sensor Alfa Romeo MiTo 2016 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2016, Model line: MiTo, Model: Alfa Romeo MiTo 2016Pages: 280, PDF Size: 8.53 MB
Page 113 of 280

Sluiten
Breng de dop (compleet met sleutel) na het tanken aan en draai hem
rechtsom tot de aanslag. Draai vervolgens de sleutel rechtsom en
verwijder hem, sluit dan het klepje.
De hermetische afsluiting kan een lichte toename van de druk in de
tank veroorzaken. Een eventueel ontluchtingsgeluid wanneer de dop
wordt losgedraaid is dus volkomen normaal.
Breng geen open vuur of brandende sigaretten in de
buurt van de vulopening van de tank: brandgevaar.
Kom niet te dicht met het gezicht bij de vulopening, om
geen schadelijke dampen in te ademen.
MILIEUBESCHERMING
Benzinemotoren hebben de volgende emissiereductiesystemen:
katalysator, lambda sensoren en brandstofverdampingsregelsysteem
Dieselmotoren hebben de volgende emissiereductiesystemen:
oxidatiekatalysator, katalysator, uitlaatgasrecirculatie (EGR) en
dieselroetfilter (DPF).
DIESELROETFILTER (DPF)
(Dieselroetfilter)
(voor bepaalde versies/markten)
Het dieselroetfilter is een mechanisch filter in het uitlaatsysteem dat
roetdeeltjes in de uitlaatgassen van dieselmotoren opvangt.
Het dieselroetfilter is nodig om praktisch alle roetdeeltjes op te vangen
overeenkomstig de huidige en toekomstige regelgeving en normen.
Tijdens normale rijomstandigheden registreert de elektronische
regeleenheid een reeks gegevens (bijv. reistijd, type route,
temperaturen, etc.) en berekent vervolgens hoeveel roetdeeltjes door
het filter zijn opgevangen.
Aangezien dit filter roetdeeltjes opvangt, moet het regelmatig
geregenereerd (gereinigd) worden om de roetdeeltjes te kunnen
verbranden.
De regeneratie wordt automatisch geregeld door de elektronische
motorregeleenheid afhankelijk van de toestand van het roetfilter en de
gebruiksomstandigheden van het voertuig.
Tijdens de regeneratie kan er een beperkte toename van de stationaire
motorsnelheid optreden, kan de ventilator geactiveerd worden, kunnen
de rookgassen iets toenemen en kunnen er hoge uitlaattemperaturen
optreden.
109
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 173 of 280

ZEKERINGENKAST
INSTRUMENTENPANEEL
fig. 155
STROOMVERBRUIKERZEKERING AMPÈRE
BeschikbaarF12 –
Hoogteregeling koplampenF13 5
INT/A relais voor zekeringen- en relaiskast motorruimte F31 5
EOBD voeding diagnoseaansluiting, radio,
Bluetooth®, radionavigatiesysteem (waar
aanwezig), alarmsirene; alarm volumetrische sensoren, elektrische ventilator, TPMS, elektrische
spiegelbedieningen, bedieningen klimaatregelingF36 15
Remlichtschakelaar (NO), knooppunt instrumentenpaneel, correctie koplampafstelling F37 5
Centrale vergrendeling portieren en bagageruimte F38 15
Pomp ruitensproeiers/achterruitsproeier F43 20
Elektrische ruitbediening (bestuurderszijde) F47 20
Elektrische ruitbediening (passagierszijde) F48 20
Parkeersensoren, bediening verlichting, elektronisch dimbare spiegel, regen-/schemersensor,
cabriodak, TMPS; verlichting aansteker, paneel SBR-systeemF49 5
Bedieningen klimaatregeling, inbouwvoorbereiding radio;
Bluetooth®, remlichtschake-
laar (NC), koppelingsschakelaar, achteruitrijschakelaar, debietmeter (dieselversies), sensor
"water in dieselfilter" (dieselversies)F51 5
Knooppunt instrumentenpaneelF53 5
169
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 175 of 280

ACCU OPLADEN
BELANGRIJK De beschrijving voor het opladen van de accu geldt
slechts ter informatie. Raapleeg het Alfa Romeo Servicenetwerk.
BELANGRIJK Wacht, nadat de contactsleutel naar STOP is gedraaid,
minstens 1 minuut alvorens de accuvoeding los te koppelen.
Het verdient aanbeveling aan de accu langzaam en met een laag
ampèrage gedurende ongeveer 24 uur op te laden. De accu langer
opladen, kan de accu beschadigen.
VERSIES ZONDER Start&Stop
SYSTEEM
(voor bepaalde versies/markten)
Ga voor het opladen van de accu als volgt te werk:
❒maak de minklem los van de accu;
❒sluit de kabels van de acculader aan op de accupolen; let daarbij
op de polariteit;
❒schakel de acculader in;
❒schakel na het opladen eerst de acculader uit alvorens de accu los te
koppelen;
❒sluit de minklem aan op de accu.
VERSIES MET Start&Stop SYSTEEM
Ga voor het opladen van de accu als volgt te werk:
❒koppel de stekker A fig. 158 van de accusensor C op de minklem D
van de accu los (door op de knop B te drukken);
❒sluit de pluskabel (+) van de acculader aan op de pluspool (+) van
de accu;
❒sluit de minkabel (-) van de acculader aan op de D-klem van de
minpool (-) van de accu;
❒schakel de acculader in;
❒schakel na het opladen eerst de acculader uit alvorens de accu los te
koppelen;
❒sluit de stekker A weer aan op de sensor C van de accu.
fig. 158A0J0389
171
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 275 of 280

Instrumentenpaneel .............................. 4
– Herconfigureerbaar
multifunctioneel display.................... 5
– Multifunctioneel display ................... 4
Interieur (reiniging)............................... 197
Interieuruitrusting ................................. 71
Kentekenverlichting
– lamp vervangen .............................. 160
Klimaatcomfort .................................... 49
– Uitstroomopeningen/roosters ........... 49
Klimaatregeling / verwarming .............. 50
Knie-airbag bestuurderszijde ................ 128
Koelvloeistoftemperatuurmeter ............... 6
Koplampen .......................................... 87
– Hoogteregeling koplampen .............. 87
– Koplampafstelling in het
buitenland ...................................... 88
– lamp vervangen .............................. 157
– Lichtbundel afstellen......................... 87
Koplampsproeiers ................................ 194
Koppeling............................................ 209
Krik ..................................................... 144
Lampen
– typen lampen .................................. 155
Lampjes op instrumentenpaneel ............. 6lamp vervangen ............................ 158-159
– interieurverlichting........................... 160
Lamp vervangen
– buitenverlichting .............................. 157
Lichtunits
– achterlichtunits (lamp vervangen)...... 159
– koplampunits (lamp vervangen) ........ 157
Luchtfilter ............................................. 189
Menuopties ....................................... 24
Milieubescherming ............................... 109
Mistachterlichten/achteruitrijlicht ........... 159
Mistachterlicht ...................................... 70
Mistlampen voor ............................. 70-158
Montage universeel isofix kinderzitje ..... 121
Motorcodes - carrosserieversies ............. 201
Motorkap ............................................ 84
– Openen .......................................... 84
– Sluiten ............................................ 85
Motor .................................................. 203
– code............................................... 200
– vloeistofniveau van het
motorkoelsysteem ............................ 187
Motorolie
– niveau controleren ........................... 187
– verbruik .......................................... 187
Motorruimte– reinigen .......................................... 197
MSR .................................................... 91
Multifunctioneel display ........................ 20
Niveaus controleren ........................... 181
Onderhoud en zorg
– intensief gebruik van de auto ........... 180
– periodieke controles......................... 180
Opbergvak .......................................... 71
Opheffen van het voertuig .................... 172
Parkeer-/dagverlichting (DRL)
– lamp vervangen .............................. 157
Parkeerlichten ...................................... 60
Parkeer-/remlichten .............................. 159
Parkeersensoren ................................... 102
Parkeren .............................................. 134
– Handrem ........................................ 134
Plafondverlichting................................. 67
– Bagageruimteverlichting .................. 68
– Dashboardkastverlichting ................. 69
– Instapverlichting .............................. 68
– In-/uitstapverlichting in de
spiegels .......................................... 68
– Plafondverlichting voor .................... 67
Plafondverlichting voor
– lamp vervangen .............................. 160
271
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 276 of 280

Pollenfilter............................................ 189
Portieren .............................................. 77
– Centrale portiervergrendeling ........... 77
Prestaties ............................................. 220
Radiozenders en mobiele telefoons ...... 102
Regensensor ........................................ 63
Reiniging en onderhoud
– auto-interieur .................................. 197
– carrosserie ...................................... 195
– koplampen...................................... 196
– kunststof en gecoate interieurdelen.... 198
– lederen interieurdelen ...................... 198
– lederen stoelen ................................ 198
– stoelen en stoffen bekleding.............. 197
Remmen .............................................. 210
– remvloeistofniveau ........................... 188
Richtingaanwijzers .......................... 61-159
– lamp vervangen .............................. 158
– "Lane change"-functie...................... 61
Ruiten reinigen ..................................... 62
Ruiten (reinigen) ................................... 196
Ruitensproeier
– vloeistofniveau ruitensproeier ........... 188
Ruitensproeiers van achterruit................ 194
Ruitensproeiers van vooruit ................... 193Ruitensproeier/-wisser voorruit .............. 62
– Automatische wis-/wasfunctie .......... 63
Ruitenwissers
– wisserbladen................................... 192
– wisserbladen vervangen .................. 192
Safe Lock systeem ............................... 38
SBR-systeem (Seat Belt Reminder) .......... 112
Schemersensor ..................................... 60
Schuifdak ............................................ 74
Setup-menu ......................................... 23
Slepen van de auto .............................. 172
– Montage van het sleepoog ............... 172
“Smart Bag” systeem (Meertraps
frontairbags) ..................................... 124
Smeermiddelen (specificaties) .............. 227
Sneeuwkettingen .................................. 140
Snelheidsmeter..................................... 6
Stadslicht en dimlicht ............................ 60
Start&Stop systeem ............................... 96
Stoelen ................................................ 43
– Voorstoelen ..................................... 43
Stopcontacten ...................................... 72
Stuurinrichting ..................................... 211
Stuurslot .............................................. 42
Stuurwiel ............................................. 47Symbolen ............................................ 34
Tankdop ............................................ 108
Tanken ................................................ 108
Technische gegevens............................. 199
Toerenteller .......................................... 6
TPMS (Tyre Pressure Monitoring
System) ............................................. 105
Transmissie .......................................... 209
Trip Computer ...................................... 31
TRIP knop ............................................ 33
"Universeel" kinderzitje monteren......... 118
Veiligheidsgordels .............................. 111
– Gebruik .......................................... 111
Veilig kinderen vervoeren...................... 116
Velgbescherming (banden).................... 214
Velgen
– afmetingen ..................................... 215
– verklaring van de velgcodes ............. 213
– wielen en banden ............................ 191
Vloeistoffen en smeermiddelen .............. 227
Vulinhouden ........................................ 224
Welcome movement .......................... 22
Wielen en banden
– bandenspanning ............................. 217
– een wiel vervangen ......................... 143
272
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER