alarm Alfa Romeo 4C 2021 Instructieboek (in Dutch)
Page 98 of 156
NOODGEVALLEN
96
BANDENSPANNING CONTROLEREN EN
HERSTELLEN
De compressor kan ook gebruikt worden
voor het controleren en eventueel
herstellen van de bandenspanning.
Maak de snelkoppeling 1 fig. 83 los en
verbind deze rechtstreeks met het
ventiel van de op te pompen band.
83A0L0081
BUSJE MET AFDICHTMIDDEL
VERVANGEN
Ga als volgt te werk:
❒ maak de stekker 1 fig. 84 en de leiding
2 los;
❒ draai het te vervangen busje linksom
en trek het omhoog;
❒ breng het nieuwe busje aan en draai
het rechtsom;
❒ plaats stekker 1 en leiding 2 in hun
zittingen.
84A0L0082
102)Waarschuw de andere
weggebruikers voor de stilstaande auto
conform de geldende wettelijke
voorschriften: alarmknipperlichten,
gevarendriehoek enz. Alle inzittenden
moeten de auto verlaten en uit de buurt
van gevaarlijk verkeer wachten tot de
reparatie is uitgevoerd. Indien de auto
geparkeerd is op een helling of ruw
terrein, blokkeer dan de wielen met
wiggen of andere geschikte middelen
(zie voor de juiste procedure voor het
veilig parkeren van de auto, de paragraaf
“Parkeren” in het hoofdstuk “Starten en
rijden”).
103)Reparatie is niet mogelijk als de
wielvelg beschadigd is (groef is vervormd,
waardoor lucht kan ontsnappen).
Verwijder niet het eventueel in de band
binnengedrongen voorwerp (schroef of
spijker).
104)Overhandig de folder aan het
personeel dat de band zal repareren die
behandeld is met de “Fix&Go Automatic”
bandenreparatiekit.
105)Bedien de compressor niet langer
dan 20 minuten achter elkaar.
Gevaar voor oververhitting. De kit is niet
geschikt voor definitieve reparatie, dus
de gerepareerde banden mogen slechts
tijdelijk gebruikt worden.
BELANGRIJK
Page 100 of 156
NOODGEVALLEN
98
❒ sluit met een tweede startkabel de
minklem (–) van de hulpaccu aan op een
massapunt
Eop de motor of de
versnellingsbak van de auto die gestart
moet worden;
❒ start de motor, maak als de motor
gestart is, de kabels in omgekeerde
volgorde los.
Als de motor na enkele pogingen niet
start, blijf dan niet proberen maar neem
contact op met een Speciaal Alfa Romeo
Servicepunt.
BELANGRIJK Verbind de minklemmen
van de twee accu’s niet rechtstreeks met
elkaar!
Als de hulpaccu in een andere auto is
geïnstalleerd, controleren of er geen
accidenteel contact is tussen de metalen
delen van beide auto’s.
ROLLEND STARTEN
Probeer, onder geen enkele
omstandigheid, de motor te starten door
de auto te duwen, te slepen of van een
helling af te laten rijden.
BRANDSTOFAFSLUITSYSTEEM
WERKING
Deze grijpt in bij een botsing en
veroorzaakt het volgende:
❒ de afsluiting van de brandstoftoevoer
waarna de motor afslaat;
❒ automatische portierontgrendeling;
alle lampen in de auto worden
ingeschakeld;
❒ inschakeling van de
alarmknipperlichten.
Het digitale waarschuwingslampje en
het speciale bericht op het display geven
de inwerkingtreding van het systeem aan.
Controleer het voertuig zorgvuldig op
brandstoflekkage, bijvoorbeeld in de
motorruimte, onder het voertuig of in de
buurt van de tank.
112)
111)Deze procedure moet uitgevoerd
worden door gekwalificeerd personeel
aangezien onjuiste handelingen kunnen
leiden tot zeer sterke elektrische
ontladingen. Bovendien is accuvloeistof
giftig en corrosief: vermijd contact met
huid en ogen. Houd open vuur en
brandende sigaretten uit de buurt van de
accu en veroorzaak geen vonken.
BELANGRIJK
13)Gebruik nooit een accusnellader om
de motor te starten, aangezien dit kan
leiden tot beschadiging van de
elektronische systemen en de
regeleenheden van de ontsteking en de
brandstoftoevoer.
WAARSCHUWINGEN
Page 105 of 156
103
2436486072
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA
1750 Turbo Benzine VERSIES
x 1000 km
Maanden
40
12
206080100120
Laadtoestand accu controleren en eventueel opladen
Banden op conditie/slijtage controleren en eventueel op spanning brengen
Werking verlichtingssysteem (koplampen, richtingaanwijzers, alarmknipperlichten,
bagageruimte, interieur, dashboardkastje, lampjes instrumentenpaneel, enz.) controleren.
Bevestigingen voertuig controleren
Bevestigingen mechanische onderdelen controleren
Werking van ruitenwissers/-sproeiers controleren en zo nodig de sproeiers afstellen
Stand/slijtage wisserblad ruitenwisser controleren
Slot van achterklep op aanwezigheid van vuil controleren,
schoonmaken en mechanismen smeren
Visueel de toestand controleren van: buitenzijde van carrosserie, koolstof
monocoque, aerodynamische bodemplaat, pijpen en slangen (uitlaat,
brandstoftoevoersysteem, remmen) en rubber elementen (hoezen, balgen, bussen enz.)
Conditie en slijtage remblokken en schijven voorremmen controleren
en de werking van remblokslijtagesensor controleren
Conditie en slijtage remblokken en schijven achterremmen controleren
en de werking van remblokslijtagesensor controleren
Vloeistofniveaus controleren en eventueel bijvullen
(motorkoeling, remmen, ruitensproeiers, enz.)
Page 107 of 156
105
PERIODIEKE CONTROLES
Elke 1.000 km of vóór een lange reis
controleren en eventueel bijvullen:
❒ niveau motorkoelvloeistof;
❒ remvloeistof;
❒ ruitensproeiervloeistof;
❒ conditie en spanning banden;
❒ werking verlichting
(koplampen, richtingaanwijzers,
alarmknipperlichten, etc.);
❒ werking ruitenwisser/-
sproeiersysteem en stand/slijtage van
wisserblad.
Elke 3.000 km controleren en eventueel
bijvullen: motorolieniveau.
BELANGRIJK Om de correcte
oliehoeveelheid te weten te komen, altijd
controleren met gebruik van de peilstok.
Voer de controle uit met het voertuig
geparkeerd op effen terrein.
GEBRUIK VAN DE AUTO ONDER
ZWARE OMSTANDIGHEDEN
Als het voertuig vooral onder de
volgende omstandigheden wordt
gebruikt:
❒ trekken van aanhanger of caravan;
❒ stoffige wegen;
❒ talrijke korte ritten (minder dan
7-8 km) en bij buitentemperaturen onder
het vriespunt;
❒ de motor vaak stationair draait of
lange afstanden worden gereden bij lage
snelheden of als de auto lang niet wordt
gebruikt;
❒ dan moeten de volgende controles
vaker worden uitgevoerd dan is
aangegeven in het Geprogrammeerd
onderhoudsschema:
❒ remblokken van schijfremmen vóór op
conditie en slijtage controleren;
❒ sloten van motorkap en achterklep op
aanwezigheid van vuil controleren,
mechanismen reinigen en smeren;
❒ visueel de toestand controleren van:
motor, versnellingsbak, transmissie,
slangen en leidingen (uitlaat, brandstof-
en remsysteem) en rubber elementen
(hoezen, balgen, bussen enz.);
❒ laadtoestand accu en
accuvloeistofpeil (elektrolyt)
controleren;❒ visueel de toestand van de
aandrijfriem(en) van de hulporganen
controleren;
❒ motorolie en oliefilter controleren en
zo nodig vervangen;
❒ luchtfilter controleren en eventueel
vervangen.
Gebruik van de auto op het circuit moet
beschouwd worden als een uitzondering.
De auto is ontworpen en gebouwd voor
gebruik op de weg.
Page 151 of 156
149
ALFABETISCHE
INHOUDSOPGAVE
Aandachtig lezen ..............................................2
ABS-systeem ...................................................50
Accu ...................................................................113
opladen ......................................................113
tips voor lange levensduur
accu .............................................................114
vervangen ................................................114
Achterklep/motorkap ............................... 24
openen ..........................................................24
sluiten ............................................................25
Achterlichtunits (lamp vervangen) .......85
Achteruitkijkspiegels...................................15
Actieve veiligheidssystemen...................50
Afmetingen ....................................................127
Afstandsbediening ...........................................9
Alarm ....................................................................11
Alarmknipperlichten ....................................82
"Alfa DNA"-systeem ..............................27
"All Weather"-modus .............................28
"Dynamic"-modus....................................27
"Natural"-modus ......................................27
“Race”-modus ............................................27
Alfa Romeo-code ...........................................12
Alfa Romeo-codesysteem .......................11
ASR (AntiSlip Regulation)-systeem .....50
Banden .............................................................123
bandenspanning....................................124
Fix&Go Automatic (kit) ........................94
standaard banden ................................123
winterbanden .........................................124
Bougies (type)...............................................122
Brandstofafsluitsysteem ..........................98
Brandstofmeter..............................................30
Brandstofverbruik .....................................132
Buitenspiegels.................................................15
Buitenverlichting............................................16
Carrosserie ....................................................115
bescherming tegen
atmosferische invloeden .................115
corrosiegarantie ...................................115
onderhoud ................................................116
CBC (Cornering Brake Control)-
systeem ........................................................51
Chassisnummer ...........................................121
CO
2-emissies ................................................133
Contactslot ...................................................... 10
stuurslot.......................................................11
Cruisecontrol ...................................................75
Dagverlichting (DRL) ...................................17
Dashboard en boordinstrumenten .......30
Dashboard ............................................................8
De motor starten ...................................68/72
Derde remlicht (lamp vervangen) ..........86
Dimlicht ...............................................................17
lamp vervangen ......................................82/84
Display ................................................................32
DTC-systeem
(Drag Torque Control)..................................50
EEBD-systeem ...............................................50
Een lamp vervangen .....................................82
Een wiel vervangen .......................................90
Electronic Q2 (“E-Q2”) .................................51
Elektrische ruitbediening ..........................23
ESC-systeem ...................................................51
Fix&Go Automatic ........................................94
Follow me home-systeem .........................17
Frontairbag bestuurderszijde .................64
Frontairbag passagierszijde en
kinderzitjes .......................................................64
Frontairbag passagierszijde ....................64