oil Alfa Romeo MiTo 2014 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2014, Model line: MiTo, Model: Alfa Romeo MiTo 2014Pages: 280, PDF Size: 8.01 MB
Page 80 of 280

ELEKTRISCH SCHUIFDAK(voor bepaalde versies/markten)
Het grote glazen zonnedak bestaat uit een beweegbaar glazen paneel
en een zonnescherm.
Dankzij het glazen paneel kan, wanneer het gesloten is, licht van
buiten naar binnen komen en geeft het zicht naar buiten vanuit het
interieur.BEDIENINGHet schuifdak kan alleen bediend worden wanneer de contactsleutel in
de stand MAR staat. Het schuifdak kan worden geopend/gesloten
met de knoppen A en B fig. 54 naast het plafondlampje voor.Schuifdak openen
Als op knop A fig. 54 wordt gedrukt, kan het glazen paneel op twee
manieren geopend worden.
Automatisch
Als knop A ingedrukt gehouden wordt, wordt het glazen paneel vanuit
volledig gesloten stand opgetild en naar de spoilerstand verplaatst.
Als de knop weer wordt ingedrukt, schuift het paneel naar achteren tot
het volledig geopend is.
Na het eerste openingscommando, kan het glazen paneel in
tussenstanden worden gestopt door nogmaals op de knop te drukken.
Handmatig
Als er kort op knop A gedrukt wordt, beweegt het glazen paneel van
de volledig gesloten stand naar de stand waarop de knop wordt
losgelaten. In dit geval wordt het paneel geopend door op de knop te
drukken.
Dankzij deze functie kan het voorste paneel in tussenstanden gezet
worden in vergelijking met de standen die verkregen worden met
automatische opening.
Open het schuifdak niet als er sneeuw of ijs op is: risico op
beschadiging.
fig. 54
A0J0329
76
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 81 of 280

Het zonnedak moet gesloten blijven als er een imperiaal
met dwarsbalken wordet gemonteerd.Verwijder altijd de sleutel uit het contactslot als de
auto wordt verlaten om te voorkomen dat
onverwachtse bediening van het schuifdak gevaar
oplevert voor de achtergebleven passagiers. Oneigenlijk gebruik
van het schuifdak kan gevaarlijk zijn. Controleer voor en tijdens
het bedienen altijd of de passagiers niet kunnen worden
verwond door het bewegende schuifdak of door voorwerpen die
door het mechanisme worden meegesleept of geraakt.
Het schuifdak sluiten
Als op knop B fig. 54 wordt gedrukt, kan het glazen paneel op twee
manieren gesloten worden.
Automatisch
Houd knop B, met het dak volledig geopend, ingedrukt: het voorste
glazen paneel wordt in de spoilerstand gezet.
Als de knop weer wordt ingedrukt, schuift het paneel naar voren tot
het volledig gesloten is.
Na het eerste openingscommando, kan het glazen paneel in
tussenstanden worden gestopt door nogmaals op de knop te drukken.Handmatig
Als er kort op knop B gedrukt wordt, beweegt het glazen paneel van
de volledig geopende stand naar de stand waarop de knop wordt
losgelaten. In dit geval wordt het paneel gesloten door op de knop te
drukken.
Dankzij deze functie kan het voorste paneel in tussenstanden gezet
worden in vergelijking met de standen die verkregen worden met
automatische sluiting.
ZONNESCHERMDe lichtsterkte in het interieur kan aangepast worden door het gebruik
van een zonnescherm.
Scherm openen:druk op knop A fig. 55 om het scherm los te
maken en pak hendel B vast om het naar achteren te schuiven.
Scherm sluiten:pak hendel B fig. 55 vast en schuif het scherm naar
voren, controleer of het goed op zijn plaats vastklikt.
fig. 55
A0J0157
77WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 82 of 280

VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN DAK
SLUITEN (knelbeveiliging)De knelbeveiliging, die in overeenstemming is met de Richtlijn
2000/4/EG, is actief tijdens de horizontale en verticale sluitingsfase
van het paneel wanneer er een obstakel wordt geconstateerd (bijv.
vinger, hand):
❒tijdens de horizontale sluitbewegingis de beveiliging actief
gedurende het gehele parcours en, als er voor het glazen paneel
een obstakel wordt geconstateerd, wordt de beweging omgekeerd;
❒tijdens de verticale sluitbewegingis de beveiliging actief als
er achter het glazen paneel een obstakel wordt geconstateerd, de
beweging wordt omgekeerd tot de spoilerstand is bereikt.
De mogelijkheid van beknelling vanuit het interieur aan de zijkanten
van het paneel wordt voorkomen door de toepassing van
beschermingen aan de zijkant die toegang tot risicozones voorkomen.
BELANGRIJK De knelbeveiliging wordt uitgeschakeld door knop B
continu ingedrukt te houden.INITIALISATIEPROCEDUREAls de accu werd losgekoppeld of als een zekering is doorgebrand,
dan moet de werking van het schuifdak opnieuw worden
geïnitialiseerd.
Ga als volgt te werk:
❒houd knop B fig. 54 ingedrukt tot het schuifdak helemaal gesloten is.
Laat de knop los;
❒druk op B en houdt deze minstens 10 seconden ingedrukt en/of tot
het ruitpaneel vooruit vastklikt. Laat de knop vervolgens los;
❒druk binnen 5 seconden na de vorige bediening opnieuw op knop B
en houd deze ingedrukt: het voorste ruitpaneel zal een volledige
cyclus openen en sluiten uitvoeren. Laat de knop pas na afloop van
deze cyclus los.
ONDERHOUD/NOODBEDIENINGIn geval van nood of onderhoud, kan het schuifdak handmatig worden
versteld wanneer er geen stroom aanwezig is (voorste ruitpaneel
openen/sluiten) door de volgende werkzaamheden uit te voeren:
❒verwijder de beschermdop A fig. 56 op de binnenbekleding, tussen
de twee zonneschermen;
❒neem de meegeleverde Allen sleutel B uit het dashboardkastje of uit
de gereedschapshouder in de bagageruimte;
❒steek de betreffende sleutel in de zitting C en draai hem rechtsom
om het schuifdak te openen of linksom om het schuifdak te sluiten.
fig. 56
A0J0328
78
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 151 of 280

❒gebruik sleutel A fig. 118 om de wielbouten ongeveer één slag los
te draaien;
❒plaats de krik onder de auto, nabij het te verwisselen wiel. Let
bijzonder op zodat de spoilers/miniskirts (indien voorzien) niet
beschadigd raken;
❒gebruik het toestel A fig. 119 om de krik te verlengen tot de
bovenkant van de krik B fig. 120 in de rand C van de chassisbalk
komt;
❒waarschuw de passagiers/omstanders dat de auto wordt opgekrikt;
zorg dat niemand in de nabijheid van de auto komt tot de auto
weer helemaal op grond staat;
❒plaats de slinger D fig. 119 in het huis in toestel A en krik de auto
op tot het wiel enkele centimeters van de grond is;
❒zorg dat de contactvlakken van het noodreservewiel en de velg
schoon zijn om het loskomen van de wielbouten te voorkomen;
❒monteer het noodreservewiel door de eerste wielbout twee slagen
aan te draaien in het gat dat zich het dichtst bij het ventiel bevindt;❒neem de sleutel A fig. 118 en draai de wielbouten volledig vast;
❒draai aan de slinger van de krik D fig. 119 om de auto omlaag te
brengen. Verwijder de krik;
❒gebruik de sleutel A fig. 118 om de wielbouten kruiselings vast te
draaien, in de volgorde die is aangegeven in fig. 121;
fig. 118
A0J0106
fig. 119
A0J0062
fig. 120
A0J0061
147WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER