BMW 4 SERIES GRAN COUPE 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 161 of 297

Overzicht
ToetsenopstuurwielToetsFunctieSnelheidsregeling aan/uit, onderbrej
ken, zie pagina 161.snelheid oproepen, snelheidsregej
ling hervatten, zie pagina 162.Tuimelschakelaar: snelheid instelj
len, zie pagina 161.
Snelheidsregelingin-/uitschakelenen
onderbreken
Inschakelen Toets op het stuurwiel indrukken.
Markering op de snelheidsmeter wordt op de actuele snelheid ingesteld.
Snelheidsregeling kan worden gebruikt. DSC wordt eventueel ingeschakeld.
Uitschakelen Toets op het stuurwiel indrukken.
'yBij ingeschakeld systeem: tweemaal inj
drukken.'yBij onderbroken werking: eenmaal indrukj ken.
De weergaven verdwijnen. Opgeslagen gejwenste rijsnelheid wordt gewist.
Handmatigonderbreken Bij geactiveerde toestand toets in het
stuurwiel indrukken.
Automatischonderbreken De werking van het systeem wordt in de volj
gende situaties automatisch onderbroken:
'yAls de bestuurder remt.'yAls de koppeling enkele seconden ingej drukt wordt of bij niet-ingeschakelde verj
snelling losgelaten wordt.'yAls voor de snelheid een te hoge versnelj
ling ingeschakeld is.'yWanneer uit de keuzehendelstand D naar een andere stand geschakeld wordt.'yAls DTC wordt geactiveerd of DSC wordtgedeactiveerd.'yAls DSC regelt.'yAls met de rijbelevingsschakelaar SPORT+wordt geactiveerd.
Snelheidinstellen
Snelheidhandhaven,opslaan
Tuimelschakelaar bij onderbroken werkin eenj
maal indrukken.
Bij ingeschakeld systeem wordt de actuele
snelheid gehandhaafd en als gewenste rijsnelj heid opgeslagen.
De opgeslagen snelheid wordt in de snelheidsj meter en kort in het instrumentenpaneel weerj
gegeven, zie pagina 162.
DSC wordt eventueel ingeschakeld.
Seite 161RijcomfortBediening161
Online Edition for Part no. 01 40 2 974 430 - X/16

Page 162 of 297

Snelheidwijzigen
Zo vaak op de tuimelschakelaar naar boven ofonder drukken, tot de gewenste rijsnelheid is
ingesteld.
In actieve toestand wordt de weergegeven snelheid opgeslagen en bereikt voor zover deverkeerssituatie dit toelaat.
'yDrukken van de tuimelschakelaar tot hetdrukpunt verhoogt of verlaagt de gewensterijsnelheid telkens met circa 1 km/h.'yDrukken op de tuimelschakelaar door het
drukpunt heen verhoogt of verlaagt de gej wenste rijsnelheid telkens tot het volgende
tiental van de km/h snelheidsmeter.
De maximaal instelbare snelheid hangt af
van de auto.'yTuimelschakelaar tot het drukpunt drukken
en ingedrukt houden verhoogt of verlaagt de snelheid zonder op het gaspedaal te
trappen.
Na het loslaten van de tuimelschakelaar
wordt de bereikte snelheid behouden. Verj
der drukken dan het drukpunt verhoogt de snelheid nog meer.
Snelheidsregelingvoortzetten
Algemeen
Een onderbroken snelheidsregeling kan door
oproepen van de opgeslagen snelheid hervat worden.
Voor het oproepen van de opgeslagen snelj heid controleren, dat het verschil tussen de acj
tuele snelheid en de opgeslagen snelheid niet
te groot is. Anders kan het voertuig ongewenst
afremmen of accelereren.
In de volgende gevallen wordt de opgeslagen snelheidswaarde gewist en kan deze niet meer
worden opgeroepen:'yBij het uitschakelen van het systeem.'yBij het uitschakelen van het contact.
Opgeslagensnelheidoproepen
Toets op het stuurwiel indrukken.
De opgeslagen snelheid wordt opnieuw bereikt en behouden.
Weergavenophet
instrumentenpaneel
Controlelampje Afhankelijk van de uitrusting geeft het
controlelampje op het instrumentenpaj neel aan of het systeem is ingeschaj
keld.
Gewenstesnelheidenopgeslagen
snelheid
'yMarkering brandt groen:
systeem is actief, de markej
ring toont de gewenste snelj
heid.'yMarkering brandt oranje:
systeem is onderbroken, de
markering toont de opgeslaj
gen snelheid.'yMarkering brandt niet: systeem is uitgej
schakeld.
Kortestatusweergave
Gekozen voorkeurssnelheid.
Seite 162BedieningRijcomfort162
Online Edition for Part no. 01 40 2 974 430 - X/16

Page 163 of 297

Als er geen snelheid wordt weergegeven, is er
op dit moment eventueel niet voldaan aan de
voorwaarden die voor de werking vereist zijn.
WeergaveninhetHead-UpDisplay Een deel van de informatie over het systeem
kan ook worden weergegeven op het Head-Up
Display.
Grenzenvanhetsysteem
Motorvermogen De gewenste snelheid wordt ook op neerj
waartse hellingen gehandhaafd. Op opwaartse hellingen kan de snelheid echter afnemen alshet motorvermogen niet toereikend is.
ParkDistanceControlPDC PrincipePDC helpt bij het inparkeren. Langzaam nadejren van een object achter of, bij overeenkomj
stige uitrusting met PDC v

Page 164 of 297

UltrasonesensorenUltrasone sensoren van de PDC,
bijv. in de bumpers.
Voorwaardenvooreencorrecte werking
De correcte werking waarborgen:'ySensoren niet afdekken, bijvoorbeeld metstickers, fietsendragers enz.'ySensoren schoon en vrij houden.
In-/uitschakelen
Automatischinschakelen
Het systeem schakelt in de volgende situaties
automatisch in:
'yWanneer bij draaiende motor keuzehendelj
stand R wordt ingeschakeld.
Bovendien schakelt de achteruitrijcamera
in.'yBij uitvoering met parkeerassistent v

Page 165 of 297

Via iDrive:1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Klank"4."Volume-instellingen"5."PDC"6.Stel de gewenste waarde in.
De instelling wordt opgeslagen voor het mojmenteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Optischewaarschuwing
De nadering van een object wordt op het Conjtrol Display weergegeven. Verder verwijderde
objecten worden reeds weergegeven, voordat
een geluidssignaal klinkt.
Er verschijnt een weergave zodra PDC wordt geactiveerd.
Het detectiegebied van de sensoren wordt in de kleuren groen, geel en rood weergegeven.
Als het beeld van de achteruitrijcamera wordt
afgebeeld kan naar PDC worden omgeschaj
keld:
1.Controller eventueel naar links kantelen.2. "Achteruitrijcamera"
Bijovereenkomstigeuitvoering:
flankbescherming
Principe Het systeem waarschuwt voor obstakels aande zijkant van de auto door middel van akoesj
tisch signalen of door de weergave op het Control Display.
Algemeen
Het systeem maakt gebruik van de ultrasone
sensoren van de PDC en parkeerassistent.
Weergave
Obstakels aan de zijkant in de weergave van de
PDC.
'yGekleurde markeringen: waarschuwing
voor herkende obstakels.'yGrijze markeringen: er zijn geen obstakels herkend.'yGeen markeringen: het gebied is nog nietgeregistreerd.
Beperkingenvandeflankbescherming
Het systeem herkent alleen stilstaande obstaj
kels die eerder bij het langsrijden in het bereik
van de sensoren zijn gekomen.
Het systeem herkent wanneer de auto door
een beweging van de auto zelf of een stuuruitj slag het stilstaande obstakel nadert.
Het systeem herkent niet of een obstakel zich
beweegt. De markeringen worden bij stilstand
na een bepaalde tijd grijs weergegeven. Het
gebied naast de auto moet opnieuw worden
geregistreerd.
Bij een bezette aanhangwagencontactdoos is de flankbescherming niet beschikbaar.
Seite 165RijcomfortBediening165
Online Edition for Part no. 01 40 2 974 430 - X/16

Page 166 of 297

Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem kan in verband met de sysj
teemgrenzen onjuist of niet reageren. Er bej
staat kans op een ongeval of schade. De aanj
wijzingen over de grenzen van het systeem in
acht nemen en eventueel actief ingrijpen.'

Page 167 of 297

StoringEr wordt een Check-Control-melding weergej
geven.
Op het Control Display wordt het detectiegej
bied van de sensoren gearceerd weergegeven.
PDC is uitgevallen. Het systeem door een Serj
vice Partner van de fabrikant of een andere gej kwalificeerde Service Partner of specialist laj
ten controleren.
SurroundView
Principe Surround View bevat verschillende camera-asj
sistentsystemen die bij het parkeren en maj noeuvreren en bij onoverzichtelijke uitritten enkruispunten ondersteuning bieden.'yAchteruitrijcamera, zie pagina 167.'ySide View, zie pagina 170.'yTop View, zie pagina 171.
Achteruitrijcamera
Principe De achteruitrijcamera helpt bij het achterj
waarts inparkeren en manoeuvreren. Hiertoe
wordt het gebied achter de auto op het Control Display weergegeven.
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonj
lijke verantwoordelijkheid om de verkeerssituaj
tie juist in te schatten. Er bestaat gevaar voor ongevallen. Rijstijl aan de verkeerssituatie aanj
passen. Verkeerssituatie en gebied rond de
auto door goed kijken extra controleren en in
de betreffende situatie actief ingrijpen.'

Page 168 of 297

Handmatigin-/uitschakelenToets parkeerassistent indrukken.'yAan: LED brandt.'yUit: LED dooft.
Op het Control Display wordt PDC weergegej
ven.
Als de toets parkeerassistent wordt ingedrukt,
terwijl de achteruitversnelling is ingeschakeld,
wordt het beeld van de achteruitrijcamera
weergegeven.
WeergaveviaiDrivewisselen
Bij geactiveerd PDC of ingeschakeld Top View:
1.Controller eventueel naar links kantelen.2. "Achteruitrijcamera"
Het beeld van de achteruitrijcamera wordt
weergegeven.
WeergaveophetControlDisplay
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
'yAchteruitrijcamera is ingeschakeld.'yAchterklep is volledig gesloten.'yHet detectiegebied van de camera vrijhouj
den. Uitstekende bagage of dragersystej
men en aanhangwagens, die niet op een aanhangwagencontactdoos aangeslotenzijn, kunnen tot storingen leiden.
Assistentiefunctiesactiveren
Er kunnen meerdere assistentiefuncties tegej lijkertijd actief zijn.
De zoomfunctie voor aanhangergebruik kan alj leen afzonderlijk worden geactiveerd.
Controller eventueel naar links kantelen.
'yParkeerhulplijnen
"Parkeerhulplijnen"
Rijstrook- en draaicirkellijnen worden
weergegeven.
'yObstakelmarkering
"Obstakelmarkering"
Ruimtelijk gevormde markeringen worden
weergegeven.
'yTrekhaak
"Zoom trekhaak"
Zoom op trekhaak wordt weergegeven.
Manoeuvreerlijnen
Manoeuvreerlijnen kunnen in het beeld van de achteruitrijcamera worden geprojecteerd.
De manoeuvreerlijnen helpen u de benodigde ruimte bij het parkeren en manoeuvreren op
vlak wegdek in te schatten.
De manoeuvreerlijnen zijn afhankelijk van de actuele stuuruitslag en worden bij stuurwielbej
wegingen continu aangepast.
Bochtlijnen
De bochtlijnen kunnen alleen samen met maj
noeuvreerlijnen in het beeld van de achteruitrijj camera worden geprojecteerd.
Seite 168BedieningRijcomfort168
Online Edition for Part no. 01 40 2 974 430 - X/16

Page 169 of 297

De bochtlijnen geven het verloop van de
kleinst mogelijke draaicirkel op een vlak wegj dek aan.
Vanaf een bepaalde stuurwieluitslag wordt alj leen een bochtlijn getoond.
Obstakelmarkering
Obstakelmarkeringen kunnen in het beeld van
de achteruitrijcamera worden geprojecteerd.
Het kleurpatroon van de obstakelmarkeringen
komt overeen met de markeringen van de
PDC.
;oomoptrekhaak
Om het aankoppelen van een aanhangwagen
te vergemakkelijken, kan het camerabeeld van
de trekhaak vergroot worden weergegeven.
De afstand van de aanhanger tot de aanhangej rkoppeling kan met behulp van twee statischecirkelsegmenten worden geschat.
Een van de stuuruitslag afhankelijke koppej
lingslijnen helpt de aanhangwagen in lijn te
brengen met uw trekhaak.
De zoomfunctie kan bij ingeschakelde camera
worden geactiveerd.
Inparkerenaandehandvanmanoeuvreer-enbochtlijnen1.Auto zodanig opstellen, dat de bochtlijnenbinnen de begrenzing van de parkeerplaats
vallen.2.Stuurwiel dusdanig draaien dat de rijspoorj
lijn de betreffende draaicirkellijn overdekt.
Instellingenvandeweergave
Helderheid
Bij ingeschakelde achteruitrijcamera:
1.Controller eventueel naar links kantelen.2. Symbool selecteren.3.Controller draaien tot de gewenste instelj
ling is bereikt en controller indrukken.
Contrast
Bij ingeschakelde achteruitrijcamera:
1.Controller eventueel naar links kantelen.2. Symbool selecteren.Seite 169RijcomfortBediening169
Online Edition for Part no. 01 40 2 974 430 - X/16

Page 170 of 297

3.Controller draaien tot de gewenste instelj
ling is bereikt en controller indrukken.
Grenzenvanhetsysteem
Herkenningvanobjecten Zeer lage obstakels of hoger liggende, vooruitj
stekende objecten, bijvoorbeeld uitspringende muren, kunnen niet door het systeem worden
waargenomen.
Assistentiefuncties houden ook rekening met PDC-gegevens.
Aanwijzingen in het hoofdstuk PDC in acht nej
men.
De op het Control Display getoonde objecten
kunnen in bepaalde omstandigheden dichterbij
zijn dan het lijkt. Schat de afstand tot de objecj
ten daarom niet vanaf het display.
SideView Principe
Met Side View hebt u bij onoverzichtelijke uitj ritten en kruisingen een vroegtijdig overzicht
van het kruisend verkeer. Verkeersdeelnemers die door obstakels langs de weg niet zichtbaar
zijn, worden vanaf de bestuurdersstoel slechts
zeer laat waargenomen. Om het zicht te verbej teren, registreren twee camera's in het voorste
gedeelte van de auto de weggedeelten schuin voor de auto. De beelden van de beide camej
ra's worden tegelijkertijd op het Control Disj
play weergegeven.
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonj
lijke verantwoordelijkheid om de verkeerssituaj tie juist in te schatten. Er bestaat gevaar voorongevallen. Rijstijl aan de verkeerssituatie aanj
passen. Verkeerssituatie en gebied rond de
auto door goed kijken extra controleren en in de betreffende situatie actief ingrijpen.'

Page:   < prev 1-10 ... 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 ... 300 next >