BMW 3 SERIES 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 131 of 289

Bij veranderen van rijbaan met ingeschakelde
richtingaanwijzer waarschuwt het systeem in
de eerder genoemde situaties.
Het lampje in de buitenspiegelbehuizing knipj
pert en het stuurwiel trilt.
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonj
lijke verantwoordelijkheid om de zichtomstanj digheden en de verkeerssituatie juist in te
schatten. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
Rijstijl aan de verkeerssituatie aanpassen. Verj
keerssituatie observeren en in de betreffende situaties actief ingrijpen.'

Page 132 of 289

Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem kan in verband met de sysj
teemgrenzen onjuist of niet reageren. Er bej
staat kans op een ongeval of schade. De aanj
wijzingen over de grenzen van het systeem in
acht nemen en eventueel actief ingrijpen.'

Page 133 of 289

Bij het inschakelen van de snelheidslimietwordt eventueel de dynamische stabiliteitsj
controle DSC ingeschakeld en eventueel omj
geschakeld naar de rijmodus COMFORT.
Uitschakelen Toets op het stuurwiel indrukken.
Het systeem schakelt zich automatisch uit in
bijvoorbeeld de volgende situaties:'yBij het inschakelen van de achteruitverj
snelling.'yBij het afzetten van de motor.'yBij het inschakelen van de snelheidsregej ling.'yBij het activeren van sommige programj
ma's met de rijbelevingsschakelaar.
De weergaven verdwijnen.
Snelheidslimietwijzigen
Tuimelschakelaar zo vaak naar boven of benej den drukken tot de gewenste snelheidslimiet is
ingesteld.
'yDrukken van de tuimelschakelaar tot het drukpunt verhoogt of verlaagt de sneljheidslimiet telkens met 1 km/h.'yDrukken op de tuimelschakelaar door het
drukpunt heen verhoogt of verlaagt de snelheidslimiet op het volgende tiental van
de km/h snelheidsmeter.
Als er tijdens de rit een snelheidslimiet wordt
ingesteld die onder de rijsnelheid ligt, rolt de
auto uit tot de ingestelde snelheidslimiet.
Overschrijdingvandesnelheidslimiet
De snelheidslimiet kan bewust worden overj schreden. In deze situatie wordt geen akoestijsche waarschuwing weergegeven.
Druk het gaspedaal volledig in om de ingejstelde snelheidslimiet bewust te overschrijden.
De beperking wordt automatisch weer geactij
veerd, zodra de actuele snelheid onder de inj gestelde snelheidslimiet komt.
Waarschuwingbijoverschrijdingvan
desnelheidslimiet
Optischewaarschuwing Bij het overschrijden van de ingestelde
snelheidslimiet knippert het controlej
lampje in het instrumentenpaneel, zoj
lang er harder wordt gereden dan de ingej stelde snelheidslimiet.
Akoestischewaarschuwing'yBij onbedoeld overschrijden van de ingejstelde snelheidslimiet is na circa 5 seconjden een signaal te horen.'yAls de snelheidslimiet tijdens de rit onderde rijsnelheid komt, is het signaal na circa30 seconden te horen.'yAls de snelheidslimiet bewust wordt overj
schreden door het gaspedaal volledig in te
drukken, is er geen signaal te horen.
Weergaveninhetinstrumentenpaneel
Markeringvandesnelheidslimiet
Weergave op snelheidsmeter:
'yMarkering brandt groen:
systeem is actief.'yMarkering brandt niet: sysj
teem is uitgeschakeld.Seite 133VeiligheidBediening133
Online Edition for Part no. 01402977941 - II/17

Page 134 of 289

Controlelampje'yControlelampje brandt: het sysj
teem is ingeschakeld.'yControlelampje knippert: de ingej
stelde snelheidslimiet wordt overj schreden.
Kortestatusweergave
Korte weergave van de ingestelde snelj
heidslimiet.
Dynamischeremlichten
Principe Achteropkomende verkeersdeelnemers worj
den door het knipperen van de remlichten voor
een noodremsituatie gewaarschuwd. Daardoor
kan het gevaar van een botsing worden gerej
duceerd.
Algemeen
'yNormaal remmen: remlichten branden.'yHard remmen: remlichten knipperen.
Kort voor de stilstand wordt de waarschuj
wingsknipperlichtinstallatie geactiveerd.
Waarschuwingsknipperlichtinstallatie deactij
veren:
'yAccelereren.'yToets waarschuwingsknipperlichtinstallaj tie indrukken.ActiveProtection
Algemeen
Het veiligheidspakket Active Protection bej staat uit van elkaar onafhankelijke systemen:'yWaakzaamheidshulp.'yPreCrash.'yPostCrash.
Waakzaamheidshulp
Principe Het systeem kan toenemende onoplettendj
heid of vermoeidheid van de bestuurder bij lange eentonige ritten, bijv. op snelwegen, herjkennen. In deze situatie wordt aanbevolen omeen pauze in te lassen.
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van de perj
soonlijke verantwoordelijkheid om uw lichamej
lijke gesteldheid juist in te schatten. Toenej
mende onoplettendheid of vermoeidheid
worden mogelijk niet of niet op tijd herkend. Er
bestaat gevaar voor ongevallen. Erop letten dat
de bestuurder uitgerust en oplettend is. Rijstijl
aan de verkeerssituatie aanpassen.'

Page 135 of 289

Het systeem is vanaf ca. 70 km/h actief en kan
een aanbeveling voor pauze weergeven.
Aanbevelingvoorpauze Bij groter wordende onoplettendheid of verjmoeidheid van de bestuurder wordt een opjmerking op het Control Display weergegeven,met de aanbeveling om een pauze in te lassen.
Een aanbeveling voor een pauze wordt maar

Page 136 of 289

PostCrash
Principe Het systeem kan de auto in bepaalde ongevaljsituaties zonder ingreep van de bestuurder aujtomatisch tot stilstand brengen. Het risico van
nog een botsing en de gevolgen daarvan kan
daardoor verlaagd worden.
Autosterkerafremmen
In bepaalde situaties kan het nodig zijn de auto sneller tot stilstand te brengen.
Daartoe moet bij het indrukken van het rempej
daal gedurende korte tijd een hogere remdruk uitgeoefend worden dan door het automatischremmen het geval is. Het automatisch afremj
men wordt daardoor afgebroken.
Automatischremmenafbreken In bepaalde situaties kan het nodig zijn het aujtomatisch remmen af te breken, bijvoorbeeldvoor een uitwijkmanoeuvre.
Automatisch remmen afbreken:'yDoor het indrukken van het rempedaal.'yDoor het indrukken van het gaspedaal.
Bijstilstand Na het bereiken van de stilstand wordt de rem
automatisch gelost.
Seite 136BedieningVeiligheid136
Online Edition for Part no. 01402977941 - II/17

Page 137 of 289

RijstabiliteitsregelsystemenUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege de
landspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
AntiblokkeersysteemABS ABS voorkomt het blokkeren van de wielen tijjdens het remmen.
De bestuurbaarheid blijft ook bij noodstops bej
houden, daardoor wordt de actieve veiligheid verhoogd.
Het ABS is na het starten van de motor bej drijfsklaar.
Remassistent
Bij snel intrappen van het rempedaal veroorj
zaakt dit systeem automatisch een zo hoog mogelijke rembekrachtiging. De remweg wordt
bij noodstops derhalve zo kort mogelijk gehouj
den. Hierbij wordt eveneens gebruik gemaakt
van de voordelen van het ABS.
Het rempedaal ingetrapt houden zolang remj
men noodzakelijk is.Dynamische
stabiliteitscontroleDSC
Principe Binnen hetgeen volgens de wetten van de najtuurkunde mogelijk is helpt het systeem door
vermindering van het motorvermogen en rej
mingrepen aan de afzonderlijke wielen de
koersstabiliteit van auto te handhaven.
Algemeen
De dynamische stabiliteitscontrole herkent bijv. de volgende instabiele rijtoestanden:'yUitbreken van de achterzijde van de auto, wat tot oversturen kan leiden.'yGripverlies van de voorwielen, wat tot onj
dersturen kan leiden.
Een op tractie geoptimaliseerde variant van het DSC is de Dynamic Traction Control DTC, zie
pagina 138.
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonj
lijke verantwoordelijkheid om de verkeerssituaj
tie juist in te schatten. Wegens systeembeperj
kingen kan het systeem niet in alle
verkeerssituaties zelfstandig op gepaste wijze
reageren. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
Rijstijl aan de verkeerssituatie aanpassen. Verj
keerssituatie observeren en in de betreffende
situaties actief ingrijpen.'

Page 138 of 289

ting de Dynamische Stabiliteits Controle DSC
niet deactiveren.'

Page 139 of 289

DynamicTractionControlDTC
activeren/deactiveren
DTCactiveren Toets indrukken.
Het instrumentenpaneel geeft TRACj
TION weer en het controlelampje voor DSC OFF gaat aan.
DTCdeactiveren Toets opnieuw indrukken.
TRACTION en controlelampje DSC
OFF doven.
xDrive
xDrive is het vierwielaandrijvingssysteem van
uw auto. Door het samenwerken van xDrive en
DSC worden tractie en rijdynamiek verder verj beterd. Het vierwielaandrijvingssysteem xDrive
verdeelt de aandrijfkrachten afhankelijk van
rijsituatie en gesteldheid van de weg variabel
over voor- en achteras.
Dynamische
schokdempercontrole
Principe
Het systeem reduceert ongewenste beweginj
gen van de auto bij een dynamische rijstijl of
een oneffen wegdek.
Afhankelijk van de toestand van het wegdek en
van de rijstijl worden daardoor de rijdynamiek
en het rijcomfort vergroot.
Programma
Het systeem biedt verschillende programma's.
De programma's kunnen met de rijbelevingsj
schakelaar worden geselecteerd.SPORT
Consequent sportieve regeling van de schokjdempers voor een reactief rijgedrag.
SPORT+ Consequent sportieve regeling van de schokj
dempers voor een reactief rijgedrag met bej
perkte koersstabiliteit.
COMFORT/ECOPRO Uitgebalanceerde afstelling van de auto.
Variabelesportbesturing
De variabele sportbesturing verandert, afhanj
kelijk van de stuurwieluitslag en snelheid, de ondersteunende werking.
Zo wordt bijvoorbeeld bij inparkeren of
scherpe bochten de stuuruitslag van de voorj
wielen vergroot. Daardoor wordt het rijden in
bochten vereenvoudigd.
Bovendien wordt bij lage snelheden de bestuj ring meer ondersteund dan bij hogere snelhej
den. Daardoor wordt bijvoorbeeld het inparkej
ren vereenvoudigd en bij sneller rijden de
besturing directer.
Doordat rekening wordt gehouden met de
stuurwieluitslag en de snelheid is een op de
rijsituatie aangepast sportief stuurgedrag moj
gelijk.
Rijbelevingsschakelaar
Principe
Met de rijbelevingsschakelaar kunnen bej
paalde eigenschappen van de auto worden aangepast. Daarvoor staan verschillende projgramma's ter beschikking. Via de toets van derijbelevingsschakelaar en via de DSC OFF
toets kan steeds een programma worden gej
activeerd.Seite 139RijstabiliteitsregelsystemenBediening139
Online Edition for Part no. 01402977941 - II/17

Page 140 of 289

Overzicht
Toetsindeauto
Bedieningvandeprogramma's
ToetsProgrammaDSC OFF
TRACTIONSPORT+
SPORT
COMFORT
ECO PRO
Automatischwisselenvanprogramma In de volgende situaties wordt zo nodig autoj
matisch naar COMFORT gewisseld:
'yBij uitval van de dynamische schokdemj
percontrole.'yBij uitval van de dynamische stabiliteitsj
controle DSC.'yBij bandenpech.'yBij inschakelen van de handmatige snelj
heidsbegrenzer, zie pagina 132.'yBij activering van de snelheidsregeling in
de modus TRACTION of DSC OFF.
DSCOFF
Met DSC OFF, zie pagina 138, wordt de rijstj
abiliteit bij het accelereren en bij het rijden in een bocht niet beperkt.
TRACTION
Met TRACTION wordt maximale tractie gelej
verd op een losse ondergrond. Dynamische
tractiecontrole DTC, zie pagina 139, is ingej
schakeld. De koersstabiliteit is bij het accelerej ren en bij het rijden in bochten beperkt.
SPORT+
Principe Sportief rijden met geoptimaliseerde onderjstelafstelling en aangepaste aandrijving bij bejperkte koersstabilisering.
Algemeen
Dynamische tractiecontrole is ingeschakeld.
De bestuurder neemt een deel van de stabilij
satietaak over.
SPORT+activeren Druk zo vaak op de knop tot in de toej
renteller SPORT+ en in het instruj
mentenpaneel het controlelampje voor DSC
OFF gaat branden.
Automatischwisselenvanprogramma
Bij activering van de snelheidsregeling wordt
automatisch naar de modus SPORT gewisj seld.
Controle-enwaarschuwingslampjes
Op het instrumentenpaneel wordt SPORT+ weergegeven.
Controlelampje DSC OFF brandt: dyj
namische tractiecontrole is geactij veerd.
SPORT Afhankelijk van de uitvoering, consequent
sportieve afstemming tussen het onderstel, de besturing en de aandrijving voor een grotere
wendbaarheid tijdens het rijden met maximale
koersstabiliteit.Seite 140BedieningRijstabiliteitsregelsystemen140
Online Edition for Part no. 01402977941 - II/17

Page:   < prev 1-10 ... 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 ... 290 next >