Alfa Romeo MiTo 2018 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2018, Model line: MiTo, Model: Alfa Romeo MiTo 2018Pages: 220, PDF Size: 5.19 MB
Page 51 of 220

Lampjes op
instrumentenpaneelBetekenis Wat te doen
TE HOGE KOELVLOEISTOFTEMPERATUUR
Het lampje gaat branden wanneer de contactsleutel naar
de stand MAR wordt gedraaid, maar het moet even later
doven. Het lampje gaat branden wanneer de motor
oververhit is.
Op het display verschijnt een speciaal bericht.Tijdens een normale rit: breng de auto tot stilstand, zet
de motor af en controleer of het koelvloeistofniveau in
het reservoir onder het MIN-teken staat. Als dit het geval
is, wacht dan tot de motor is afgekoeld, draai vervolgens
langzaam en voorzichtig de dop open, vul koelvloeistof
bij en controleer of het peil tussen het MIN- en
MAX-teken op het reservoir staat. Controleer ook op de
aanwezigheid van vloeistoflekken. Als het
waarschuwingslampje bij de volgende keer starten weer
gaat branden, neem dan contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
Wanneer het voertuig onder zware omstandigheden
wordt gebruikt: (bijv. wanneer er tijdens het rijden hoge
prestatie gevraagd worden) en als het lampje blijft
branden: minder dan snelheid en breng het voertuig tot
stilstand. Wacht 2 of 3 minuten met draaiende motor en
geef ietwat gas om de koelvloeistofcirculatie te
bevorderen. Zet vervolgens de motor af. Controleer of
het koelvloeistofpeil correct is, zoals hiervoor
beschreven is.
BELANGRIJK Het wordt geadviseerd om onder zware
bedrijfsomstandigheden de motor vóór het afzetten
enkele minuten te laten draaien met het gaspedaal iets
ingetrapt.
49
Page 52 of 220

Lampjes op
instrumentenpaneelBetekenis Wat te doen
STORING ALFA TCT
(indien aanwezig)
Het lampje gaat branden wanneer de contactsleutel naar
de stand MAR wordt gedraaid, maar het moet even later
doven.
Het waarschuwingslampje begint te knipperen (bij
sommige versies verschijnt het symbool en een bericht
op het display) om een storing van de versnellingsbak
aan te geven.
Op het display, samen met het waarschuwingslampje,
kunnen de volgende berichten worden weergegeven:
Bericht: "Check transmission"(Motor controleren);
Bericht: "Gear not available"(versnelling niet
beschikbaar);
Bericht: "Manual mode not available"(handmatige
modus niet beschikbaar);
Bericht: "Automatic mode not
available"(automatische modus niet beschikbaar);
Bericht: "Required manoeuvre
incompatibility"(Incompatibiliteit gewenste manoeuvre);
Bericht: "Clutch overheating" (koppeling oververhit).
Neem zo snel mogelijk contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
Als de motor gestart moet worden terwijl er een storing in
de transmissie aanwezig is, volg dan de procedure
beschreven in de paragraaf "Alfa TCT" in het hoofdstuk
"Starten en rijden".
Oververhitting koppeling
Het waarschuwingslampje
gaat branden (of het symbool verschijnt op het display in
combinatie met een bericht) om aan te geven dat de
koppeling oververhit is.
Begrens in dit geval de schakelmanoeuvre en/of wijzig de
gebruiksomstandigheden tot de normale
bedrijfsomstandigheden zijn hersteld. Als de bestuurder
verder rijdt, gaat het
waarschuwingslampje uit (of verdwijnt het symbool van
het display) en gaat het
waarschuwingslampje branden (of het symbool op het
display in combinatie met een bericht) om een storing van
de automatische versnellingsbak aan te geven. Stop in dit
geval onmiddellijk, bedien de handrem en wacht
5 minuten: na deze periode zijn de
bedrijfsomstandigheden van de transmissie hersteld. Als
de storing blijft aanhouden, zo snel mogelijk contact
opnemen met het Alfa Romeo Servicenetwerk
50
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 53 of 220

Lampjes op
instrumentenpaneelBetekenis Wat te doen
MOTOROLIEDRUK TE LAAG
Wanneer de contactsleutel naar MAR wordt gedraaid, gaat het lampje branden maar
moet het doven zodra de motor is gestart.
Nadat de contactsleutel op MAR is gedraaid, circa 2 seconden wachten alvorens de
motor te starten.
Het lampje gaat constant branden en er verschijnt een bericht op het display (waar
aanwezig) wanneer het systeem detecteert dat de motoroliedruk laag is.
BELANGRIJK Gebruik het voertuig niet tot de storing is verholpen.
BELANGRIJK Om de correcte oliehoeveelheid te weten te komen, altijd controleren
met gebruik van de peilstok.
13)
VERSLECHTERDE OLIE (waar aanwezig)
Het lampje gaat knipperend branden en bij sommige versies verschijnt een speciaal
bericht op het display.
Afhankelijk van de versie kan het lampje op verschillende manieren knipperen:
- elke twee uur gedurende 1 minuut;
- cycli van 3 minuten met intervallen van 5 seconden waarin het lampje niet brandt
totdat de olie wordt ververst.
Na de aanvankelijke waarschuwing blijft het waarschuwingslampje, elke keer als de
motor wordt gestart, op dezelfde manier knipperen tot de olie is ververst. Bij
sommige versies verschijnt ook een speciaal bericht op het display wanneer het
lampje brandt. Het knipperen van het lampje moet niet als een storing worden
beschouwd, maar wil de bestuurder erop wijzen dat de motorolie moet worden
ververst na een normaal gebruik van het voertuig. De verslechtering van de olie
wordt versneld door:
- overwegend stadsgebruik van de auto, waardoor het DPF-regeneratieproces vaker
moet worden uitgevoerd;
- gebruik van de auto voor korte ritten, waardoor de motor niet helemaal op
bedrijfstemperatuur kan komen;
- herhaald onderbreken van het regeneratieproces, hetgeen wordt aangegeven door
het branden van het DPF-lampje.Neem zo snel mogelijk
contact op met het Alfa
Romeo Servicenetwerk.
25)
51
Page 54 of 220

Lampjes op
instrumentenpaneelBetekenis Wat te doen
BRANDSTOFRESERVE/BEPERKTE ACTIERADIUS
Het lampje gaat branden wanneer er nog circa5à7liter
brandstof in de tank is.
Wanneer de resterende actieradius minder is dan
ongeveer 50 km (of het equivalent in mijl) is, verschijnt
bij sommige versies een waarschuwing op het display.
26)
MISTACHTERLICHT
Het lampje gaat branden wanneer het mistachterlicht
wordt ingeschakeld.
STORING ABS
Het lampje gaat branden wanneer de contactsleutel naar
de stand MAR wordt gedraaid, maar het moet even later
doven.
Het lampje gaat branden om een systeemstoring aan te
geven. In dat geval blijft het remsysteem normaal
werken, maar met uitsluiting van het ABS-systeem.
Op het display verschijnt een speciaal bericht.Rijd zeer voorzichtig en neem zo snel mogelijk contact op
met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
START&STOP-SYSTEEM UITSCHAKELING
Het waarschuwingslampje gaat branden als het
Start&Stop-systeem is uitgeschakeld (voor meer
informatie zie de paragraaf "Start&Stop-systeem" in het
hoofdstuk "Starten en rijden").
Bij sommige versies verschijnt een speciaal bericht op
het display.
52
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 55 of 220

Lampjes op
instrumentenpaneelBetekenis Wat te doen
STORING INSPUIT-/EOBD-SYSTEEM
Onder normale omstandigheden, wanneer de contactsleutel naar
MAR wordt gedraaid, gaat het lampje branden maar dit moet
doven zodra de motor is gestart. De verkeerspolitie beschikt over
speciale apparatuur waarmee de werking van het lampje
kan
worden gecontroleerd. Neem in elk geval de wettelijke
voorschriften in acht van het land waarin u rijdt.14)
Als het lampje blijft branden of tijdens het rijden gaat branden,
dan betekent dat het inspuitsysteem niet goed werkt. Een
continu brandend lampje duidt op een storing in het
inspuit-/ontstekingssysteem die zou kunnen leiden tot
overmatige uitlaatgasemissies, mogelijk prestatieverlies, slechte
rijeigenschappen en een hoog brandstofverbruik.
Het lampje dooft nadat de storing is verdwenen, maar de melding
wordt door het systeem in het geheugen bewaard.Onder deze omstandigheden kan met
gematigde snelheid verder gereden worden
zonder te veel eisen aan de motor te stellen. Het
langdurig rijden met continu brandend lampje
kan tot schade leiden.
Neem zo snel mogelijk contact op met het Alfa
Romeo Servicenetwerk.
Alleen benzinemotoren
Als het waarschuwingslampje knippert, betekent dit dat de
katalysator beschadigd kan zijn.Laat in dit geval het gaspedaal los om het
motortoerental te verlagen tot het lampje stopt
met knipperen. Rijd verder met gematigde
snelheid en voorkom rijomstandigheden die
kunnen leiden tot het opnieuw gaan knipperen
van het lampje. Neem zo spoedig mogelijk
contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
STORING VOORGLOEIBOUGIES/VOORGLOEISYSTEEM
(dieselmotoren)
Dit lampje gaat branden wanneer de contactsleutel in de stand
MAR wordt gedraaid. Het lampje dooft zodra de
voorgloeibougies de van tevoren ingestelde temperatuur hebben
bereikt. De motor kan worden gestart zodra het lampje gedoofd
is.
WAARSCHUWING: bij gemiddelde of hoge buitentemperaturen
blijft het lampje zeer kort bijna onwaarneembaar branden.
Storing voorgloeisysteem
Het waarschuwingslampje knippert om aan te geven dat er een
storing in het voorgloeisysteem is.Neem zo snel mogelijk contact op met het Alfa
Romeo Servicenetwerk.
53
Page 56 of 220

Lampjes op
instrumentenpaneelBetekenis Wat te doen
WATER IN DIESELFILTER (Dieselversies)
Het lampje brandt constant tijdens het rijden om aan te geven dat
er water in het dieselfilter is waargenomen.
15)
REINIGING DPF (roetfilter) bezig (alleen dieselversies met DPF)
Het lampje gaat branden wanneer de contactsleutel naar de
stand MAR wordt gedraaid, maar het moet even later doven. Het
lampje gaat continu branden om te waarschuwen dat het
DPF-systeem bezig is met het verwijderen van de opgehoopte
vervuilende deeltjes (roet) middels regeneratie.
Het lampje zal niet bij elk DPF-regeneratie branden, maar alleen
als de rijomstandigheden zodanig zijn dat de bestuurder hiervan
op de hoogte moet worden gebracht. De auto moet tot aan het
einde van het regeneratieproces in beweging blijven opdat het
lampje dooft.
Een regeneratieproces duurt gemiddeld 15 minuten. De optimale
omstandigheden om het proces te voltooien worden bereikt door
de voertuigsnelheid op 60 km/h te houden met een toerental van
meer dan 2000 tpm.
Als dit lampje gaat branden, wijst dit niet op een storing en hoeft
het voertuig dus niet naar een werkplaats te worden gebracht.
27)
54
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 57 of 220

Lampjes op
instrumentenpaneelBetekenis Wat te doen
TPMS-SYSTEEM
Lage bandenspanning
Het waarschuwingslampje (of symbool op het display) gaat aan
(op sommige versies samen met een bericht op het display) (in
combinatie met een geluidssignaal) als de spanning in een of
meer banden onder de vooraf ingestelde drempel zakt.
Zo wordt de bestuurder door de TPMS op de hoogte gebracht
wanneer de bandenspanning gevaarlijk laag is en het risico op
lekkage optreedt.In elke situatie waarin op het display het bericht
"Raadpleeg handleiding" wordt weergegeven, is
het VERPLICHT om de inhoud van de paragraaf
"Wielen" in het hoofdstuk "Technische
gegevens" te raadplegen, en moeten de
aanwijzingen die u daarin vindt strikt worden
opgevolgd.
BELANGRIJK Rijd niet verder met een of
meerdere lekke banden, dit kan de
bestuurbaarheid van de auto in gevaar brengen.
Breng het voertuig tot stilstand, voorkom
bruusk remmen en sturen. Vervang het wiel
meteen door het reservewiel (waar aanwezig) of
voer gelijk een reparatie uit m.b.v. de speciale
kit (zie de paragraaf "Een wiel vervangen" in het
hoofdstuk "Noodgevallen") en neem zo snel
mogelijk contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
Storing TPMS
Dit waarschuwingslampje gaat branden (bij sommige versies in
combinatie met een bericht op het display), als een storing van de
TPMS wordt gedetecteerd.
Als op een of meerdere wielen geen sensoren zijn gemonteerd,
verschijnt er een bericht op het display tot de oorspronkelijke
condities zijn hersteld.Neem zo snel mogelijk contact op met het Alfa
Romeo Servicenetwerk.
Controleer de bandenspanning
Het waarschuwingslampje gaat branden (bij sommige versies in
combinatie met een bericht op het display) om aan te geven dat
de bandenspanning onder de aanbevolen waarde ligt, daardoor
kan een lange levensduur van de band en een laag
brandstofverbruik niet meer worden gegarandeerd. Het lampje
kan ook wijzen op drukverlies.
Als twee of meerdere banden zich in boven genoemde toestand
bevinden, worden op het display afwisselend de indicaties voor
elke band weergegeven. In dat geval wordt geadviseerd de
correcte bandenspanning te herstellen
55
Page 58 of 220

Lampjes op
instrumentenpaneelBetekenis Wat te doen
ELEKTRONISCH STABILITEITSSYSTEEM (ESC)
Wanneer de contactsleutel naar MAR wordt gedraaid, gaat het
lampje branden maar het moet doven zodra de motor is gestart.
Als het waarschuwingslampje niet uitgaat (op sommige versies
samen met een bericht op het display) of blijft branden terwijl de
motor loopt, duidt dit op een storing in het ESC-systeem.
Inwerkingtreding van het systeem wordt aangegeven door het
knipperen van het waarschuwingslampje: dit geeft aan dat de
stabiliteit en de grip van de auto in kritieke toestand verkeren.In het geval van een fout dient u contact op te
nemen met het Alfa Romeo Servicenetwerk om
het probleem te laten diagnosticeren en op te
lossen.
Storing ASR-systeem
Wanneer de contactsleutel naar MAR wordt gedraaid, gaat het
lampje branden maar het moet doven zodra de motor is gestart.
Als het waarschuwingslampje niet uitgaat (op sommige versies
samen met een bericht op het display) of blijft branden terwijl de
motor loopt, duidt dit op een storing in het ASR-systeem.
Het lampje gaat tijdens het rijden knipperen om aan te geven dat
het ASR-systeem in werking is getreden.In het geval van een fout dient u zo snel mogelijk
contact op te nemen met het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
Storing Hill Holder
Als het waarschuwingslampje gaat branden (samen met de
weergave van het symbool
en een bericht) duidt dit op een
storing in het "Hill Holder"-systeem.In het geval van een fout dient u zo snel mogelijk
contact op te nemen met het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
56
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 59 of 220

Lampjes op
instrumentenpaneelBetekenis Wat te doen
CRUISECONTROL (indien aanwezig)
Wanneer de contactsleutel naar de stand MAR wordt
gedraaid, gaat dit lampje branden, maar het moet na
enkele seconden doven als de cruisecontrol
uitgeschakeld is. Het lampje gaat branden wanneer de
ring van de cruisecontrol in de stand ON wordt gedraaid
(zie de paragraaf “Cruisecontrol” in het hoofdstuk
"Kennismaking met de auto"). Op het display verschijnt
een speciaal bericht.
STADSLICHT
Het lampje gaan branden wanneer het stadslicht wordt
ingeschakeld.
FOLLOW ME HOME
Dit lampje gaat branden (en er verschijnt ook een
melding op het display) wanneer deze functie in gebruik
is (zie de paragraaf “Buitenverlichting” in het hoofdstuk
"Kennismaking met de auto").
DIMLICHT
Het lampje gaat branden wanneer het dimlicht wordt
ingeschakeld.
MISTVOORLICHTEN
Het lampje gaat branden wanneer de mistlampen voor
worden ingeschakeld.
RICHTINGAANWIJZER LINKS
Het lampje gaat branden wanneer de
richtingaanwijzerhendel omlaag wordt gebracht of,
samen met de rechter richtingaanwijzer, wanneer de
knop voor de alarmknipperlichten wordt ingedrukt.
57
Page 60 of 220

Lampjes op
instrumentenpaneelBetekenis Wat te doen
RICHTINGAANWIJZER RECHTS
Het lampje gaat branden wanneer de
richtingaanwijzerhendel omhoog wordt gebracht of,
samen met de linker richtingaanwijzer, wanneer de knop
voor de alarmknipperlichten wordt ingedrukt.
Lampjes op
instrumentenpaneelWat het betekent Wat te doen
GROOTLICHT
Het lampje gaat branden wanneer het grootlicht wordt
ingeschakeld.
58
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL