BMW 4 SERIES GRAN COUPE 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 221 of 297

SluitenWAARSCHUWING
De bevestigingsband van de tankdop kan
bij het vastdraaien worden ingeklemd en platj gedrukt. De dop kan dan niet correct gesloten
worden. Er kunnen brandstof of brandstofdamj
pen naar buiten komen. Er bestaat kans op letj
sel of schade. Erop letten dat de bevestigingsj
band bij het sluiten van de dop niet word ingeklemd of platgedrukt.'

Page 222 of 297

BrandstofUitrustingvandeautoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege de
landspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Brandstofkwaliteit Algemeen
Afhankelijk van de regio wordt bij diverse tankj
stations brandstof verkocht die is aangepast
aan het winter- of zomerseizoen. Brandstof die in de winter wordt aangeboden vereenvoudigtbijv. de koude start.
Benzine
Algemeen
De benzine moet voor een optimaal brandstofj verbruik zwavelvrij of zo mogelijk zwavelarm
zijn.
Brandstoffen die bij de brandstofpomp als mej
taalhoudend zijn aangegeven, mogen niet worj
den gebruikt.
Er kunnen brandstoffen met een maximaal ethanolgehalte van 10 %, dus E10, worden gej
tankt.
De motor heeft een pingelregeling. Vandaar
dat verschillende benzinekwaliteiten kunnen
worden getankt.Veiligheidsvoorschriften
OPMERKING
Al kleine hoeveelheden van de verkeerde
brandstof of verkeerde brandstofadditieven
kunnen het brandstofsysteem en de motor bej
schadigen. Bovendien wordt de katalysator blijvend beschadigd. Er bestaat gevaar voorschade. Bij benzinemotoren het volgende niet
tanken of aan de brandstof toevoegen:'yLoodhoudende benzine.'yMetaalachtige toevoegingen, bijvoorbeeld
mangaan of ijzer.
Na het tanken van de verkeerde brandstof niet de start-stop-toets indrukken. Contact opnej
men met een Service Partner van de fabrikant
of een andere gekwalificeerde Service Partner of specialist.'

Page 223 of 297

Diesel
Veiligheidsaanwijzing OPMERKING
Al kleine hoeveelheden van de verkeerde
brandstof of verkeerde brandstofadditieven
kunnen het brandstofsysteem en de motor bej
schadigen. Er bestaat gevaar voor schade.
Bij dieselmotoren het volgende in acht nemen:'yGeen raapoliemethylester RME tanken.'yGeen biodiesel tanken.'yGeen benzine tanken.'yGeen dieseltoevoegingen toevoegen.
Na het tanken van de verkeerde brandstof niet de start-stop-toets indrukken. Contact opnej
men met een Service Partner van de fabrikant
of een andere gekwalificeerde Service Partner of specialist.'

Page 224 of 297

WielenenbandenUitrustingvandeautoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege de
landspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Bandenspanning Algemeen
De conditie van de banden en de bandenspanj
ning zijn van invloed op:'yLevensduur van de banden.'yRijveiligheid.'yRijcomfort.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Een band met een geringe bandenspanj
ning of spanningsverlies heeft een negatieve
invloed op de rijeigenschappen, bijv. het stuur-
en remgedrag. Er bestaat gevaar voor ongevalj
len. De bandenspanning regelmatig controlej
ren en zo nodig corrigeren: minstens tweemaal
per maand en voor een lange rit.'

Page 225 of 297

Meer informatie over wielen en banden kan bijeen Service Partner van de fabrikant of een anjdere gekwalificeerde Service Partner of specij
alist worden opgevraagd.
Bandenprofiel ;omerbanden
Profieldiepte mag niet minder zijn dan 3 mm.
Bij een bandprofieldiepte van minder dan
3 mm bestaat groot gevaar voor aquaplaning.
Winterbanden Diepte van het bandenprofiel mag niet minderzijn dan 4 mm.
Bij een profieldiepte van minder dan 4 mm zijn
de prestasties onder winterse omstandighej den beperkt.
Minimaleprofieldiepte
Slijtagemarkeringen zijn verdeeld over de omj
trek van de band en hebben de wettelijke minij
male hoogte van 1,6 mm.
Ze zijn op de zijkant van de band met TWI, Tread Wear Indicator, gemarkeerd.
Bandbeschadiging
Algemeen
De banden regelmatig op beschadigingen, inj gedrongen voorwerpen en slijtage controleren.
Aanwijzingen voor bandenbeschadiging of
overige defecten aan de auto:'yOngebruikelijke trillingen tijdens het rijden.'yOngebruikelijk rijgedrag, zoals sterk naar links of rechts trekken.
Beschadigingen kunnen bijvoorbeeld veroorjzaakt worden door over stoepranden heen te
rijden, schade aan de weg e.d.
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Bij beschadigde banden kan de bandenj
spanning afnemen, waardoor de controle over
de auto verloren kan gaan. Er bestaat gevaar
voor ongevallen. Indien een beschadiging van
de band wordt vermoed tijdens het rijden dij
rect snelheid minderen en stoppen. Wielen en banden laten controleren. Daartoe voorzichtig
naar een Service Partner van de fabrikant of
een andere gekwalificeerde Service Partner of
specialist rijden. De auto indien nodig daarj
heen laten slepen of transporteren.'

Page 226 of 297

Vervangenvanwielenen
banden
Montage
Montage en balanceren door een Service Partj ner van de fabrikant of een andere gekwalifij ceerde Service Partner of specialist laten uitjvoeren.
Wielbandcombinatie
Algemeen
Een Service Partner van de fabrikant of een anj dere gekwalificeerde Service Partner of specij
alist kan u informeren over de juiste wiel-bandj
combinaties en velgen voor uw auto.
Door verkeerde wiel-bandcombinaties wordt
de werking van verschillende systemen be

Page 227 of 297

toegestaan, moet een overeenkomstige sticj
ker in het zicht van de bestuurder worden aanj
gebracht. De sticker is verkrijgbaar bij een Serj vice Partner van de fabrikant of een anderegekwalificeerde Service Partner of specialist.
Bij het rijden met winterbanden de daarbij toej gestane maximumsnelheid in acht nemen.
Bandenmetnoodloopeigenschappen
Als de auto is uitgerust met banden met noodj
loopeigenschappen voor de eigen veiligheid
alleen deze gebruiken. Ingeval van pech staat
geen reservewiel ter beschikking. Meer inforj
matie is bij een Service Partner van de fabrij
kant of een andere gekwalificeerde Service
Partner of specialist verkrijgbaar.
Voor-enachterwielenvervangen Op de voor- en achteras ontstaan vanwege de
verschillende rijomstandigheden verschillende
slijtagepatronen. Om een gelijkmatige slijtage
te verkrijgen kunnen de voor- en achterwielen
onderling worden verwisseld. Meer informatie
is bij een Service Partner van de fabrikant of
een andere gekwalificeerde Service Partner of
specialist verkrijgbaar. Na het verwisselen de
bandenspanning controleren en eventueel corj
rigeren.
Bij auto's met verschillende bandenmaten of velgmaten op de voor- en achteras is het verj
wisselen van de wielen tussen de assen niet toegestaan.
Opslag Verwijderde wielen of banden moeten koel,droog en donker worden bewaard.
Bescherm banden tegen olie, vet en brandstof.De op de zijkant van de band weergegevenmaximumbandenspanning niet overschrijden.Bandenmet
noodloopeigenschappen
Principe
De banden met noodloopeigenschappen maj
ken het mogelijk om beperkt door te rijden bij
volledig verlies van de bandenspanning.
Algemeen
De wielen bestaan uit n beperkte mate zelfdraj
gende banden en speciale velgen.
Door de versteviging van de zijwand kan er met
de band bij verlies van bandenspanning nog beperkt worden doorgereden.
Aanwijzingen voor het doorrijden met bandenj
pech in acht nemen.
Aanduiding
RSC-codering op de zijwand van de band.
Vervangenvanbandenmet
noodloopeigenschappen
Voor uw eigen veiligheid alleen banden met
noodloopeigenschappen gebruiken. Ingeval
van pech staat geen reservewiel ter beschikj
king.
Voor verdere vragen kunt u altijd terecht bij een service partner van de fabrikant.
Seite 227WielenenbandenMobiliteit227
Online Edition for Part no. 01 40 2 974 430 - X/16

Page 228 of 297

Bandenpechverhelpen
Veiligheidsmaatregelen'yDe auto zo ver mogelijk uit de buurt van de verkeersstroom en op een vaste onderj
grond parkeren.'yAlarmknipperlichten inschakelen.'yAuto beveiligen tegen wegrollen, daarvoor de parkeerrem vastzetten.'yAlle inzittenden laten uitstappen en buiten
het gevarengebied brengen, bijvoorbeeld
achter de vangrails.'yEventueel gevarendriehoek of waarschuj
wingsknipperlichten op de voldoende afj
stand neerzetten.'yDe band alleen op een vlakke, stevige en slipvaste ondergrond vervangen. Op een
zachte of gladde ondergrond, bijvoorbeeld sneeuw, ijs, tegels enz. kan de auto of de
autokrik naar de zijkant wegglijden.'yGeen houtblokken e.d. onder de autokrik
leggen, anders kan de krik haar draagverj
mogen niet bereiken wegens de beperkte hoogte.'yWanneer de auto met de krik opgetild is,niet hieronder gaan liggen en de motor niet
starten, anders bestaat er levensgevaar.
MobilitySystem
Principe
Met het Mobility System kan beperkte schade
aan een band kortstondig worden afgedicht,
zodat verder kan worden gereden. Daartoe wordt een vloeibaar afdichtmiddel in de banj
den gepompt dat bij het uitharden de beschaj diging van binnenuit afdicht.
De compressor kan gebruikt worden om de
bandenspanning te controleren.
Algemeen'yAanwijzingen voor de toepassing van het Mobility System op de compressor en het
afdichtmiddelhouder in acht nemen.'yBij beschadiging van de band vanaf een grootte van 4 mm werkt het gebruik vanhet Mobility System mogelijk niet.'yContact opnemen met een Service Partnervan de fabrikant of een andere gekwalifijceerde Service Partner of specialist als deband niet rijklaar kan worden gemaakt.'yVreemde voorwerpen die in de band zijnterechtgekomen, zo mogelijk laten zitten.'yStickers voor de snelheidsbegrenzing van
de afdichtmiddelhouder lostrekken en op het stuurwiel plakken.'yDoor de toepassing van afdichtmiddel kan
de RDC-wielelektronica beschadigd raken. In dit geval de elektronica bij volgende gej
legenheid laten vervangen.
Locatie
Het Mobility System bevindt zich onder de baj gageruimtebodem.
Afdichtmiddelreservoir
'yAfdichtmiddelreservoir, pijl 1.'yVulslang, pijl 2.
Houdbaarheidsdatum op afdichtmiddelhouder
controleren.
Seite 228MobiliteitWielenenbanden228
Online Edition for Part no. 01 40 2 974 430 - X/16

Page 229 of 297

Compressor1Aan/uit-schakelaar2Bevestiging voor afdichtmiddelhouder3Bandenspanning verlagen4Weergave van bandenspanning5Compressor6Stekker/bedrading voor contactdoos7Verbindingsslang n opgeborgen in decompressorbodem
Afdichtmiddelindebandbrengen
1.Afdichtmiddelverpakking schudden.2.Verbindingsslang volledig uit de compresj
sorbehuizing nemen. Slang niet buigen.3.Verbindingsslang hoorbaar vastklikken op de aansluiting van de afdichtmiddelhouder.4.Afdichtmiddelhouder in verticale standhoorbaar vastklikken in de bevestiging vande behuizing van de compressor.5.Verbindingsslang op het bandventiel van
het defecte wiel schroeven.Seite 229WielenenbandenMobiliteit229
Online Edition for Part no. 01 40 2 974 430 - X/16

Page 230 of 297

6.Bij een uitgeschakelde compressor de
stekker in een contactdoos in de auto aanj
brengen.7.Bij ingeschakeld contact of draaiende moj tor de compressor inschakelen.
GEVAAR
Bij een geblokkeerde uitlaatpijp of onvolj
doende ventilatie kunnen uitlaatgassen in de auto binnendringen, die schadelijk voor de gej
zondheid zijn. In het uitlaatgas bevindt zich het kleur- en reukloze, maar giftige koolmonoxide.In gesloten ruimten kunnen de uitlaatgassen
zich ook buiten de auto ophopen. Er bestaat
levensgevaar. De uitlaatpijp vrijhouden en voor
voldoende ventilatie zorgen.'

Page:   < prev 1-10 ... 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 261-270 ... 300 next >