airbag Alfa Romeo Giulietta 2015 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2015, Model line: Giulietta, Model: Alfa Romeo Giulietta 2015Pages: 288, PDF Size: 7.3 MB
Page 11 of 288
LUCHTUITSTROOMOPENINGEN
❒Klimaatregelsysteem........................... 23
LINKERHENDEL
❒Buitenverlichting
INSTRUMENTENPANEEL
❒Instrumentenpaneel en
boordinstrumenten .............................101
❒Controlelampjes ..................................107
RECHTERHENDEL
❒Ruiten reinigen .................................... 41
UConnect Radio/UConnect Radio
Nav (voor bepaalde versies/markten)
AIRBAG PASSAGIERSZIJDE
❒Werking ..............................................152
DASHBOARDKASTJE
❒Openen .............................................. 49
VERWARMING/
KLIMAATREGELSYSTEEM
❒Klimaatcomfort ................................... 24
❒Handbediende klimaatregeling ............ 25
❒Automatische dual-zone
klimaatregeling .................................... 29
BEDIENINGSKNOPPEN
❒Portiervergrendeling ............................ 47
❒Mistlampen ......................................... 47❒Mistachterlichten ................................. 47
❒iTPMS systeem (voor bepaalde
versies/markten) ................................. 76
STUURWIEL
❒Afstelling ............................................. 20
❒Frontairbag bestuurderszijde ...............152
CRUISE CONTROL HENDEL (voor
bepaalde versies/markten)
❒Werking .............................................. 43
126
7111089
3A0K0661
7
Page 56 of 288
BELANGRIJK Aan beide zijden van de
zonneklep aan passagierszijde is een
etiket aangebracht dat eraan herinnert
dat de airbags verplicht uitgeschakeld
moeten worden als een naar achteren
gericht kinderzitje op de voorstoel
wordt gemonteerd. Houd u altijd aan de
aanwijzingen op de zonneklep (zie de
paragraaf “Frontairbag” in hoofdstuk
"Veiligheid").
BRANDBLUSSER
(voor bepaalde versies/markten)
Deze bevindt zich onder de voorste
passagiersstoel fig. 55.
OPMERKING Bij sommige versies
bevindt deze zich aan de rechterkant
van de bagageruimte, in een speciale
houder.
BELANGRIJK
19) Rijd nooit met open
dashboardkastje: bij een ongeval
kunnen de inzittenden voorin
hierdoor verwond raken.
20) De aansteker wordt bijzonder
heet. Hanteer hem voorzichtig
en zorg ervoor dat hij niet door
kinderen wordt gebruikt: risico op
brand en/of brandwonden.
21) Gebruik de asbak niet als
prullenbak: papiertjes en
dergelijke kunnen door peuken in
brand raken.
ELEKTRISCH
SCHUIFDAK
(voor bepaalde versies/markten)
Het elektrische schuifdak bestaat uit 2
glazen panelen, een vast paneel achter
en een verstelbaar paneel voor. Deze
panelen zijn voorzien van twee
zonneschermen (voor en achter) en
kunnen handmatig worden versteld.
De zonneschermen kunnen bij gesloten
schuifdak in alle standen worden
versteld.
BEDIENING
Het schuifdak kan alleen bediend
worden als de contactsleutel in de
stand MAR staat.
Met de knoppen A en B fig. 56 op de
bekleding naast de voorste
plafondverlichting kunnen de functies
voor het openen/sluiten van het
schuifdak bediend worden.
Schuifdak openen
Houd knop A fig. 56ingedrukt: het
voorste glazen paneel gaat naar de
"spoilerstand". Druk nogmaals en
langer dan een halve seconde op de
knop A om het schuifdak automatisch
in een tussenstand te brengen
("Comfortstand").
55A0K0575
52
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 93 of 288
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
In dit deel van het instructieboek vindt u
alle informatie die u nodig hebt om het
instrumentenpaneel goed te begrijpen,
te interpreteren en te gebruiken.DISPLAY ......................................... 90
MENUOPTIES ................................. 93
INSTRUMENTENPANEEL ...............101
TRIP COMPUTER ...........................103
LAMPJES EN BERICHTEN .............107
- LAAG REMVLOEISTOFNIVEAU/
HANDREM AANGETROKKEN ............. 108
- STORING EBD .................................. 108
- STORING AIRBAG ............................ 109
- VEILIGHEIDSGORDELS NIET
VASTGEMAAKT .................................. 109
- STORING DYNAMO .......................... 109
- MOTOROLIEDRUK TE LAAG ............ 111
-UITGEWERKTE MOTOROLIE (voor
bepaalde versies/markten) .................. 112
- TE HOGE
KOELVLOEISTOFTEMPERATUUR ....... 114
- STORING ALFA TCT ......................... 115
-PORTIEREN NIET GOED
GESLOTEN ......................................... 115
-SNELHEIDSLIMIET
OVERSCHREDEN ............................... 116
- STORING DUAL PINION
STUURBEKRACHTIGING .................... 116
- STORING ALFA ROMEO CODE
SYSTEEM/STORING ALARM .............. 117
- BRANDSTOFRESERVE/BEPERKTE
ACTIERADIUS ..................................... 117
- ALGEMENE STORING ...................... 118
- ALGEMENE STORING ...................... 119
-MISTACHTERLICHTEN ...................... 120
- STORING ABS .................................. 121
-REMBLOKSLIJTAGE ......................... 121
- PASSAGIERSAIRBAG
UITGESCHAKELD ............................... 121
- STORING
INSPUIT-/EOBD-SYSTEEM ................. 122- STORING VOORGLOEIBOUGIES/
VOORGLOEISYSTEEM
(dieselmotoren) .................................... 123
-WATER IN DIESELFILTER
(dieselversies) ..................................... 123
- REINIGING DPF (roetfilter) bezig
(alleen dieselversies met DPF) .............. 125
- iTPMS-SYSTEEM .............................. 127
- ELEKTRONISCHE
STABILITEITSREGELING (ESC) ........... 129
- ELEKTRONISCHE
STABILITEITSREGELING (ESC) ........... 130
- CRUISE CONTROL (voor bepaalde
uitvoeringen/markten) ......................... 131
- STADSLICHT .................................... 131
- FOLLOW ME HOME ......................... 131
- DIMLICHT ......................................... 131
- MISTLAMPEN VOOR ........................ 132
- LINKER RICHTINGAANWIJZER ....... 132
- RECHTER RICHTINGAANWIJZER ... 132
- GROOTLICHT ................................... 132
-AFSLUITER VAN DE
BRANDSTOFTOEVOER ..................... 133
- MOGELIJKE IJSVORMING OP
WEGDEK............................................. 133
- STORING REMLICHTEN ................... 133
- STORING SCHEMERSENSOR.......... 133
- STORING REGENSENSOR ............... 134
- STORING PARKEERSENSOR ........... 134
-INSCHAKELING/UITSCHAKELING
START&STOP-SYSTEEM (voor
bepaalde versies/markten) .................. 135
-STORING START&STOP .................... 135
- WEERGAVE VAN GEKOZEN
RIJMODUS (“Alfa DNA”-systeem) ........ 136
89
Page 96 of 288
BEDIENINGSKNOPPEN
fig. 100: om het weergegeven
scherm en de betreffende opties naar
boven te doorlopen of om de
weergegeven waarde te verhogen.
SET/
: kort indrukken om het menu
te openen en/of naar het volgende
scherm te gaan of de keuze te
bevestigen. Lang indrukken om naar
het standaardscherm terug te keren.
: om het weergegeven menu en
de betreffende opties naar beneden
te doorlopen of om de weergegeven
waarde te verlagen.
BELANGRIJK De knoppen
en
activeren verschillende functies,
afhankelijk van de volgende situaties:
❒zorgen binnen het menu voor het
naar beneden en naar boven
doorlopen van de opties;❒zorgen tijdens instellingen voor het
verhogen en verlagen van de
waarden.
SETUP-MENU
Het menu bestaat uit een serie opties
die gekozen kunnen worden met de
toetsen
enwaarna
verschillende keuze- en
instellingsmogelijkheden (Setup)
worden geboden.
Sommige opties hebben een submenu.
Het menu wordt geactiveerd door de
knop SET/
kort in te drukken.
Het menu bestaat uit de volgende
opties:
❒MENU
❒VERLICHTING
❒PIEP SNELHEID
❒SENSOR KOPLAMPEN (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
❒REGENSENSOR (voor bepaalde
versies/markten)
❒ACTIVERING TRIP B
❒STEL UUR (tijd) IN
❒STEL DATUM IN
❒EERSTE PAGINA (voor bepaalde
versies/markten)
❒AUTOCLOSE❒MEETEENHEID
❒TAAL
❒GELUIDSSTERKTE
WAARSCHUWINGEN
(zoemervolume)
❒PIEP VEILIGHEIDSGORDELS/
CONTROLEZOEMER
❒SERVICE
❒AIRBAG/PASSAGIERSAIRBAG
❒"DAYTIME RUNNING LIGHTS"
❒ADAPTIEVE LICHTEN (voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
❒INSTAPVERLICHTING
❒MENU VERLATEN
OpmerkingBij auto's met radio-
navigatiesystemen (voor bepaalde
versies/markten) worden sommige
menuopties op de display van het
navigatiesysteem weergegeven.
Een optie in het
hoofdmenu zonder een
submenu kiezen:
❒druk kort op de SET/
knop om
de instelling van het hoofdmenu die
gewijzigd moet worden te selecteren;
❒druk op de toetsen
of
(deze telkens indrukken) om de
nieuwe instelling te selecteren;
100A0K0541
92
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 103 of 288
Wanneer het interval voor de
onderhoudsbeurt is vervallen en daarna
voor ongeveer 1000 km/600 mijl of 30
dagen, wordt een bericht hierover
weergegeven.
In-/uitschakeling
airbags aan
passagierszijde
(frontairbag
passagierzijde en
zijairbag ter
bescherming van
bekken, borst en
schouders - Zijairbag)
Deze functie zorgt voor de in-/
uitschakeling van de zijairbag aan de
passagierszijde.
Ga als volgt te werk:
❒druk op de toets SET/
en druk,
nadat het bericht (Bag pass: Off)
(voor het uitschakelen) of de melding
(Bag pass: On) (voor het inschakelen)
op het display is verschenen door
het indrukken van de knoppen
"en"", nogmaals op de
toets SET/
;
❒op de display verschijnt een
bevestigingsmelding;
❒druk op de toets
ofom
"Ja" te selecteren (om het
inschakelen/uitschakelen te
bevestigen) of "Nee" (om te
annuleren);❒druk kort op de SET/
knop, er
verschijnt een bevestigingsbericht
van de gekozen instelling en er wordt
teruggekeerd naar het menuscherm.
Houd de knop langer ingedrukt om
terug te keren naar het
standaardscherm zonder op te slaan.
Dagverlichting (DRL)
Met deze functie kan de dagverlichting
automatisch worden in- en
uitgeschakeld.
Ga als volgt te werk om de functie in-
en uit te schakelen:
❒druk kortstondig op de SET/
knop om een submenu weer te
geven;
❒druk kortstondig op de SET/
knop om "On" of "Off" op het display
te doen knipperen in functie van
wat eerder is ingesteld;
❒druk op
ofom uw keuze
te maken;
❒druk kortstondig op de SET/
knop om terug te keren naar het
menuscherm of druk langdurig op de
knop om terug te keren naar het
hoofdmenu zonder op te slaan;❒houd de SET/
knop nogmaals
ingedrukt om terug te keren naar
het standaardscherm of het
hoofdmenu in functie van waar men
zich bevindt.
AFS adaptieve lichten
(Adaptive Frontlight
System)
(voor bepaalde versies/markten)
Met deze functie kan het AFS (Adaptive
Frontlight System) ingeschakeld/
uitgeschakeld worden.
Ga als volgt te werk om de functie in-
en uit te schakelen:
❒druk kortstondig op de SET/
knop om een submenu weer te
geven;
❒druk kortstondig op de SET/
knop om "On" of "Off" op het display
te doen knipperen in functie van
wat eerder is ingesteld;
❒druk op
ofom uw keuze te
maken;
❒druk kortstondig op de SET/
knop om terug te keren naar het
menuscherm of druk langdurig op de
knop om terug te keren naar het
hoofdmenu zonder op te slaan;
99
Page 113 of 288
Wat het betekent Wat te doen
roodSTORING AIRBAG
Als de contactsleutel naar de stand MAR wordt
gedraaid, gaat dit lampje branden. Na enkele
seconden moet het doven.
Als het lampje vast blijft branden, dan is er een
storing in het airbagsysteem.
Op het display verschijnt een speciaal bericht.
63) 64)
roodVEILIGHEIDSGORDELS NIET
VASTGEMAAKT
(voor bepaalde versies/markten)
Het waarschuwingslampje blijft continu branden
bij stilstaande auto als de veiligheidsgordel van de
bestuurder niet is vastgemaakt.
Wanneer met de auto wordt gereden met niet
goed omgelegde veiligheidsgordels, gaat het
lampje knipperen en klinkt er een geluidssignaal.Neem contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk om de zoemer van het SBR-
systeem (Seat Belt Reminder) permanent te laten
uitschakelen. Het systeem kan weer worden
ingeschakeld in het Setup-menu.
roodSTORING DYNAMO
Wanneer de contactsleutel in de stand MAR
wordt gedraaid, gaat het lampje branden. Het
moet doven nadat de motor is gestart (als de
motor stationair draait, kan het voorkomen dat
het lampje iets later dooft).Als het waarschuwingslampje blijft branden (of
het symbool op het display blijft staan), neem dan
zo snel mogelijk contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
109
Waarschuwingslampjesop
instrumentenpaneel
Page 114 of 288
BELANGRIJK
63) Als hetwaarschuwingslampje niet dooft wanneer de sleutel naar MAR wordt gedraaid of als het blijft branden
tijdens het rijden (terwijl er ook een bericht op het display wordt weergegeven), dan kan er iets mis zijn met de
veiligheidssystemen; in dit geval worden de airbags misschien niet opgeblazen of werken de gordelspanners niet
goed indien een ongeval optreedt of, in een zeer beperkt aantal gevallen, werken ze op het verkeerde moment. Laat
het systeem onmiddellijk controleren door het Alfa Romeo Servicenetwerk alvorens verder te rijden.
64) Een storing van het waarschuwingslampje
wordt aangegeven als het waarschuwingslampje(op het paneeltje
boven de achteruitkijkspiegel) langer dan de gebruikelijke 4 seconden blijft knipperen. Bovendien schakelt het
airbagsysteem de airbag aan passagierszijde automatisch uit. In dat geval kan het lampje
mogelijk geen storingen
in de veiligheidssystemen aangeven. Laat het systeem onmiddellijk controleren door het Alfa Romeo Servicenetwerk
alvorens verder te rijden.
110
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 125 of 288
Wat het betekent Wat te doen
geelSTORING ABS
Als de contactsleutel naar de stand MAR wordt
gedraaid, gaat dit lampje branden. Na enkele
seconden moet het doven.
Het lampje (of symbool op het display) gaat
branden wanneer het systeem inefficiënt wordt. In
dit geval blijft het remsysteem normaal werken,
maar zonder de extra prestaties van het ABS-
systeem.
Op het display verschijnt een speciaal bericht.Rijd zeer voorzichtig en neem zo snel mogelijk
contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
geelREMBLOKSLIJTAGE
(voor bepaalde versies/markten)
Het waarschuwingslampje (of symbool op het
display) gaat branden wanneer de remblokken
voor en achter versleten zijn.
Op het display verschijnt een speciaal bericht.Laat de remblokken zo snel mogelijk vervangen.
geelPASSAGIERSAIRBAG UITGESCHAKELD
Het lampje (op het paneeltje boven de
achteruitkijkspiegel) gaat branden wanneer de
frontairbag aan passagierszijde wordt
uitgeschakeld.
Wanneer bij ingeschakelde frontairbag aan
passagierszijde de contactsleutel naar MAR
wordt gedraaid, gaat het lampje eerst enkele
seconden continu branden en moet vervolgens
doven.
Als het lampje
knippert, dan duidt dit op een
storing van het
waarschuwingslampje.
68)
121
Waarschuwingslampjesop
instrumentenpaneel
Page 128 of 288
BELANGRIJK
68) Een storing van het waarschuwingslampjewordt aangegeven door het aangaan van het waarschuwingslampje
. Bovendien schakelt het airbagsysteem de airbag aan passagierszijde automatisch uit. Laat het systeem
onmiddellijk controleren door het Alfa Romeo Servicenetwerk alvorens verder te rijden.
BELANGRIJK
13) Als het lampje, wanneer de contactsleutel naar MAR wordt gedraaid, niet gaat branden of tijdens het rijden
continu blijft branden of gaat knipperen (bij bepaalde versies verschijnt er ook een bericht op het display), neem
dan zo snel mogelijk contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
BELANGRIJK
14) Water in het brandstoftoevoercircuit kan het inspuitsysteem ernstig beschadigen en een onregelmatige werking van
de motor veroorzaken. Als het lampje
op het instrumentenpaneel gaat branden (samen met een bericht op het
display), neem dan zo snel mogelijk contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk om het systeem te laten
aftappen. Als het lampje onmiddellijk na het tanken gaat branden, kan het zijn dat er tijdens het tanken water in de
tank terecht is gekomen: zet de motor onmiddellijk af en neem contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
124
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 141 of 288
VEILIGHEID
Dit hoofdstuk is erg belangrijk. Hierin
worden de veiligheidssystemen
beschreven waarmee de auto is
uitgerust en aanwijzingen over hoe deze
op de juiste wijze gebruikt moeten
worden.VEILIGHEIDSGORDELS .................138
S.B.R. SYSTEEM (SEAT BELT
REMINDER) ....................................139
GORDELSPANNERS.......................141
VEILIG KINDEREN VERVOEREN .....143
"UNIVERSEEL" KINDERZITJE
MONTEREN (MET DE
VEILIGHEIDSGORDELS) .................145
INBOUWVOORBEREIDING
UNIVERSEEL "ISOFIX"
KINDERZITJE ..................................148
FRONTAIRBAGS .............................152
ZIJAIRBAGS (ZIJAIRBAG -
HOOFDAIRBAG) .............................156
137