BMW 3 SERIES 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 151 of 317

Camera
De camera bevindt zich bij de binnenspiegel.
Voorruit voor de binnenspiegel schoon en vrij houden.
In-/uitschakelen
Automatischinschakelen
Het systeem wordt bij vertrek automatisch gej
activeerd.
Uitschakelen Toets indrukken: systemen worden
uitgeschakeld. De LED dooft.
Toets opnieuw indrukken: systemen worden
ingeschakeld. De LED brandt.
Waarschuwingmetremfunctie
Weergave
Als er een botsing met een waargenomen anj der persoon dreigt, wordt in het instrumentenjpaneel en in het Head-Up Display een waarj
schuwingssymbool weergegeven.
Rood symbool wordt weergegeven en
er klinkt een signaal.
Met instrumentendisplay: rood symj
bool wordt weergegeven en er klinkt
een signaal.
Direct zelf ingrijpen door remmen of uitwijken.
Remingreep De waarschuwing is een dringend verzoek om
zelf in te grijpen. Tijdens een waarschuwing
wordt de maximale remkracht toegepast. Een
voorwaarde voor de ondersteuning van de rembekrachtiging is het snel en krachtig injdrukken van het rempedaal. Daarnaast kan hetsysteem bij botsingsgevaar ondersteuning biej
den door een beperkte remingreep. De auto
kan bij lage snelheid afgeremd worden tot stilj
stand.
Handgeschakelde versnellingsbak: bij een rej
mingreep tot stilstand is het mogelijk dat de
motor uitgeschakeld wordt.
De remingreep volgt alleen wanneer de rijstj
abiliteit niet beperkt werd, bijvoorbeeld door deactivering van de dynamische stabiliteitsj
controle DSC.
De remingreep kan door het indrukken van het
gaspedaal of door een actieve stuurbeweging
worden afgebroken.
Het herkennen van objecten kan beperkt zijn.
Houd rekening met de grenzen van het detecj
tiegebied en de functionele beperkingen.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem kan door beperkingen van
het systeem niet, te laat, onjuist of ongegrond reageren. Er bestaat kans op een ongeval ofschade. De aanwijzingen over de grenzen van
het systeem in acht nemen en eventueel actief ingrijpen.'

Page 152 of 317

'yDeels niet-zichtbare voetgangers.'yVoetgangers die wegens de gezichtshoek
of contour niet als zodanig herkend worj den.'yVoetgangers buiten het detectiegebied.'yVoetgangers kleiner dan ca. 80 cm.
Beperktewerking
De werking kan bijvoorbeeld in de volgende sij
tuaties beperkt of niet beschikbaar zijn:
'yBij dichte mist en hevige regen of sneeuwj val.'yIn scherpe bochten.'yBij deactivering van de rijstabiliteitsregeljsystemen, bijvoorbeeld DSC OFF.'yWanneer het gezichtsveld van de cameraof de voorruit vervuild of afgedekt is.'yTot 10 seconden na het starten van de mojtor via de start-/stopknop.'yTijdens de kalibratieprocedure van de caj
mera direct na aflevering van de auto.'yBij aanhoudende verblindende werking
door tegenlicht, bijvoorbeeld door laaghanj
gende zon.'yIn het donker.
LaneDepartureWarning
Principe
De Lane Departure Warning waarschuwt als de
auto op wegen met rijbaanbegrenzingslijnen
op het punt staat om de rijstrook te verlaten.
Algemeen
Het systeem waarschuwt afhankelijk van de landuitvoering bij een snelheid tussen 55 km/h en 70 km/h.
Wanneer het systeem wordt ingeschakeld onj der deze snelheid, wordt een melding weergej
geven in het instrumentenpaneel.
Waarschuwingen worden via trillingen in het
stuur gegeven. Het moment van deze waarj schuwing kan afhankelijk van de actuele rijsij
tuatie vari

Page 153 of 317

Camera
De camera bevindt zich bij de binnenspiegel.
Voorruit voor de binnenspiegel schoon en vrij houden.
In-/uitschakelen Toets indrukken.
'yAan: LED brandt.'yUit: LED dooft.
De instelling wordt opgeslagen voor het mojmenteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Weergaveinhetinstrumentenpaneel
'yLijnen: systeem is geactiveerd.'yPijlen: ten minste

Page 154 of 317

'yAls de voorruit voor de binnenspiegel bejslagen, verontreinigd of door stickers, vigjnetten enz. bedekt is.'yTijdens de kalibratieprocedure van de caj
mera direct na aflevering van de auto.
Rijstrookwisselmelding
Principe De rijstrookwisselmelding herkent voertuigen
in de dode hoek of wanneer voertuigen op de
naastgelegen rijstrook van achteren naderen.
In deze situaties wordt een waarschuwing in
verschillende fases gegeven.
Algemeen
Twee radarsensoren in de achterbumper bej
waken vanaf circa 20 km/h de ruimte achter en naast de auto.
Bij enkele uitrustingen zijn de radarsensor
vanaf circa 50 km/h actief.
Het systeem laat zien wanneer zich voertuigen in de dode hoek bevinden, pijl 1, of op de
naastgelegen rijstrook van achteren naderen,
pijl 2.
De lamp in de buitenspiegelbehuizing gaat gej
dimd branden.
Bij veranderen van rijbaan met ingeschakelde
richtingaanwijzer waarschuwt het systeem in
de eerder genoemde situaties.
Het lampje in de buitenspiegelbehuizing knipj
pert en het stuurwiel trilt.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonj
lijke verantwoordelijkheid om de zichtomstanj digheden en de verkeerssituatie juist in teschatten. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
Rijstijl aan de verkeerssituatie aanpassen. Verj
keerssituatie observeren en in de betreffende situaties actief ingrijpen.'

Page 155 of 317

Radarsensoren
De radarsensoren bevinden zich in de achterjbumper.
In-/uitschakelen Toets indrukken.
'yAan: LED brandt.'yUit: LED dooft.
De instelling wordt opgeslagen voor het mojmenteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Weergave
Lampinbuitenspiegelbehuizing
Vooralarm
De gedimde lamp in de buitenspiegelbehuizing geeft aan dat zich voertuigen in de dode hoek
bevinden of van achteren naderen.
Acutewaarschuwing Als de richtingaanwijzer wordt ingeschakeld
terwijl er zich een voertuig in het kritieke gej
bied bevindt, gaat het stuurwiel kort trillen en
begint de lamp in de buitenspiegelbehuizing
fel te knipperen.
De waarschuwing wordt be

Page 156 of 317

Handmatige
snelheidsbegrenzer
Principe Met het systeem kan de snelheid vanaf eenwaarde van 30 km/h begrensd worden. Benej
den de ingestelde snelheidslimiet kan zonder
beperkingen worden gereden.
Overschrijdingvandesnelheidslimiet
In bijzondere situaties kunt u de snelheidslij miet bewust overschrijden door krachtig gas tegeven.
Als de rijsnelheid de ingestelde snelheidslimiet
overschrijdt, wordt een waarschuwing gegej
ven.
Geenremingreep Als de ingestelde snelheidslimieten wordt bej
reikt of onbewust wordt overschreden, bijvoorj
beeld bij bergaf rijden, wordt er niet actief afj
geremd.
Als er tijdens de rit een snelheidslimiet wordt
ingesteld die onder de rijsnelheid ligt, rolt de
auto zolang uit tot de rijsnelheid onder de ingej
stelde snelheidslimiet komt.
Overzicht
ToetsenopstuurwielToetsFunctieSysteem in-/uitschakelen, zie paj
gina 156.Tuimelschakelaar:
Snelheidslimiet veranderen, zie paj gina 157.Bediening
Inschakelen Toets op het stuurwiel indrukken.
De actuele rijsnelheid wordt overgenomen als snelheidslimiet.
Bij inschakelen tijdens stilstand wordt bij een lage snelheid 30 km/h als snelheidslimiet ingej steld.
De statusindicatie wordt weergegeven en afj
hankelijk van het instrumentenpaneel wordt een markering op de snelheidsmeter op de bej
treffende snelheid ingesteld.
Bij het inschakelen van de snelheidslimiet
wordt eventueel de dynamische stabiliteitsj
controle DSC ingeschakeld en eventueel omj
geschakeld naar de rijmodus COMFORT.
Uitschakelen Toets op het stuurwiel indrukken.
Het systeem schakelt zich automatisch uit in
bijvoorbeeld de volgende situaties:'yBij het inschakelen van de achteruitverj
snelling.'yBij het afzetten van de motor.'yBij het inschakelen van de snelheidsregej ling.'yBij het activeren van sommige programj
ma's met de rijbelevingsschakelaar.
De weergaven verdwijnen.
Seite 156BedieningVeiligheid156
Online Edition for Part no. 01402984086 - X/17

Page 157 of 317

Snelheidslimietwijzigen
Tuimelschakelaar zo vaak naar boven of benejden drukken tot de gewenste snelheidslimiet is
ingesteld.
'yDrukken van de tuimelschakelaar tot het drukpunt verhoogt of verlaagt de sneljheidslimiet telkens met 1 km/h.'yDrukken op de tuimelschakelaar door het
drukpunt heen verhoogt of verlaagt de snelheidslimiet op het volgende tiental van
de km/h snelheidsmeter.
Als er tijdens de rit een snelheidslimiet wordt
ingesteld die onder de rijsnelheid ligt, rolt de
auto uit tot de ingestelde snelheidslimiet.
Overschrijdingvandesnelheidslimiet
De snelheidslimiet kan bewust worden overj
schreden. In deze situatie wordt geen akoestij sche waarschuwing weergegeven.
Druk het gaspedaal volledig in om de ingej
stelde snelheidslimiet bewust te overschrijden.
De beperking wordt automatisch weer geactij
veerd, zodra de actuele snelheid onder de inj gestelde snelheidslimiet komt.
Waarschuwingbijoverschrijdingvan
desnelheidslimiet
Optischewaarschuwing Bij het overschrijden van de ingestelde
snelheidslimiet knippert het controlej
lampje in het instrumentenpaneel, zoj
lang er harder wordt gereden dan de ingej stelde snelheidslimiet.
Akoestischewaarschuwing'yBij onbedoeld overschrijden van de ingejstelde snelheidslimiet is na circa 5 seconjden een signaal te horen.'yAls de snelheidslimiet tijdens de rit onderde rijsnelheid komt, is het signaal na circa30 seconden te horen.'yAls de snelheidslimiet bewust wordt overj
schreden door het gaspedaal volledig in te
drukken, is er geen signaal te horen.
Weergaveninhetinstrumentenpaneel
Markeringvandesnelheidslimiet
Weergave op snelheidsmeter:
'yMarkering brandt groen:
systeem is actief.'yMarkering brandt niet: sysj
teem is uitgeschakeld.
Controlelampje
'yControlelampje brandt: het sysj
teem is ingeschakeld.'yControlelampje knippert: de ingej
stelde snelheidslimiet wordt overj schreden.
Statusweergave
Weergave van de ingestelde snelheidsj
limiet.
Dynamischeremlichten
Principe
Achteropkomende verkeersdeelnemers worj
den door het knipperen van de remlichten voor een noodremsituatie gewaarschuwd. Daardoorkan het gevaar van een botsing worden gerejduceerd.
Seite 157VeiligheidBediening157
Online Edition for Part no. 01402984086 - X/17

Page 158 of 317

Algemeen'yNormaal remmen: remlichten branden.'yHard remmen: remlichten knipperen.
Kort voor de stilstand wordt de waarschuj
wingsknipperlichtinstallatie geactiveerd.
Waarschuwingsknipperlichtinstallatie deactij
veren:
'yAccelereren.'yToets waarschuwingsknipperlichtinstallaj tie indrukken.
ActiveProtection
Algemeen
Het veiligheidspakket Active Protection bej staat uit van elkaar onafhankelijke systemen:
'yWaakzaamheidshulp.'yPreCrash.'yPostCrash.
Waakzaamheidshulp
Principe Het systeem kan toenemende onoplettendj
heid of vermoeidheid van de bestuurder bij lange eentonige ritten, bijv. op snelwegen, herjkennen. In deze situatie wordt aanbevolen omeen pauze in te lassen.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van de perj
soonlijke verantwoordelijkheid om uw lichamej lijke gesteldheid juist in te schatten. Toenej
mende onoplettendheid of vermoeidheid
worden mogelijk niet of niet op tijd herkend. Er
bestaat gevaar voor ongevallen. Erop letten dat
de bestuurder uitgerust en oplettend is. Rijstijl
aan de verkeerssituatie aanpassen.'

Page 159 of 317

'yAls de tijd verkeerd is ingesteld.'yAls de gereden snelheid overwegend onj
der ca. 70 km/h ligt.'yBij sportieve rijstijl, bijv. bij sterke acceleraj
tie of snel rijden door bochten.'yIn actieve rijsituaties, bijv. vaak veranderen van rijbaan.'yBij slechte toestand van het wegdek.'yBij sterke zijwind.
Het systeem wordt ca. 45 minuten na het afjzetten van het voertuig teruggezet, bijv. bij een pauze op een langere snelwegrit.
PreCrash
Principe Met het systeem kunnen vanaf 30 km/h kritijsche rijsituaties herkend worden die tot een ongeval zouden kunnen leiden. In deze situj
aties worden automatisch preventieve veiligj
heidsmaatregelen getroffen, om de risico's bij
een ongeval zo gering mogelijk te houden.
Kritieke rijsituaties zijn bijv.:
'yNoodstops.'ySterk ondersturen.'ySterk oversturen.
Bij uitrusting met botsingswaarschuwing met
of zonder remfunctie kunnen, binnen de sysj
teemgrenzen, bovendien dreigende botsingen
met voorliggende of stilstaande voertuigen
herkend worden.
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem ontslaat u niet van uw eigen
verantwoording. Vanwege systeembeperkinj
gen is het mogelijk dat kritieke situaties niet
betrouwbaar of tijdig herkend worden. Er bej staat gevaar voor ongevallen. Rijstijl aan de
verkeerssituatie aanpassen. Verkeerssituatie
observeren en in de betreffende situaties actief
ingrijpen.'

Page 160 of 317

'yDoor het indrukken van het rempedaal.'yDoor het indrukken van het gaspedaal.
BijstilstandNa het bereiken van de stilstand wordt de rem
automatisch gelost.
Seite 160BedieningVeiligheid160
Online Edition for Part no. 01402984086 - X/17

Page:   < prev 1-10 ... 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 ... 320 next >