Alfa Romeo MiTo 2016 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2016, Model line: MiTo, Model: Alfa Romeo MiTo 2016Pages: 280, PDF Size: 8.53 MB
Page 251 of 280

FUNCTIES EN INSTELLINGEN
INSCHAKELING AUTORADIO
De autoradio wordt ingeschakeld als er kort op de toets/knop
(ON/OFF) wordt gedrukt.
Bij inschakeling van de autoradio, wordt het volume beperkt tot de
waarde 20 als eerder een hogere waarde was ingesteld of tot de
waarde 5 als eerder de waarde 0 of Mute/Pause was ingesteld. In
alle andere gevallen wordt de eerder ingestelde waarde
behouden.
Wanneer de radio wordt ingeschakeld terwijl de sleutel uit het
contactslot is gehaald, dan schakelt hij automatisch na circa 20
minuten uit. Nadat de radio zichzelf automatisch heeft
uitgeschakeld, kan hij weer 20 minuten extra worden ingeschakeld
door op de ON/OFF toets te drukken.
UITSCHAKELING AUTORADIO
Druk kortstondig op de (ON/OFF) toets.
RADIOFUNCTIES KIEZEN
Door kortstondig en herhaaldelijk op de FM AS toets te drukken,
kunnen achter elkaar de volgende audiobronnen geselecteerd
worden:
❒TUNER (“FM1”, “FM2”, “FMA”).
Door kortstondig en herhaaldelijk op de AM toets te drukken,
kunnen achter elkaar de volgende audiobronnen geselecteerd
worden:
❒TUNER (“MW1”, “MW2”).
CD-FUNCTIE KIEZEN
Door kortstondig op de MEDIA toets te drukken, kan de CD-functie
gekozen worden.
GEHEUGENFUNCTIE AUDIOBRON
Als een andere functie (bijv. de radio) wordt gekozen, terwijl u
naar een CD luistert, dan wordt de weergave onderbroken en weer
hervat vanuit hetzelfde punt als weer naar de CD-bron wordt
teruggekeerd.
Als een andere functie wordt gekozen terwijl naar de radio wordt
geluisterd, dan wordt afgestemd op het laatst gekozen station als
weer naar de radio wordt teruggekeerd.
VOLUMEREGELING
Draai aan de ON/OFF knop om het volume te regelen.
Als het volumeniveau wordt gewijzigd tijdens het uitzenden van
verkeersinformatie, dan blijft deze nieuwe instelling slechts
gehandhaafd tot het einde van deze verkeersinformatie.
MUTE/PAUSE FUNCTIE
(volume op nul stellen)
Druk kortstondig op detoets op de Mute-functie te activeren. Het
volume zal geleidelijk afnemen en het opschrift “RADIO Mute” zal
getoond worden (bij radiogebruik) of “PAUSE” (bij gebruik van de
CD-speler).
Druk opnieuw op de
toets om de Mute-functie uit te schakelen.
Het volume wordt geleidelijk verhoogd tot het eerder ingestelde
niveau.
247
AUTORADIO
Page 252 of 280

Wanneer het volumeniveau wordt gewijzigd met de hiervoor
bestemde toetsen, dan wordt de Mute-functie uitgeschakeld en het
volume ingesteld op het nieuwe gekozen niveau.
Bij geactiveerde Mute-functie, wordt deze genegeerd wanneer
verkeersinformatie binnenkomt (als de TA-functie is geactiveerd) of
als een alarmbericht wordt ontvangen. De functie wordt weer
ingeschakeld wanneer het bericht beëindigd is.
GELUIDSINSTELLINGEN
De functies die in het audiomenu gekozen kunnen worden,
veranderen afhankelijk van de context: AM/FM/CD/AUX (voor
bepaalde versies/markten).
Druk kortstondig op de AUDIO toets om de audiofuncties te
veranderen.
Na de eerste druk op de AUDIO toets, toont de display de waarde
van het bass-niveau voor de op dat moment ingeschakelde bron
(bijv. bij gebruik van FM, toont de display het opschrift "FM Bass
+2").
Gebruik de
oftoets om door de menufuncties te lopen.
Gebruik voor het wijzigen van de instelling van de gekozen functie
de
oftoets. De huidige status van de gekozen functie
verschijnt op de display.
De functies waarin het menu voorziet zijn:
❒BASS (regeling van lage tonen);
❒TREBLE (regeling hoge tonen);
❒BALANCE (regeling balans rechts/links);
❒FADER (regeling balans voor/achter);
❒LOUDNESS (inschakeling/uitschakeling LOUDNESS functie);❒EQUALISER (activering en selectie van in de fabriek ingestelde
equalizerniveaus);
❒USER EQUALISER (persoonlijke equalizerinstelling).
TOONREGELING (lage/hoge tonen)
Ga als volgt te werk:
❒Gebruik de
oftoets om “Bass” of “Treble” in het AUDIO-
menu in te stellen;
❒druk op de
oftoets om de lage of hoge tonen te
verhogen/verlagen.
Door kortstondig op de toetsen te drukken, zullen de niveaus in
stappen veranderen. Door ze langer ingedrukt te houden, zullen
de niveaus sneller veranderen.
BALANSREGELING
Ga als volgt te werk:
❒Gebruik de
oftoets om de "Balance" in het AUDIO-menu
in te stellen;
❒druk op de
toets om het volume van de rechter speakers te
verhogen of op de
toets om het volume van de linker
speakers te verhogen.
Door kortstondig op de toetsen te drukken, zullen de niveaus in
stappen veranderen. Door ze langer ingedrukt te houden, zullen
de niveaus sneller veranderen.
Kies de waarde "
0" om de audio-uitgangen rechts en links
op dezelfde waarde in te stellen.
248
AUTORADIO
Page 253 of 280

FADERREGELING
Ga als volgt te werk:
❒Gebruik de
oftoets om de "Fader" in het AUDIO-menu in
te stellen;
❒druk op de
toets om het volume van de achterste speakers te
verhogen of op de
knop om het volume van de voorste
speakers te verhogen.
Door kortstondig op de toetsen te drukken, zullen de niveaus in
stappen veranderen. Door ze langer ingedrukt te houden, zullen
de niveaus sneller veranderen.
Kies de waarde "
0" om de audio-uitgangen achter en voor
op dezelfde waarde in te stellen.
LOUDNESSFUNCTIE
De loudnessfunctie verbetert het geluidsvolume wanneer naar een
laag volume wordt geluisterd, door de bassen en de hoge tonen te
versterken.
Kies voor het inschakelen/uitschakelen van de functie, de instelling
Loudness in het AUDIO-menu m.b.v. de
oftoets.
De toestand van de functie (in- of uitgeschakeld) wordt enige
seconden op de display getoond door het opschrift “Loudness On”
of "Loudness Off”.
PRESET/USER/CLASSIC/ROCK/JAZZ
FUNCTIES
(equalizer inschakelen/uitschakelen)
De ingebouwde equalizer kan in- of uitgeschakeld worden.
Wanneer de equalizerfunctie is uitgeschakeld, kunnen uitsluitend
de audio-instellingen "Bass" (lage tonen) en "Treble" (hoge tonen)
geregeld worden, terwijl als de functie is ingeschakeld tevens de
geluidscurven geregeld kunnen worden.
Kies voor het uitschakelen van de equalizer, de "EQ Preset" functie
met de
oftoets.
Gebruik voor het inschakelen van de equalizer de
oftoets
om een van de instellingen te kiezen:
❒"FM/AM/CD...EQ User" (instelling van 7 equalizerbanden die
door de gebruiker veranderd kunnen worden);
❒"Classic" (vooraf ingestelde equalizerinstelling voor optimaal
geluid van klassieke muziek);
❒"Rock" (vooraf ingestelde equalizerinstelling voor optimaal
geluid van rock- en popmuziek);
❒"Jazz" (vooraf ingestelde equalizerinstelling voor optimaal
geluid van jazzmuziek).
Wanneer een van de equalizerinstellingen ingeschakeld is, licht het
opschrift “EQ” op.
249
AUTORADIO
Page 254 of 280

FUNCTIE USER EQ SETTINGS
(equalizerinstellingen alleen als de USER-instelling
gekozen is)
Selecteer voor een persoonlijke equalizerinstelling met de
of
toets "User" en druk op de MENU-toets.
Op de display verschijnt een grafiek met 7 staafjes, waarbij elk
staafje een frequentie voorstelt.
Kies het te veranderen staafje met de
oftoets; het gekozen
staafje begint te knipperen en kan geregeld worden met de
of
toets.
Druk opnieuw op de AUDIO-toets om de instelling op te slaan. De
display toont de op dat moment ingeschakelde bron, gevolgd door
de tekst "USER". Als bijvoorbeeld “FM” wordt gebruikt, toont de
display de tekst “FM EQ User”.
MENU
Functies menutoetsen
Druk kortstondig op de MENU-toets voor het inschakelen van de
MENU-functie. De display toont het eerste instelbare menu-item
(AF) ("AF Switching On" op de display).
Gebruik de
oftoets om door de menufuncties te lopen.
Gebruik voor het wijzigen van de instelling van de gekozen functie
de
oftoets.
De huidige status van de gekozen functie verschijnt op de display.
De functies waarin het menu voorziet zijn:
❒AF SWITCHING (ON/OFF);
❒TRAFFIC INFORMATION (ON/OFF);
❒REGIONAL MODE regionale programma's (ON/OFF);❒MP3 DISPLAY (CD MP3 display-instellingen);
❒SPEED VOLUME (automatische snelheidsafhankelijke
volumeregeling);
❒RADIO ON VOLUME (in/-uitschakeling limiet radiovolume);
❒SPEECH VOLUME (regeling telefoonvolume) (voor bepaalde
versies/markten);
❒AUX OFFSET (afstelling volume van draagbaar apparaat op dat
van een van de andere bronnen)(voor bepaalde
versies/markten);
❒RADIO OFF (uitschakelwijze);
❒SYSTEM RESET
Druk opnieuw op de MENU-toets om de Menufunctie uit te
schakelen.
OpmerkingDe instellingen AF SWITCHING, TRAFFIC
INFORMATION en REGIONAL MODE zijn alleen bij FM mogelijk.
AF SWITCHING functie
(zoeken alternatieve frequenties)
De autoradio kan op twee verschillende manieren werken in het
RDS-systeem:
❒"AF Switching On": zoeken naar alternatieve frequenties
ingeschakeld (de letters "AF" verschijnen op de display);
❒"AF Switching Off": zoeken naar alternatieve frequenties niet
ingeschakeld.
Ga als volgt te werk om de functie in- en uit te schakelen:
❒druk op de MENU-toets en kies “AF Switching On”;
❒druk op de
oftoets om de functie in/uit te schakelen.
250
AUTORADIO
Page 255 of 280

Bij ingeschakelde functie, stemt de radio automatisch af op het
station met het sterkste signaal dat hetzelfde programma uitzendt.
Tijdens het rijden kan men naar hetzelfde station blijven luisteren
zonder dat op een andere frequentie afgestemd hoeft te worden
als men in een ander gebied komt.
Vanzelfsprekend moet het beluisterde station ontvangen kunnen
worden in het gebied waardoor men rijdt.
Als de AF-functie is ingeschakeld, verschijnt op de display het
opschrift "AF".
Als de AF-functie is ingeschakeld en de radio kan het afgestemde
station niet meer ontvangen, dan activeert de radio het
automatische zoeken en verschijnt het bericht "FM Search" op de
display (alleen bij autoradio's van hoog niveau).
Als de AF-functie is uitgeschakeld, blijven de resterende RDS-
functies, zoals de weergave van de naam van het station, altijd
actief.
De AF-functie kan alleen op FM-golfbanden geactiveerd worden.
TRAFFIC INFORMATION functie
(verkeersinformatie)
Sommige stations op de FM-golfband (FM1, FM2 en FMA) zenden
ook verkeersinformatie uit. In dit geval verschijnt het opschrift "TA"
op de display.
Ga als volgt te werk om deze functie in- en uit te schakelen:
❒druk kortstondig op de MENU-toets en kies “Traffic info”;
❒druk op de
oftoets om de functie in/uit te schakelen.
Als de TA-functie is ingeschakeld, licht op de display het pictogram
"TA" op.OpmerkingAls de TA-functie ingeschakeld is bij een andere
audiobron dan de Tuner (Radio) (CD, MP3, telefoon of
Mute/Pause), dan kan de autoradio het automatische zoeken in
werking stellen, waardoor het mogelijk is dat bij het opnieuw
inschakelen van de Tuner (Radio) de afgestemde frequentie anders
is dan wat eerder was ingesteld.
Met de TA-functie is het volgende mogelijk:
❒zoeken naar uitsluitend RDS-stations op de FM-golfband die
verkeersinformatie kunnen uitzenden;
❒verkeersinformatie ontvangen ook als de CD-speler werkt;
❒verkeersinformatie ontvangen op een vooraf ingesteld
minimumvolume, ook als het radiovolume uit staat.
OpmerkingIn sommige landen zijn er radiostations die ook bij
ingeschakelde TP-functie geen verkeersinformatie uitzenden (het
pictogram "TP" verschijnt op de display).
Als de radio is afgestemd op een station op de AM-golfband en de
TA-functie wordt geactiveerd, dan stemt hij af op het laatst
gekozen station op de FM1-golfband.
Het volume waarmee de verkeersinformatie wordt uitgezonden is
afhankelijk van het luistervolume:
❒luistervolume lager dan 5: volume verkeersinformatie op 5 (vaste
waarde);
❒luistervolume hoger dan 5: volume verkeersinformatie gelijk aan
luistervolume +1.
Als het volume tijdens een verkeersbericht wordt gewijzigd, dan
wordt het niveau niet op de display getoond; het nieuwe niveau
wordt alleen tijdens dit verkeersbericht aangehouden.
Terwijl verkeersinformatie wordt ontvangen, verschijnt het opschrift
“TRAFFIC INFORMATION” op de display.
251
AUTORADIO
Page 256 of 280

De TA-functie kan met een willekeurige toets van de autoradio
onderbroken worden.
REGIONAL MODE functie
(ontvangst regionale programma's)
Sommige nationale stations zenden op bepaalde uren van de dag
regionale programma's uit (die per regio verschillen).
Met deze functie is het mogelijk om automatisch op lokale
(regionale) stations af te stemmen (zie paragraaf “EON-functie”)
Als u wilt dat de autoradio automatisch afstemt op regionale
stations binnen het gekozen netwerk, dan moet deze functie
ingeschakeld worden.
Gebruik voor het in-en uitschakelen van de functie de
of
toets.
De huidige status van de functie verschijnt op de display.
❒"Regional On": functie ingeschakeld;
❒"Regional Off": functie uitgeschakeld.
Als de functie is uitgeschakeld en men heeft afgestemd op een
regionaal station in een bepaald gebied en men komt in een ander
gebied, dan zal het regionale station dat in het nieuwe gebied
ontvangen wordt uitgezonden worden.
OpmerkingAls de AF- en de REG-functie tegelijkertijd
ingeschakeld zijn, dan kan het gebeuren dat wanneer de grens
tussen twee gebieden overschreden wordt, de autoradio niet
correct overschakelt naar een goede alternatieve frequentie.
MP3 DISPLAY functie
(weergave MP3 CD gegevens)
Met deze functie kan men kiezen welke informatie op de display
wordt weergegeven wanneer naar een CD met MP3-nummers
geluisterd wordt.
Deze functie kan alleen worden gekozen als er een MP3-CD is
ingebracht: in dit geval verschijnt "MP3 Display" op de display.
Gebruik voor het veranderen van de functie de
oftoets.
De volgende instellingen zijn beschikbaar:
❒"Title" (titel van nummer, als de ID3-TAG beschikbaar is);
❒"Author" (auteur van nummer, als ID3-TAG beschikbaar is);
❒"Album" (album van nummer, als ID3-TAG beschikbaar is);
❒"Folder" name (aan de map toegewezen naam);
❒"File" name (aan het MP3-bestand toegewezen naam);
SPEED VOLUME functie
(snelheidsafhankelijke volumeregeling)
Deze functie past automatisch het volume aan de voertuigsnelheid
aan, door het volume te verhogen als de snelheid toeneemt, om de
verhouding tot het geluidsniveau in het inzittendencompartiment te
behouden.
Gebruik voor het in- en uitschakelen van de functie de
/toetsen. De woorden "Speed volume" verschijnen op de
display, gevolgd door de huidige status van de functie:
❒Off: functie uitgeschakeld
❒Low: functie ingeschakeld (lage gevoeligheid)
❒High: functie ingeschakeld (hoge gevoeligheid)
252
AUTORADIO
Page 257 of 280

RADIO ON VOLUME functie
(inschakeling/uitschakeling limiet radiovolume)
Met deze functie kan de volumelimiet ingeschakeld/uitgeschakeld
worden wanneer de radio aan staat.
De display toont de functiestatus:
❒"Radio on vol – Limit on": wanneer de radio wordt
ingeschakeld, zal het volumeniveau zijn:
– als het volumeniveau gelijk of hoger dan de maximumwaarde is,
zal de radio het maximumvolume aannemen;
– als het volumeniveau tussen de minimum- en maximumwaarden
ligt, zal de radio op hetzelfde volume worden ingeschakeld als
voordat hij uitgeschakeld werd.
❒"Radio on vol – Limit off": de radio wordt ingeschakeld met het
hetzelfde volumeniveau als voordat hij uitgeschakeld werd. Het
volume kan zich tussen 0 en 40 bevinden.
Gebruik de
/toetsen om de instelling van de gekozen
functie te wijzigen.
OPMERKINGEN
❒Met het Menu kan uitsluitend de inschakeling/uitschakeling van
de functie worden geregeld en niet de minimum- of
maximumwaarde van het volume.
❒Als bij het inschakelen van de autoradio de functies "TA" of
"TEL" of een externe audiobron zijn ingeschakeld, zal de radio
worden ingeschakeld met het volume dat voor deze bronnen is
ingesteld. Wanneer de externe audiobron is uitgeschakeld, kan
het volume ingesteld worden tussen de minimum- en de
maximumwaarde.
❒Bij lage acculading kan het volume niet tussen de minimum- en
maximumniveaus worden ingesteld.
TELEFOONFUNCTIE
(instelling telefoonvolume)
Met functie Speech volume aanwezig in het Menu
Met deze functie kan door aan de linker ON/OFF knop te draaien
of op de
/toetsen te drukken, het volume van de telefoon
geregeld (instellingen van 1 tot 40) of uitgeschakeld (OFF-
instelling) worden.
Op het display wordt de huidige functiestatus weergegeven:
❒"Speech Off": functie uitgeschakeld.
❒"Speech volume 23": functie ingeschakeld met volume-instelling
23.
Zonder functie Speech volume aanwezig in het Menu
Wanneer er een inkomend telefoongesprek is, wordt het geluid via
de radio overgezet naar het audiosysteem van de auto.
Het geluid van het inkomende telefoontje heeft altijd een vast
volume, maar dit kan tijdens het gesprek aangepast worden met
de ON/OFF toets/knop.
253
AUTORADIO
Page 258 of 280

AUX OFFSET functie
(aanpassing volume van draagbaar apparaat aan
dat van andere bronnen)
(voor bepaalde versies/markten)
Met deze functie kan het volume van de AUX-bron, afhankelijk van
het aangesloten apparaat, aangepast worden aan dat van andere
bronnen.
Om de functie in te schakelen, op de MENU-toets drukken en “AUX
offset” kiezen.
Druk op de
oftoets om het volume te verhogen of verlagen
(ingesteld van–6tot+6).
RADIO OFF functie
(in- en uitschakelwijze)
Deze functie wordt gebruikt om de uitschakelwijze van de radio op
een of twee verschillende manieren in te stellen.
Gebruik voor het inschakelen van de functie de
oftoets.
De gekozen manier verschijnt op de display:
❒"00 MIN": uitschakeling is afhankelijk van de contactsleutel; de
radio schakelt automatisch uit zodra de contactsleutel naar de
STOP-stand wordt gedraaid;
❒"20 MIN": uitschakeling is niet afhankelijk van de contactsleutel;
de radio blijft gedurende een periode van maximaal 20 minuten
nadat de contactsleutel naar de STOP-stand is gedraaid,
ingeschakeld;
SYSTEM RESET functie
Deze functie wordt gebruikt om alle instellingen naar de
fabriekswaarden terug te stellen.
De opties zijn:
❒NO: geen restore-bewerking;
❒YES: de defaultparameters zullen hersteld worden. Tijdens deze
bewerking verschijnt het opschrift "Resetting" op de display. Na
de bewerking wijzigt de bron niet en wordt de voorgaande
situatie weergegeven.
VOORBEREIDING VOOR INBOUW
TELEFOON
Als een handsfree-systeem in de auto geïnstalleerd is, wordt bij
een inkomend telefoontje de audio van de autoradio met de
uitgang van de telefoon verbonden. Het geluid van het inkomende
telefoontje heeft altijd een vast volume, maar dit kan tijdens het
gesprek aangepast worden met de ON/OFF toets/knop.
Het vaste geluidsvolume van de telefoon kan geregeld worden met
de "SPEECH VOLUME" functie in het Menu (waar de functie
aanwezig is). Het woord "PHONE" verschijnt op het display tijdens
de uitschakeling van de audio voor het telefoongesprek.
DIEFSTALBEVEILIGING
De autoradio is uitgerust met een diefstalbeveiliging die gebaseerd
is op de informatie-uitwisseling tussen de autoradio en de
elektronische regeleenheid (Body Computer) in de auto.
Dit systeem garandeert maximale veiligheid en voorkomt dat elke
keer dat de stroomvoorziening van de autoradio uitvalt, de
geheime code opnieuw ingevoerd moet worden.
254
AUTORADIO
Page 259 of 280

Als de controle een positief resultaat oplevert, dan begint de
autoradio te werken. Als de codes bij de vergelijking echter niet
overeenkomen of als de elektronische regeleenheid (Body
Computer) wordt vervangen, dan zal het systeem de gebruiker
vragen om de geheime code in te voeren op de manier die in de
volgende paragraaf is beschreven.
De geheime code invoeren
Wanneer de autoradio wordt ingeschakeld, toont de display, als
de code wordt gevraagd, ongeveer 2 seconden het opschrift
"Radio code", gevolgd door vier streepjes "- - -".
De geheime code bestaat uit vier cijfers van 1 t/m 6, waarbij elk
streepje met een cijfer overeenkomt.
Druk voor het invoeren van het eerste cijfer op de betreffende toets
van het voorkeuzestation (1 t/m 6). Voer de overige cijfers van de
code op dezelfde manier in.
Als de vier cijfers niet binnen 20 seconden worden ingevoerd,
verschijnt op de display "Enter code----".Alsditgebeurt, wordt
dit niet als het invoeren van een verkeerde code beschouwd.
Na invoer van het vierde cijfer (binnen 20 seconden), begint de
autoradio te werken.
Als een verkeerde code wordt ingevoerd, geeft de radio een geluid
af en toont het display het opschrift "Radio blocked/ wait" om aan
te geven dat de juiste code moet worden ingevoerd.
Elke keer dat de gebruiker een verkeerde code invoert, neemt de
wachttijd geleidelijk aan toe (1 min, 2 min, 4 min, 8 min, 16 min,
30 min, 1 uur, 2 uur, 4 uur, 8 uur, 16 uur en 24 uur), tot een
maximum van 24 uur.
De wachttijd wordt op de display getoond met het opschrift "Radio
blocked/waait". Als dit opschrift is verdwenen, kan de code
opnieuw worden ingevoerd.Autoradio paspoort
Dit document is het eigendomsbewijs van de autoradio. Op het
paspoort van de autoradio staan het model, het serienummer en
de geheime code aangegeven.
OpmerkingBewaar dit autoradio paspoort op een veilige plek,
zodat bij diefstal van de autoradio de betreffende informatie aan
de bevoegde instanties gegeven kan worden.
Neem, in geval van zoekraken van het paspoort van de autoradio,
contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk, neem uw
identiteitsbewijs en de eigendomsdocumenten van uw auto mee.
255
AUTORADIO
Page 260 of 280

RADIO (TUNER)
INLEIDING
Wanneer de autoradio wordt ingeschakeld, dan wordt de
audiobron ingeschakeld die vóór het uitschakelen beluisterd werd:
Radio, CD, CD MP3 of (alleen bij ) (voor bepaalde
versies/markten).
Druk, om de radio te kiezen wanneer naar een andere audiobron
wordt geluisterd, kortstondig op de toets FM AS of AM, afhankelijk
van de gewenste golfband.
Zodra de Radio is ingeschakeld, toont de display de naam (alleen
RDS-stations), de frequentie van het gekozen station, de gekozen
golfband (bijv. FM1) en het nummer van de voorkeuzetoets (bijv.
P1).
KEUZE GOLFBAND
Druk bij ingeschakelde radio meerdere malen kort op de toets FM
AS of AM om de gewenste golfband te kiezen.
Elke keer dat op de toets wordt gedrukt, worden de volgende
golfbanden na elkaar gekozen:
❒Door op de FM AS-toets te drukken: “FM1”, “FM2” of “FMA”;
❒Door op de AM-toets te drukken: “MW1, MW2”.
Elke band wordt met zijn naam op de display aangegeven. Er zal
afgestemd worden op het laatst gekozen station op de betreffende
golfband.
De FM-band is onderverdeeld in: FM1, FM2 of "FMA"; de FMA-
golfband is gereserveerd voor de stations die automatisch met de
AutoSTore-functie worden opgeslagen.
VOORKEUZETOETSEN
De toetsen met de nummer 1 t/m 6 worden voor het instellen van
de volgende voorkeuzestations gebruikt:
❒18 op de FM-golfband (6 op FM1, 6 op FM2, 6 op FMT of
"FMA") (bij sommige uitvoeringen);
❒12 op de MW-golfband (6 op MW1, 6 op MW2).
Kies voor het luisteren naar een voorkeuzestation, de gewenste
golfband en druk vervolgens kort op de betreffende voorkeuzetoets
(1 t/m 6).
Door langer dan 2 seconden op de voorkeuzetoets te drukken,
wordt het station waarop is afgestemd opgeslagen.
De opslagfase wordt bevestigd door een geluidssignaal.
OPSLAG VAN LAATST BELUISTERDE
STATION
De radio slaat automatisch het laatst gekozen station op elke
golfband op, waarop wordt afgestemd wanneer de radio wordt
ingeschakeld of wanneer van golfband wordt gewisseld.
AUTOMATISCHE AFSTEMMING
Druk kortstondig op deoftoets om automatisch te zoeken
naar het volgende station dat in de gekozen richting ontvangen
kan worden.
Als de
oftoets langer ingedrukt wordt gehouden, dan start
het snel zoeken. Wanneer de toets wordt losgelaten, zal de tuner
stoppen bij het eerstvolgende station dat ontvangen kan worden.
Als de TA-functie (verkeersinformatie) is ingeschakeld, zal de tuner
alleen naar stations zoeken die verkeersinformatie en -berichten
uitzenden.
256
AUTORADIO