service Alfa Romeo Giulia 2017 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2017, Model line: Giulia, Model: Alfa Romeo Giulia 2017Pages: 232, PDF Size: 3.89 MB
Page 3 of 232
Beste klant,
Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Alfa Romeo hebt gekozen.
Wij hebben dit boekje opgesteld om u te helpen alle kenmerken van dit voertuig te leren kennen en het op de beste manier te
gebruiken. Dit voertuig is bedoeld voor dagelijks gebruik maar ook voor specifiek gebruik. Neem de tijd om bekend te raken met alle
dynamische opties van uw auto.
Dit boekje bevat informatie, adviezen en belangrijke waarschuwingen voor een juist gebruik van het voertuig, zodat u het maximum
uit de technologische eigenschappen van uw Alfa Romeo kunt halen.
Het wordt geadviseerd het eerst helemaal te lezen voordat u voor de eerste keer de weg op gaat, om bekend te raken met de
bedieningselementen en met name die elementen die betrekking hebben op de remmen, stuurinrichting en versnellingsbak,
tegelijkertijd kunt u het gedrag van het voertuig op verschillende wegdekken begrijpen.
In dit document vindt u tevens een beschrijving van de speciale kenmerken en tips, evenals belangrijke informatie over veilig rijden,
onderhoud van en zorg voor uw Alfa Romeo.
Geadviseerd wordt het instructieboek, nadat u het gelezen hebt, in het voertuig te bewaren, zodat u het in de toekomst gemakkelijk
kunt raadplegen en om ervoor te zorgen dat het aan boord van het voertuig blijft indien het verkocht mocht worden.
In het bijgevoegde Garantieboekje vindt u ook de beschrijving van de Diensten die Alfa Romeo haar klanten biedt, het
Garantiecertificaat en de details van de voorwaarden om de geldigheid ervan te behouden.
Wij zijn ervan overtuigd dat u met behulp van deze middelen spoedig vertrouwd zult raken met uw nieuwe auto en de service van de
mensen bij Alfa Romeo zult waarderen.
Veel leesplezier gewenst .. en goede reis!
BELANGRIJK
Dit instructieboekje beschrijft alle voertuigversies. Optionele inhoud, uitrusting bedoeld voor specifieke markten of bijzondere
versies worden niet als dusdanig geïdentificeerd in de tekst: u hoeft alleen rekening te houden met de informatie die hoort bij
de versie die u bezit. Bijzonderheden die tijdens de fabricage van het model geïntroduceerd zijn, behalve het speciale verzoek
om opties op het moment van de aanschaf, zullen aangegeven worden met de tekst(waar aanwezig).
Alle in deze publicatie vermelde gegevens zijn bedoeld om u te helpen uw voertuig op de best mogelijke wijze te gebruiken.
Alfa Romeo S.p.A. streeft naar een constante verbetering van de gefabriceerde voertuigen. Daarom behoudt zij zich het recht
voor wijzigingen aan het beschreven model aan te brengen om technische en/of commerciële redenen.
Neem voor meer informatie contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Page 4 of 232
AANDACHTIG LEZEN
TANKENGebruik geen benzine die methanol of ethanol E85 bevat. Het gebruik van dergelijke mengsels kan leiden tot problemen met de ontsteking en het
rijden, evenals tot beschadiging van vitale componenten van het brandstoftoevoersysteem.
Zie voor nadere details over het gebruik van de correcte brandstof de paragraaf "Tanken" in het hoofdstuk "Starten en rijden".
DE MOTOR STARTEN
Versies met mechanische versnellingsbak
Zorg ervoor dat de elektrische parkeerrem is ingeschakeld, trap de koppeling in en druk daarna kort op de startknop.
Versies met automatische versnellingsbak
Zorg ervoor dat de elektrische parkeerrem ingeschakeld is en dat de versnelling in P (Park) of N (Neutral) staat, trap op het rempedaal en druk dan op
de knop van de contactsleutel.
PARKEREN BOVEN BRANDBAAR MATERIAAL
De katalysator ontwikkelt tijdens zijn werking zeer hoge temperaturen. Parkeer de auto dus niet boven gras, dennennaalden of ander ontvlambaar
materiaal: brandgevaar.
MILIEUBESCHERMING
Het voertuig is uitgerust met een diagnosesysteem dat continu controles uitvoert op de componenten die verband houden met de uitlaatgasemissie,
om het milieu beter te beschermen.
ELEKTRISCHE ACCESSOIRES
Als na aanschaf van het voertuig besloten wordt om elektrische accessoires toe te voegen (met het risico dat de accu langzaam ontlaadt), neem dan
contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk. Zij kunnen het totale stroomverbruik berekenen en controleren of de elektrische installatie van het
voertuig geschikt is voor het extra stroomverbruik.
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD
Een correct onderhoud van de auto is van essentieel belang om de prestaties en de veiligheid van de auto, zijn milieuvriendelijkheid en lage
bedrijfskosten gedurende langere tijd te garanderen.
Page 13 of 232
DE SLEUTELS
ELEKTRONISCHE SLEUTEL
1)
1)
Het voertuig is uitgerust met een
elektronische sleutel met de Keyless
Start fig. 2 functie, in duplicaat geleverd.
Druk kort op knop
: ontgrendeling van
de portieren en bagageruimte,
tijdgestuurde inschakeling
binnenverlichting en dubbel knipperen
van de richtingaanwijzers (indien
ingeschakeld vanuit Connectsysteem).
De portieren kunnen altijd ontgrendeld
worden door de metalen baard in het slot
van het bestuurdersportier te plaatsen.Druk kort op knop
: vergrendeling van
de portieren en bagageruimte,
tijdgestuurde uitschakeling
binnenverlichting en dubbel knipperen
van de richtingaanwijzers (indien
ingeschakeld vanaf Connectsysteem
aanwezig).
Druk twee keer op de knop
om de
bagageruimte op afstand te openen. De
richtingaanwijzers knipperen twee maal
om aan te geven dat de achterklep
geopend is.
Automatische opening/sluitingsfunctie
ruiten
(indien aanwezig)
Verlengd indrukken van knop
: alle
ruiten open.
Verlengd indrukken van knop
: alle
ruiten gesloten.
VERZOEK OM EXTRA SLEUTELS
Als een nieuwe elektronische sleutel
nodig is, ga dan naar het Alfa Romeo
Servicenetwerk en neem een
identiteitsbewijs en de
eigendomsdocumenten van de auto mee.
BELANGRIJK
1)De elektronische onderdelen in de sleutels
kunnen beschadigen als de sleutel aan sterke
schokken wordt blootgesteld. Om een
correcte werking van de inwendige
elektronische componenten te garanderen,
mag de sleutel nooit aan direct zonlicht
blootgesteld worden.
BELANGRIJK
1)Gebruikte batterijen kunnen schadelijk
zijn voor het milieu als ze niet op de juiste
wijze als afval verwerkt worden. Ze moeten
overeenkomstig de wet in speciale bakken
gedeponeerd worden. Ze kunnen ook
ingeleverd worden bij het Alfa Romeo
Servicenetwerk dat voor hun verwerking zal
zorgen.
204016S0010EM
11
Page 15 of 232
STARTEN MET EEN SLEUTEL MET LEGE
BATTERIJ
Als de batterij van de afstandsbediening
leeg is, gaat u als volgt te werk om het
voertuig te starten:
til de voorste armsteun op;
leg de sleutel op de vorm onderop het
compartiment.
STUURSLOT(indien aanwezig)
Inschakelen
Het stuurslot is ingeschakeld wanneer
het bestuurdersportier wordt geopend
met de startinrichting op STOP.
Uitschakelen
Het stuurslot wordt ontgrendeld
wanneer de startknop wordt ingedrukt en
de elektronische sleutel herkend wordt.
BELANGRIJK
1)Neem de sleutel altijd mee als het
voertuig wordt verlaten, om te voorkomen
dat iemand onverhoeds gebruik van de
bedieningselementen maakt. Vergeet niet de
elektrische parkeerrem in te schakelen. Laat
kinderen nooit zonder toezicht in de auto
achter.2)After-market werkzaamheden waarbij
wijzigingen van de stuurinrichting of de
stuurkolom betrokken zijn (bijv. bij montage
van een alarmsysteem) zijn ten strengste
verboden. Dergelijke werkzaamheden
kunnen de prestaties van het systeem en de
garantie in gevaar brengen en het kan ook
ERNSTIGE VEILIGHEIDSPROBLEMEN
veroorzaken of erin resulteren dat de auto
niet meer aan de typegoedkeuring voldoet.
3)Trek ALTIJD de handrem aan, voordat u
het voertuig verlaat. Bij versies uitgerust
met automatische versnellingsbak, activeer
modus P (Parkeren) en druk op de
startinrichting om deze op STOP te zetten.
Bij het verlaten van het voertuig, altijd de
portieren sluiten door op het knopje op de
hendel te drukken.
4)Laat bij versies uitgerust met het Keyless
Startsysteem de elektronische sleutel niet in
of in de buurt van de auto achter of op een
plaats die toegankelijk is voor kinderen. Laat
het voertuig niet achter met de
startinrichting in stand ON. Een kind zou de
elektrische ruitbediening, andere
bedieningselementen kunnen activeren of
zelfs het voertuig kunnen starten.
5)Als er geknoeid is aan het contactslot
(bijv. een poging tot diefstal), dan moet men
deze laten controleren bij het Alfa Romeo
Servicenetwerk alvorens weer te gaan
rijden.
STARTONDERBREKING
Het startonderbrekingssysteem
voorkomt onbevoegd gebruik van het
voertuig waardoor de motor niet kan
starten.
Het systeem hoeft niet te worden
in-/uitgeschakeld: de werking is
automatisch, onafhankelijk van het feit of
de portieren van het voertuig al dan niet
zijn vergrendeld.
Wanneer de startinrichting op AAN wordt
gezet, identificeert het
Startonderbrekingssysteem de code die
door de sleutel wordt verzonden. Als de
code herkend wordt als geldig, maakt het
Startonderbrekingssysteem het starten
van de motor mogelijk.
Wanneer de startinrichting weer naar
STOP wordt gezet, schakelt het
Startonderbrekingssysteem de
motorregeleenheid uit, zodat de motor
niet gestart kan worden.
Zie voor de correcte procedures om de
motor te starten, de aanwijzingen in de
paragraaf "De motor starten" in het
hoofdstuk "Starten en rijden".
13
Page 16 of 232
Onregelmatige werking
Als de code van de sleutel, tijdens het
starten, niet correct herkend wordt,
wordt het pictogram
op het
instrumentenpaneel weergegeven (zie de
aanwijzingen in paragraaf "Lampjes en
berichten" in hoofdstuk "Kennismaking
met het instrumentenpaneel"). Deze
omstandigheid leidt er toe dat de motor
na 2 seconden wordt uitgeschakeld.
Draai in dat geval de startinrichting naar
STOP en daarna naar AAN; als de motor
geblokkeerd blijft, probeer het dan met
de andere bijgeleverde sleutels. Neem
contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk als de motor nog steeds
niet gestart kan worden.
Als het
pictogram tijdens het rijden
wordt weergegeven, betekent dit dat het
systeem een zelfdiagnose uitvoert (bijv.
bij een spanningsval). Als de weergave
aanhoudt, contact op nemen met het Alfa
Romeo Servicenetwerk.
ALARMSYSTEEM
(indien aanwezig)
Activering van het alarm leidt tot een
geluidssignaal en het knipperen van de
richtingaanwijzers.
BELANGRIJK De werking van het
diefstalalarm is marktgebonden en kan
dus per land verschillen.
INSCHAKELEN VAN HET ALARM
Richt bij gesloten portieren, motorkap en
achterklep en met de startinrichting in de
stand STOP, de elektronische sleutel op
het voertuig en druk op de toets en laat
de toets los
.
Behalve bij sommige versies voor
specifieke markten, produceert het
systeem een visueel en geluidssignaal en
wordt de portiervergrendeling
geactiveerd.
Met het alarm ingeschakeld, knipperen
de waarschuwingslampjes op de panelen
van de handgrepen van de voorportieren
fig. 4.
UITSCHAKELEN VAN HET ALARM
Druk op deknop.
BELANGRIJK Wanneer de portieren met
de metalen baard van de sleutel centraal
worden ontgrendeld, wordt het alarm
niet uitgeschakeld.
BUITEN WERKING STELLEN VAN HET
ALARM
Om het alarm volledig buiten werking te
stellen (bijv. als het voertuig lang niet
wordt gebruikt), de portieren afsluiten
door de metalen baard van de sleutel met
afstandsbediening in het slot om te
draaien.
404046S0001EM
14
KENNISMAKING MET DE AUTO
Page 34 of 232
Automatische wis-/wasregeling
Trek de hendel naar het stuur (onstabiele
stand) om de ruitensproeier in te
schakelen.
Houd de hendel aangetrokken om zowel
de ruitensproeier als de ruitenwisser in
één enkele beweging automatisch in te
schakelen.
Als de hendel wordt losgelaten, stopt de
ruitenwisser na drie slagen.
Na circa 6 seconden volgt nog een extra
reinigingsslag.
REGENSENSOR
Deze bevindt zich achter de
achteruitkijkspiegel, in contact met de
voorruit en detecteert de aanwezigheid
van regen en regelt het wissen van de
voorruit aan de hand van de hoeveelheid
water op de ruit.
Inschakelen/uitschakelen
9) 10)
Door het draaiknopje fig. 34 naar stand
ofte draaien, wordt de
regensensor geactiveerd.
Als de regensensor wordt ingeschakeld,
maken de ruitenwissers één wisslag.
(aanduidend dat de opdracht is
aangenomen).
Gebruik het draaiknopje fig. 34 of draai
de startinrichting op STOP.Als de startinrichting naar de stand STOP
wordt gedraaid, terwijl draaiknopje
fig. 34 in in
ofstaat, zal er,
wanneer het voertuig weer wordt gestart
(startinrichting in stand ON), geen
wiscyclus worden uitgevoerd, ook al
regent het.
19)
BELANGRIJK
19)Zorg ervoor dat het systeem is
uitgeschakeld als de voorruit moet worden
schoongemaakt.
BELANGRIJK
7)Gebruik de ruitenwissers nooit om
opgehoopte sneeuw of ijs van de voorruit te
verwijderen. Onder dergelijke
omstandigheden wordt bij overbelasting van
de ruitenwisser de beveiliging ingeschakeld,
waardoor de ruitenwisser enkele seconden
wordt uitgeschakeld. Als hierna de
ruitenwisser niet meer werkt, ook niet na de
motor opnieuw te hebben gestart, neem dan
contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
8)Schakel de ruitenwissers niet met van de
ruit opgeheven wisserbladen in.
9)Schakel de regensensor nooit in tijdens
een schoonmaakbeurt in een wastunnel.
10)Zorg ervoor dat het systeem is
uitgeschakeld als er ijs op de voorruit zit.
32
KENNISMAKING MET DE AUTO
Page 54 of 232
LAMPJES OP INSTRUMENTENPANEEL
Mogelijk gedetailleerde berichten en/of akoestische signalering kan worden gekoppeld aan een paar waarschuwingslampen en
symbolen.
Rode waarschuwingslampjes
Waarschuwingslampje Wat het betekent
ONVOLDOENDE REMVLOEISTOF / ELEKTRISCHE PARKEERREM INGESCHAKELD
Wanneer het waarschuwingslampje in de stand ON wordt gezet, gaat dit lampje branden en het moet doven kort nadat
de motor is gestart.
Remvloeistofniveau te laag
Dit lampje gaat branden wanneer het remvloeistofniveau in het reservoir zich onder het minimumpeil bevindt,
bijvoorbeeld door een lek in het remcircuit.
Neem contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk om het systeem zo spoedig mogelijk te laten controleren.
Elektrische parkeerrem ingeschakeld
Het waarschuwingslampje gaat branden wanneer de elektrische parkeerrem is ingeschakeld.
Schakel de elektrische parkeerrem uit, controleer daarna of het lampje gedoofd is.
Als het waarschuwingslampje blijft branden, neem dan contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
BELANGRIJK Als de auto op een helling van meer dan 30% is geparkeerd en/of de temperatuur van de remmen hoger is
dan 350°C, als de parkeerrem wordt ingeschakeld, gaat het waarschuwingslampje knipperen om een potentieel
onveilige situatie aan te geven.
STORING EBD
Wanneer de waarschuwingslampjes
(rood) and(geel) bij draaiende motor tegelijk gaan branden, dan is er een
storing in het EBD-systeem of is het systeem niet beschikbaar. In dit geval kunnen de achterwielen bij hard remmen
plotseling blokkeren waardoor de auto begint te slippen.
Rijd zeer voorzichtig naar het dichtstbijzijnde Alfa Romeo Servicepunt om het systeem onmiddellijk te laten
controleren.
52
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 55 of 232
Waarschuwingslampje Wat het betekent
STORING AIRBAG
Wanneer het waarschuwingslampje in de stand ON wordt gezet, gaat dit lampje branden en het moet doven kort nadat
de motor is gestart. Als het lampje permanent blijft branden, dan is er een storing in het airbagsysteem.
27)
VEILIGHEIDSGORDELS VOOR NIET VASTGEMAAKT
Het lampje gaat continu branden wanneer bij stilstaande auto de veiligheidsgordel aan bestuurders- en passagierszijde
(indien een passagier aanwezig is) niet is omgelegd. Het lampje gaat knipperen en er klinkt een geluidssignaal als het
voertuig rijdt en de veiligheidsgordel van de bestuurder of de passagier voorin (indien aanwezig) niet goed is
vastgemaakt.
TE HOGE MOTOROLIETEMPERATUUR
Het waarschuwingslampje gaat branden als de motorolie oververhit is.
Als het probleem aanhoudt, contact op nemen met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
15)
BELANGRIJK
27)Een storing van het waarschuwingslampjewordt aangegeven door het inschakelen van het pictogramop het instrumentenpaneel. In
dergelijke gevallen kan het lampje mogelijk geen storingen in de veiligheidssystemen aangeven. Laat het systeem onmiddellijk controleren door
het Alfa Romeo Servicenetwerk alvorens verder te rijden.
28)Als het
waarschuwingslampje niet dooft wanneer de startinrichting naar ON wordt gedraaid of als het blijft branden tijdens het rijden
(terwijl er ook een bericht op het display wordt weergegeven), dan kan er iets mis zijn met de veiligheidssystemen; in dat geval kunnen de airbags of
gordelspanners niet in werking treden bij een ongeval of, in een zeer beperkt aantal gevallen, onbedoeld in werking treden. Laat het systeem
onmiddellijk controleren door het Alfa Romeo Servicenetwerk alvorens verder te rijden.
BELANGRIJK
15)Als het symbool tijdens het rijden gaat branden, het voertuig tot stilstand brengen en de motor onmiddellijk afzetten.
53
28)
Page 56 of 232
Gele waarschuwingslampjes
Lampje Wat betekent dat?
STORING ABS
Wanneer de startinrichting in de stand ON wordt gezet, gaat dit lampje branden. Het moet doven kort nadat de motor is gestart.
Dit lampje gaat branden om een storing van het ABS aan te geven. In dat geval blijft het remsysteem normaal werken, maar met
uitsluiting van het ABS-systeem.
Rijd zeer voorzichtig en neem zo snel mogelijk contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
STORING TPMS
Als dit lampje gaat branden, dan duidt dit op een storing van het TPMS-systeem. Als op een of meerdere wielen geen sensoren
zijn gemonteerd, verschijnt er een bericht op het display tot de oorspronkelijke condities zijn hersteld.
Rijd niet verder met een of meerdere lekke banden, dit kan de bestuurbaarheid van de auto in gevaar brengen. Breng het voertuig
tot stilstand, voorkom bruusk remmen en sturen. Herstel onmiddellijk de correcte spanning van de banden met behulp van de
speciale bandenreparatiekit (zie de paragraaf "Een wiel repareren" in het hoofdstuk "Noodgevallen") en neem zo snel mogelijk
contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Lage bandenspanning
Het waarschuwingslampje gaat branden om aan te geven dat de bandenspanning lager is dan de aanbevolen waarde en/of dat de
band langzaam spanning verliest. Onder deze omstandigheden kunnen een optimale levensduur van de banden en een optimaal
brandstofverbruik niet gegarandeerd worden.
In elke situatie waarin op het display het bericht "Raadpleeg instructieboek" wordt weergegeven, is het VERPLICHT om de inhoud
van de paragraaf "Wielen en velgen" in het hoofdstuk "Technische gegevens" te raadplegen, en moeten de aanwijzingen die u
daarin vindt strikt worden opgevolgd.
ESC-SYSTEEM
Wanneer de startinrichting in ON wordt gezet, gaat het lampje branden maar het moet doven zodra de motor is gestart.
Inwerkingtreden ESC-systeem: inwerkingtreding van het systeem wordt aangegeven door het knipperen van het
waarschuwingslampje: dit geeft aan dat de stabiliteit en de grip van de auto in kritieke toestand verkeren.
Storing ESC-systeem: Als het lampje niet dooft, of blijft branden terwijl de motor loopt, is er een storing in het ESC-systeem
aangetroffen.
Neem in dit soort gevallen zo snel mogelijk contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Storing Hill Start Assist-systeem: het gaan branden van het lampje duidt op een storing van het Hill Start Assist-systeem.
Neem in dit soort gevallen zo snel mogelijk contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
54
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 58 of 232
Lampje Wat betekent dat?
BRANDSTOFRESERVE / BEPERKTE ACTIERADIUS
Het waarschuwingslampje (of het pictogram op het beeldscherm) schakelt in als er ongeveer 8 liter brandstof in de tank voor de
Diesel versies aanwezig is, en ongeveer 9 liter brandstof voor benzine-versies.
29)
STORING INSPUIT-/EOBD-SYSTEEM
Onder normale omstandigheden, wanneer de startinrichting op de stand ON wordt gezet, gaat het lampje branden, maar dit moet
doven zodra de motor is gestart.
De verkeerspolitie beschikt over speciale apparatuur waarmee de werking van het lampje kan worden gecontroleerd. Neem in elk
geval de wettelijke voorschriften in acht van het land waarin u rijdt.
16)
Storing inspuitsysteem
Als het lampje blijft branden of tijdens het rijden gaat branden, werkt het inspuitsysteem niet goed. Een continu brandend lampje
duidt op een storing in het inspuit-/ontstekingssysteem die zou kunnen leiden tot overmatige uitlaatgasemissies, mogelijk
prestatieverlies, slechte rijeigenschappen en een hoog brandstofverbruik.
Het lampje dooft nadat de storing is verdwenen, maar de storing wordt toch door het systeem in het geheugen opgeslagen.
Onder deze omstandigheden kan met gematigde snelheid verder gereden worden, maar niet op hoge snelheid en zonder te veel
van de motor te eisen. Het langdurig rijden met continu brandend lampje kan tot schade leiden. Neem zo snel mogelijk contact op
met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Katalysator beschadigd
Als het waarschuwingslampje knippert, betekent dit dat de katalysator beschadigd kan zijn.
Laat het gaspedaal los om het motortoerental te verlagen tot het lampje stopt met knipperen. Rijd verder met gematigde
snelheid en voorkom rijomstandigheden die kunnen leiden tot het opnieuw gaan knipperen van het lampje. Neem zo spoedig
mogelijk contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
BELANGRIJK
29)Als, tijdens het rijden, het lampje gaat knipperen (of het pictogram op het display verschijnt), contact opnemen met het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
56
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL