BMW 5 SERIES 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 281 of 379

Scherm van de rijstijlanalyse via iDrive oproejpen:1."Mijn auto"2."Techniek beleven"3."Rijstijlanalyse"
Anticipeerhulpgebruiken
Er wordt een naderend routegedeelte weergej
geven:
1.Gas terugnemen.2.Auto laten uitrollen totdat het weergegej
ven routegedeelte is bereikt.3.Eventueel de snelheid aanpassen door te remmen.
Grenzenvanhetsysteem
De functie is in de volgende situaties niet bej
schikbaar:
'yZolang de snelheid onder 50 km/h ligt.'yBij een tijdelijke en variabele snelheidsbej
grenzing, bijvoorbeeld bij wegwerkzaamj
heden.'yBij onvoldoende kwaliteit van de navigatiej gegevens.'yBij actieve snelheidsregeling.'yBij het rijden met een aanhangwagen.
Uitrollen
Principe De functie helpt bij het besparen van brandjstof.
Daarvoor wordt onder bepaalde voorwaarden in de keuzehendelstand D de motor automajtisch van de transmissie ontkoppeld. De autorolt met minder verbruik stationair verder. De
keuzehendelstand D blijft daarbij ingeschakeld.
Deze rijmodus wordt uitrollen genoemd.
Zodra het rem- of gaspedaal wordt ingedrukt, wordt de motor automatisch weer aangekopj
peld.
Algemeen
Uitrollen maakt deel uit van de rijmodus ECO PRO.
Bij het inschakelen van de rijmodus ECO PRO met de rijbelevingsschakelaar wordt de uitrol-
functie automatisch geactiveerd.
Een anticiperende rijstijl helpt om de functie zo
vaak mogelijk te gebruiken en ondersteunt de
verbruiksverlagende werking van het uitrollen.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
De functie is in de rijmodus ECO PRO in het snelheidsbereik van circa 50 km/h tot
160 km/h beschikbaar, als aan de volgende voorwaarden is voldaan:'yGaspedaal en rempedaal worden niet bejdiend.'yKeuzehendel in keuzehendelstand D.'yMotor en transmissie op bedrijfstemperaj
tuur.
Bedieningviaschakelpaddels
Principe
De rijtoestand uitrollen kan via de schakelpadj dels worden beïnvloed.
Uitrollenviadeschakelpaddelsactiveren,
deactiveren
1.Door aan de rechter schakelpaddel te trekj
ken naar de hoogst mogelijke versnelling schakelen.2.Om de rijtoestand uitrollen te activeren, de
rechter schakelpaddel nogmaals bedienen.
Voor het deactiveren de linker schakelpaddel
bedienen.
Seite 281BrandstofbesparenRijtips281
Online Edition for Part no. 01402978679 - II/17

Page 282 of 379

Weergave
Instrumentencombinatiezonder
uitgebreiding
De markering in de verbruiksj
weergave onder de toerenteller
heeft een blauwe achtergrond
en staat op nul. De toerenteller
geeft ongeveer stationair toej
rental aan.
Metuitgebreideinstrumentencombinatie De markering in de effici

Page 283 of 379

ECOPRO-rijstijlanalyseoproepenVia iDrive:1."Mijn auto"2."Techniek beleven"3."Rijstijlanalyse"
WeergaveophetControlDisplay
De weergave van de ECO PRO-rijstijlanalyse
bestaat uit een symbolisch voorgesteld wegj verloop en een waardentabel.
De weg symboliseert de effici

Page 284 of 379


Online Edition for Part no. 01402978679 - II/17

Page 285 of 379

Mobiliteit
Om uw mobiliteit altijd te garanderen, krijgt u
hier belangrijke informatie over brandstoffen, wielen en banden, onderhoud en pechhulp.Online Edition for Part no. 01402978679 - II/17

Page 286 of 379

TankenUitrustingvandeautoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege de
landspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Algemeen Voor het tanken eerst de aanwijzingen over debrandstofkwaliteit, zie pagina 288, lezen.
Bij auto's met een dieselmotor is de vulopej
ning uitgevoerd voor het tanken van diesel.
Veiligheidsaanwijzing OPMERKING
Bij een actieradius onder 50 km kan de
brandstoftoevoer naar de motor in gevaar koj
men. Het functioneren van de motor is niet gej
waarborgd. Er bestaat gevaar voor schade. Op tijd tanken.'

Page 287 of 379

SluitenWAARSCHUWING
De bevestigingsband van de tankdop kan
bij het vastdraaien worden ingeklemd en platj gedrukt. De dop kan dan niet correct gesloten
worden. Er kunnen brandstof of brandstofdamj
pen naar buiten komen. Er bestaat kans op letj
sel of schade. Erop letten dat de bevestigingsj
band bij het sluiten van de dop niet word ingeklemd of platgedrukt.'

Page 288 of 379

BrandstofUitrustingvandeautoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege de
landspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Brandstofkwaliteit Algemeen
Afhankelijk van de regio wordt bij diverse tankj
stations brandstof verkocht die is aangepast
aan het winter- of zomerseizoen. Brandstof die in de winter wordt aangeboden vereenvoudigtbijv. de koude start.
Benzine
Algemeen
De benzine moet voor een optimaal brandstofj verbruik zwavelvrij of zwavelarm zijn.
Brandstoffen die bij de brandstofpomp als mej
taalhoudend zijn aangegeven, mogen niet worj
den gebruikt.
Er kunnen brandstoffen met een maximaal ethanolgehalte van 10 %, dus E10, worden gej
tankt.
De motor heeft een pingelregeling. Vandaar
dat verschillende benzinekwaliteiten kunnen
worden getankt.Veiligheidsvoorschriften
OPMERKING
Al kleine hoeveelheden van de verkeerde
brandstof of verkeerde brandstofadditieven
kunnen het brandstofsysteem en de motor bej
schadigen. Bovendien wordt de katalysator blijvend beschadigd. Er bestaat gevaar voorschade. Bij benzinemotoren het volgende niet
tanken of aan de brandstof toevoegen:'yLoodhoudende benzine.'yMetaalachtige toevoegingen, bijvoorbeeld
mangaan of ijzer.
Na het tanken van de verkeerde brandstof niet de start-stop-toets indrukken. Contact opnej
men met een Service Partner van de fabrikant
of een andere gekwalificeerde Service Partner of specialist.'

Page 289 of 379

Diesel
Veiligheidsaanwijzing OPMERKING
Al kleine hoeveelheden van de verkeerde
brandstof of verkeerde brandstofadditieven
kunnen het brandstofsysteem en de motor bej
schadigen. Er bestaat gevaar voor schade.
Bij dieselmotoren het volgende in acht nemen:'yGeen raapoliemethylester RME tanken.'yGeen biodiesel tanken.'yGeen benzine tanken.'yGeen dieseltoevoegingen toevoegen.
Na het tanken van de verkeerde brandstof niet de start-stop-toets indrukken. Contact opnej
men met een Service Partner van de fabrikant
of een andere gekwalificeerde Service Partner of specialist.'

Page 290 of 379

Weergaveninhetinstrumentenpaneel
Reserve-weergave Het controlelampje in het instrumentenpaneel
informeert over het resterende traject dat nog
afgelegd kan worden met het huidige vulpeil.
De weergegeven afstand niet volledig benutjten, anders kan de rijden-stand-by na het afj
zetten niet meer ingeschakeld worden.'yWit lampje: bij de volgende
gelegenheid reductiemiddel
bijvullen.'yGeel lampje: te weinig rej
ductiemiddel aanwezig. De
resterend actieradius wordt
weergegeven in het instruj
mentenpaneel. Dadelijk rej
ductiemiddel bijvullen, zie
pagina 290.
AdBlueopminimum
De resterend actieradius wordt
weergegeven in het instrumenj tenpaneel: reductiemiddel bijj
vullen. De motor draait, zolang
hij niet wordt afgezet en aan alle
verdere bedrijfsvoorwaarden is voldaan, bijj
voorbeeld voldoende brandstof.
Systeemdefect Bij een systeemdefect wordt een Check-Conjtrol-melding weergegeven.
De dichtstbijzijnde Service Partner van de faj
brikant of een andere gekwalificeerde Service
Partner of een specialist opzoeken.
AdBluelatenbijvullen BMW adviseert het reductiemiddel te laten bijj
vullen door een Service Partner in het kader van het regelmatige onderhoud.
Wanneer dit onderhoud wordt uitgevoerd, is in principe een eenmalige bijvulling vereist tusj
sen de onderhoudstermijnen.
In bepaalde omstandigheden, bijv. door zeer
sportief rijgedrag of bij het rijden met aanhangj
wagen, kan het wel nodig zijn om meermaals
bij te vullen tussen de onderhoudstermijnen.
Zodra de reserve-weergave in het instrumenjtenpaneel getoond wordt, reductiemiddel laten
bijvullen, om te voorkomen dat de rijden-
stand-by niet meer gestart kan worden.
AdBluezelfbijvullen
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Bij het openen van het reductiemiddelrej
servoir kunnen kleine hoeveelheden ammonij akdampen vrijkomen. Ammoniakdampen hebjben een prikkelende geur en irriteren huid,
slijmvliezen en ogen. Er bestaat kans op letsel. Vrijkomende ammoniakdampen niet inadej
men. Kleding, huid of ogen mogen niet met rej ductiemiddel in aanraking komen en dit magniet worden ingeslikt. Kinderen uit de buurt van
reductiemiddelen houden.'

Page:   < prev 1-10 ... 241-250 251-260 261-270 271-280 281-290 291-300 301-310 311-320 321-330 ... 380 next >