tow Alfa Romeo 4C 2016 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2016, Model line: 4C, Model: Alfa Romeo 4C 2016Pages: 193, PDF Size: 7.84 MB
Page 110 of 193

motortoerental en de kracht waarmee
het gaspedaal wordt ingedrukt.
Om de auto te laten rijden moet altijd
de 1e of de achteruitversnelling (R)
ingeschakeld zijn (met ingetrapt
rempedaal).
"Kick Down" functie
Er is ook een "Kick Down" functie
beschikbaar: indien nodig (bijvoorbeeld
tijdens het inhalen), schakelt het
systeem een of meer versnellingen
terug wanneer het gaspedaal voorbij
het stroeve punt wordt ingetrapt (en als
het motortoerental dit toestaat) om het
geschikte vermogen en koppel voor de
door de bestuurder verzochte
acceleratie te leveren.
Bij activering van de "Kick Down"
functie, zorgt het systeem voor het
variëren van het transmissiebeheer
overeenkomstig de gekozen
DNA-functie.
SCHAKELPEDDELS OP
HET STUURWIEL
Hiermee kan sequentieel geschakeld
worden fig. 79.– schakelpeddel "+(peddel naar
bestuurder trekken, zie fig. 80 ):
inschakelen van hogere versnelling;
– schakelpeddel "–(peddel naar
bestuurder trekken, zie fig. 80 ):
inschakelen van hogere versnelling;
De inschakeling van een lagere (of
hogere) versnelling gebeurt alleen als
het motortoerental dit toestaat.
DE AUTO STARTEN
Trap het rempedaal in om de motor te
starten: het systeem schakelt de
vrijstand (N) automatisch in.
Na de startprocedure kan de 1e
versnelling (1) of de achteruitversnelling
(R) ingeschakeld worden.
Ongeacht de gekozen werking (AUTO/
MANUAL), moet om de 1e versnelling
of de achteruit (R) in te schakelen, het
rempedaal worden ingetrapt en de
knop1op het bedieningspaneel van de
transmissie (of de "+" schakelpeddel)
om de eerste versnelling in te schakelen
of de knopRom de achteruit in te
schakelen bediend worden.
Wanneer de 1e versnelling is
ingeschakeld, stelt het systeem zich op
deAUTOwerking in.
De vrijstand (N) kan opnieuw worden
ingeschakeld door de knopNbij
ingetrapt rempedaal te bedienen.
Wanneer de knoppen1,NofRworden
bediend (of de "+" schakelpeddel)
zonder dat het rempedaal wordt
ingetrapt, wordt er geen
schakelverzoek door het systeem
uitgevoerd.
BELANGRIJK De achteruit kan niet
ingeschakeld worden door op de "-"
schakelpeddel op het stuurwiel te
drukken.
Belangrijke informatie
Als men wil starten terwijl er een storing
in de versnellingsbak aanwezig is (zie
79A0L0071
80A0L0072
107
g
Page 112 of 193

LAUNCH CONTROL
De "Launch Control" strategie staat
starten met hoge prestaties toe.
Deze strategie kan ingeschakeld
worden bij stilstaand voertuig, "Race"
modus geselecteerd en 1ste versnelling
ingeschakeld.
De volgorde van de te verrichten
handelingen is als volgt:
trap het rempedaal in en houd het
ingetrapt;
trap het rempedaal in en houd het
ingetrapt;
druk op de "–" schakelpeddel achter
het stuur;
Wanneer het rempedaal wordt
losgelaten, start de auto met maximale
acceleratie. Als het gaspedaal ingetrapt
wordt gehouden, dan zal het systeem
automatisch opschakelen zodra het
beste motortoerental om te schakelen
is bereikt.
Onderbreek bovenstaande volgorde
van handelingen of laat het gaspedaal
los om deze strategie te verlaten.
DISPLAY-INFORMATIE
Als de contactsleutel naar de stand
MAR wordt gedraaid, toont het display
na ongeveer 1 seconde dat de
versnellingsbak in de vrijstand (N) staat.
Tijdens het rijden toont het display de
ingeschakelde versnelling en de actieve
werking (AUTOofMANUAL). Deaanduidingen op het display hebben de
volgende betekenissen:
N = vrijstand;
1 = eerste versnelling;
2 = tweede versnelling
3 = derde versnelling;
4 = vierde versnelling;
5 = vijfde versnelling;
6 = zesde versnelling;
R = achteruit.
De auto start altijd vanuit de vrijstand.
Wanneer de 1e versnelling wordt
verzocht, forceert het systeem de
selectie van deAUTOwerking.
BELANGRIJK: als met de contactsleutel
in de standMARhet display niet
binnen 10 seconden de ingeschakelde
versnelling aangeeft, draai dan de
sleutel naar de standSTOP, wacht tot
het display wordt uitgeschakeld en
herhaal de procedure. Neem, als het
probleem aanhoudt, contact op met
een speciaal Alfa Romeo Servicepunt.
GELUIDSSIGNAAL
Om veiligheidsredenen gaat er een
geluidssignaal af als de auto
geparkeerd wordt met de
versnellingsbak in de vrijstand (N) (dit
signaal wordt afgegeven als de
contactsleutel in de standSTOPwordt
gedraaid).
Bij stilstaande auto, draaiende motor en
ingeschakelde (1e) versnelling of (R),
geeft het systeem een geluidssignaal afen plaatst de versnellingsbak
automatisch in de vrijstand (N)
wanneer:
het gas- en/of rempedaal minstens
3 minuten niet wordt ingetrapt;
het rempedaal langer dan 10
minuten wordt ingetrapt;
het bestuurdersportier wordt
geopend en het gas- of het rempedaal
minstens anderhalve seconde niet
wordt ingetrapt;
er een storing is gedetecteerd in de
versnellingsbak.
DE AUTO PARKEREN
Ga bij het parkeren en verlaten van de
auto als volgt te werk:
schakel een versnelling in (1e
versnelling als op een helling omhoog
wordt geparkeerd en achteruit bij een
helling omlaag) en zet de wielen iets
gedraaid;
zet de motor af en trek de handrem
aan.
Als de auto op een steile helling wordt
geparkeerd, blokkeer de wielen dan
met wiggen of stenen.
Wacht tot de ingeschakelde versnelling
van het display verdwijnt voordat u het
rempedaal loslaat.
BELANGRIJK: laat de autoNOOIT
achter met de versnellingsbak in de
vrijstand.
109
g
89)
Page 157 of 193

auto: de frequentie is afhankelijk van het
gebruik van de auto en van de
omgeving. Zo is het bijvoorbeeld
raadzaam de auto vaker te wassen in
gebieden met sterke
luchtverontreiniging of bij het rijden over
wegen met strooizout.
Ga als volgt te werk om de auto correct
te wassen:
maak de carrosserie eerst nat met
een waterstraal onder lage druk.
Onthoud dat stagnerend water op
lange termijn de auto kan beschadigen;
was de carrosserie met een zachte
spons met een lichte zeepoplossing en
spoel de spons regelmatig uit;
spoel goed af met schoon water en
droog met een luchtstraal of een
zeemleren lap.
Droog de minder zichtbare delen (bijv.
randen van portieren, motorkap,
koplampranden) zorgvuldig, aangezien
in deze zones water makkelijker kan
stagneren. De auto moet na het
wassen niet onmiddellijk binnengezet
worden, maar even buiten gelaten
worden zodat waterresten kunnen
verdampen.
Was de auto nooit als hij in de zon heeft
gestaan of als de achterklep nog warm
is: de glans van de lak kan afnemen.
De kunststof carrosseriedelen moeten
op dezelfde wijze als de rest van de
auto gewassen worden.
Parkeer de auto zo min mogelijk onderbomen: de hars die uit de bomen
druppelt, maakt de lak mat.
BELANGRIJK Vogelpoep moet zo snel
en zo goed mogelijk verwijderd worden,
omdat hierin bijzonder agressieve zuren
aanwezig zijn.
Ruiten
Gebruik specifieke
schoonmaakmiddelen en schone,
zachte doeken om krassen en
beschadigingen te voorkomen.
Koplampen
Gebruik een zachte, vochtige doek die
in water met een specifiek
autowasmiddel is gedrenkt.
BELANGRIJK Gebruik nooit
aromatische stoffen (bijv. benzine) of
ketonen (bijv. aceton) om de plastic
lampglazen van de koplampen te
reinigen.
Motorruimte
Aan het einde van de winter moet de
motorruimte zorgvuldig worden
gewassen, zonder de straal op de
regeleenheden te richten. Laat deze
werkzaamheden uitvoeren door een
gespecialiseerd bedrijf.
BELANGRIJK Voor het uitspuiten van
de motorruimte moet de contactsleutel
in de stand STOP staan en de motor
koud zijn. Controleer na het reinigen of
de verschillende beschermingen (bijv.rubberen doppen en kappen) niet
verwijderd of beschadigd zijn.
BELANGRIJK
5)Schoonmaakmiddelen verontreinigen het
milieu. Was het voertuig daarom op een
plaats waar het afvalwater direct wordt
opgevangen en gezuiverd.
BELANGRIJK
30)Om de esthetische eigenschappen van
de lak te behouden, mogen er geen
schuur- en/of polijstmiddelen voor het
reinigen van het voertuig worden gebruikt.
31)Vermijd wassen met waterkanonnen,
rollen en/of borstels in autowasstraten.
Gebruik voor het wassen van de auto,
uitsluitend met de hand, pH-neutrale
reinigingsmiddelen; afdrogen met een
vochtige zeem.
154
ONDERHOUD EN ZORG
g