alarm Alfa Romeo MiTo 2021 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2021, Model line: MiTo, Model: Alfa Romeo MiTo 2021Pages: 220, PDF Size: 5.19 MB
Page 110 of 220

ALARMKNIPPERLICHTEN
108)
Werking
Druk op schakelaar 1 fig. 76 om de
lichten in/uit te schakelen.
De waarschuwingslampjes
engaan
op het instrumentenpaneel branden als
deze lampje zijn ingeschakeld.
Noodremmen
Bij het remmen in noodsituaties gaan de
alarmknipperlichten automatisch
branden, evenals de controlelampjes
enop het instrumentenpaneel.
De lampen gaan automatisch uit wanneer
de remwerking weer normaal is.
BELANGRIJK
108)Het gebruik van de
alarmknipperlichten wordt geregeld door de
wegenverkeerswetgeving van het land waar
u rijdt: neem de wettelijke voorschriften in
acht.
EEN LAMP VERVANGEN
109) 110) 111)
27)
ALGEMENE INSTRUCTIES
Als een lamp niet werkt, controleer
dan of de betreffende zekering niet is
geoxideerd alvorens de lamp te
vervangen. Om de zekeringen te vinden
wordt verwezen naar de paragraaf
“Zekeringen vervangen” in dit hoofdstuk.
vervang doorgebrande lampen door
exemplaren van hetzelfde type en
vermogen;
controleer na vervanging van een
gloeilamp in de koplamp altijd of de
koplampafstelling goed is;
76A0J0028C
108
NOODGEVALLEN
Page 122 of 220

Zekeringenkast in het dashboardfig. 90
STROOMVERBRUIKERZEKERING AMPÈRE
BeschikbaarF12
–
Hoogteregeling koplampenF13 5
INT/A relais regeleenheid motorruimte F31 5
Voeding diagnosestekker EOBD /Uconnect
™/ Alarmzoemer / Alarm volumetrische
sensoren / Elektrische ventilator / TPMS-systeem / Bediening elektrische spiegels /
Bediening klimaatregelsysteemF36 15
Remlichtschakelaar (NA) / knooppunt instrumentenpaneel / correctie koplampafstelling F37 5
Centrale vergrendeling portieren en bagageruimte F38 15
Pomp ruitensproeiers/achterruitsproeier F43 20
Elektrische ruitbediening (bestuurderszijde) F47 20
Elektrische ruitbediening (passagierszijde) F48 20
Parkeersensoren / Bediening verlichting / Elektro-chroom spiegel / Regen-/schemersensor /
Schuifdak / TMPS-systeem / Verlichting aansteker / Paneel SBR-systeemF49 5
Bedieningen klimaatregeling / Configuratie radiosysteem /
Bluetooth®/
Remlichtschakelaar (NC) / Koppelingsschakelaar / Achteruitrijschakelaar / Debietmeter
(dieselversies) / Sensor "water in dieselfilter" (dieselversies)F51 5
Knooppunt instrumentenpaneel F53 5
120
NOODGEVALLEN
Page 127 of 220

BELANGRIJK
117)Het noodreservewiel is specifiek voor
deze auto bestemd. Monteer het niet op
andere automodellen. Monteer ook geen
reservewielen van andere modellen op uw
auto. Gebruik het ruimtebesparende
reservewiel alleen in noodgevallen. Gebruik
het nooit langer dan strikt noodzakelijk en
rijd nooit harder dan 80 km/h. Op het
noodreservewiel is een oranje sticker
aangebracht waarop de belangrijkste
waarschuwingen over het gebruik en de
betreffende beperkingen zijn vermeld. Deze
sticker mag nooit verwijderd of afgedekt
worden. Monteer nooit een wieldeksel op het
noodreservewiel.118)Waarschuw de andere weggebruikers
voor de stilstaande auto conform de
plaatselijke wettelijke voorschriften:
alarmknipperlichten, gevarendriehoek enz.
Alle inzittenden moeten de auto verlaten,
vooral als de auto zwaar beladen is.
Passagiers moeten op een veilige afstand
van het verkeer wachten terwijl het wiel
wordt verwisseld. Blokkeer de wielen met
blokken of andere geschikte voorwerpen als
de auto op een helling of een slecht wegdek
stilstaat.
119)Een gemonteerd reservewiel wijzigt de
rijeigenschappen van de auto. Vermijd
bruusk optrekken en remmen, scherpe
stuurbewegingen en snelle bochten. De
totale levensduur van het ruimtebesparende
reservewiel is ongeveer 3000 km. Hierna
moet de band vervangen worden door een
nieuw exemplaar van hetzelfde type.
Monteer nooit een standaard band op de
velg van een ruimtebesparend reservewiel.
Zorg ervoor dat het verwisselde wiel zo snel
mogelijk wordt gerepareerd en gemonteerd.
Het gebruik van twee of meer
ruimtebesparende reservewielen is
verboden. Smeer de schroefdraad van de
wielbouten niet met vet voordat ze
gemonteerd worden: ze kunnen hierdoor
losraken.120)De krik mag alleen gebruikt worden om
wielen te vervangen van de auto waarbij de
krik geleverd is of van auto's van hetzelfde
model. Gebruik de krik niet voor andere
doeleinden, zoals het opkrikken van andere
voertuigmodellen. Gebruik de krik nooit voor
het uitvoeren van reparaties onder het
voertuig. Door een verkeerde plaatsing van
de krik, kan het voertuig van de krik vallen.
Gebruik de krik niet voor zwaardere lasten
dan is aangegeven op het plaatje op de krik.
Monteer nooit sneeuwkettingen op het
ruimtebesparende reservewiel. In geval van
een lekke voorband (aandrijfwiel), kan het
ruimtebesparende reservewiel op de
achteras en het standaard achterwiel op de
vooras worden gemonteerd. Zo heeft de
vooras twee normale wielen waarop
sneeuwkettingen kunnen worden
gemonteerd.
121)Als het wieldeksel niet juist
gemonteerd is, kan het loskomen wanneer
de auto rijdt. Voer nooit werkzaamheden aan
het ventiel uit. Steek nooit gereedschap
tussen de velg en de band. Controleer
regelmatig de spanning van de banden en
het noodreservewiel (zie hoofdstuk
"Technische gegevens").
103A0J0239C
125
Page 139 of 220

GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA
BENZINEVERSIES
De controles vermeld in het Geprogrammeerd Onderhoudsschema moeten, na het bereiken van 120.000 km/8 jaar, cyclisch
herhaald worden te beginnen vanaf het eerste interval, daarna dezelfde intervallen aanhouden als daarvoor.
km x 100015 30 45 60 75 90 105 120 135 150
Jaren12345678910
Banden op conditie/slijtage
controleren en eventueel op spanning
brengen. Vervaldatum en toestand
van de lading "Fix&Go Automatic"-kit
controleren
Werking verlichtingssysteem
(koplampen, richtingaanwijzers,
alarmknipperlichten, bagageruimte,
interieur, dashboardkastje, lampjes
instrumentenpaneel, enz.) controleren
De vloeistofpeilen controleren en
eventueel bijvullen (1)
Uitlaatgasemissie/roetuitstoot
controleren
Gebruik de diagnoseaansluiting om de
werking van het brandstoftoevoer-/
motormanagementsysteem en de
emissie te controleren en, waar
aanwezig, de verslechtering van de
motorolie
(1) Gebruik voor het bijvullen altijd uitsluitend de in het instructieboek vermelde vloeistoffen en controleer het systeem eerst op schade.
137
Page 143 of 220

DIESELVERSIES
De controles vermeld in het Geprogrammeerd Onderhoudsschema moeten, na het bereiken van 120.000 km/6 jaar, cyclisch
herhaald worden te beginnen vanaf het eerste interval, daarna dezelfde intervallen aanhouden als daarvoor.
km x 100020 40 60 80 100 120 140 160 180 200
Jaren12345678910
Banden op conditie/slijtage controleren en
eventueel op spanning brengen. Vervaldatum
en toestand van de lading "Fix&Go
Automatic"-kit controleren
Werking verlichtingssysteem (koplampen,
richtingaanwijzers, alarmknipperlichten,
bagageruimte, interieur, dashboardkastje,
lampjes instrumentenpaneel, enz.)
controleren
De vloeistofpeilen controleren en eventueel
bijvullen(1)
Uitlaatgasemissie/roetuitstoot controleren
Gebruik de diagnoseaansluiting om de
werking van het brandstoftoevoer-/
motormanagementsysteem en de emissie te
controleren en, waar aanwezig, de
verslechtering van de motorolie
(1) Gebruik voor het bijvullen altijd uitsluitend de in het instructieboek vermelde vloeistoffen en controleer het systeem eerst op schade.
141
Page 146 of 220

PERIODIEKE CONTROLES
Elke 1.000 km of vóór een lange reis
controleren en eventueel bijvullen:
niveau motorkoelvloeistof,
remvloeistof en ruitensproeiervloeistof;
conditie en spanning banden;
werking verlichting (koplampen,
richtingaanwijzers, alarmknipperlichten,
etc.);
werking ruitenwissers/-sproeiers en
stand/slijtage wisserbladen voor/achter
Elke 3.000 km controleren en eventueel
bijvullen: motorolieniveau.
BELANGRIJK Om de correcte
oliehoeveelheid te weten te komen, altijd
controleren met gebruik van de peilstok.
Voer de controle uit met het voertuig
geparkeerd op effen terrein.
ZWAAR GEBRUIK VAN DE AUTO
Als het voertuig vooral onder de volgende
omstandigheden wordt gebruikt:
het trekken van aanhangers of
caravans;
het rijden op stoffige wegen;
talrijke korte ritten (minder dan
7-8 km) en bij buitentemperaturen onder
het vriespunt;
de motor vaak stationair draait of
lange afstanden worden gereden bij lage
snelheden of als de auto lang niet wordt
gebruikt;
de volgende controles dienen vaker te
worden uitgevoerd dan aangegeven in
het Geprogrammeerd
onderhoudsschema:
remblokken van schijfremmen voor op
conditie en slijtage controleren;
sloten van motorkap en achterklep op
aanwezigheid van vuil controleren,
mechanismen reinigen en smeren;
visueel de toestand controleren van:
motor, versnellingsbak, transmissie,
slangen en leidingen (uitlaat, brandstof-
en remsysteem) en rubber elementen
(hoezen, balgen, bussen enz.);
laadtoestand accu en niveau
accuvloeistof (elektrolyt) controleren;
conditie van aandrijfriemen van
hulporganen visueel controleren;
motorolie en oliefilter controleren en
zo nodig vervangen;
pollenfilter controleren en zo nodig
vervangen;
luchtfilter controleren en zo nodig
vervangen.
144
ONDERHOUD EN ZORG
Page 156 of 220

ACCU
Accu 6 (zie vorige pagina's) vereist niet
dat de elektrolyt met gedestilleerd water
wordt bijgevuld. Een periodieke controle
bij het Alfa Romeo Servicenetwerk is
echter noodzakelijk om de efficiëntie te
verifiëren.
ACCULADING EN ELEKTROLYTNIVEAU
CONTROLEREN
139) 140) 141) 142)
43)
4)
Vervang indien nodig de accu door een
andere originele accu met dezelfde
specificaties. Volg de aanwijzingen van de
fabrikant van de accu voor het
onderhoud.
NUTTIG ADVIES OM DE LEVENSDUUR
VAN DE ACCU TE VERLENGEN
Neem de volgende aanwijzingen in acht
om het snel ontladen van de accu te
voorkomen en de levensduur te
verlengen:
wanneer de auto wordt geparkeerd,
controleer dan of de portieren, de
motorkap en de achterklep goed
gesloten zijn. Hiermee wordt voorkomen
dat de interieurverlichting blijft branden;
schakel de interieurverlichting uit: de
auto is in ieder geval uitgerust met een
systeem voor automatischeuitschakeling van de interieurverlichting;
houd accessoires (bijv. autoradio,
alarmknipperlichten, enz.) niet te lang
ingeschakeld wanneer de motor is
uitgezet;
maak voordat werkzaamheden aan de
elektrische installatie worden
uitgevoerd, de kabel van de minpool op
de accu los.
BELANGRIJK Als het laadniveau
gedurende langere tijd onder 50% blijft,
raakt de accu door sulfatering
beschadigd. Hierdoor verminderen de
capaciteit en het startvermogen.
De accu is in dit geval ook gevoeliger voor
bevriezing (dit kan reeds bij
temperaturen van -10°C gebeuren). Als
het voertuig langere tijd niet gebruikt
wordt, zie dan "Langdurige stilstand van
het voertuig” in het hoofdstuk "Starten
en rijden".
Als men na aanschaf van de auto
elektrische accessoires wil monteren die
constante voeding vereisen (alarm enz.),
of accessoires die de elektrische
installatie zwaar belasten, wordt
geadviseerd contact op te nemen met het
Alfa Romeo Servicenetwerk; het
gekwalificeerde personeel zal dan het
totale stroomverbruik van deze
accessoires beoordelen.
BELANGRIJK
139)Accuvloeistof is giftig en corrosief.
Vermijd contact met huid en ogen. Houd
open vuur en vonkvormende apparaten uit
de buurt van de accu: brand- en
explosiegevaar.
140)Als de accu met onvoldoende vloeistof
werkt, kan dit de accu onherstelbaar
beschadigen en een explosie veroorzaken.
141)Als de auto langdurig gestald moet
worden bij zeer lage temperaturen, verwijder
dan de accu en breng deze naar een
verwarmde plek, om bevriezing te
voorkomen.
142)Bij werkzaamheden aan de accu of in
de buurt van de accu, moeten de ogen altijd
met een speciale bril beschermd worden.
BELANGRIJK
43)Onjuiste installatie van elektrische en
elektronische apparatuur kan leiden tot
ernstige schade aan de auto. Als men na
aanschaf van het voertuig accessoires wil
monteren (diefstalbeveiliging, mobiele
telefoon enz.), ga dan naar een werkplaats
van een Alfa Romeo Servicenetwerk, die de
meest geschikte apparaten zal aanraden en
zal controleren of een accu met een grotere
capaciteit gemonteerd moet worden.
154
ONDERHOUD EN ZORG
Page 215 of 220

ALFABETISCH REGISTER
"Alfa DNA"-systeem...........35
"Universeel" kinderzitje monteren . . .78
“Electronic Q2” (“E-Q2”).........69
“Smart bag” systeem (meertraps
frontairbags)..............85
ABS.....................68
Accu ....................154
Accu (opladen)..............151
Achterbank.................15
Achterlichtunits (lamp vervangen) . .114
Achterruitwisser/-sproeier........23
Achteruitkijkspiegels...........18
Actieve veiligheidssystemen.......68
Afmetingen................173
Afsluiter van de brandstoftoevoer . .130
Alarmknipperlichten...........108
Alarmsysteem...............12
Alfa Romeo code systeem........12
Alfa TCT ...................97
ALFA TCT-transmissie
(contactsleutel verwijderen). . . .131
ASR (AntiSlip Regulation) systeem.......................68
Automatische dual-zone
klimaatregeling.............26
Bagageruimte...............33
Bagageruimte uitbreiden.......34
Initialisatie bagageruimte.......34Banden
Fix&Go Automatic (kit).......126
Banden (bandenspanning).......170
Bedieningsknoppen............43
Bedieningspaneel en
boordinstrumenten...........42
Brake Assist systeem...........68
Brandstofverbruik............184
Buitenspiegels...............18
Buitenverlichting..............19
Carrosserie (onderhoud)........155
CBC (Cornering Brake Control)
systeem.................69
Centrale portiervergrendeling......13
CO2-emissie...............186
Contactslot.................11
Cruise-control...............101
De auto parkeren.............95
De motor starten..........94,129
Rollend starten............129
Derde remlicht
lamp vervangen............115
Dimlicht (lamp vervangen).......113
Display....................43
DST systeem (Dynamic Steering
Torque)..................68
Dynamic suspension............36
EBD-systeem...............68
Een aanhanger trekken.........104Een lamp vervangen...........108
Algemene instructies........108
buitenverlichting...........113
Een wiel vervangen............122
Elektrische ruitbediening.........29
EOBD.....................65
ESC-systeem (Electronic Stability
Control)..................69
Fix&Go Automatic kit..........126
Follow Me Home (systeem)........21
Frontairbag bestuurderszijde . .....85
Frontairbag passagierszijde.......85
Frontairbags................85
Gebruik van de handgeschakelde
versnellingsbak.............96
Geprogrammeerd onderhoud.....136
Geprogrammeerd
onderhoudsschema..........137
Gewichten.................174
Grootlicht..................20
Grootlicht (lamp vervangen)......113
Grootlichtsignaal..............20
Handrem..................95
Herconfigureerbaar
multifunctioneel display.....42,43
Het voertuig opkrikken .........155
Hill Holder-systeem............69
Hoofdairbags (window bags).......90
Hoofdsteunen . . .............16