BMW 2 SERIES COUPE 2020 Instructieboekjes (in Dutch)

KoelmiddelUitrusting
van
de
auto
In
dit
hoofdstuk
worden
alle
standaard,
landspejcifieke
en
speciale
uitrustingen
beschreven
die
inde
modelserie
aangeboden
worden.
Er
worden
daarom
ook
uitrustingen
beschreven
die
in
een
auto,
bijvoorbeeld
vanwege
de
landspecifieke
of
gekozen
speciale
uitrusting
niet
beschikbaar
zijn. Dat
geldt
ook
voor
veiligheidsrelevante
functies
en
systemen.
Bij
gebruik
van
deze
functies
en systemen
moeten
de
geldende
wetten
en
voorj
schriften
worden
nageleefd.
Algemeen
Voertuigen
met
de
benzinemotoren
30i
of
40i
beschikken
over
twee
koelvloeistofreservoirs
die zich
in
het
motorcompartiment
bevinden.
Om
de
veilige
werking
van
de
auto
te
garandej
ren,
altijd
het
koelvloeistofpeil
van
beide
reserj
voirs
controleren.
Niet
alle
in
de
handel
verkrijgbare
toevoegingen
zijn
voor
de
auto
geschikt.
Informatie
over
de
gej
schikte
toevoegingen
is
verkrijgbaar
bij
een
servij cepartner
van
de
fabrikant,
een
andere
gekwalifij
ceerde
servicepartner
of
een
vakwerkplaats.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Bij
hete
motor
en
geopend
koelsysteem
kan
koelvloeistof
ontsnappen
en
tot
verbranding
leij den.
Er
bestaat
kans
op
letsel.
Het
koelsysteem
alleen
bij
afgekoelde
motor
openen.
WAARSCHUWING
Toevoegingen
zijn
schadelijk
voor
de
gezondj heid
en
verkeerde
toevoegingen
kunnen
demotor
beschadigen.
Er
bestaat
kans
op
letsel
ofschade.
Kleding,
huid
of
ogen
mogen
niet
met
toevoegingen
in
aanraking
komen
en
deze
moj
gen
niet
worden
ingeslikt.
Alleen
geschikte
toej voegingen
gebruiken.
Koelvloeistofpeil
Algemeen
Het
koelvloeistofpeil
wordt
door
middel
van
minij mum-
en
maximum-markeringen
weergegeven.
De
minimum-
en
maximum-markeringen
bevinj
den
zich
afhankelijk
van
het
koelvloeistofexpanj siereservoir
op
verschillende
plaatsen.
Principe
Afhankelijk
van
de
motorisering
bevindt
zich
het
koelmiddelreservoir
aan
de
rechter
of
linker
kant
in
de
motorruimte.
Koelvloeistofpeil
met
de
markeringen
op
de
zijkant
controleren
1.Motor
laten
afkoelen.2.Motorkap
openen.3.Koelvloeistofpeil
is
correct,
als
het
tussen
de
min-
en
max-markering
staat.
De
markeringen
zijn
aan
de
zijkant
op
het
koelvloeistofreservoir
aangebracht.Seite
281,oelmiddelMOBILITEIT281
Online
Edition
for
Part
no.
01402666243
-
VI/19

SymboolBetekenis
Maximum.
Minimum.
Koelvloeistofpeil
in
de
vulopening
controleren
In
het
koelvloeistofreservoir
zijn
gele
Min-
en
Max-markeringen
aanwezig.
1.Motor
laten
afkoelen.2.Motorkap
openen.3.Dop
van
het
koelvloeistofreservoir
linksom iets
opendraaien,
zodat
de
overdruk
kan
ontjsnappen.4.Dop
van
het
koelvloeistofreservoir
openen.5.Het
koelvloeistofpeil
is
correct,
als
het
tussen
de
min-
en
max-markering
in
de
vulbuis
staat.6.Dop
dichtdraaien.
Bijvullen
1.Motor
laten
afkoelen.2.Motorkap
openen.3.Dop
van
het
koelvloeistofreservoir
linksom iets
opendraaien,
zodat
de
overdruk
kan
ontjsnappen,
daarna
openen.4.Zo
nodig
langzaam
tot
het
correcte
peil
vuljlen,
niet
te
veel
bijvullen.5.Dop
tot
hoorbare
klik
vastdraaien.
De
pijlen
op
het
koelvloeistofreservoir
en
het
deksel moeten
naar
elkaar
wijzen.6.Oorzaak
van
het
koelvloeistofverlies
zo
snelmogelijk
laten
verhelpen.
Afvalverwerking
Bij
het
afvoeren
van
koelvloeistof
mettoevoegingen
voor
koelvloeistoffen
moej
ten
de
betreffende
milieuvoorschriften
in
acht
worden
genomen.
Seite
282MOBILITEIT,oelmiddel282
Online
Edition
for
Part
no.
01402666243
-
VI/19

OnderhoudUitrusting
van
de
auto
In
dit
hoofdstuk
worden
alle
standaard,
landspejcifieke
en
speciale
uitrustingen
beschreven
die
inde
modelserie
aangeboden
worden.
Er
worden
daarom
ook
uitrustingen
beschreven
die
in
een
auto,
bijvoorbeeld
vanwege
de
landspecifieke
of
gekozen
speciale
uitrusting
niet
beschikbaar
zijn. Dat
geldt
ook
voor
veiligheidsrelevante
functies
en
systemen.
Bij
gebruik
van
deze
functies
en systemen
moeten
de
geldende
wetten
en
voorj
schriften
worden
nageleefd.
BMW
onderhoudssysteem
Het
onderhoudssysteem
wijst
op
vereiste
onderj houdsmaatregelen
en
helpt
zo
om
de
auto
verjkeers-
en
bedrijfsveilig
te
houden.
Evt.
kunnen
de
omvang
en
intervallen
van
het
onderhoudssysteem
verschillen
afhankelijk
van de
landuitvoering.
Vervangingswerkzaamheden,
reserveonderdelen,
verbruiksmaterialen
en
matej riaal
onderhevig
aan
slijtage
worden
afzonderlijk
berekend.
Meer
informatie
is
bij
een
Service Partner
van
de
fabrikant
of
een
andere
gekwalifij
ceerde
Service
Partner
of
specialist
verkrijgbaar.
Condition
Based
ServiceCBS
Principe
Sensoren
en
speciale
algoritmen
houden
rekej
ning
met
het
gebruik
van
de
auto.
CBS
berekent daarmee
het
benodigd
onderhoud.
Met
dit
systeem
kan
dus
het
onderhoud
worden
aangepast
aan
het
individuele
gebruiksprofiel.
Algemeen
Op
het
Control
Display
kan
informatie
over
de servicebehoefte,
zie
pagina
134,
worden
weerj
gegeven.
Servicegegevens
in
de
autosleutel
Informatie
over
de
onderhoudsbehoefte
wordt continu
in
de
autosleutel
opgeslagen.
De
Service
Partner
kan
deze
gegevens
uitlezen
en
een
onj derhoudsbeurt
voor
de
auto
voorstellen.
Daarom
de
serviceadviseur
de
autosleutel
overj
handigen
waarmee
het
laatst
werd
gereden.
Stilstandtijden Er
wordt
geen
rekening
gehouden
met
stilstandj
tijden
met
losgekoppelde
voertuigaccu.
Daarom
periodieke
onderhoudswerkzaamheden,
zoals
vervangen
van
de
remvloeistof
en
eventuj
eel
de
motorolie
en
het
micro-/actief-koolstoffilj
ter,
door
een
Service
Partner
van
de
fabrikant
of
een
andere
gekwalificeerde
Service
Partner
of
specialist
laten
uitvoeren.
Onderhoudsgeschiedenis
Onderhoud
en
reparatie
Onderhouds-
en
reparatiewerkzaamheden
bij
een
Service
Partner
van
de
fabrikant
of
een
anj
dere
gekwalificeerde
Service
Partner
of
specialist laten
uitvoeren.
Invoeren
De
uitgevoerde
onderhoudswerkzaamheden
worden
in
de
onderhoudsbriefjes
en
in
de
voerj
tuiggegevens
ingevoerd.
De
vermeldingen
zijn
net
zoals
het
onderhoudsboekje
het
bewijs
van
regelmatig
onderhoud.
Seite
283OnderhoudMOBILITEIT283
Online
Edition
for
Part
no.
01402666243
-
VI/19

Als
een
invoer
in
de
elektronische
onderhoudsjgeschiedenis
van
de
auto
wordt
opgeslagen,
worden
onderhoudsrelevante
gegevens
opgeslaj
gen
in
de
auto
en
op
de
centrale
IT-systemen van
BMW
AG,
M

Recycling
voertuig
De
fabrikant
van
uw
auto
adviseert,
de
auto
aan
het
eind
van
zijn
levenscyclus
in
te
leveren
bij
een
door
de
fabrikant
aangeduid
terugnamepunt.
Voor
de
terugname
zijn
de
betreffende
nationale
wettelijke
voorschriften
van
toepassing.
Meer
inj
formatie
is
bij
een
Service
Partner
van
de
fabrij
kant
of
een
andere
gekwalificeerde
Service
Partj
ner
of
specialist
verkrijgbaar.
Seite
285OnderhoudMOBILITEIT285
Online
Edition
for
Part
no.
01402666243
-
VI/19

Vervangen
van
onderdelenUitrusting
van
de
auto
In
dit
hoofdstuk
worden
alle
standaard,
landspejcifieke
en
speciale
uitrustingen
beschreven
die
inde
modelserie
aangeboden
worden.
Er
worden
daarom
ook
uitrustingen
beschreven
die
in
een
auto,
bijvoorbeeld
vanwege
de
landspecifieke
of
gekozen
speciale
uitrusting
niet
beschikbaar
zijn. Dat
geldt
ook
voor
veiligheidsrelevante
functies
en
systemen.
Bij
gebruik
van
deze
functies
en systemen
moeten
de
geldende
wetten
en
voorj
schriften
worden
nageleefd.
Boordgereedschap
Het
boordgereedschap
bevindt
zich
onder
de bagageruimtebodem.
Wisserbladen
Veiligheidsvoorschriften
OPMERKING
Als
de
wisser
zonder
wisserblad
op
de
ruit
valt, kan
de
ruit
beschadigd
worden.
Er
bestaat
gejvaar
voor
schade.
Wisser
vasthouden
tijdens
het
vervangen
van
het
wisserblad.
Wisser
niet inklappen
of
inschakelen,
zolang
er
geen
wisj
serblad
is
gemonteerd.
OPMERKING
Als
de
ruitenwisserarm
zonder
gemonteerd
wisserblad
op
de
voorruit
valt
kan
deze
worden beschadigd.
Er
bestaat
gevaar
voor
schade.Voor
het
openen
van
de
motorkap
erop
lettendat
de
wissers
met
gemonteerde
wisserbladen
op
de
voorruit
liggen.
Voorwisserbladen
vervangen
1.Voor
het
vervangen
de
wissers
in
uitgeklapte
stand
brengen,
zie
pagina
119.2.Wisserarm
uitklappen
en
vasthouden.3.Borgveer
samendrukken,
pijlen
1,
en
het
wisj
serblad
uitklappen,
pijl
2.4.Wisserblad
naar
voren
uit
de
vergrendeling halen.5.Nieuw
wisserblad
in
omgekeerde
volgordeplaatsen
tot
deze
vastklikt.6.Wissers
inklappen.
Vervangen
van
lampen
Algemeen
Lampen
en
verlichtingen Lampen
en
verlichting
dragen
in
hoge
mate
bijaan
de
verkeersveiligheid.
Seite
286MOBILITEITVervangen
van
onderdelen286
Online
Edition
for
Part
no.
01402666243
-
VI/19

De
fabrikant
van
de
auto
beveelt
aan
de
betrefjfende
werkzaamheden
door
een
Service
Partner
van
de
fabrikant
of
een
andere
gekwalificeerde
Service
Partner
of
specialist
te
laten
uitvoeren.
Een
doos
met
reservelampen
is
verkrijgbaar
bij een
Service
Partner
van
de
fabrikant
of
een
anj
dere
gekwalificeerde
Service
Partner
of
speciaj list.
Veiligheidsaanwijzingen,
zie
pagina
287,
in
acht
nemen.
LED-lampen Sommige
uitrustingsvarianten
hebben
achter
een
afdekking
LED-lampen
als
lichtbron.
Deze
LED's
zijn
verwant
met
gewone
lasers
en
worj
den
als
lichtemitterende
diode
van
klasse
1
gej
kenmerkt.
Veiligheidsaanwijzingen,
zie
pagina
287,
in
acht
nemen.
Veiligheidsvoorschriften
Lampen
en
verlichtingen
WAARSCHUWING
Ingeschakelde
lampen
kunnen
heet
worden.
De
lampen
niet
aanraken
om
verbrandingen
te
voorkomen.
Er
bestaat
kans
op
letsel.
Lampen alleen
vervangen
als
ze
zijn
afgekoeld.
WAARSCHUWING
Bij
werkzaamheden
aan
ingeschakelde
verlichj
ting
kan
er
kortsluiting
ontstaan.
Er
bestaat
kans
op
letsel
of
schade.
Bij
werkzaamheden
aan
de
verlichting
de
betreffende
lampen
uitj
schakelen.
De
eventueel
bijgevoegde
gebruiksj aanwijzing
van
de
fabrikant
van
de
lamp
in
acht
nemen.
OPMERKING
Verontreinigde
lampen
hebben
een
kortere
lej
vensduur.
Er
bestaat
gevaar
voor
schade.
Het
glas
van
nieuwe
lampen
niet
met
de
blote
hand
vastpakken.
Gebruik
een
schone
doek
of
iets
dergelijke
of
pak
de
lamp
bij
de
fitting
vast.
LED-lampen
WAARSCHUWING
Intensieve
helderheid
kan
het
netvlies
van
de
ogen
irriteren
of
beschadigen.
Er
bestaat
kans op
letsel.
Niet
rechtstreeks
in
de
voorlichten
of
andere
lichtbronnen
kijken.
Afdekkingen
van LED's
niet
verwijderen.
Glas
voorlichten
Bij
koel
of
vochtig
weer
kan
het
glas
van
de
voorjlichten
aan
de
binnenzijde
beslaan.
Bij
rijden
metingeschakeld
licht
verdwijnt
de
wasem
na
korte
tijd.
Het
glas
van
de
voorlichten
hoeft
niet
te
worj den
vervangen.
Als
zich
ondanks
ingeschakelde
voorlichten steeds
meer
vocht
vormt,
bijvoorbeeld
waterj
druppels
in
de
lamp,
de
voorlichten
controleren
laten.
Koplampen,
lamp
vervangen
LED-voorlichten LED-lampen
Alle
koplampen
en
de
zijdelingse
knipperlichten
zijn
uitgevoerd
in
LED-techniek.
Bij
een
defect
contact
opnemen
met
de
Service
Partner
van
de
fabrikant
of
een
andere
gekwalifij
ceerde
Service
Partner
of
specialist.
LED-mistlamp
De
mistlampen
zijn
van
LED-techniek
voorzien.
Bij
een
defect
contact
opnemen
met
de
Service
Seite
287Vervangen
van
onderdelenMOBILITEIT287
Online
Edition
for
Part
no.
01402666243
-
VI/19

Partner
van
de
fabrikant
of
een
andere
gekwalifijceerde
Service
Partner
of
specialist.
Knipperlicht
in
de
buitenspiegel
De
knipperlichten
in
de
buitenspiegels
maken gebruik
van
LED-techniek.
Bij
een
defect
contactopnemen
met
de
Service
Partner
van
de
fabrij
kant
of
een
andere
gekwalificeerde
Service
Partj ner
of
specialist.
Achterlichten,
lamp
vervangen
Overzicht1Richtingaanwijzers2Remlichten3Mistachterlicht4Achteruitrijlicht5Achterlichtlamp
Lamp
vervangen Algemeen
Veiligheidsaanwijzingen,
zie
pagina
287,
in
acht
nemen.
Achteruitrijlicht:
lamp
21
Watt,
W21W. Knipperlicht,
remlichten,
achterlichten
en
misj
tachterlichten
zijn
uitgevoerd
met
LED-technoloj
gie.
Bij
een
defect
contact
opnemen
met
de
Serj vice
Partner
van
de
fabrikant
of
een
andere
gekwalificeerde
Service
Partner
of
specialist.
Achterlicht
verwijderen1.Kofferdeksel
openen.2.Beide
afdekkingen
aan
het
achterlicht
opej nen.3.Met
de
handgreep
van
de
schroevendraaier
uit
het
boordgereedschap
de
moeren
aan
de
beide
bevestigingen
losdraaien
en
afnemen.
Let
erop
dat
de
moeren
niet
in
de
bumper
vallen.
Naast
beide
buitenste
bevestigingen
is er
ook
nog
een
binnenste
bevestiging.4.Met
een
hand
de
handgreeplijst
vastnemen,pijl
1,
en
met
de
vrije
hand
tegenhouden
aan
de
buitenzijde,
pijl
2.
Het
achterlicht
voorzichj tig
losdrukken,
pijl
3,
tot
het
rubber
uit
de
binjnenste
bevestiging
loskomt.5.De
stekker
van
de
lamphouder
lostrekken.Seite
288MOBILITEITVervangen
van
onderdelen288
Online
Edition
for
Part
no.
01402666243
-
VI/19

Lampen
vervangen1.Kap
in
de
op
het
huis
aangegeven
richting
draaien
en
lostrekken.2.De
defecte
lamp
licht
in
de
fitting
drukken,
tej gen
de
klok
in
draaien
en
verwijderen.3.Nieuwe
lamp
en
kap
in
omgekeerde
volgorde
monteren.
Achterlicht
inbouwen
1.De
stekker
aansluiten
op
de
lamphouder.2.Het
achterlicht
recht
ertegen
zetten
en
vastj duwen,
pijl
1,
tot
het
rubberlager
in
de
binj
nenste
bevestiging
vastklikt.
Let
erop
dat
bij het
plaatsen
van
het
achterlicht
de
rubberlip,pijl
2,
aan
de
bovenzijde
van
het
achterlichtniet
omknikt.
Beide
moeren
vastschroeven,
pijl
3,
en
afdekkingen
sluiten.
Middelste
remlicht
en
kentekenplaatverlichting
Veiligheidsaanwijzingen,
zie
pagina
287,
in
acht
nemen.
De
lampen
maken
gebruik
van
LED-techniek.
Bij een
defect
contact
opnemen
met
de
Service
Partner
van
de
fabrikant
of
een
andere
gekwalifij
ceerde
Service
Partner
of
specialist.
Accu
Algemeen De
accu
is
onderhoudsvrij.
Specifieke
informatie
over
de
accu
kan
bij
een Service
Partner
van
de
fabrikant
of
een
andere
gekwalificeerde
Service
Partner
of
specialist
worj
den
opgevraagd.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Accu's
die
als
ongeschikt
zijn
bevonden
kunj
nen
systemen
beschadigen
of
ertoe
leiden
dat
functies
niet
meer
kunnen
worden
uitgevoerd. Er
bestaat
kans
op
letsel
of
schade.
Alleen
acjcu's
gebruiken
die
door
de
fabrikant
van
deauto
als
geschikt
zijn
aangemerkt.
Batterij
bij
de
auto
aanmelden
De
fabrikant
van
de
auto
raadt
aan
om
de
batterijna
vervanging
door
een
servicepartner
van
de
faj
brikant
of
een
andere
gekwalificeerde
servicej
partner
of
gekwalificeerde
werkplaats
bij
de
auto te
laten
aanmelden.
Met
de
nieuwe
aanmelding
zijn
alle
comfortfuncties
onbeperkt
beschikbaar en
eventuele
Check-Control-meldingen
voor
deze
comfortfuncties
worden
niet
meer
weergej geven.
Accu
opladen
Algemeen
Erop
letten
dat
de
accu
voldoende
opgeladen
is, om
de
volle
levensduur
van
de
accu
te
garandejren.
De
batterij
in
de
volgende
situaties
opladen:
Seite
289Vervangen
van
onderdelenMOBILITEIT289
Online
Edition
for
Part
no.
01402666243
-
VI/19

'xAls
het
kijkglas
op
de
bovenkant
van
de
batj
terij
zwart
is.'xAls
het
startvermogen
onvoldoende
is.
De
volgende
omstandigheden
kunnen
het
verj
mogen
van
de
batterij
negatief
be