Alfa Romeo 159 2008 Instructieboek (in Dutch)
Page 111 of 330
110
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
VDC (Vehicle
Dynamics Control)
(waar voorzien)
Dit systeem bewaakt de stabiliteit van
de auto als de wielen hun grip verliezen,
waardoor de auto beter op koers blijft.
De werking van het VDC is uitermate
nuttig als de grip op het wegdek wisselt.
ACTIVERING VAN HET
SYSTEEM
Als het systeem in werking treedt, gaat
het lampje
áop het instrumentenpa-
neel knipperen, om de bestuurder er op
te wijzen dat de auto de stabiliteit en de
grip dreigt te verliezen.
SYSTEEM IN-/
UITSCHAKELEN
Het VDC schakelt automatisch in als de
motor wordt gestart. Tijdens de rit kan
het VDC worden uitgeschakeld door ge-
durende 2 seconden de ASR/VDC-knop
op de middenconsole in te drukken fig.
103. Als het VDC wordt uitgeschakeld,
wordt ook de ASR uitgeschakeld. Bei-
de functies kunnen opnieuw worden in-
geschakeld door de ASR/VDC-knop in
te drukken.
Als het systeem wordt uitgeschakeld,
gaat het lampje
áop het instrumen-
tenpaneel branden (bij enige uitvoe-
ringen wordt een symbool op het dis-
play weergegeven) en gaat de led om
de ASR/VDC-knop branden.
Als het VDC tijdens de rit wordt uitge-
schakeld, wordt het na de volgende keer
starten opnieuw ingeschakeld.
STORINGSMELDINGEN
Bij een eventuele storing van het VDC,
wordt het systeem automatisch uitge-
schakeld en gaat op het instrumenten-
paneel het lampje
ácontinu branden
(bij enkele uitvoeringen verschijnt ook
een bericht op het display) (zie het
hoofdstuk “Lampjes en berichten”).
Wendt u zich in dat geval zo snel mo-
gelijk tot het Alfa Romeo Servicenet-
werk.
A0E0026mfig. 103
083-128 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:13 Pagina 110
Page 112 of 330
111
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
Deprestatiesvanhet
VDCmogendebe-
stuurdererniettoeverleiden
onnodigeenonverantwoorde
ris sico’stenemen.Het
rijge-
dragdientaltijdaangepastte
wordenaandeconditievan
hetwegdek,hettzichtenhet
verkeer.Deverantwoordel
ijk-
heidvoordeverkeersveilig-
heidligtaltijdenoveralbijde
bestuurder.
OPGELET
Bijeventueelgebruik
vanhetnoodreserve-
wiel(waarvoorzien)blijfthet
VDCwelwerken.Blijfereech-
terrekeningm
eehoudendat
hetnoodreservewielkleineris
dandenormalebandendat
daaromdegriplagerisdanbij
deanderebandenvan
deau-
to.
OPGELET
Vooreenjuistewer-
kingvanhetVDCmoe-
tendebandenopallewielen
vanhetzelfdemerkentype
zijn.Zedieneningoedeco
ndi-
tietezijnentevoldoenaan
hetvoorgeschreventype,
merkenmaat.
OPGELET
HILL HOLDER
(waar voorzien)
Dit in het VDC geïntegreerde systeem
helpt bij het wegrijden op een helling
omhoog. Dit systeem schakelt automa-
tisch onder de volgende omstandighe-
den in:
❒op een stijgende helling: stilstaande
auto op een helling van meer dan
6% met draaiende motor, ingetrapt
rem- en koppelingspedaal en ver-
snellingsbak in vrij of als een ande-
re versnelling dan de achteruit is in-
geschakeld;
❒op een dalende helling: stilstaande
auto op een afdaling van meer dan
6% met draaiende motor, ingetrapt
rem- en koppelingspedaal en inge-
schakelde achteruit.
Tijdens het wegrijden zorgt de rege-
leenheid van het VDC ervoor dat de wie-
len geremd blijven, totdat het noodza-
kelijke motorkoppel is bereikt om weg
te rijden (of in ieder geval 1 seconde,
zodat de rechter voet van het rempedaal
naar het gaspedaal kan worden ver-
plaatst).
083-128 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:13 Pagina 111
Page 113 of 330
ASR
(AntiSlip Regulation)
Dit is een onderdeel van het VDC en con-
troleert automatische de auto als een of
beide aangedreven wielen slippen.
Afhankelijk van de omstandigheden
waarin het slippen plaatsvindt, worden
twee verschillende regelingen inge-
schakeld:
❒als beide aangedreven wielen door-
slaan, vermindert de ASR het mo-
torvermogen;
❒als slechts één van de aangedreven
wielen doorslaat, remt de ASR au-
tomatisch het doorslaande wiel. Als de auto na het verstrijken van deze
tijd niet vertrokken is, zal het systeem
automatisch uitgeschakeld worden en
de remdruk geleidelijk worden verlaagd.
Tijdens deze fase kunt u een typisch ge-
luid horen. Dit geluid betekent dat de
auto ieder moment in beweging kan ko-
men.
112
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
Storingsmeldingen
Bij een eventuele storing gaat het lamp-
je
*(waar voorzien) op het instru-
mentenpaneel branden (bij enkele uit-
voeringen verschijnt een bericht op het
display) (zie het hoofdstuk “Lampjes en
berichten”).
WAARSCHUWING Het Hill Holder-
systeem is geen handrem; verlaat dus
nooit de auto zonder de handrem aan
te trekken, de motor uit te zetten en de
eerste versnelling in te schakelen.
083-128 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:13 Pagina 112
Page 114 of 330
De ASR is bijzonder nuttig onder de vol-
gende omstandigheden:
❒doorslippen van het binnenste wiel
in bochten, door verandering van de
wielbelasting of door te felle acce-
leratie;
❒te hoog vermogen naar de wielen,
ook in samenhang met de condities
van het wegdek;
❒acceleratie op gladde wegen en bij
sneeuw en ijzel;
❒verlies van grip op natte wegge-
deelten (aquaplaning).
113
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
Deprestatiesvanhet
systeemmogendebe-
stuurdererniettoeverleiden
onnodigeenonverantwoorde e
risico’stenemen
.Hetrijge-
dragdientaltijdaangepastte
wordenaandeconditievan
hetwegdek,,hetzichtenhet
verkeer.Deverantwoo
rdelijk-
heidvoordeverkeersveilig-
heidligtaltijdenove eralbijde
bestuurder.
OPGELETInschakeling van het systeem
De ASR schakelt automatisch in als het
instrumentenpaneel wordt ingeschakeld.
Tijdens de rit kan de ASR worden uit-
geschakeld door kort op de ASR/VDC-
knop op de middenconsole te drukken.
Als het systeem wordt uitgeschakeld,
gaat de led op de ASR/VDC-knop bran-
den (bij de uitvoeringen met “Instelbaar
multifunctioneel display”gaat ook het
symbool
Vbranden).
Als de ASR tijdens de rit wordt uitge-
schakeld, wordt het na de volgende keer
starten opnieuw ingeschakeld.
Als u met sneeuwkettingen rijdt, dan
kan het nuttig zijn om het ASR-systeem
uit te schakelen: onder deze omstan-
digheden levert het doorslaan van de
aangedreven wielen juist meer trek-
kracht op.
083-128 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:13 Pagina 113
Page 115 of 330
MSR (regeling van de
afremming op de motor)
Dit systeem, dat geïntegreerd is in de
ASR, verhoogt bij bruusk terugschake-
len het motorkoppel, zodat overmati-
ge vertraging van de aangedreven wie-
len wordt voorkomen. Dit heeft vooral
voordelen op een wegdek met weinig
grip, waarop de stabiliteit van de auto
snel verloren kan gaan.
114
PLANCIA
E COMANDI
114
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
VVooreenjuistewer-
kingvandeASRmoe-
tendebandenopallewielen
vanhetzelfdemerkentype
zi ijn.Zedieneningoedeco
ndi-
tietezijnentevoldoenaan
hetvoorgeschreventype,
merkenmaat(zziedepara-
graaf“Banden”inhethoofd-
stuk“T
echnischegegevens”).
OPGELETStoringsmeldingen
Bij een storing van de ASR wordt de ASR
automatisch uitgeschakeld en bij uit-
voeringen met een “Instelbaar multi-
functioneel display” wordt het symbool
Vweergegeven. Wendt u zich in dit
geval zo snel mogelijk tot het Alfa Ro-
meo Servicenetwerk.
083-128 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:13 Pagina 114
Page 116 of 330
115
PLANCIA
E COMANDI
115
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
EOBD
(voor bepaalde
uitvoeringen/
markten)
Met het EOBD-systeem (European On
Board Diagnosis) kan een doorlopende
diagnose worden uitgevoerd op die com-
ponenten op de auto die van invloed zijn
op de emissie.
Bovendien meldt het systeem, door het
branden van het lampje
Uop het ins-
trumentenpaneel (bij enige uitvoeringen
verschijnt een bericht op het display)
(zie het hoofdstuk “Lampjes en berich-
ten”).
Als,alsdesleutelinhet
startsysteemisge-
plaatst,hetlampje
UU
nietgaatbrandenofalstijdens
derithetlampjecontinuofknip-
perendgaatbranden,wendtu
daanzosnelmogelijktot
hetAl-
faRomeoServicenetwerk.De
werkingvanhetlampje
UU
kanmetspecialeapparatuur
doordeverkeerspolitiegecon-
troleerdworden.Houdtuaan
dewetgevin ngvanhetland
waa
rinurijdt.
Het doel is:
❒de werking van het systeem contro-
leren;
❒signaleren wanneer door een storing
de emissies boven de wettelijk vast-
gestelde drempelwaarde uitkomen;
❒de noodzaak van het vervangen van
componenten met een slechte con-
ditie aangeven.
Het systeem beschikt verder nog over
een diagnosestekker die het mogelijk
maakt, na het aansluiten van speciale
apparatuur, de door de regeleenheid op-
geslagen storingscodes en de specifieke
parameters voor de diagnose en wer-
king van de motor te lezen. Deze con-
trole kan ook worden uitgevoerd door
de verkeerspolitie.
WAARSCHUWINGNa het verhel-
pen van de storing moet het Alfa Romeo
Servicenetwerk zorgen voor een com-
plete controle van het systeem, tests uit-
voeren en, zonodig, een proefrit maken
die eventueel een langere afstand kan
omvatten.
083-128 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:13 Pagina 115
Page 117 of 330
EXTRA ACCESSOIRES
Als u na aanschaf van uw auto accessoi-
res wilt monteren die constante voeding
nodig hebben (autoradio, anti-diefstalsa-
tellietbewaking enz.), of accessoires die
de elektrische installatie zwaar belasten,
wendt u dan tot het Alfa Romeo Service-
netwerk. Deze kan u de meest geschik-
te installaties aanraden uit het Lineacces-
sori Alfa Romeo en controleren of de elek-
trische installatie van de auto geschikt is
voor het extra stroomverbruik of dat het
noodzakelijk is een accu met een grote-
re capaciteit te monteren.
116
PLANCIA
E COMANDI
116
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
INBOUWVOORBEREI
DING AUTORADIO
(waar voorzien)
Als de auto niet is uitgerust met een au-
toradio, dan wordt de auto geleverd met
een twee opbergvakken in het dash-
board.
De inbouwvoorbereiding voor de auto-
radio bestaat uit:
❒voedingskabels voor de autoradio;
❒voedingskabels voor de luidsprekers
voor en achter;
❒voedingskabel voor de antenne;
❒ruimte voor de autoradio;
❒antenne op het dak van de auto.
De autoradio dient geïnstalleerd te wor-
den in de daarvoor bestemde ruimte,
dat verwijderd wordt door op de twee
lippen in de ruimte te drukken: de voe-
dingskabels zijn nu bereikbaar.
Alsunaaanschafvande
autoeenautoradiowilt
installeren,wendtudan
eersttothetAlfaRomeoS Servi-
cenetwerk,datu
kaninformeren
overdebestekeuze,zodatdele-
vensduurvandeaccunietna ade-
ligwordtbeïnvloed.Dooreen
overmatig
stroomopnamealsde
motornietdraait,kandeaccu
beschaadigenenkandegarantie
opdeaccuvervallen.
Letopbijdemontage
vanextraspoilers,
lichtmetalenvelgenenniet
standaardwieldoppen:hier-
do oorkandeventilat
ievande
remmenwordenverminderd,
waardoordewerkingvande
remmennakrachtigenher-
haaldelijkremmenofbijrem-
me
ntijdenseenlangeafdaling
terugloopt.Controleerboven-
dienofdoorobstakels(matten
enz.)deslagvandepedalen
b
eperken.
OPGELET
083-128 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:13 Pagina 116
Page 118 of 330
INSTALLATIE VAN
ELEKTRISCHE/ELEKTR
ONISCHE SYSTEMEN
De elektrische/elektronische systemen
die na aankoop van de auto gemonteerd
worden, moeten voorzien zijn van het
merkteken:
Fiat Auto S.p.A. geeft toestemming dat
zenders/ontvangers worden gemon-
teerd, op voorwaarde dat dit professio-
neel door een gespecialiseerd bedrijf en
volgens de aanwijzingen van de fabri-
kant wordt uitgevoerd.
117
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
RADIOZENDAPPARATUUR
EN MOBIELE TELEFOONS
radiozendapparatuur (mobiele telefoons,
27 mc en dergelijke) mogen alleen in
de auto worden gebruikt met een apar-
te antenne aan de buitenkant van de au-
to.
WAARSCHUWINGHet gebruik van
dergelijke apparaten in de auto (zonder
buitenantenne) kan mogelijk schadelijk
zijn voor de gezondheid van de inzit-
tenden en de werking van de elektroni-
sche systemen in de auto negatief beïn-
vloeden. Hierdoor kan de veiligheid in
gevaar worden gebracht.
Bovendien wordt de zend- en ont-
vangstkwaliteit aanzienlijk beperkt door
de isolerende eigenschappen van de car-
rosserie.
Houdt u bij het gebruik van mobiele te-
lefoons (GSM, GPRS, UMTS) met het of-
ficiële keurmerk, strikt aan de in-
structies die door de fabrikant van de mo-
biele telefoon zijn bijgeleverd.
WAARSCHUWINGDe montage van
apparatuur die wijzigingen van de spe-
cificaties van de auto tot gevolg heeft,
kan inname van het kentekenbewijs
door de verantwoordelijke autoriteiten
tot gevolg hebben en het eventueel ver-
vallen van de garantie die defecten dek-
ken die zowel direct als in direct ver-
oorzaakt zijn door de genoemde wijzi-
ging.
Fiat Auto S.p.A. wijst elke verantwoor-
delijkheid af voor schade die veroorzaakt
is door de installatie van accessoires die
niet geleverd of aanbevolen zijn door Fiat
Auto S.p.A. en niet gemonteerd zijn vol-
gens de bijgeleverde voorschriften.
083-128 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:13 Pagina 117
Page 119 of 330
PARKEERSENSOREN
(waar voorzien)
De parkeersensoren leveren aan de be-
stuurder informatie over de afstand tij-
dens het naderen van obstakels aan de
achterzijde van de auto (uitvoeringen
met 4 sensoren achter) of voor en ach-
ter de auto (uitvoeringen met 4 sen-
soren achter en 4 sensoren voor).
Het systeem is een hulp bij het uitvoe-
ren van parkeermoeuvres, zodat obsta-
kels worden gesignaleerd die zich bui-
ten het zicht van de bestuurder bevin-
den.
De informatie over de aanwezigheid van
en de afstand tot een obstakel wordt
aan de bestuurder doorgegeven door
middel van een akoestisch signaal,
waarvan de frequentie afhankelijk is van
de afstand tot het obstakel (als de af-
stand tot het obstakel kleiner wordt,
neemt de frequentie van het akoestische
signaal toe) en, bij enkele uitvoeringen,
verschijnt ook een beeld op het display
(zie de paragraaf “Signalering op het
display”).
118
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
A0E0482mfig. 104
INSCHAKELEN
Uitvoering met 4 sensoren
De sensoren voor schakelen in als de
elektronische sleutel in het startsysteem
is geplaatst en de achteruit wordt inge-
schakeld of, bij enkele uitvoeringen, als
op knop A-fig.104op het plafon-
lampje voor wordt gedrukt bij een snel-
heid onder 15 km/h.
De sensoren schakelen uit bij een snel-
heid hoger dan 18 km/h of, bij enke-
le uitvoeringen, als nogmaals op knop
A-fig.104wordt gedrukt bij een snel-
heid lager dan 15 km/h. Als het sys-
teem niet is ingeschakeld, is bij uitvoe-
ringen met een uitschakelknop de led
op de knop gedoofd.Uitvoering met 8 sensoren
De sensoren voor schakelen in als de
elektronische sleutel in het startsysteem
is geplaatst en de achteruit wordt inge-
schakeld of als op knop A-fig.104op
het plafonlampje voor wordt gedrukt bij
een snelheid onder 15 km/h.
De sensoren schakelen uit als nogmaals
op knop A-fig.104wordt gedrukt bij
een snelheid lager dan 15 km/h of als
de snelheid hoger wordt dan 18 km/h;
als het systeem niet is ingeschakeld, is
de led op de knop gedoofd.
Als de sensoren zijn ingeschakeld, start
het systeem met de akoestische signa-
lering m.b.v. de zoemers voor of achter,
zodra een obstakel wordt gesignaleerd;
de geluidsimpulsen hebben een toene-
mende frequentie naarmate het obsta-
kel dichterbij komt.
Als het obstakel zich op minder dan 30
cm bevindt, klinkt het geluidssignaal
continu. Afhankelijk van waar het ob-
stakel zich bevindt (voor en achter)
klinkt de bijbehorende zoemer (voor of
achter). In ieder geval wordt het obsta-
kel aangegeven dat zich het dichtst bij
de auto bevindt.
083-128 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:13 Pagina 118
Page 120 of 330
Het signaal stopt onmiddellijk als de af-
stand tot het obstakel groter wordt. De
weergave van de tonen blijft gelijk als
de door de middelste sensoren gemeten
afstand gelijk blijft. Als deze situatie op-
treedt bij de zij-sensoren, dan wordt het
signaal na 3 seconden onderbroken (om
te voorkomen dat het geluid weerge-
geven blijft worden als langs een muur
wordt gereden).
SENSOREN
Het systeem voor het bepalen van de
afstand tot de obstakels maakt gebruik
van 4 sensoren in de voorbumper (waar
voorzien) fig. 105en 4 sensoren in
de achterbumperfig. 106.
Deverantwoordelijk-
heidtijdenshetparke-
renenanderegevaarlijkehan-
delingenligtaltijdenooveralbij
debest
uurder.Controleerals
udeautoparkeertofzichgeen
personen(vooralkinderen),
d dierenofobstakelsindebuurt
vand
eautobevinden.Depar-
keersensorenmoetenalseen
hulpmiddelvoordebestuurder
beschouwdworden.Debe-
stuurdermo
ettijdenseventu-
eelgevaarlijkeparkeer-
manoeuvresaltijdvolledigzijn
aandachtbehouden,ookalsde
manoeuvres
metlagesnelheid
wordenuitggevoerd.
OPGELET
A0E0231mfig. 105
A0E0232mfig. 106
119
PLANCIA
E COMANDI
119
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
ZOEMER
De informatie over de aanwezigheid en
afstand van een obstakel wordt aan de
bestuurder gegeven met een akoestisch
signaal dat door de zoemer in het inte-
rieur wordt gegeven.
❒bij uitvoeringen met 4 sensoren ach-
ter bevindt de zoemer zich aan de
achterzijde en geeft de zoemer ob-
stakels achter de auto aan;
❒bij uitvoeringen met 8 sensoren (4
voor en 4 achter) bevindt zich naast
de zoemer achter een zoemer aan
de voorzijde, die informatie geeft
over obstakels voor de auto. Hier-
door krijgt de bestuurder een gevoel
van richting (voor / achter) over de
aanwezigheid van de obstakels.
083-128 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:13 Pagina 119