Alfa Romeo 4C 2013 Instructieboek (in Dutch)
Page 131 of 202
96) Het busje bevat ethyleenglycolen latex: dit kan een allergische
reactie veroorzaken. Schadelijk bij
inslikken. Irriterend voor de ogen.
Kan irritatie veroorzaken bij
inademing of contact. Vermijd
contact met huid, ogen en
kleding. Spoel bij contact
onmiddellijk uit met rijkelijk water.
Wek het braken niet op bij
inslikken. Spoel de mond uit, drink
veel water en raadpleeg
onmiddellijk een arts. Buiten
bereik van kinderen bewaren. Het
product mag niet gebruikt worden
door astmapatiënten. Adem de
dampen niet in tijdens het
inbrengen en oppompen.
Raadpleeg onmiddellijk een arts
bij allergische reacties. Bewaar
het busje in zijn houder, uit de
buurt van warmtebronnen. Het
afdichtmiddel heeft een
houdbaarheidsdatum. Vervang de
bus als de houdbaarheidsdatum
van het afdichtmiddel is
verstreken.
97) Doe de beschermende handschoenen aan die bij de
bandenreparatiekit zijn geleverd. 98) Breng de sticker op een voor de
bestuurder goed zichtbare plaats
aan, om eraan te herinneren dat
de band behandeld is met de
snelle bandenreparatiekit. Rijd
voorzichtig, met name in bochten.
Rijd niet harder dan 80 km/h.
Vermijd bruusk accelereren en
remmen.
99) Rij niet verder als de bandenspanning onder 1,8 bar is
gedaald: de Fix&Go automatic
snelle bandenreparatiekit kan de
vereiste wegligging niet
garanderen omdat de band te
ernstig beschadigd is. Neem
contact op met een speciaal Alfa
Romeo Servicepunt.
100) Geef altijd aan dat de band gerepareerd is met behulp van de
snelle bandenreparatiekit.
Overhandig de informatiefolder
aan het personeel dat de met de
snelle bandenreparatiekit
behandelde band moet repareren.
BELANGRIJK
12) Als de band door vreemdevoorwerpen lek is gelaakt, kan de
kit gebruikt worden voor
beschadigingen in het loopvlak of
de schouder van de band met
een diameter van maximaal 4 mm.
Gebruik de reparatiekit niet als
de band beschadigd is geraakt
door het rijden met een lege band.
BELANGRIJK
2) Laat het busje en hetafdichtmiddel niet in het milieu
achter. Verwerk de onderdelen
overeenkomstig de nationale en
plaatselijke voorschriften.
128
NOODGEVALLEN
3-10-2013 16:37 Pagina 128
Page 132 of 202
EEN LAMP
VERVANGEN
13)101) 102) 103)
ALGEMENE INSTRUCTIES
❒Controleer alvorens een lamp te
vervangen of de contacten zijn
geoxideerd;
❒ vervang doorgebrande lampen door
exemplaren van hetzelfde type en
vermogen;
❒ controleer na vervanging van een
gloeilamp in de koplamp altijd of
de koplampafstelling goed is;
❒ als een lamp niet werkt, controleer
dan of de betreffende zekering is
doorgebrand alvorens de lamp te
vervangen. Om de zekeringen te
vinden wordt verwezen naar de
paragraaf “Zekeringen vervangen” in
dit hoofdstuk;
BELANGRIJK
13) Raak alleen het metalen
gedeelte van halogeenlampen
aan. Het aanraken van de bol met
de vingers kan de lichtopbrengst
en de levensduur van de lamp
reduceren. Als de bol per ongeluk
toch wordt aangeraakt,
schoonwrijven met een doekje
met alcohol en vervolgens laten
drogen.
BELANGRIJK
101) Wijzigingen of reparaties aanhet elektrisch systeem die niet
correct zijn uitgevoerd en waarbij
geen rekening wordt gehouden
met de technische
systeemgegevens, kunnen
storingen veroorzaken die kunnen
leiden tot brand.
102) In halogeenlampen bevindt zich gas onder druk; als ze breken,
kunnen er glassplinters
wegschieten. 103) Wegens de hoge
voedingsspanning mogen
gasontladingslampen (Bi-Xenon)
alleen door gespecialiseerd
personeel vervangen worden:
levensgevaar! Neem contact op
met een speciaal Alfa Romeo
Servicepunt.
BELANGRIJK Bij een lage temperatuur
en of bij een hoge
luchtvochtigheidsgraad of na hevige
regen of een wasbeurt kan het
oppervlak van koplampen of
achterlichten beslagen zijn en/of
kunnen zich condensatiedruppels
vormen. Dit is geen defect maar een
natuurlijk verschijnsel dat veroorzaakt
wordt door de temperatuur- en
vochtverschillen tussen de binnen- en
buitenzijde van het glas, en dat geen
enkele nevenwerking heeft op de
normale werking van de lichten. Deze
aanslag verdwijnt geleidelijk aan (van
het midden tot de randen) zodra de
koplampen worden ingeschakeld.
129
3-10-2013 16:37 Pagina 129
Page 133 of 202
TYPEN LAMPENDe auto heeft de volgende typen lampen:
Volglas lampen:(type A) klemmontage. Trek om te
verwijderen.Lamp met bajonet-sluiting: (type B) druk de lamp ietwat in
en draai linksom om hem uit de houder te verwijderen.
Buislampen: (type C) trek de lamp uit de veercontacten om
hem te verwijderen.
Halogeenlampen: (type D) haak de borgveer los om de lamp
uit de zitting te verwijderen.
130
NOODGEVALLEN
3-10-2013 16:37 Pagina 130
Page 134 of 202
LampenTypeVermogen Ref. Figuur
Stadslichten/dagverlichting (DRL) LED--
Stadslicht achter LED--
Grootlicht/dimlicht (versies met Bi-Halogeen
koplampen) (voor bepaalde versies/markten) H7
55 W D
Grootlicht/dimlicht (versies met Bi-Xenon
koplampen) (voor bepaalde versies/markten) D1S
35 W -
Grootlicht/dimlicht (versies met Bi-LED koplampen)
(voor bepaalde versies/markten) LED
--
Richtingaanwijzers voor PY21W21 W B
Richtingaanwijzers achter PY21W21 W B
Richtingaanwijzers op flanken WY5W5 WA
Remlichten LED--
Derde remlicht LED--
Kentekenverlichting W5W5 W A
Mistachterlicht W16W16 W A
Achteruitrijlicht W16W16 W A
Plafondverlichting C10W10 W C
Verlichting bagageruimte W5W5 W A
131
3-10-2013 16:37 Pagina 131
Page 135 of 202
BUITENLAMPEN
VERVANGENKOPLAMPUNITS
De koplampunits omvatten de
gloeilampen voor de stadslichten/
dagverlichting (DRL), het dimlicht, het
grootlicht en de richtingaanwijzers.
De plaatsing van de lampen is als
volgt:fig. 87:AStadslichten/dagverlichting (DRL)BDimlicht/grootlichtCRichtingaanwijzers
Om de lampen van het dimlicht,
grootlicht en de richtingaanwijzers te
vervangen de beschermflappen op de
binnenste wielkuip openen fig. 88
deze kunnen gevonden worden door
het stuurwiel helemaal te draaien. A - beschermflap lamp
richtingaanwijzer
B - beschermflap lamp dimlicht/
grootlicht
Stadslichten/
dagverlichting (DRL)
Dit zijn led-lampjes. Neem voor de
vervanging contact op met een speciaal
Alfa Romeo Servicepunt.
Dimlicht/grootlicht
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
❒
draai het stuur tot tegen de aanslag;
❒ open de beschermflap B fig. 88
door de bevestigingsbout los te
draaien; ❒
haal de elektrische stekker A weg fig.
89 en draai vervolgens de
lamphouder B rechtsom en verwijder
hem;
❒ verwijder de lamp en vervang hem;
❒ monteer de nieuwe lamp, zorg ervoor
dat hij goed vergrendeld is en sluit
stekker A weer aan;
❒ sluit de beschermflap B fig. 88.
Richtingaanwijzers
Voor
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
❒ draai het stuur tot tegen de aanslag;
❒ open de beschermflap A fig. 88
door de bevestigingsbout los te
draaien;87
A0L0091
88
A0L0092
89
A0L0093
132
NOODGEVALLEN
3-10-2013 16:37 Pagina 132
Page 136 of 202
❒haal de elektrische stekker A weg fig.
90 en draai vervolgens de
lamphouder B rechtsom en verwijder
hem;
❒ verwijder de lamp en vervang hem;
❒ monteer de nieuwe lamp, zorg ervoor
dat hij goed vergrendeld is en sluit
stekker A weer aan;
❒ sluit de beschermflap A fig. 88.
Op de flanken
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
❒ druk op het lampenglas A op het
punt aangegeven in afbeelding fig. 91
om de borgveer B samen te
drukken, trek vervolgens de lichtunit
naar buiten;
❒ draai de lamphouder B linksom,
verwijder de lamp en vervang hem; ❒
monteer de lamphouder B in het
lampenglas en draai hem rechtsom;
❒ monteer de lichtunit zodat de
inwendige borgveer op zijn plaats
vastklikt.
ACHTERLICHTUNITS
Deze bevatten de lampen voor de
stadslichten, richtingaanwijzers en de
remlichten.
Richtingaanwijzers
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
❒ verwijder de beschermdop A fig. 92
(aan elke kant één) op de afdekking
aan de zijkant van de bagageruimte.
❒ verwijder de tweede beschermdop
van rubber B fig. 93 door uw hand
in de opening te steken. ❒
draai de lamphouder en trek hem
naar buiten;
❒ vervang de lamp door hem in te
drukken en naar links te draaien;
❒ monteer de eerder verwijderde
beschermdoppen weer.90
A0L0094
91
A0L0095
92
A0L0096
93
A0L0134
133
3-10-2013 16:37 Pagina 133
Page 137 of 202
Stadslichten/remlichten
Dit zijn led-lampjes. Neem voor de
vervanging contact op met een speciaal
Alfa Romeo Servicepunt.
MISTACHTERLICHT/
ACHTERUITRIJLICHT
104)
Om de lampen van de mistachterlichten
A fig. 94 of de achteruitrijlichten B fig.
94 te vervangen, als volgt te werk gaan:
❒draai de lamphouder C fig. 95
linksom, verwijder de lamp en
vervang hem. 3
eREMLICHT
Dit zijn led-lampjes. Neem voor de
vervanging contact op met een speciaal
Alfa Romeo Servicepunt.
KENTEKENVERLICHTING
Ga als volgt te werk om de lampen te
vervangen:
❒ druk het lampenglas A op het punt
aangegeven in afbeelding fig. 96
opzij om de borgveer samen te
drukken, trek vervolgens de lichtunit
van de kentekenverlichting A naar
buiten;
❒ draai de lamphouder B fig. 97
linksom, verwijder lamp C en vervang
hem.
94
A0L0097
95
A0L0126
96
A0L0136
97
A0L0099
134
NOODGEVALLEN
3-10-2013 16:37 Pagina 134
Page 138 of 202
BELANGRIJK
104) Het mistachterlicht en hetachteruitrijlicht bevinden zich
vlakbij de uitlaatpijpen; wees
uiterst voorzichtig om u niet te
verbranden tijdens het vervangen
van de lamp.
GLOEILAMP
BINNENVERLICHTING
VERVANGENPLAFONDVERLICHTING
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
❒verwijder plafondlampje A fig. 98
door het op de met de pijltjes
aangegeven punten los te maken; ❒
open beschermkapje B fig. 99 en
vervang lampje C door het los te
maken uit de zijcontacten. Zorg dat
de nieuwe lamp goed vastzit tussen
de contacten;
❒ sluit beschermkapje B fig. 99 weer en
zet plafondlampje A fig. 98 in zijn
zitting en controleer of het goed
vergrendeld is.
BAGAGERUIMTEVERLICHTINGGa als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
❒open de achterklep en verwijder
plafondlampje A fig. 100 vanaf het
punt dat met de pijl is aangegeven;
❒ open bescherming B en vervang het
klemgemonteerde lampje;
❒ sluit beschermkapje B over het
lampenglas;
98
A0L0100
99
A0L0101
100
A0L0140
135
3-10-2013 16:37 Pagina 135
Page 139 of 202
❒monteer plafondlampje A weer op
zijn plaats, door het eerst aan een
kant correct te monteren en
vervolgens de andere zijde ervan aan
te drukken, totdat het hoorbaar
vastklikt.
ZEKERINGEN
VERVANGENALGEMENE INFORMATIE
De elektrische installatie wordt beveiligd
door zekeringen: bij een storing of bij
oneigenlijk gebruik van de installatie
brandt de zekering door.
Controleer eerst de toestand van de
zekering wanneer een elektrisch
onderdeel niet meer werkt: de
geleidende band A fig. 101 mag niet
onderbroken zijn.
Als dit wel het geval is, dan moet de
zekering worden vervangen door een
nieuw exemplaar met dezelfde
stroomsterkte (zelfde kleur).
105) 106)
107) 108) 109)
14)
B = intacte zekering;
C = zekering met beschadigde
geleidende band. PLAATS VAN DE
ZEKERINGEN
De zekeringen bevinden zich in twee
zekeringenkasten in de motorruimte en
in het interieur.
Zekeringenkast in motorruimte
Deze bevindt zich naast de accu fig.
102: voor toegang tot de zekeringen,
de schroeven A losdraaien en het
deksel B verwijderen.
Op de achterkant van het deksel zijn de
identificatienummers van de elektrische
onderdelen die met de zekeringen
overeenkomen aangegeven.
Monteer na het vervangen van de
zekering weer het deksel B op
de zekeringenkast.
15)
101
A0L0102
102
A0L0137
136
NOODGEVALLEN
3-10-2013 16:37 Pagina 136
Page 140 of 202
Zekeringenkast in
dashboard
Deze bevindt onder het dashboard in
de zone vóór de passagiersstoel.
Verwijder het beschermpaneel voor
toegang tot de zekeringenkast fig. 105,
door de hieronder beschreven
procedure te volgen:
❒draai de vier schroeven A fig. 104 los; ❒
verwijder het blok B en het plastic
deksel C om de vijfde
bevestigingsschroef te vinden;
❒ nu kan de vijfde schroef D
losgedraaid worden en het
beschermpaneel van de
zekeringenkast verwijderd worden.103
A0L0104
104
A0L0105
105
A0L0106
137
3-10-2013 16:37 Pagina 137