

96) Het busje bevat ethyleenglycolen latex: dit kan een allergische
reactie veroorzaken. Schadelijk bij
inslikken. Irriterend voor de ogen.
Kan irritatie veroorzaken bij
inademing of contact. Vermijd
contact met huid, ogen en
kleding. Spoel bij contact
onmiddellijk uit met rijkelijk water.
Wek het braken niet op bij
inslikken. Spoel de mond uit, drink
veel water en raadpleeg
onmiddellijk een arts. Buiten
bereik van kinderen bewaren. Het
product mag niet gebruikt worden
door astmapatiënten. Adem de
dampen niet in tijdens het
inbrengen en oppompen.
Raadpleeg onmiddellijk een arts
bij allergische reacties. Bewaar
het busje in zijn houder, uit de
buurt van warmtebronnen. Het
afdichtmiddel heeft een
houdbaarheidsdatum. Vervang de
bus als de houdbaarheidsdatum
van het afdichtmiddel is
verstreken.
97) Doe de beschermende handschoenen aan die bij de
bandenreparatiekit zijn geleverd. 98) Breng de sticker op een voor de
bestuurder goed zichtbare plaats
aan, om eraan te herinneren dat
de band behandeld is met de
snelle bandenreparatiekit. Rijd
voorzichtig, met name in bochten.
Rijd niet harder dan 80 km/h.
Vermijd bruusk accelereren en
remmen.
99) Rij niet verder als de bandenspanning onder 1,8 bar is
gedaald: de Fix&Go automatic
snelle bandenreparatiekit kan de
vereiste wegligging niet
garanderen omdat de band te
ernstig beschadigd is. Neem
contact op met een speciaal Alfa
Romeo Servicepunt.
100) Geef altijd aan dat de band gerepareerd is met behulp van de
snelle bandenreparatiekit.
Overhandig de informatiefolder
aan het personeel dat de met de
snelle bandenreparatiekit
behandelde band moet repareren.
BELANGRIJK
12) Als de band door vreemdevoorwerpen lek is gelaakt, kan de
kit gebruikt worden voor
beschadigingen in het loopvlak of
de schouder van de band met
een diameter van maximaal 4 mm.
Gebruik de reparatiekit niet als
de band beschadigd is geraakt
door het rijden met een lege band.
BELANGRIJK
2) Laat het busje en hetafdichtmiddel niet in het milieu
achter. Verwerk de onderdelen
overeenkomstig de nationale en
plaatselijke voorschriften.
128
NOODGEVALLEN
3-10-2013 16:37 Pagina 128
Page 132 of 202

EEN LAMP
VERVANGEN
13)101) 102) 103)
ALGEMENE INSTRUCTIES
❒Controleer alvorens een lamp te
vervangen of de contacten zijn
geoxideerd;
❒ vervang doorgebrande lampen door
exemplaren van hetzelfde type en
vermogen;
❒ controleer na vervanging van een
gloeilamp in de koplamp altijd of
de koplampafstelling goed is;
❒ als een lamp niet werkt, controleer
dan of de betreffende zekering is
doorgebrand alvorens de lamp te
vervangen. Om de zekeringen te
vinden wordt verwezen naar de
paragraaf “Zekeringen vervangen” in
dit hoofdstuk;
BELANGRIJK
13) Raak alleen het metalen
gedeelte van halogeenlampen
aan. Het aanraken van de bol met
de vingers kan de lichtopbrengst
en de levensduur van de lamp
reduceren. Als de bol per ongeluk
toch wordt aangeraakt,
schoonwrijven met een doekje
met alcohol en vervolgens laten
drogen.
BELANGRIJK
101) Wijzigingen of reparaties aanhet elektrisch systeem die niet
correct zijn uitgevoerd en waarbij
geen rekening wordt gehouden
met de technische
systeemgegevens, kunnen
storingen veroorzaken die kunnen
leiden tot brand.
102) In halogeenlampen bevindt zich gas onder druk; als ze breken,
kunnen er glassplinters
wegschieten. 103) Wegens de hoge
voedingsspanning mogen
gasontladingslampen (Bi-Xenon)
alleen door gespecialiseerd
personeel vervangen worden:
levensgevaar! Neem contact op
met een speciaal Alfa Romeo
Servicepunt.
BELANGRIJK Bij een lage temperatuur
en of bij een hoge
luchtvochtigheidsgraad of na hevige
regen of een wasbeurt kan het
oppervlak van koplampen of
achterlichten beslagen zijn en/of
kunnen zich condensatiedruppels
vormen. Dit is geen defect maar een
natuurlijk verschijnsel dat veroorzaakt
wordt door de temperatuur- en
vochtverschillen tussen de binnen- en
buitenzijde van het glas, en dat geen
enkele nevenwerking heeft op de
normale werking van de lichten. Deze
aanslag verdwijnt geleidelijk aan (van
het midden tot de randen) zodra de
koplampen worden ingeschakeld.
129
3-10-2013 16:37 Pagina 129
Page 135 of 202

BUITENLAMPEN
VERVANGENKOPLAMPUNITS
De koplampunits omvatten de
gloeilampen voor de stadslichten/
dagverlichting (DRL), het dimlicht, het
grootlicht en de richtingaanwijzers.
De plaatsing van de lampen is als
volgt:fig. 87:AStadslichten/dagverlichting (DRL)BDimlicht/grootlichtCRichtingaanwijzers
Om de lampen van het dimlicht,
grootlicht en de richtingaanwijzers te
vervangen de beschermflappen op de
binnenste wielkuip openen fig. 88
deze kunnen gevonden worden door
het stuurwiel helemaal te draaien. A - beschermflap lamp
richtingaanwijzer
B - beschermflap lamp dimlicht/
grootlicht
Stadslichten/
dagverlichting (DRL)
Dit zijn led-lampjes. Neem voor de
vervanging contact op met een speciaal
Alfa Romeo Servicepunt.
Dimlicht/grootlicht
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
❒
draai het stuur tot tegen de aanslag;
❒ open de beschermflap B fig. 88
door de bevestigingsbout los te
draaien; ❒
haal de elektrische stekker A weg fig.
89 en draai vervolgens de
lamphouder B rechtsom en verwijder
hem;
❒ verwijder de lamp en vervang hem;
❒ monteer de nieuwe lamp, zorg ervoor
dat hij goed vergrendeld is en sluit
stekker A weer aan;
❒ sluit de beschermflap B fig. 88.
Richtingaanwijzers
Voor
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
❒ draai het stuur tot tegen de aanslag;
❒ open de beschermflap A fig. 88
door de bevestigingsbout los te
draaien;87
A0L0091
88
A0L0092
89
A0L0093
132
NOODGEVALLEN
3-10-2013 16:37 Pagina 132
Page 137 of 202

Stadslichten/remlichten
Dit zijn led-lampjes. Neem voor de
vervanging contact op met een speciaal
Alfa Romeo Servicepunt.
MISTACHTERLICHT/
ACHTERUITRIJLICHT
104)
Om de lampen van de mistachterlichten
A fig. 94 of de achteruitrijlichten B fig.
94 te vervangen, als volgt te werk gaan:
❒draai de lamphouder C fig. 95
linksom, verwijder de lamp en
vervang hem. 3
eREMLICHT
Dit zijn led-lampjes. Neem voor de
vervanging contact op met een speciaal
Alfa Romeo Servicepunt.
KENTEKENVERLICHTING
Ga als volgt te werk om de lampen te
vervangen:
❒ druk het lampenglas A op het punt
aangegeven in afbeelding fig. 96
opzij om de borgveer samen te
drukken, trek vervolgens de lichtunit
van de kentekenverlichting A naar
buiten;
❒ draai de lamphouder B fig. 97
linksom, verwijder lamp C en vervang
hem.
94
A0L0097
95
A0L0126
96
A0L0136
97
A0L0099
134
NOODGEVALLEN
3-10-2013 16:37 Pagina 134
Page 141 of 202

BELANGRIJK
105) Als de zekering opnieuwdoorbrandt, neem dan contact op
met een speciaal Alfa Romeo
Servicepunt.
106) Vervang een zekering nooit door een exemplaar met een
hogere stroomsterkte (ampère);
BRANDGEVAAR.
107) Als een hoofdzekering (MAXI-FUSE, MEGA-FUSE,
MIDI-FUSE) doorbrandt, neem
dan contact op met een speciaal
Alfa Romeo Servicepunt.
108) Alvorens een zekering te vervangen, moet men controleren
of de contactsleutel uit het slot
is genomen en of alle
stroomverbruikers uit staan en/of
zijn uitgeschakeld.
109) Als een hoofdzekering van een veiligheidssysteem (airbags,
remmen), transmissiesysteem
(motor, versnellingsbak) of
stuurinrichting doorbrandt, neem
dan contact op met een speciaal
Alfa Romeo Servicepunt.
BELANGRIJK
14) Vervang een doorgebrandezekering nooit door metalen
draden of ander materiaal.
15) Als de motorruimte moet worden gereinigd, zorg er dan voor dat de
waterstraal niet rechtstreeks op
de zekeringenkast wordt gericht.
138
NOODGEVALLEN
3-10-2013 16:37 Pagina 138
Page 143 of 202

DE ACCU OPLADENBELANGRIJK De procedure voor het
opladen van de accu is uitsluitend
bedoeld ter informatie. Neem contact
op met een speciaal Alfa Romeo
Servicepunt om deze werkzaamheden
uit te laten voeren.
BELANGRIJK Wacht, nadat de
contactsleutel naar STOP is gedraaid,
minstens één minuut alvorens de
elektrische voeding naar de accu los te
koppelen.
Geadviseerd wordt een acculader te
gebruiken met een nominale spanning
van 12V en maximumstroom van 15A,
gedurende een periode van 12–24
uur. De accu langer opladen, kan de
accu beschadigen.
Ga als volgt te werk om de accu op te
laden:
❒maak de minklem los van de accu;
❒ sluit de kabels van de acculader aan
op de accupolen; let daarbij op de
polariteit;
❒ schakel de acculader in;
❒ schakel na het opladen eerst de
acculader uit alvorens de accu los te
koppelen;
❒ sluit de minklem aan op de accu.
OPKRIKKEN VAN DE
AUTOAls de auto opgekrikt moet worden,
neem dan contact op met een speciaal
Alfa Romeo Servicepunt, dat naast
de benodigde specifieke apparatuur
over geschikte garagekrikken en
hefbruggen beschikt.
Het is indien nodig ook mogelijk om
geschikte verlaagde hydraulische
krikken voor het opkrikken te
gebruiken.
De hefpunten van de auto zijn
gemarkeerd op de zijskirts met de
symbolen
(zie punten getoond in fig.
106).
De juiste steunpunten voor het
opkrikken van de voor- en achterkant
van de auto worden getoond in fig. 107
en fig. 108. BELANGRIJK Onthoud bij het plaatsen
van de auto op de hefarmen dat de
motor zich aan de achterkant bevindt,
wat derhalve van invloed is op de
gewichtsverdeling. Om die reden
moeten de kortere armen de achterkant
en de langere armen de voorkant
ondersteunen.
16) 17)
106
A0L0029
107 - Achterkant
A0L0128
108 - Voorkant
A0L0127
140
NOODGEVALLEN
3-10-2013 16:37 Pagina 140
Page 144 of 202

BELANGRIJK
16) Zorg ervoor dat de hefarmencorrect in de getoonde punten
worden geplaatst, om schade aan
het koolstofvezelchassis en de
carrosseriedelen te voorkomen.
17) Om schade aan het koolstofvezelchassis te
voorkomen, mag de auto niet
worden opgekrikt met standaard
hydraulische krikken, maar alleen
met geschikte verlaagde
hydraulische krikken. Neem
contact op met een speciaal Alfa
Romeo Servicepunt.
SLEPEN VAN DE
AUTO
18)
Het bij de auto geleverde sleepoog
bevindt zich in de gereedschapshouder
in de bagageruimte.
MONTAGE VAN HET
SLEEPOOG
Neem sleepoog A en draai het helemaal
vast op de pen met schroefdraad fig.
109.
110) 111) 112)
BELANGRIJK
18) Het sleepoog kan alleenbevestigd worden aan de
voorzijde van de auto.
BELANGRIJK
110) Alvorens te slepen, moet decontactsleutel op MAR en
vervolgens op STOP worden
gezet, zonder de sleutel uit het
contactslot te nemen. Als de
sleutel uit het contactslot wordt
genomen, wordt automatisch het
stuurslot ingeschakeld waardoor
de auto niet kan worden bestuurd.
Controleer ook of de
versnellingsbak/transmissie in
neutraal staat (N).
109
A0L0107
141
3-10-2013 16:37 Pagina 141