display Alfa Romeo 4C 2014 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2014, Model line: 4C, Model: Alfa Romeo 4C 2014Pages: 202, PDF Size: 7.87 MB
Page 57 of 202

AANWIJZINGEN OP HET
DISPLAY
(voor bepaalde versies/markten)
Wanneer de sensoren worden
ingeschakeld, verschijnt het scherm van
fig. 54 op het display.
De informatie over de aanwezigheid en
afstand van een obstakel ten opzichte
van de auto wordt gegeven door zowel
het geluidssignaal als de weergave
op het instrumentenpaneel.
Het systeem geeft een gedetecteerd
obstakel aan met de weergave van een
boog in een of meer plaatsen in
overeenstemming met de afstand tot
het obstakel en de plaats hiervan ten
opzichte van het voertuig.Als er een obstakel gedetecteerd is in
het gebied midden achter, dan worden
op het display alle bogen in dat gebied
aangegeven, tot de boog die
overeenkomt met de plaats van het
obstakel zelf.
Het signaal is vergelijkbaar voor
obstakels in het gebied rechts- of
linksachter.
De boog die overeenkomt met de
plaats van het obstakel knippert.
De kleur op het display is afhankelijk
van de afstand tot en de plaats van het
obstakel.
Het voertuig bevindt zich vlakbij het
obstakel wanneer op het display een
enkele constante boog wordt
weergegeven en er een continu
geluidssignaal klinkt.
Wanneer er meerdere obstakels zijn,
wordt het dichtstbijzijnde obstakel
aangegeven.
STORINGSMELDING
Storingen van parkeersensoren, indien
aanwezig, worden aangegeven
wanneer de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld door het aangaan van het
waarschuwingslampje
op het
instrumentenpaneel en er verschijnt een
bericht op het display (zie hoofdstuk
“Lampjes en berichten”). ALGEMENE
WAARSCHUWINGEN
45)4)
Let tijdens parkeermanoeuvres met
name op obstakels die zich boven of
onder de sensoren kunnen bevinden.
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen voorwerpen in de buurt van de
auto niet gedetecteerd worden en
kunnen zo schade aan de auto
veroorzaken of zelf beschadigd raken.
De volgende omstandigheden kunnen
de werking van de parkeersensoren
beïnvloeden:
❒
de aanwezigheid van ijs, sneeuw,
modder of meerdere verflagen
kunnen leiden tot verminderde
gevoeligheid van de sensoren en
afname van de prestaties van het
systeem.
❒ mechanische interferentie (bijv. tijdens
het wassen van de auto, regen,
sterke wind, hagel) kan ertoe leiden
dat de sensor een niet-bestaand
voorwerp detecteert ("echogeluid");
54
A0L0044
54
WEGWIJS IN UW AUTO
3-10-2013 16:37 Pagina 54
Page 59 of 202

TPMS (Tyre
Pressure
Monitoring System)(voor bepaalde versies/markten)
De auto kan uitgerust zijn met een
bewakingssysteem van de
bandenspanning (TPMS) dat de
bestuurder informeert over de toestand
van de bandenspanning door middel
van speciale berichten op het display
fig. 55.
Dit systeem omvat een
RF-zendersensor die op elk wiel is
gemonteerd (op de velg in de band) en
die gegevens over de spanningswaarde
van elke band naar de regeleenheid
stuurt.BELANGRIJKE
INFORMATIE OVER HET
TPMS-SYSTEEM
46) 47) 48) 49) 50) 51) 52) 53) 54)
De storingsindicaties worden niet
opgeslagen en worden bij de volgende
start dus niet meer weergegeven.
Als de storingsconditie blijft bestaan,
dan zal de regeleenheid pas na een rit
van korte duur een melding op het
instrumentenpaneel doen verschijnen.
STORING TPMS
Bij een storing van het TPMS zullen
streepjes in plaats van de
bandenspanning verschijnen, samen
met inschakeling van het speciale
waarschuwingslampje
(zie de
paragraaf "Lampjes en berichten" in het
hoofdstuk "Kennismaking met het
instrumentenpaneel". Neem contact op
met een speciaal Alfa Romeo
Servicepunt om de correcte werking
van het systeem te laten herstellen.
55
A0L0113
56
WEGWIJS IN UW AUTO
3-10-2013 16:37 Pagina 56
Page 61 of 202

BELANGRIJK
46) De aanwezigheid van hetTMPS-systeem ontslaat de
bestuurder niet van de
verplichting om de
bandenspanning regelmatig te
controleren, met inbegrip van het
reservewiel.
47) Controleer de bandenspanning bij koude banden. Als de
bandenspanning om welke reden
dan ook bij warme banden moet
worden gecontroleerd, dan mag
de druk niet worden verlaagd, ook
wanneer de gemeten waarde
hoger is dan de voorgeschreven
drukwaarde. Herhaal de controle
wanneer de banden koud zijn.
48) Als een of meerdere wielen zonder sensoren zijn gemonteerd,
dan is het systeem niet langer
beschikbaar. Hierbij gaat het
TMPS-waarschuwingslampje
korten dan een minuut knipperen
voordat het continu blijft branden,
en wordt een melding op het
display getoond zolang de 4
wielen met sensoren niet
gemonteerd worden. 49) Het TPMS-systeem waarschuwt
niet bij een plotselinge afname
van de bandenspanning
(bijvoorbeeld bij een klapband).
Breng in dergelijke gevallen de
auto tot stilstand en voorkom
bruuske stuurbewegingen.
50) Wanneer standaard banden moeten worden vervangen door
winterbanden (en omgekeerd),
moet het TPMS-systeem hierop
worden afgesteld. Dit mag alleen
door een speciaal Alfa Romeo
Servicepunt worden verricht.
51) Schommelende buitentemperaturen kunnen de
bandenspanning beïnvloeden. Het
TPMS-systeem kan tijdelijk een
onvoldoende spanningswaarde
aangeven. Controleer in dergelijke
gevallen de bandenspanning bij
koude banden en herstel zo nodig
de juiste spanningswaarde. 52) Wanneer een wiel wordt
vervangen, is het raadzaam ook
de rubberen ventielpakking te
vervangen: neem contact op met
een speciaal Alfa Romeo
Servicepunt. De montage/
demontage van een band en/of
velg vereist specifieke
voorzorgsmaatregelen; om schade
of een verkeerde montage van de
sensoren te voorkomen, mogen
deze werkzaamheden alleen door
gespecialiseerd personeel worden
uitgevoerd. Neem contact op
met een speciaal Alfa Romeo
Servicepunt.
53) Sterke radiofrequentie- interferentie kan de regelmatige
werking van het TPMS-systeem
verhinderen. Dit wordt
aangegeven met een bericht op
het display. Het bericht verdwijnt
automatisch zodra de
interferentie is verdwenen.
58
WEGWIJS IN UW AUTO
3-10-2013 16:37 Pagina 58
Page 67 of 202

INSTRUMENTENPANEEL
.
Display met metrische eenhedenA. Koelvloeistoftemperatuurmeter – B. Tijd – C. Toerenteller – D. Indicator programma/ingeschakelde versnelling – E. Schakeladvies (Gear Shift
Indicator) – F. Buitentemperatuur – G. Brandstofmeter (de driehoek rechts van het symbool
geeft de zijde van de auto met de vulopening aan)
– H. Zone bestemd voor weergave van het digitale waarschuwingslampje dat bij het getoonde bericht hoort – I. Trip mijlenteller – J. Snelheidsmeter
– K. Rijprogramma "Alfa DNA"-systeem – L. Berichten of informatie op display – M. Mijlenteller
59
A0L0118
64
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
3-10-2013 16:37 Pagina 64
Page 68 of 202

Display met Gemenebest-eenhedenA. Koelvloeistoftemperatuurmeter – B. Tijd – C. Toerenteller – D. Indicator programma/ingeschakelde versnelling – E. Schakeladvies (Gear Shift
Indicator) – F. Buitentemperatuur – G. Brandstofmeter (de driehoek rechts van het symbool
geeft de zijde van de auto met de vulopening aan)
– H. Zone bestemd voor weergave van het digitale waarschuwingslampje dat bij het getoonde bericht hoort – I. Trip mijlenteller – J. Snelheidsmeter
– K. Rijprogramma "Alfa DNA"-systeem – L. Berichten of informatie op display – M. Mijlenteller
60
A0L0129
65
3-10-2013 16:37 Pagina 65
Page 69 of 202

SNELHEIDSMETER
De meter J toont de snelheid van de
auto.
TOERENTELLER
De verlichting C geeft het
motortoerental aan.
BRANDSTOFMETER
De meter G geeft de hoeveelheid
brandstof in de tank aan.
Het digitale waarschuwingslampje
gaat branden wanneer er nog4à5
liter brandstof in de tank is; tank in
dat geval brandstof bij zodra dit
mogelijk is.
Rijd niet met een bijna lege tank: een
onregelmatige brandstoftoevoer kan de
katalysator schade toebrengen.
KOELVLOEISTOF-
De meter A geeft de
koelvloeistoftemperatuur aan en begint
aanwijzingen te geven zodra de
koelvloeistoftemperatuur boven circa
50°C komt. Het digitale lampje
gaat branden (en
er verschijnt een bericht op het display)
wanneer de koelvloeistoftemperatuur
te hoog is; zet in dat geval onmiddellijk
de motor uit en neem contact op met
een speciaal Alfa Romeo Servicepunt.
GEAR SHIFT INDICATOR
De GSI (Gear Shift Indicator) adviseert
de bestuurder een andere versnelling in
te schakelen via een speciaal bericht
E fig. 59 op het instrumentenpaneel.
Via de GSI wordt de bestuurder
gewaarschuwd dat een andere
versnelling brandstofbesparing kan
opleveren.
Daarom is het voor een zuinig
brandstofverbruik raadzaam om de
rijmodus "Natural" of "All Weather" te
selecteren, en om de aanwijzingen van
de Gear Shift Indicator op te volgen
wanneer de verkeersomstandigheden
dit toelaten.
Wanneer het pictogram (
) op het
instrumentenpaneel wordt getoond,
adviseert de GSI om een hogere
versnelling in te schakelen. Wanneer
het pictogram (
) wordt getoond,
adviseert de GSI om een lagere
versnelling in te schakelen. BELANGRIJK De GSI werkt niet
wanneer de versnellingsbak in de
AUTO-modus werkt.
BELANGRIJK De aanduiding op het
instrumentenpaneel blijft branden
zolang de bestuurder niet schakelt of
zolang de rijomstandigheden niet
terugkeren naar een situatie waarin
schakelen niet nodig is om het verbruik
te optimaliseren.
66
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
3-10-2013 16:37 Pagina 66
TEMPERATUURMETER
Page 71 of 202

Een optie in het
hoofdmenu zonder een
submenu kiezen:
❒druk kort op de SET/
knop om
de eerste optie uit het submenu
weer te geven;
❒ druk op de knoppenof
(deze
telkens indrukken) om de nieuwe
instelling te selecteren;
❒ druk kort op de SET/
knop om
de getoonde submenu-optie te
selecteren en het betreffende
setup-menu te openen;
❒ druk op de knoppenof
(deze
telkens indrukken) om de nieuwe
instelling te selecteren;
❒ druk kort op de SET/
knop om
de nieuwe instelling op te slaan en
terug te gaan naar de eerder
geselecteerde optie in het
hoofdmenu.
MENUOPTIESMenu
Met deze optie kan toegang tot het
Setup Menu worden verkregen.
Druk op de knop
of
om de
verschillende Menuopties te selecteren.
Houd de SET/
knop ingedrukt om
naar het standaardscherm terug te
keren.
Snelheidswaarschuwing
(Snelheidslimiet)
Met deze functie kan de snelheidslimiet
van het voertuig ("km/h" of "mph")
ingesteld worden; de bestuurder wordt
gewaarschuwd wanneer deze limiet
wordt overschreden.
Ga als volgt te werk om de
snelheidslimiet in te stellen:
❒ druk kort op de knop SET/
: op
het display verschijnt het opschrift
"Snelheidswaarschuwing";
❒ druk op knop
of
om de in- ("On)
of uitschakeling ("Off") van de
snelheidsbegrenzing te selecteren;
❒ als de functie is ingeschakeld, op
of
drukken om de gewenste
snelheidslimiet te selecteren en druk
vervolgens op SET/
om te
bevestigen. BELANGRIJK De waarde kan ingesteld
worden tussen 30 en 200 km/h of
tussen 20 en 125 mph, afhankelijk van
de eerder ingestelde eenheid. Zie de
paragraaf "Meeteenheid instellen)" die
hierna wordt beschreven. Elke druk
op de knop
/
verhoogt of verlaagt
de waarde 5 eenheden. Houd de knop
/
ingedrukt om de waarde
automatisch snel te verhogen/verlagen.
Wanneer de gewenste waarde wordt
bereikt, kan men de instelling afronden
door opnieuw de knop kort in te
drukken.
Druk kort op de SET/
knop om
terug te keren naar het menuscherm of
houd de knop ingedrukt om terug te
keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
Ga als volgt te werk om de instelling te
annuleren:
❒ druk kort op de SET/-knop om
het display te laten knipperen "On";
❒ druk op de
-knop om het display
te laten knipperen "Off";
❒ Druk kort op de SET/
knop om
terug te keren naar het menuscherm
of houd de knop ingedrukt om terug
te keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
68
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
3-10-2013 16:37 Pagina 68
Page 72 of 202

Activering trip
B/gegevens (Trip B
inschakelen)
Met deze functie kan de weergave van
Trip B (dagteller) ingeschakeld ("On")
of uitgeschakeld ("Off") worden. Zie
voor meer informatie "Trip computer".
Ga als volgt te werk om deze functie in-
en uit te schakelen:
❒druk kort op de SET/
knop om
"On" of "Off" op het display te laten
knipperen afhankelijk van wat eerder
is ingesteld;
❒ druk op
of
om uw keuze te
maken;
❒ Druk kort op de SET/
knop om
terug te keren naar het menuscherm
of houd de knop ingedrukt om terug
te keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
Tijd instellen (Klok
instellen)
Met deze functie kan de klok ingesteld
worden via twee submenu’s: “Uur”
en “Formaat”.
Ga als volgt te werk om in te stellen:
❒ druk kort op de SET/knop
en de twee submenu's ("Uur" en
"Formaat") worden weergegeven; ❒
Druk op de knop
of
om de
verschillende Menuopties te
selecteren.
❒ nadat het te wijzigen submenu is
gekozen, kort op de SET/
knop
drukken;
❒ als het submenu "Tijd" is gekozen en
er wordt kort op de knop SET/
gedrukt, dan knipperen de
"uren" op het display.
❒ druk op de knop
of
om de
instelling uit te voeren;
❒ druk kortstondig op de SET/
knop, op het display knippert
"minuten";
❒ druk op de knop
of
om de
instelling uit te voeren;
BELANGRIJK Elke druk op de knop
of
verhoogt of verlaagt de waarde
1 eenheid. Houd de knop ingedrukt
om de waarde automatisch snel te
verhogen/verlagen. Wanneer de
gewenste waarde wordt bereikt, kan
men de instelling afronden door
opnieuw de knop kort in te drukken.
❒ Als het submenu "Formaat" submenu
is gekozen en er wordt kort op de
knop SET/
gedrukt, dan
knipperen de formaten op het
display; ❒
druk op de knop
of
om "12h" of
"24h" te selecteren.
Wanneer de gewenste instellingen zijn
uitgevoerd, kort op de SET/
knop
drukken om terug te keren naar het
submenuscherm of de knop ingedrukt
houden om terug te keren naar het
hoofdscherm zonder op te slaan.
Houd de SET/
knop ingedrukt om
terug te keren naar het
standaardscherm of het hoofdmenu
afhankelijk van de menuopties waarin u
zich bevindt.
Datum instellen (De
datum instellen)
Met deze functie kan de datum
ingesteld worden (jaar - maand - dag).
Ga als volgt te werk om in te stellen:
❒ druk kort op knop SET/
. Het
"jaar" knippert op het display;
❒ druk op de knop
of
om de
instelling uit te voeren;
❒ druk kort op knop SET/
. De
"maand" knippert op het display;
❒ druk op de knop
of
om de
instelling uit te voeren;
❒ druk kort op knop SET/
. De
"dag" knippert op het display;
69
3-10-2013 16:37 Pagina 69
Page 73 of 202

❒druk op de knop
of
om de
instelling uit te voeren;
BELANGRIJK Elke druk op de knop
of
verhoogt of verlaagt de waarde
1 eenheid. Houd de knop ingedrukt
om de waarde automatisch snel te
verhogen/verlagen. Wanneer de
gewenste waarde wordt bereikt, kan
men de instelling afronden door
opnieuw de knop kort in te drukken.
Druk kort op de SET/
knop om
terug te keren naar het menuscherm of
houd de knop ingedrukt om terug te
keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
Autoclose
(automatische centrale
portiervergrendeling bij
rijdend voertuig)
(voor bepaalde versies/markten)
Als deze functie is ingeschakeld ("On"),
worden de portieren automatisch
vergrendeld wanneer sneller dan 20
km/h wordt gereden.
Ga als volgt te werk om de functie in-
en uit te schakelen:
❒ druk kort op knop SET/
. "On" of
"Off" knippert op het display,
afhankelijk van de eerder gemaakte
instelling; ❒
druk op
of
om uw keuze te
maken;
❒ Druk kort op de SET/
knop om
terug te keren naar het menuscherm
of houd de knop ingedrukt om terug
te keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
❒ Houd de SET/
knop ingedrukt
om terug te keren naar het
standaardscherm of het hoofdmenu
afhankelijk van de menuopties waarin
u zich bevindt.
Meeteenheid
(Meeteenheid instellen)
Met deze functie kunnen de eenheden
worden ingesteld via drie submenu’s:
“Afstanden”, “Verbruik” en
“Temperatuur“.
Ga als volgt te werk om de
meeteenheid in te stellen:
❒ druk kort op knop SET/
. Op het
display verschijnen de drie
submenu's:
❒ druk op de knop
of
om de drie
submenu's te doorlopen;
❒ nadat het te wijzigen submenu is
gekozen, kort op de SET/
knop
drukken; ❒
als het submenu "Afstanden" is
gekozen en knop SET/
wordt
kort ingedrukt, dan verschijnt “km” of
“mi” op het display, afhankelijk van
wat eerder is ingesteld;
❒ druk op
of
om uw keuze te
maken;
❒ als het submenu "Verbruik" is
gekozen en knop SET/
wordt
kort ingedrukt, dan verschijnt "km/l",
"l/100km" of "mpg" op het display,
afhankelijk van wat eerder is
ingesteld; als de ingestelde
meeteenheid voor "Afstanden" "km"
is, dan kan op het display de
meeteenheid ("km/l" of "l/100km")
voor Verbruik worden ingesteld. Als
de ingestelde meeteenheid voor
"Afstanden" "mi" is, dan wordt op het
display Verbruik in "mpg"
weergegeven;
❒ druk op
of
om uw keuze te
maken;
❒ als het submenu "Temperatuur" is
gekozen en knop SET/
wordt
kort ingedrukt, dan verschijnt “°C” of
“°F” op het display, afhankelijk van
wat eerder is ingesteld;
❒ druk op
of
om uw keuze te
maken;
70
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
3-10-2013 16:37 Pagina 70
Page 74 of 202

Wanneer de gewenste instellingen zijn
uitgevoerd, kort op de SET/
knop
drukken om terug te keren naar het
submenuscherm of de knop ingedrukt
houden om terug te keren naar het
hoofdscherm zonder op te slaan.
Houd de SET/
knop ingedrukt om
terug te keren naar het
standaardscherm of het hoofdmenu
afhankelijk van de menuopties waarin u
zich bevindt.
Taal (Taal instellen)
De berichten op het display kunnen in
de volgende talen worden
weergegeven: Italiaans, Engels, Duits,
Portugees, Spaans, Frans, Amerikaans
Engels, Mexicaans Spaans, Russisch
en Chinees.
Ga als volgt te werk om de gewenste
taal in te stellen:
❒ druk kort op knop SET/
. De
eerder ingestelde "taal" knippert
op het display;
❒ druk op
of
om uw keuze te
maken;
❒ Druk kort op de SET/
knop om
terug te keren naar het menuscherm
of houd de knop ingedrukt om terug
te keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan. Geluidssterkte
waarschuwingen
(Volumeregeling
geluidssignaal
storing/waarschuwing)
Met deze functie kan het volume van de
zoemer, die klinkt als een storing/
waarschuwing wordt weergegeven,
ingesteld worden op 8 niveaus.
Ga als volgt te werk om het gewenste
volume in te stellen:
❒
druk kort op knop SET/
. Het
eerder ingestelde "volumeniveau"
knippert op het display;
❒ druk op de knop
of
om de
instelling uit te voeren;
❒ Druk kort op de SET/knop om
terug te keren naar het menuscherm
of houd de knop ingedrukt om terug
te keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
Piep veiligheidsgordels
(Opnieuw inschakelen
zoemer voor
SBR-indicatie)
(voor bepaalde versies/markten)
Deze functie kan alleen worden
weergegeven wanneer het SBR-
systeem door een speciaal Alfa Romeo
Servicepunt is uitgeschakeld (zie de
paragraaf “SBR-systeem” in het
hoofdstuk “Veiligheid”). Service
(Geprogrammeerd
onderhoud)
Met deze functie kan informatie worden
bekeken over de kilometerstand of
het tijdsinterval tot de volgende
onderhoudsbeurt.
Ga voor het raadplegen van deze
informatie als volgt te werk:
❒
druk kort op knop SET/
. Op het
display wordt het onderhoudsinterval
in kilometers (km) of mijlen (mi)
weergegeven, op grond van wat
eerder is ingesteld (zie paragraaf
"Meeteenheden (Meeteenheden
instellen");
❒ druk op de SET/
knop om terug
te keren naar het menuscherm of
houd de knop ingedrukt om terug te
keren naar het standaardscherm.
71
3-10-2013 16:37 Pagina 71