stop start Alfa Romeo 4C 2016 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2016, Model line: 4C, Model: Alfa Romeo 4C 2016Pages: 193, PDF Size: 7.84 MB
Page 17 of 193

SYMBOLEN
Sommige onderdelen van de auto zijn
voorzien van gekleurde plaatjes met
daarop symbolen die de
voorzorgsmaatregelen aangeven die in
acht genomen moeten worden
wanneer het betreffende onderdeel
wordt gebruikt. Onder de motorkap is
tevens een plaatje aangebracht, waarop
de betekenis van deze symbolen wordt
toegelicht.
ALFA ROMEO CODE
SYSTEEM
Dit is een elektronische startblokkering
die de beveiliging tegen
diefstalpogingen verbetert. Het systeem
wordt automatisch ingeschakeld
wanneer de contactsleutel wordt
verwijderd.
In elke sleutel zit een elektronisch
apparaatje dat het uitgezonden signaal,
afkomstig van een antenne die in het
contactslot is ingebouwd, kan
identificeren wanneer de motor gestart
wordt. Het signaal, dat elke keer dat de
auto wordt gestart wijzigt, is het
"wachtwoord" waarmee de
regeleenheid de sleutel herkent en het
starten van de motor vrijgeeft.
1)
Bewerking
Elke keer dat de motor wordt gestart
door de sleutel naar de stand MAR te
draaien, stuurt de regeleenheid van het
Alfa Romeo-codesysteem een
herkenningscode naar de
motorregeleenheid (PCM) om de
startblokkering uit te schakelen.
Deze code wordt alleen verzonden als
de regeleenheid van het Alfa Romeo
CODE systeem de door de sleutel
verstuurde code herkent.
Elke keer dat de contactsleutel naar de
stand STOP wordt gedraaid, schakelt
het Alfa Romeo-codesysteem de
functies van de motorregeleenheid uit.Onregelmatige werking
Als de code tijdens het starten niet
correct wordt herkend, gaat het digitale
waarschuwingslampje
op het
display branden.
Draai in dit geval de sleutel naar STOP
en vervolgens naar MAR; als de motor
geblokkeerd blijft, probeer dan
nogmaals met een van de andere
geleverde sleutels. Neem contact op
met een Speciaal Alfa Romeo
Servicepunt als de motor nog steeds
niet gestart kan worden.
Inschakeling van
waarschuwingslampje tijdens het
rijden
Als het digitale waarschuwingslampje
gaat branden, betekent dit dat het
systeem een zelfdiagnose uitvoert (bijv.
bij een spanningsval).
Als het digitale waarschuwingslampje
blijft branden, neem dan contact
op met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
BELANGRIJK
1)De elektronische onderdelen in de
sleutels kunnen beschadigen als de sleutel
aan sterke schokken wordt blootgesteld.
Om een correcte werking van de inwendige
elektronische componenten te garanderen,
mag de sleutel nooit aan direct zonlicht
blootgesteld worden.
14
WEGWIJS IN UW AUTO
g
Page 21 of 193

CONTACTSLOT
Werking
De sleutel kan naar 3 standen worden
gedraaid fig. 9:
STOP: motor uit, sleutel kan
verwijderd worden; stuurkolom is
vergrendeld. Sommige elektrische
apparaten (bijv. autoradio, centrale
portiervergrendeling, alarm enz.)
kunnen blijven werken
MAR: rijstand. Alle elektrische
apparaten/systemen kunnen werken;
AVV: motor starten.
Het contactslot is voorzien van een
beveiliging: als de motor bij de eerste
poging niet aanslaat, moet de sleutel
teruggedraaid worden naar de stand
STOP om opnieuw te kunnen starten.
STUURSLOT
Inschakelen
Wanneer de sleutel op STOP staat, de
sleutel verwijderen en het stuurwiel
verdraaien tot het vergrendelt.
Uitschakelen
Draai het stuur enigszins en draai de
contactsleutel naar de stand MAR.
4) 5)
BELANGRIJK
2)Als er geknoeid is aan het contactslot
(bijv. een poging tot diefstal), dan moet
men deze laten controleren bij het Alfa
Romeo Servicenetwerk alvorens weer te
gaan rijden.
3)Neem de sleutel altijd mee als het
voertuig wordt verlaten, om te voorkomen
dat iemand onverhoeds gebruik van de
bedieningselementen maakt. Vergeet niet
de elektrische parkeerrem in te schakelen.
Laat kinderen nooit zonder toezicht in de
auto achter.
4)After-market werkzaamheden waarbij
wijzigingen van de stuurinrichting of de
stuurkolom betrokken zijn (bijv. bij montage
van een alarmsysteem) zijn ten strengste
verboden. Dergelijke werkzaamheden
kunnen de prestaties van het systeem en
de garantie in gevaar brengen en het kan
ook ernstige veiligheidsproblemen
veroorzaken of erin resulteren dat de auto
niet meer aan de typegoedkeuring voldoet.5)Verwijder de mechanische sleutel nooit
terwijl het voertuig rijdt. Het stuurwiel zal
automatisch vergrendeld worden zodra
eraan gedraaid wordt. Dit geldt ook voor
auto's die gesleept worden.
9A0L0010
18
WEGWIJS IN UW AUTO
g
2) 3)
Page 79 of 193

Waarschuwingslampjes
op
instrumentenpaneelWat het betekent Wat te doen
geelSTORING INSPUIT-/EOBD-SYSTEEM
Onder normale omstandigheden, wanneer de contactsleutel
naar MAR wordt gedraaid, gaat het lampje branden maar dit
moet doven zodra de motor is gestart.
De verkeerspolitie beschikt over speciale apparatuur waarmee
de werking van het lampje
kan worden gecontroleerd. Neem in elk geval de wettelijke
voorschriften van het land waar u rijdt in acht.
Wanneer het lampje blijft branden of tijdens het rijden gaat
branden, wijst dit op een onjuiste werking van het inspuitsysteem;
met name duidt een continu brandend lampje op een storing in
het brandstoftoevoer-/inspuitsysteem die zou kunnen leiden tot
overmatige uitlaatgasemissies, mogelijk prestatieverlies, slechte
rijeigenschappen en een hoog brandstofverbruik.
Bij sommige versies verschijnt een speciaal bericht op het
display.
Het lampje dooft nadat de storing is verdwenen, maar de
storing wordt toch door het systeem in het geheugen
opgeslagen.
Onder deze omstandigheden kan men met
gematigde snelheid verder rijden zonder te veel
van de motor te eisen. Het langdurig rijden met
continu brandend lampje kan tot schade leiden.
Neem zo snel mogelijk contact op met een
speciaal Alfa Romeo Servicepunt.
Als het waarschuwingslampje knippert, betekent dit dat de
katalysator beschadigd kan zijn.In dit geval moet het gaspedaal worden
losgelaten om het motortoerental te verlagen
tot het lampje stopt met knipperen. Rijd verder
met gematigde snelheid en voorkom
rijomstandigheden die kunnen leiden tot het
opnieuw gaan knipperen van het lampje. Neem
zo snel mogelijk contact op met een speciaal
Alfa Romeo Servicepunt.
76
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
g
5)
Page 107 of 193

MOTOR STARTEN
Procedure84) 85) 86)
trap het rempedaal in;
draai de contactsleutel naar AVV en
laat deze los zodra de motor start.
BELANGRIJKE INFORMATIE
Als de motor niet bij de eerste poging
start, draai dan de contactsleutel naar
de stand STOP alvorens de procedure
te herhalen.
Als, met de contactsleutel in de
stand MAR, het waarschuwingslampje
op het instrumentenpaneel samen
met het waarschuwingslampje
blijft
branden, draai dan de sleutel naar
STOP en weer terug naar MAR; als het
waarschuwingslampje blijft branden,
probeer dan met de andere sleutels die
bij de auto zijn geleverd. Neem contact
op met een speciaal Alfa Romeo
Servicepunt als de motor nog steeds
niet gestart kan worden.
Laat de contactsleutel nooit in de
MAR stand als de motor is
uitgeschakeld.
GESTARTE MOTOR
OPWARMEN
Procedurerijd langzaam weg en laat de motor
bij gemiddelde toerentallen draaien.
Geef niet abrupt gas;
verlang in het begin geen maximaleprestaties. Wacht tot de wijzer van de
digitale koelvloeistoftemperatuurmeter
begint te bewegen.
MOTOR UITZETTEN
Procedure
Draai de contactsleutel naar de stand
STOP terwijl de motor stationair draait.
BELANGRIJK Voordat de motor na een
zware rit wordt uitgezet, moet men hem
enkele minuten stationair laten draaien.
Hierdoor kan de temperatuur in de
motorruimte dalen.
BELANGRIJK
84)Het is gevaarlijk om de motor in
afgesloten ruimten te laten draaien. De
motor verbruikt zuurstof en produceert
kooldioxide, koolmonoxide en andere
giftige gassen.
85)De rembekrachtiging werkt niet zolang
de motor niet is gestart; om die reden is
meer kracht dan normaal benodigd voor de
bediening van het rempedaal.
86)Probeer de motor nooit te starten door
de auto te duwen, te slepen of van een
helling af te laten rijden. Hierdoor kan de
katalysator worden beschadigd.
BELANGRIJK
8)Tijdens de eerste gebruiksperiode
adviseren wij om overmatige belasting van
de auto te voorkomen (bijvoorbeeld hard
accelereren, lang rijden met hoge toeren,
abrupt remmen, enz.).
9)Laat de startinrichting nooit in de stand
MAR staan als de motor is afgezet, zodat
de accu niet onnodig wordt ontladen.
10)Even snel gas geven voordat de motor
wordt uitgezet heeft geen enkel nut, verspilt
brandstof en is, vooral voor motoren met
turbocompressor, schadelijk.
104
STARTEN EN RIJDEN
g
8) 9)
10)
Page 112 of 193

LAUNCH CONTROL
De "Launch Control" strategie staat
starten met hoge prestaties toe.
Deze strategie kan ingeschakeld
worden bij stilstaand voertuig, "Race"
modus geselecteerd en 1ste versnelling
ingeschakeld.
De volgorde van de te verrichten
handelingen is als volgt:
trap het rempedaal in en houd het
ingetrapt;
trap het rempedaal in en houd het
ingetrapt;
druk op de "–" schakelpeddel achter
het stuur;
Wanneer het rempedaal wordt
losgelaten, start de auto met maximale
acceleratie. Als het gaspedaal ingetrapt
wordt gehouden, dan zal het systeem
automatisch opschakelen zodra het
beste motortoerental om te schakelen
is bereikt.
Onderbreek bovenstaande volgorde
van handelingen of laat het gaspedaal
los om deze strategie te verlaten.
DISPLAY-INFORMATIE
Als de contactsleutel naar de stand
MAR wordt gedraaid, toont het display
na ongeveer 1 seconde dat de
versnellingsbak in de vrijstand (N) staat.
Tijdens het rijden toont het display de
ingeschakelde versnelling en de actieve
werking (AUTOofMANUAL). Deaanduidingen op het display hebben de
volgende betekenissen:
N = vrijstand;
1 = eerste versnelling;
2 = tweede versnelling
3 = derde versnelling;
4 = vierde versnelling;
5 = vijfde versnelling;
6 = zesde versnelling;
R = achteruit.
De auto start altijd vanuit de vrijstand.
Wanneer de 1e versnelling wordt
verzocht, forceert het systeem de
selectie van deAUTOwerking.
BELANGRIJK: als met de contactsleutel
in de standMARhet display niet
binnen 10 seconden de ingeschakelde
versnelling aangeeft, draai dan de
sleutel naar de standSTOP, wacht tot
het display wordt uitgeschakeld en
herhaal de procedure. Neem, als het
probleem aanhoudt, contact op met
een speciaal Alfa Romeo Servicepunt.
GELUIDSSIGNAAL
Om veiligheidsredenen gaat er een
geluidssignaal af als de auto
geparkeerd wordt met de
versnellingsbak in de vrijstand (N) (dit
signaal wordt afgegeven als de
contactsleutel in de standSTOPwordt
gedraaid).
Bij stilstaande auto, draaiende motor en
ingeschakelde (1e) versnelling of (R),
geeft het systeem een geluidssignaal afen plaatst de versnellingsbak
automatisch in de vrijstand (N)
wanneer:
het gas- en/of rempedaal minstens
3 minuten niet wordt ingetrapt;
het rempedaal langer dan 10
minuten wordt ingetrapt;
het bestuurdersportier wordt
geopend en het gas- of het rempedaal
minstens anderhalve seconde niet
wordt ingetrapt;
er een storing is gedetecteerd in de
versnellingsbak.
DE AUTO PARKEREN
Ga bij het parkeren en verlaten van de
auto als volgt te werk:
schakel een versnelling in (1e
versnelling als op een helling omhoog
wordt geparkeerd en achteruit bij een
helling omlaag) en zet de wielen iets
gedraaid;
zet de motor af en trek de handrem
aan.
Als de auto op een steile helling wordt
geparkeerd, blokkeer de wielen dan
met wiggen of stenen.
Wacht tot de ingeschakelde versnelling
van het display verdwijnt voordat u het
rempedaal loslaat.
BELANGRIJK: laat de autoNOOIT
achter met de versnellingsbak in de
vrijstand.
109
g
89)
Page 114 of 193

BRANDSTOFBESPARING
Alfa Romeo heeft het voertuig
ontworpen en gebouwd met gebruik
van technologieën, materialen en
voorzieningen om negatieve invloed op
het milieu te kunnen beperken. Hier
volgen enkele suggesties om nog meer
bij te dragen aan milieubescherming.
ALGEMENE
OPMERKINGEN
Onderhoud van de auto
Laat controles en afstellingen uitvoeren
in overeenstemming met het
“Geprogrammeerd
Onderhoudsschema“.
Banden
Controleer minstens één keer per
maand de bandenspanning: als de
spanning te laag is, wordt de weerstand
groter en neemt het brandstofverbruik
toe.
Klimaatregelsysteem
Het gebruik van de klimaatregeling doet
het brandstofverbruik toenemen.
Gebruik wanneer de buitentemperatuur
het toelaat bij voorkeur alleen het
ventilatiesysteem.
RIJSTIJL
Starten
Laat de motor niet warmdraaien bij
stilstaande auto, noch met stationair
toerental noch met een hoog toerental:
zo warmt de motor veel langzamer open nemen het verbruik en de uitstoot
van uitlaatgassen toe. Het is beter om
meteen rustig weg te rijden en hoge
toerentallen te vermijden: op deze
manier warmt de motor sneller op.
Overbodige handelingen
Trap het gaspedaal niet in wanneer u
stilstaat voor een stoplicht of voordat de
motor wordt afgezet. Deze handeling is
volstrekt nutteloos en verhoogt het
brandstofverbruik en de vervuiling.
Keuze van de versnellingen
Snel accelereren in een lage versnelling
verhoogt het brandstofverbruik.
Ook het oneigenlijk gebruik van een
hoge versnelling doet het verbruik en de
uitstoot van schadelijke uitlaatgassen
toenemen en veroorzaakt motorslijtage.
Topsnelheid
Bij een hogere snelheid neemt het
brandstofverbruik fors toe. Rijd dus
zoveel mogelijk met een constante
snelheid, vermijd overbodig remmen en
optrekken. Dit kost alleen brandstof en
verhoogt tevens de uitstoot van
schadelijke uitlaatgassen.
Acceleratie
Bruusk optrekken kost veel brandstof
en verhoogt de uitstoot van schadelijke
uitlaatgassen: vermijd frequente en
sterke acceleraties.
GEBRUIKSOMSTANDIGHEDEN
Koude start
Bij korte ritten en regelmatig koud
starten kan de motor niet de optimale
bedrijfstemperatuur bereiken.
Hierdoor neemt zowel het
brandstofverbruik (van +15% tot +30%
in stadsverkeer) als de uitstoot van
schadelijke uitlaatgassen toe.
Verkeerssituatie en conditie van het
wegdek
Op drukke wegen, bijvoorbeeld bij
filerijden waarbij vooral lage
versnellingen worden gebruikt, of in de
stad waar zich veel verkeerslichten
bevinden, zal het brandstofverbruik
aanmerkelijk hoger zijn.
Stilstaan in het verkeer
Bij langdurig stilstaan (bijv.
spoorwegovergangen) is het raadzaam
de motor af te zetten.
111
g
Page 119 of 193

EEN WIEL
REPAREREN
ALGEMENE INSTRUCTIES
De auto is voorzien van de snelle
bandenreparatiekit "Fix&Go Automatic".
92) 94)
Volg onderstaande instructies om deze
te gebruiken.93) 95) 96)13)2)
"Fix&Go automatic" KIT
Deze bevindt zich in de bagageruimte.
De kit bevat:
een busje A fig. 82 met
afdichtmiddel, voorzien van: een
vulleiding B en een sticker C met
daarop het opschrift “max. 80 km/h”
die na reparatie op een voor de
bestuurder goed zichtbare plaats moet
worden aangebracht (bijv. op het
dashboard);
een compressor D met drukmeter en
aansluitstukken;
een informatiefolder fig. 83 met de
aanwijzingen voor een correct gebruik
van de bandenreparatiekit. Deze
informatiefolder moet worden
overhandigd aan het personeel dat de
band behandeld met deze kit moet
repareren;
een paar handschoenen in het zijvak
van de compressor;
adapters voor het oppompen van
verschillende elementen.BELANGRIJK Het afdichtmiddel werkt
bij buitentemperaturen tussen –20 °C
en +50 °C. Het afdichtmiddel heeft een
houdbaarheidsdatum.
OPPOMPEN
Ga als volgt te werk:97)
trek de handrem aan, draai de
ventieldop los, neem de vulleiding A
fig. 84 uit en draai de ringmoer B op het
ventiel van de band vast;
controleer of schakelaar A
fig. 85 van de compressor in stand 0
(uit) staat, start de motor, steek de
stekker in het stopcontact op de
tunnelconsole (zie fig. 86 ) en schakel
de compressor in door schakelaar A
fig. 85 in stand I (aan) te zetten;
82A0L0076
83A0L0077
84A0L0078
116
NOODGEVALLEN
g
Page 138 of 193

BELANGRIJK
19)Zorg ervoor dat de hefarmen correct in
de getoonde punten worden geplaatst, om
schade aan het koolstofvezelchassis en de
carrosseriedelen te voorkomen.
20)Om schade aan het
koolstofvezelchassis te voorkomen, mag de
auto niet worden opgekrikt met standaard
hydraulische krikken, maar alleen met
geschikte verlaagde hydraulische krikken.
Neem contact op met een speciaal Alfa
Romeo Servicepunt.
SLEPEN VAN DE
AUTO
21)
Het bij de auto geleverde sleepoog
bevindt zich in de gereedschapshouder
in de bagageruimte.
MONTAGE VAN HET
SLEEPOOG
Neem sleepoog A en draai het helemaal
vast op de pen met schroefdraad
fig. 120.
115) 116) 117)
BELANGRIJK
21)Het sleepoog kan alleen bevestigd
worden aan de voorzijde van de auto.
BELANGRIJK
115)Alvorens te slepen, moet de
contactsleutel naar MAR en vervolgens
naar STOP worden gedraaid, zonder hem
uit het contactslot te nemen. Als de sleutel
uit het contactslot wordt genomen, wordt
automatisch het stuurslot ingeschakeld
waardoor het voertuig niet kan worden
bestuurd. Controleer ook of de
versnellingsbak in vrijstand (N) staat
116)Vergeet niet dat tijdens het slepen de
rembekrachtiging ook niet werkt. Daarom is
er meer kracht nodig bij het intrappen van
het pedaal om te remmen. Gebruik voor
het slepen geen soepele kabels en vermijd
bruuske bewegingen. Controleer of er
tijdens het slepen geen delen van de auto
door de sleepverbinding kunnen worden
beschadigd. Neem bij het slepen in elk
geval de wettelijke voorschriften in acht van
het land waarin wordt gereden en pas uw
rijgedrag aan. Start de motor niet wanneer
de auto wordt gesleept. Maak voor de
montage van het sleepoog de
schroefdraad zorgvuldig schoon.
Controleer of het sleepoog volledig op de
schroefdraadpen is gedraaid alvorens de
auto te slepen.
120A0L0107
135
g
Page 153 of 193

NUTTIG ADVIES OM DE
LEVENSDUUR VAN DE
ACCU TE VERLENGEN
Neem de volgende aanwijzingen in acht
om het snel ontladen van de accu te
voorkomen en de levensduur te
verlengen:
wanneer de auto wordt geparkeerd,
controleer dan of de portieren en de
achterklep goed gesloten zijn. Hiermee
wordt voorkomen dat de verlichting in
respectievelijk het interieur en de
bagageruimte blijft branden.
schakel de interieurverlichting uit; de
auto is in ieder geval uitgerust met een
systeem dat de binnenverlichting
automatisch uitschakelt;
houd accessoires (bijv. autoradio,
alarmknipperlichten, etc.) niet te lang
ingeschakeld wanneer de motor is
uitgezet;
maak voordat werkzaamheden aan
de elektrische installatie worden
uitgevoerd, de kabel van de minpool op
de accu los.
BELANGRIJK Wacht, nadat de
contactsleutel naar STOP is gedraaid
en het bestuurdersportier is gesloten,
minstens één minuut alvorens de
elektrische voeding naar de accu los te
koppelen. Wanneer de elektrische
voeding naar de accu weer wordt
aangesloten, controleren of decontactsleutel in de stand STOP staat
en of het bestuurdersportier gesloten is.
BELANGRIJK Als het ladingsniveau
gedurende langere tijd onder 50% blijft,
raakt de accu door sulfatering
beschadigd. Hierdoor verminderen de
capaciteit en het startvermogen.
De accu is in dit geval ook gevoeliger
voor bevriezing (dit kan reeds bij
temperaturen van -10°C gebeuren). Als
de auto langere tijd niet gebruikt wordt,
zie dan de paragraaf "Langdurige
stilstand van de auto” in het hoofdstuk
"Starten en rijden".
Als men na aanschaf van de auto
elektrische accessoires wil monteren
die constante voeding vereisen (alarm
enz.), of accessoires die de elektrische
installatie zwaar belasten, wordt
geadviseerd contact op te nemen met
een speciaal Alfa Romeo Servicepunt;
het gekwalificeerde personeel zal dan
het totale stroomverbruik van deze
accessoires beoordelen.
BELANGRIJK
127)Accuvloeistof is giftig en corrosief.
Vermijd contact met huid en ogen. Houd
open vuur en vonkvormende apparaten uit
de buurt van de accu: brand- en
explosiegevaar.
128)Als de accu met onvoldoende
vloeistof werkt, kan dit de accu
onherstelbaar beschadigen en een explosie
veroorzaken.129)Als de auto langere tijd niet gebruikt
wordt onder extreem koude
weersomstandigheden, dan moet de accu
worden verwijderd en op een verwarmde
plaats worden bewaard om bevriezing te
voorkomen.
130)Bij werkzaamheden aan de accu of in
de buurt van de accu, moeten de ogen
altijd met een speciale bril beschermd
worden.
BELANGRIJK
28)Onjuiste installatie van elektrische en
elektronische apparatuur kan leiden tot
ernstige schade aan de auto. Neem
contact op met een speciaal Alfa Romeo
Servicepunt als u, na aanschaf van de
auto, accessoires wilt installeren
(diefstalbeveiliging, enz.). Zij kunnen de
meest geschikte apparaten aanraden en
vooral beoordelen of een accu met grotere
capaciteit nodig is.
BELANGRIJK
4)Accu’s bevatten stoffen die zeer
gevaarlijk zijn voor het milieu. Neem voor
het vervangen van de accu contact op met
het Alfa Romeo Servicenetwerk.
150
ONDERHOUD EN ZORG
g