Alfa Romeo MiTo 2015 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2015, Model line: MiTo, Model: Alfa Romeo MiTo 2015Pages: 280, PDF Size: 8.53 MB
Page 21 of 280

Start&Stop systeem uitschakelen
❒Versies met multifunctionele display:er wordt een bericht getoond
wanneer het Start&Stop-systeem wordt uitgeschakeld.
❒Versies met herconfigureerbare multifunctionele display:het symbool
en een bericht worden getoond wanneer het Start&Stop-systeem
wordt uitgeschakeld.
Storing Start&Stop-systeem
Als er een storing optreedt in het Start&Stop systeem, knippert het
symbool
(versies met multifunctioneel display) of(versies met
herconfigureerbaar multifunctioneel display) op de display.
Voor bepaalde versies/markten, indien aanwezig, wordt er ook een
bericht weergegeven.
Raapleeg in zo'n geval het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Bagageruimte open
Bij sommige versies wordt een melding + symbool op de display
weergegeven wanneer de bagageruimte open is.
Motorkap open
Bij sommige versies wordt een melding + symbool op de display
weergegeven wanneer de motorkap open is.
Mogelijke aanwezigheid van ijs
op de weg
Bij versies met "Herconfigureerbare multifunctionele display"
verschijnen er een bericht en een symbool wanneer de
buitentemperatuur 3°C of lager bedraagt.
Bij versies met multifunctioneel display, wordt alleen een melding
weergegeven.
BELANGRIJK Bij een storing van de buitentemperatuursensor, worden
streepjes i.p.v. temperatuurwaarden op de display weergegeven.
Afsluiter van de
brandstoftoevoer
Bij sommige versies verschijnt een melding + symbool op de display
wanneer de afsluiter van de brandstoftoevoer inschakelt.
Voor het opnieuw inschakelen van de afsluiter van de
brandstoftoevoer, zie de paragraaf “Afsluiter van de brandstoftoevoer”
in dit hoofdstuk.
Storing buitenverlichting
Bij sommige versies verschijnt een melding + symbool op de display
wanneer een storing in een van de volgende lichten optreedt:
❒dagverlichting (DRL)
❒stadslicht
❒richtingaanwijzers
❒mistachterlicht
❒kentekenverlichting.
17
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
In-/uitschakeling Start&Stop systeem
(voor bepaalde versies/markten)
Inschakeling Start&Stop systeem
Wanneer het Start&Stop systeem wordt ingeschakeld, verschijnt een
melding op de display.
Page 22 of 280

De storing kan de volgende oorzaken hebben: een of meer lampen
doorgebrand, de betreffende zekering(en) doorgebrand of elektrische
verbinding onderbroken.
Storing remlichten
Bij sommige versies verschijnt een melding + symbool op de display
wanneer een storing in de remlichten optreedt.
De storing kan de volgende oorzaken hebben: lamp doorgebrand,
zekering doorgebrand of elektrische verbinding onderbroken.
Storing schemersensor
(voor bepaalde versies/markten)
Bij sommige versies verschijnt een melding + symbool op de display
wanneer een storing in de schemersensor optreedt.
Storing regensensor
(voor bepaalde versies/markten)
Bij sommige versies verschijnt een melding + symbool op de display
wanneer een storing in de regensensor optreedt.
Storing parkeersensor
(voor bepaalde versies/markten)
Bij sommige versies verschijnt een melding + symbool op de display
wanneer een storing in de parkeersensoren optreedt.
Storing dynamic suspension (actief
schokdempersysteem)
(voor bepaalde versies/markten)
Bij sommige versies, wordt het symbool + op de display weergegeven
in geval van een storing in het actief schokdempersysteem.Raadpleeg in dat geval zo snel mogelijk het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
Weergave van de gekozen rijmodus
(“Alfa DNA”-systeem)
(voor bepaalde versies/markten)
Bij versies met een "Herconfigureerbare multifunctionele display",
wordt een + symbool samen met de gekozen rijmodus weergegeven
“DYNAMIC”, “NATURAL” of “ALL WEATHER”. Er verschijnt een
waarschuwingsbericht op het display wanneer een van deze rijmodi
niet beschikbaar is.
Bij versies met multifunctionele display, wordt samen met het speciale
bericht ook een letter ("d" of "a") in functie van de gekozen rijmodus
weergegeven.
Weergave motorolieniveau
(voor bepaalde versies/markten)
Wanneer de contactsleutel in de stand MAR wordt gedraaid, verschijnt
het motorolieniveau enkele seconden op het display. Als het
motorolieniveau onvoldoende is, wordt een bericht op het display
weergegeven.
BELANGRIJK Controleer voor het juiste olieniveau steeds de
oliepeilstok (zie paragraaf “Niveaus controleren” in het hoofdstuk
“Onderhoud en zorg”).
BELANGRIJK Controleer het oliepeil met de auto op een vlakke
ondergrond voor een juiste aflezing.
BELANGRIJK Om het olieniveau juist af te lezen, wacht ongeveer 2
seconden na de sleutel in de stand MAR-ON te hebben gezet alvorens
de motor aan te zetten.
18
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
BELANGRIJK Het olieniveau kan toenemen na een lange stilstand.
Page 23 of 280

CONTROLELAMPJES IN HET FRAME OP
DE ACHTERUITKIJKSPIEGEL
Passagiersairbag/zijairbag uitgeschakeld (geel)
Het lampje
in het frame op de achteruitkijkspiegel (zie fig. 4) gaat
branden wanneer de frontairbag en de zijairbag aan passagierszijde
worden uitgeschakeld.
Wanneer bij ingeschakelde frontairbag aan passagierszijde de
contactsleutel in de stand MAR wordt gedraaid, gaat het lampje
eerst enkele seconden continu branden en vervolgens enkele
seconden knipperen. Hierna zou het lampje moeten doven.
Wanneer het lampjedefect is, gaat het lampje
op het instrumentenpaneel branden. Ook zorgt het
airbagsysteem voor de automatische uitschakeling
van de airbags aan passagierszijde (frontairbag en
passagiersairbag, voor bepaalde versies/markten). Laat het
systeem onmiddellijk controleren door het Alfa Romeo
Servicenetwerk alvorens verder te rijden.
Veiligheidsgordels niet omgelegd (rood) (groen)
De lampjes
in het frame op de achteruitkijkspiegel gaan branden
(zie fig. 5) om de passagiers voor en achter te waarschuwen dat
hun veiligheidsgordel niet is omgelegd.
De lampjes kunnen rood en groen branden: zie paragraaf "SBR-
systeem" in het hoofdstuk "Veiligheid" voor de inschakelwijzen van de
lampjes.
fig. 4A0J0402fig. 5A0J0413
19
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 24 of 280

DISPLAY
De auto kan uitgerust zijn met een multifunctionele/herconfigureerbare
display die tijdens het rijden nuttige informatie op basis van wat
eerder is ingesteld aan de bestuurder toont.
Bij verwijderde contactsleutel, schakelt de display in en toont enkele
seconden de tijd en de totaalstand van de kilometerteller (in km of
mijlen) wanneer een portier wordt geopend/gesloten.
"STANDAARD" SCHERM
MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY
De volgende informatie wordt op de display getoond fig. 6 :
ADatum
BKilometerteller (afgelegde afstand in km of mijlen)
CDe rijmodus die is gekozen met het "Alfa DNA"-systeem
(dynamische controle van de auto) (bij bepaalde versies/markten):
DTijd (altijd weergegeven, ook bij verwijderde contactsleutel en
gesloten portieren)
EAanduiding Start&Stop-functie (voor bepaalde versies/markten)
FBuitentemperatuur
GGear Shift Indicator (voor bepaalde versies/markten)
HStand hoogteregeling koplampen (alleen bij ingeschakeld dimlicht).
"STANDAARD" SCHERM
HERCONFIGUREERBAAR
MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY
De volgende informatie wordt op de display getoond fig. 7 :
fig. 6A0J1270fig. 7A0J0333
20
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
d = Dynamic; n = Natural; a = All Weather
ATijd
BReisteller (in km of mijlen)
CKilometerteller (afgelegde afstand in km of mijlen)
Page 25 of 280

DAanwijzingen autotoestand (bijv. open portieren, eventuele
ijsvorming op de weg, etc.) /Aanduiding Start&Stop-functie (voor
bepaalde versies/markten)/Gear Shift Indicator (voor bepaalde
versies/markten)
EStand hoogteregeling koplampen (alleen bij ingeschakeld dimlicht).
FBuitentemperatuur
Bij sommige versies toont de display bij het kiezen van de rijmodus
“DYNAMIC” (zie de paragraaf “Alfa DNA-systeem” in dit hoofdstuk)
de turbinedruk fig. 8.
Het instrument is gekalibreerd voor motoren met hogere
turbodrukwaardes. Daarom is het, bij sommige versies, normaal dat
het einde van de schaal bereikt wordt.
GEAR SHIFT INDICATOR
(voor bepaalde versies/markten)
De "GSI" (Gear Shift Indicator) adviseert de bestuurder een andere
versnelling in te schakelen via een speciale melding op de display fig.
9.
Via de GSI wordt de bestuurder gewaarschuwd dat een andere
versnelling brandstofbesparing kan opleveren.
Daarom is het voor een zuinig brandstofverbruik raadzaam om de
rijmodus "Natural" of "All Weather" te selecteren, en om de
aanwijzingen van de Gear Shift Indicator op te volgen wanneer de
verkeersomstandigheden dit toelaten.
Wanneer het pictogram SHIFT UP (
SHIFT) op de display wordt
getoond, geeft de GSI het advies om een hogere versnelling in te
schakelen, terwijl wanneer het pictogram SHIFT DOWN (
SHIFT)
wordt getoond, de bestuurder wordt geadviseerd een lagere
versnelling in te schakelen.
fig. 8A0J0228fig. 9A0J0233
21
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 26 of 280

OpmerkingDe aanduiding op het instrumentenpaneel blijft branden
zolang de bestuurder niet schakelt of zolang de rijomstandigheden
niet terugkeren naar een situatie waarin schakelen niet nodig is om het
verbruik te optimaliseren.
WELCOME MOVEMENT
Bij sommige versies gebeurt het volgende wanneer de sleutel in de
stand MAR-ON wordt gezet:
❒snelle beweging (op en neer) van de wijzers van de snelheidsmeter
en de toerenteller;
❒verlichting van grafische symbolen/display;
❒weergave van een grafische animatie van het autoprofiel.
Wijzerbewegingen
❒Als de sleutel uit het contactslot wordt verwijderd terwijl de wijzers
bewegen, keren ze onmiddellijk naar hun beginstand terug.
❒Nadat de wijzers de maximum schaalwaarden hebben bereikt,
keren ze terug naar de door de auto aangegeven waarde.
❒De beweging van de wijzers stopt wanneer de motor is gestart.
Verlichting van grafische symbolen/display
Enkele seconden nadat de sleutel is ingebracht, worden de meters, de
grafische symbolen en de display achter elkaar verlicht.
Weergave van een grafische animatie
Wanneer de sleutel uit het contactslot wordt verwijderd (bij gesloten
portieren), blijft de display branden en wordt een grafische animatie
weergegeven.
De displayverlichting wordt geleidelijk aan gedimd en tenslotte
volledig uitgeschakeld.
BEDIENINGSKNOPPEN
"+" of(versies met Start&Stop systeem): om naar boven te
bladeren door het scherm en de bijbehorende optie of om de
weergegeven waarde te verhogen fig. 10.
SET/
: kort indrukken om het menu te openen en/of naar het
volgende scherm te gaan of de keuze te bevestigen. Lang indrukken
om naar het standaardscherm terug te keren.
"–" of
(versies met Start&Stop systeem): om naar beneden te
bladeren door het scherm en de bijbehorende opties of om de
weergegeven waarde te verlagen.
BELANGRIJK De "+" en "–" knoppen (of
envoor versies
met Start&Stop systeem) activeren verschillende functies afhankelijk
van de volgende situaties:
fig. 10A0J0302
22
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
❒deze zorgen binnen het menu voor het naar beneden en naar boven
doorlopen;
❒zorgen tijdens instellingen voor het verhogen en verlagen van de
waarden.
Page 27 of 280

SETUP-MENU
Het menu bestaat uit een serie opties die gekozen kunnen worden met
de knoppen "+" en "–" (of
envoor versies met
Start&Stop systeem), om toegang te krijgen tot onderstaande
verschillende keuze- en instellingsmogelijkheden (Setup).
Sommige opties hebben een submenu. Het menu wordt geactiveerd
door de knop SET/
kort in te drukken.
Het menu bestaat uit de volgende opties:
❒MENU
❒PIEP SNELHEID
❒SENSOR KOPLAMPEN (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
❒REGENSENSOR (voor bepaalde versies/markten)
❒ACTIVERING TRIP B
❒STEL UUR (tijd) IN
❒STEL DATUM IN
❒EERSTE PAGINA (voor bepaalde versies/markten)
❒ZIE RADIO
❒AUTOCLOSE
❒MEETEENHEID
❒TAAL
❒GELUIDSSTERKTE WAARSCHUWINGEN (zoemervolume)
❒GELUIDSSTERKTE TOETSEN❒PIEP VEILIGHEIDSGORDELS/CONTROLEZOEMER
❒SERVICE
❒AIRBAG/PASSAGIERSAIRBAG
❒"DAYTIME RUNNING LIGHTS"
❒INSTAPVERLICHTING
❒MENU VERLATEN
Een optie in het hoofdmenu zonder
een submenu kiezen:
❒druk kort op de SET/knop om de instelling van het hoofdmenu
die gewijzigd moet worden te selecteren;
❒druk op de knoppen "+" of "–" (deze telkens indrukken) om de
nieuwe instelling te selecteren;
❒druk kort op de SET/
knop om de nieuwe instelling op te slaan
en terug te gaan naar de eerder geselecteerde optie in het
hoofdmenu.
Een optie in het hoofdmenu met een
submenu kiezen:
❒druk kort op de SET/knop om de eerste optie uit het submenu
weer te geven;
❒druk op de knoppen "+" of "–" (deze telkens indrukken) om de
opties van het submenu te doorlopen;
❒druk kort op de SET/
knop om de getoonde submenu-optie te
selecteren en het betreffende setup-menu te openen;
❒druk op de knoppen "+" of "–" (deze telkens indrukken) om de
nieuwe instelling voor deze submenu-optie te selecteren;
❒druk kort op de SET/
knop om de nieuwe instelling op te slaan
en terug te gaan naar de eerder geselecteerde optie in het submenu.
23
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 28 of 280

MENUOPTIES
BELANGRIJK Bij hetuconnect™ 5" radiosysteem (voor bepaalde
versies/markten), of hetuconnect™ 5" Radio Nav systeem (voor
bepaalde versies/markten), worden sommige menuopties op het
display van het systeem en niet op het display van het
instrumentenpaneel weergegeven (zie de betreffende supplementen).
Menu
Met deze functie kan toegang tot het Setupmenu worden verkregen.
Druk op de knop "+" of "−" om de verschillende Menuopties te
selecteren. Houd de SET/
knop lang ingedrukt om naar het
standaardscherm terug te keren.
Piep snelheid (Snelheidslimiet)
Deze functie wordt gebruikt om de snelheidslimiet van de auto (km/h
of mph) in te stellen; de bestuurder wordt gewaarschuwd wanneer
deze limiet wordt overschreden.
Ga als volgt te werk om de snelheidslimiet in te stellen:
❒druk kort op de knop SET/
: op de display verschijnt het
opschrift "Piep snelheid";
❒druk op de knop "−" of "+" om de snelheidsbegrenzing in ("On") of
uit ("Off") te schakelen;
❒druk, als de functie is ingeschakeld, op de knop "+" of "−" om de
gewenste snelheidslimiet te selecteren en druk vervolgens op de
knop SET/
om te bevestigen.BELANGRIJK Deze waarde kan men instellen tussen 30 en 200 km/h
of tussen 20 en 125 mph, afhankelijk van de eerder ingestelde
eenheid. Zie de paragraaf “Meeteenheid instellen" die hierna wordt
beschreven. Elke druk op de knop +/– verhoogt of verlaagt de waarde
met vijf eenheden. Houd de knop +/– ingedrukt voor snel automatisch
verhogen/verlagen. Wanneer de gewenste waarde wordt bereikt,
kan men de instelling afronden door opnieuw de knop kortstondig in
te drukken.
Druk kort op de SET/
knop om terug te keren naar het
menuscherm of druk langdurig op de knop om terug te keren naar het
standaardscherm zonder op te slaan.
Ga als volgt te werk om de instelling te annuleren:
❒druk kortstondig op de SET/
knop, op het display knippert
"On";
❒druk op de knop−,dedisplay knippert ("Off");
❒druk kort op de SET/
knop om terug te keren naar het
menuscherm of druk langdurig op de knop om terug te keren naar
het standaardscherm zonder op te slaan.
Sensor koplampen (Gevoeligheid
schemersensor/automatische
inschakeling koplampen instellen)
(voor bepaalde versies/markten)
Deze functie wordt gebruikt om de koplampen in of uit te schakelen in
functie van de sterkte van het buitenlicht.
De gevoeligheid van de schemersensor kan worden ingesteld op 3
niveaus (niveau 1 = minimum gevoeligheid, niveau 2 = gemiddelde
gevoeligheid, niveau 3 = maximum gevoeligheid).
24
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 29 of 280

Hoe hoger de gevoeligheid, des te minder buitenlicht er nodig is om
de buitenverlichting in te schakelen (bijv. bij een lichtgevoeligheid van
niveau 3 zullen de koplampen bij zonsondergang vroeger aangaan
dan bij de niveaus 1 en 2).
Ga als volgt te werk om de gewenste lichtgevoeligheid in te stellen:
❒druk op de SET/
knop, op het display verschijnt het eerder
ingestelde niveau;
❒druk op de knop "+" of "−" om te kiezen;
❒druk kort op de SET/
knop om terug te keren naar het
menuscherm of druk langdurig op de knop om terug te keren naar
het standaardscherm zonder op te slaan.
Regensensor (Afstelling gevoeligheid
regensensor)
(voor bepaalde versies/markten)
Met deze functie kan de gevoeligheid van de regensensor op 4
niveaus worden ingesteld.
Ga als volgt te werk om het gewenste gevoeligheidsniveau in te stellen:
❒druk kortstondig op de SET/
knop, op het display begint het
eerder ingestelde gevoeligheidsniveau te knipperen;
❒druk op de knop "+" of "−" om aan te passen;
❒druk kort op de SET/
knop om terug te keren naar het
menuscherm of druk langdurig op de knop om terug te keren naar
het standaardscherm zonder op te slaan.
Activering trip B/gegevens
(Trip B inschakelen)
Met deze optie kan de weergave van Trip B (dagteller) ingeschakeld
(On) of uitgeschakeld (Off) worden. Zie voor meer informatie "Trip
computer".Ga als volgt te werk om deze functie in- en uit te schakelen:
❒druk kortstondig op de SET/
knop om "On" of "Off" op het
display te doen knipperen in functie van wat eerder is ingesteld;
❒druk op de knop "+" of "−" om te kiezen;
❒druk kort op de SET/
knop om terug te keren naar het
menuscherm of druk langdurig op de knop om terug te keren naar
het standaardscherm zonder op te slaan.
Tijd instellen (Klok instellen)
Met deze functie kan de klok ingesteld worden via twee submenu’s:
"Tijd" en "Formaat".
Ga als volgt te werk om in te stellen:
❒druk kort op de SET/
knop en de twee submenu's ("Uur" en
"Formaat") worden weergegeven;
❒druk op de knop "+" of "–" om een van beide submenu's te
selecteren;
❒druk na selectie van het te wijzigen submenu kort op SET/
;
❒als het submenu "Tijd" is gekozen en er wordt kort op de knop
SET/
gedrukt, dan knipperen de uren op de display.
❒druk op de knop "+" of "−" om aan te passen;
❒druk kortstondig op de SET/
knop, op het display knippert
"minuten";
❒druk op de knop "+" of "−" om aan te passen.
BELANGRIJK Met elke druk op de knop "+" of "−" wordt de waarde
met een eenheid verhoogd of verlaagd. Houd de knop ingedrukt
om de waarde automatisch snel te verhogen/verlagen. Wanneer de
gewenste waarde wordt bereikt, kan men de instelling afronden door
opnieuw de knop kortstondig in te drukken.
25
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 30 of 280

❒Bij selectie van het submenu "Formaat": door kort te drukken op de
knop SET/
geeft het display op knipperende wijze de
weergavemodus aan;
❒druk op "+" of "–" om “24h” of “12h” te selecteren.
Wanneer de gewenste instellingen zijn uitgevoerd, druk kortstondig op
de SET/
knop om terug te keren naar het menuscherm of druk
langdurig op de knop om terug te keren naar het hoofdmenu zonder
op te slaan.
Druk nogmaals langdurig op de SET/
knop om terug te keren
naar het standaardscherm of het hoofdmenu in functie van waar men
zich bevindt.
Stel datum in (datuminstelling)
Met deze functie kan de datum ingesteld worden (dag - maand - jaar).
Ga als volgt te werk om de instelling uit te voeren:
❒druk kort op de SET/
knop: het "jaar" knippert op het display;
❒druk op de knop "+" of "−" om aan te passen;
❒druk kort op de SET/
knop: de "maand" knippert op het
display;
❒druk op de knop "+" of "−" om aan te passen;
❒druk kort op de SET/
knop: de "dag" knippert op het display;
❒druk op de knop "+" of "−" om aan te passen.
BELANGRIJK Met elke druk op de toets "+" of "−" wordt de waarde
met een eenheid verhoogd of verlaagd. Houd de toets ingedrukt om de
waarde automatisch snel te verhogen/verlagen. Wanneer de
gewenste waarde wordt bereikt, kan de instelling afgerond worden
door de toets een paar keer kort in te drukken.Druk kort op de SET/
knop om terug te keren naar het
menuscherm of druk langdurig op de knop om terug te keren naar het
standaardscherm zonder op te slaan.
Eerste pagina (Weergave van
informatie op het hoofdscherm)
(voor bepaalde versies/markten)
Met deze functie kan het type informatie worden geselecteerd die men
op het hoofdscherm wenst te zien. Zo kan men de datum en de
afgelegde afstand weergeven.
Ga als volgt te werk om te kiezen:
❒druk kort op de SET/
knop: de "Startpagina" verschijnt op het
display;
❒druk nogmaals kort op de SET/
knop om de opties “Datum” en
“Info motor” weer te geven;
❒druk op "+" of "–" om de gewenste weergave op het hoofdscherm
van de display te selecteren;
❒druk kort op de SET/
knop om terug te keren naar het
menuscherm of druk langdurig op de knop om terug te keren naar
het standaardscherm zonder op te slaan.
Wanneer de sleutel na de controlefase naar MAR wordt gedraaid, zal
de display de informatie weergeven die via de menufunctie "Eerste
pagina" is geselecteerd.
Zie radio (audio-informatie
weergeven)
Deze functie geeft informatie over de radio weer.
❒Radio: frequentie van het radiostation of RDS melding, inschakeling
automatische afstemming of AutoSTore;
❒CD audio/CD, MP3: tracknummer.
26
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER