ESP Alfa Romeo 159 2009 Instructieboek (in Dutch)

Page 131 of 330

130
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
DDruktijdenshetrijden
nietopdeknopC.
Via de oprolautomaat wordt de lengte
van de gordel automatisch aangepast
aan het postuur van de drager; hierdoor
blijft voldoende bewegingsruimte over.
Als de auto op een steile helling staat,
kan de rolautomaat blokkeren; dit is een
normaal verschijnsel. De oprolautomaat
blokkeert ook als de gordel snel wordt
uitgetrokken of bij hard remmen, bots-
ingen en als snel in een bocht wordt ge-
reden.
VEILIGHEIDSGORDELS
GEBRUIK VAN DE
VEILIGHEIDSGORDELS
Ga goed rechtop zitten, steun tegen de
rugleuning en leg dan de gordel om.
Trek de gordel uit en maak de gordel
vast door de gesp A-fig. 1in de slui-
tingBte drukken, totdat deze hoorbaar
blokkeert.
Als tijdens het uittrekken van de gordel
de rolautomaat blokkeert, laat dan de
gordel een stukje teruglopen en trek de
gordel vervolgens weer geleidelijk uit.
Druk voor het losmaken van de gordel
op knop C. Begeleid de gordel tijdens
het teruglopen, zodat wordt voorkomen
dat de gordelband draait.
OPGELET
A0E0083mfig. 1A0E0055mfig. 2
De achterbank is voorzien van drie-
puntsgordels met rolautomaat op de zij-
zitplaatsen en de zitplaats in het mid-
den.
De gordels voor de achterste zitplaatsen
moeten worden omgelegd volgens het
schema in fig. 2.
129-148 Alfa 159 NL 21-10-2008 15:59 Pagina 130

Page 133 of 330

132
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
132
VEILIGHEID
De gordelspanner hoeft op geen enkele
wijze te worden onderhouden of ge-
smeerd. Elke verandering van de oor-
spronkelijke staat zal de doelmatigheid
verminderen. Als de gordelspanner door
extreme natuurlijke omstandigheden
(bijv. overstromingen en vloedgolven)
met water en modder in contact is ge-
weest, dan moet de spanner worden
vervangen.GORDELSPANNERS
Voor een nog effectievere bescherming
zijn de veiligheidsgordels van de auto
voorzien van gordelspanners. Dit sys-
teem trekt bij een heftige frontale en zij-
delingse botsing de gordels voor enige
centimeters aan. Op deze wijze worden
de inzittenden veel beter op hun plaats
gehouden en wordt de voorwaartse be-
weging beperkt.
Als de gordelspanners voor hebben ge-
werkt, is de gordelsluiting naar beneden
teruggetrokken.
WAARSCHUWINGVoor een maxi-
male bescherming door de gordelspan-
ners moet de veiligheidsgordel goed
aansluiten op borst en bekken.
De gordelspanners achter werken alleen
als de veiligheidsgordels goed in de slui-
tingen vergrendeld zijn.
Tijdens de werking van de gordelspanner
kan er een beetje rook ontsnappen. De-
ze rook is niet schadelijk en duidt niet op
brand.
Degordelspannerwerkt
maaréénkeer.Alsde
gordelspannershebbenge-
werkt,moetuzichtothetAl lfa
RomeoServicenet
werkwenden
omdespannerstelatenver-
vangen.Degeldigheidvanhet
systeemsttaatvermeldopeen
plaatjedatzichinhe
tdash-
boardkastjebevindt:laathet
systeemvoorhetversstrijken
vandezetermijndoorhetAlfa
RomeoServicenetwer
kver-
vangen.
OPGELET
Werkzaamhedenwaar-
bijstoten,sterketrillin-
genofverhitting(maxi-
maal100°Cgedurendeten
hooogste6uur)optr
eden,kun-
nendegordelspannersbescha-
digenofactiveren:bijdieom-
standighed denhorenniettrillin-
gendievoor
tgebrachtworden
dooreenslechtwegdekofdoor
contactenmetkle
eineobstakels
zoalstrottoirbanden.Wendtu
altijdto
thetAlfaRomeoServi-
cenetwerk.
TREKKRACHTBEGRENZERS
Om de bescherming van de passagiers
bij een ongeval te vergroten, zijn de op-
rolautomaten van de gordels voor voor-
zien van trekkrachtbegrenzers die tij-
dens een frontale aanrijding de piekbe-
lasting op de borst en schouders beper-
ken.
129-148 Alfa 159 NL 21-10-2008 15:59 Pagina 132

Page 150 of 330

149
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
STARTEN
EN RIJDEN
DASHBOARD
EN BEDIENING
S S
T T
A A
R R
T T
E E
N N
E E
N N
R R
I I
J J
D D
E E
N N
STARTEN VAN DE MOTOR ................................... 150
MOTOR UITZETTEN ........................................... 155
GEBRUIK VAN DE VERSNELLINGSBAK .................... 156
BRANDSTOF BESPAREN ..................................... 157
TREKKEN VAN AANHANGERS.............................. 159
WINTERBANDEN............................................... 162
SNEEUWKETTINGEN.......................................... 163
AUTO LANGERE TIJD STALLEN ............................. 164
149-164 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:48 Pagina 149

Page 158 of 330

157
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
STARTEN
EN RIJDEN
DASHBOARD
EN BEDIENING
Airconditioning
De airconditioning gebruikt zeer veel
energie: gebruik, als de buitentempe-
ratuur het toelaat, bij voorkeur het ven-
tilatiesysteem.
Aerodynamische accessoires
Het gebruik van niet goedgekeurde
aerodynamische accessoires kan de
aerodynamica negatief beïnvloeden,
waardoor het brandstofverbruik zal toe-
nemen. Overbodige bagage
Rijd niet met een te zwaar beladen ba-
gageruimte. Het gewicht van de auto
(vooral in stadsverkeer) en de wieluit-
lijning hebben grote invloed op het
brandstofverbruik en de stabiliteit.
Imperiaal/skidrager
Verwijder de imperiaal of skidrager als
deze niet wordt gebruikt. Deze acces-
soires verminderen de aerodynamica
van de auto, waardoor het brandstof-
verbruik toeneemt. Gebruik voor het ver-
voer van volumineuze voorwerpen bij
voorkeur een aanhanger.
Stroomverbruikers
Gebruik de elektrische installaties alleen
als u ze nodig hebt. De achterruitver-
warming, extra koplampen, de ruiten-
wissers en de aanjager van het ventila-
tie-/verwarmingssysteem vragen veel
stroom, waardoor het brandstofverbruik
toeneemt (tot aan 25% in stadsver-
keer).BRANDSTOF
BESPAREN
Hierna volgen enkele nuttige tips, waar-
door het brandstofverbruik zo laag mo-
gelijk blijft en de uitstoot van schadelij-
ke uitlaatgassen zoveel mogelijk be-
perkt wordt.
ALGEMENE OPMERKINGEN
Onderhoud van de auto
Zorg voor een goed onderhoud van de
auto door de controles en registraties die
in het “Onderhoudsschema” staan ver-
meld, te laten uitvoeren.
Banden
Controleer regelmatig, ten minste een
keer per maand, de spanning van de
banden: als de spanning te laag is,
wordt de weerstand groter en neemt het
verbruik toe.
149-164 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:48 Pagina 157

Page 160 of 330

159
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
STARTEN
EN RIJDEN
DASHBOARD
EN BEDIENING
Schakel een lage versnelling in tijdens
het afdalen om te voorkomen dat u con-
stant moet remmen.
Het gewicht van de aanhanger dat op
de trekhaak rust moet worden afge-
trokken van het laadvermogen van de
auto. Om er zeker van te zijn dat u het
maximum toelaatbaar aanhangerge-
wicht (aangegeven op de typegoed-
keuring) niet overschrijdt, moet u er re-
kening mee houden dat het maximum
betrekking heeft op het totale gewicht
van de aanhangwagen of caravan, in-
clusief accessoires en de bagage.
Houdt u aan de snelheidsbeperkingen
die voor auto’s met aanhanger gelden.
U mag in geen geval harder rijden dan
100 km/h. TREKKEN VAN
AANHANGERS
WAARSCHUWINGEN
Voor het trekken van aanhangwagens
of caravans moet de auto uitgerust zijn
met een trekhaak van een goedgekeurd
type en een geschikte elektrische in-
stallatie. De montage van de trekhaak
moet door gespecialiseerd personeel
worden uitgevoerd. Ook moet docu-
mentatie worden overhandigd m.b.t. het
rijden met een aanhanger.
Monteer zonodig speciale en/of extra
achteruitkijkspiegels, waarmee u vol-
doet aan de geldende verkeerswetge-
ving.
Let er op dat het maximum klimver-
mogen van de auto door het gewicht
van een aanhanger wordt beperkt. Ook
de remweg wordt langer en u heeft lan-
ger de tijd nodig om in te halen.
HetABSwaarmeede
autokanzijnuitgerust,
werktnietophetremsysteem
vandeaanhanger.Rijddus
zzeervoorzichtigope
englad-
deondergrond.
OPGELET
Wijzigbeslistopgeen
enkelewijzehetrem-
systeemvandeauto.Hetrem-
systeemvandeaanhanger
m moetgeheelonafhank
elijkvan
hethydraulischeremsysteem
vandeautowerken.
OPGELET
149-164 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:48 Pagina 159

Page 161 of 330

160
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
Voor de elektrische aansluiting moet ge-
bruik worden gemaakt van een stan-
daard stekker, die op een goedgekeur-
de beugel wordt gemonteerd op de trek-
haak.
De elektrische verbinding moet tot stand
worden gebracht met een 7-polige stek-
ker die wordt voorzien van een 12V-voe-
dingsspanning (CUNA/UNI en ISO/DIN
normen); bij de montage moet rekening
worden gehouden met de aanwijzingen
van de fabrikant van de auto en/of van
de fabrikant van de trekhaak.
Een eventuele elektrische rem of ander
systeem (elektrische lier enz.) moet di-
rect door de accu worden gevoed via
een kabel met een doorsnede van ten
minste 2,5 mm
2. Het is naast de nor-
male elektrische aansluitingen alleen
toegestaan om een kabel voor een
eventuele elektrische rem en een ka-
bel voor een interieurlamp van de aan-
hanger met een vermogen van maxi-
maal 15W op de elektrische installatie
van de auto aan te sluiten.Montageschema fig. 4
De trekhaak moet op de aangegeven
punten
Øworden bevestigd met in taal
2 M10 bouten en 4 M12 bouten.
De bevestigingspunten (1) moeten
voorzien zijn van afstandsstukken van
Ø 25x6 mm.
De verstevigingsplaten (2) moeten ten
minste 4 mm dik zijn.
De verstevigingsplaten (3) moeten ten
minste 6 mm dik zijn.
WAARSCHUWINGTer hoogte van
de kogel van de trekhaak moet goed
zichtbaar een plaatje worden gemon-
teerd, met de voorgeschreven maten en
van het voorgeschreven materiaal met
daarop:
MAXIMALE KOGELDRUK 75 kg
Na de montage moeten de boutgaten
worden afgekit, zodat infiltratie van uit-
laatgas wordt voorkomen.
WAARSCHUWINGDe trekhaak
wordt aan de carrosserie bevestigd, boor
niet in de bumper.
TREKHAAK MONTEREN
De trekhaak moet aan de carrosserie
worden bevestigd door gespecialiseerd
personeel, die rekening houden met de
eventuele extra en/of aanvullende in-
formatie van de fabrikant van de trek-
haak.
De trekhaak moet aan de huidig gel-
dende normen voldoen onder verwijzing
naar Richtlijn 94/20/EG en de aan-
vullingen.
Bij elke uitvoering moet gebruik worden
gemaakt van een trekhaak die geschikt
is voor het gewicht dat door de auto ge-
trokken mag worden.
149-164 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:48 Pagina 160

Page 164 of 330

163
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
STARTEN
EN RIJDEN
DASHBOARD
EN BEDIENING
WAARSCHUWINGOp het reserve-
wiel (waar voorzien) mag geen sneeuw-
ketting worden gemonteerd. Als een voor-
band (aangedreven wiel) lek is en met
sneeuwkettingen moet worden gereden,
dan moet een achterwiel op de plaats van
de lekke band worden gemonteerd (zorg
ervoor dat de voorgeschreven banden-
spanning zo goed mogelijk wordt bena-
derd) en het reservewiel op de plaats van
het achterwiel. Zo heeft u op de twee nor-
male aangedreven wielen waarop
sneeuwkettingen gemonteerd kunnen
worden, waardoor de auto is voorbereid
op een eventuele noodsituatie.SNEEUWKETTINGEN
Het gebruik van sneeuwkettingen is af-
hankelijk van de voorschriften van het
land waar wordt gereden.
De sneeuwkettingen mogen alleen op
de voorwielen gemonteerd worden
(aangedreven wielen).
Controleer na enkele meters rijden of de
kettingen nog goed gespannen zijn.
Gebruik van dunne sneeuwkettingen:
gebruik voor de bandenmaten 205/55
R16” en 215/55 R16” uitsluitend dun-
ne sneeuwkettingen die maximaal 9
mm boven het profiel van de banden uit-
steken.
Het gebruik van sneeuwkettingen kan
ook verplicht zijn voor vierwielaange-
dreven auto’s.
Bijbandenmaat225/50
R17”kanuitsluitend
gebruikwordenge-
maaktvan“spikespider”
sneeuwkettinggen.
Houdbijgemonteerde
sneeuwkettingeneen
matigesnelheidaan;
rijdnietharderdan40
km/h.Vermijdkuilen,
stoeprand
enenandereobsta-
kelsenrijd,omdeautoenhet
wegdekniettebeschadigen,
geeenlangestukkenop
sneeuwvrijewegen.
OPGELET
Wijradenuaanomhet
ASRuitteschakelenals
sneeuwkettingenzijnge-
monteerd.DrukopdeASR/VD DC-
knop(ziedeparagr
aaf“ASR”in
hethoofdstuk“Dashboardenbe-
diening”).
Bijbandenmaat
235/45R18”kangeen
gebruikwordenge-
maaktvan
sneeuwkettingen
omdatdezehetspatschermra-
ken. Ookbi ijde3.2JTSuit-
voeringenmoetende
kettingenopdeVOOR-
WIE
LENwordengemonteerd.
149-164 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:48 Pagina 163

Page 165 of 330

164
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
AUTO LANGERE TIJD
STALLEN
Tref de volgende maatregelen als de au-
to enkele maanden niet wordt gebruikt:
❒zet de auto in een overdekte, dro-
ge en goed geventileerde ruimte;
❒schakel een versnelling in;
❒zorg ervoor dat de handrem is aan-
getrokken;
❒maak de minkabel van de accu los
en controleer de acculading. Gedu-
rende het stallen moet deze contro-
le iedere drie maanden worden her-
haald. Laad de accu als de optische
meter (waar voorzien) een donkere
kleur zonder groen midden aangeeft
(zie de paragraaf “Accu” in het
hoofdstuk “Voorzorgsmaatregelen
en onderhoud”);
❒maak de gespoten plaatdelen
schoon en behandel ze met een be-
schermende was;
❒reinig en bescherm de glimmen me-
talen delen met daarvoor geschikte
middelen;
❒smeer de wisserrubbers van de rui-
tenwissers voor en achter in met
talkpoeder en laat ze los van de ruit
staan;
❒zet de ruiten een klein stukje open;
❒dek de auto af met een stoffen of
een ademende kunststof hoes. Ge-
bruik geen dichte plastic hoes, om-
dat het in en op de auto aanwezi-
ge vocht dan niet kan verdampen;
❒breng de bandenspanning +0,5 bar
boven de normaal voorgeschreven
spanning en controleer deze regel-
matig;
❒als de accukabels niet worden los-
gekoppeld, controleer dan de accu-
lading elke maand en als de optische
meter een donkere kleur zonder
groen midden aangeeft, moet de ac-
cu worden opgeladen;
❒tap het koelsysteem van de motor
niet af.
WAARSCHUWINGAls de auto is
voorzien van een alarmsysteem, scha-
kel dit dan uit met de afstandsbedie-
ning.
149-164 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:48 Pagina 164

Page 186 of 330

185
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
IN
NOODGEVALLEN
Het is nodig te weten dat:
❒de krik 1,76 kg weegt;
❒de krik nooit afgesteld hoeft te wor-
den;
❒de krik kan niet gerepareerd worden:
bij beschadiging moet deze worden
vervangen door een krik van het-
zelfde type;
❒buiten de slinger geen enkel ander
gereedschap op de krik gemonteerd
mag worden.Ga voor het verwisselen van een wiel
als volgt te werk:
❒zet de auto stil op een plaats waar
het verkeer niet in gevaar wordt ge-
bracht en in alle veiligheid het wiel
kan worden verwisseld. Zet de au-
to zo mogelijk op een vlakke en ste-
vige ondergrond;
❒zet de motor uit, trek de handrem
aan en schakel de eerste versnelling
of de achteruit in;
❒plaats m.b.v. de handgreep A-
fig. 2de bekleding Bomhoog en
bevestig deze zoals is aangegeven
infig. 3;
MMaakhetventielabso-
luutnietopen.Plaats
geenenkelstukgereedschap
tussenvelgenband.Controo-
leerregelmatig
despanning
vandebandenenvanhet
noodreservewielenhoudtu
daarbijaandewaaardendie
beschrevenstaaninhethoofd-
stuk“Technischegegevens”.
OPGELET
A0E0132mfig. 2A0E0133mfig. 3
181-222 Alfa 159 NL 20-10-2008 15:33 Pagina 185

Page 192 of 330

191
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
IN
NOODGEVALLEN
DDespuitbusbevat
ethyleenglycol.Bevat
latex:kaneenallergischere-
actieveroorzaken.Schadelijk
k
bijinslikken.
Irriterendvoorde
ogen.Kanovergevoeligheid
veroorzakenbijinademingen
contact.Vermijdcontactmet
ogen,huiden
kleding.Spoelbij
contactonmiddellijkovervloe-
digmetwater.VVermijdbraken
bijinslikken,spoeldemond
uit,dri
nkveelwaterenraad-
pleegonmiddellijkeenartts.
Houdbuitenhetbereikvan
kinderen.Hetproductmagniet
gebruiktw
ordendoorastma-
tischepati iënten.Ademde
dampennietintijdenshetvul-
lenenoppompen.Raadpleeg
onmiddellijkee
nartsbijaller-
gischereacties.Bewaarde
spuitbusindedaarvoorbe-
stemderuimte,ververwijderd
vanwarm mtebronn
en.Deaf-
dichtvloeistofheefteenhoud-
baarheidsdatum.
OPGELETHet is nodig te weten dat:
De afdichtvloeistof bij buitentempera-
turen tussen -20°C en +50°C werkt.
De afdichtvloeistof heeft een houdbaar-
heidsdatum.
Overhandigdeinfor-
matiefolderaanhet
personeeldatdebandrepa-
reertdiebehandeldismetde
bandenreparatieset
OPGELET
Alsueenlekkeband
krijgt,kandebandge-
repareerdwordenals
dediametervanhetlekniet
grote erisdan4mm.
Hetisnietmogelijklek-
kenaandezijkanten
vandebandterepareren.Ge-
bruikdereparatiesetn nietals
debandbescha
digdisgeraakt
doorhetrijdenmeteenlege
band.
OPGELET
Bijschadeaandevelg
(zodanigevervorming
vanhetkanaaldaterlucht
wegloopt)kandebandniet
gerepareerdworden.Ve
rwij-
derdeeventueelindeband
binnengedrongenvoorwerpen
(schroevenofspijk kers)niet.
OPGELET
181-222 Alfa 159 NL 20-10-2008 15:33 Pagina 191

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 next >