BMW 5 SERIES 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 161 of 394

Overzicht
Radarsensoren
De radarsensoren bevinden zich in de bum#j pers.
Voorbumper midden.
Voorbumper zijkant.
Achterbumper.
Bumper bij de radarsensoren schoon en vrij
houden.
Camera
De camera bevindt zich bij de binnenspiegel.
Voorruit voor de binnenspiegel schoon en vrij houden.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
'yBotsingswaarschuwing met remfunctie, zie
pagina 156, is ingeschakeld.'yDe sensoren herkennen voldoende vrije
ruimte rond de auto.
In-/uitschakelen
Het systeem wordt bij vertrek automatisch ge#j
activeerd.
Waarschuwingmet
uitwijkondersteuning
Weergaveinhetinstrumentenpaneel
Als er een botsing met een waargenomen an#j
der voertuig dreigt, wordt in het instrumenten#j paneel en in het Head-Up Display een waar#j
schuwingssymbool weergegeven.
SymboolMaatregelSymbool brandt rood: vooralarm.
Remmen en afstand vergroten.Symbool knippert rood en er klinkt een signaal: acute waarschuwing.
Remmen en evt. uitwijken.Seite 161VeiligheidBediening161
Online Edition for Part no. 01402981873 - VI/17

Page 162 of 394

Acutewaarschuwingmet
uitwijkondersteuning
Een acute waarschuwing wordt gegeven bij di#j rect botsingsgevaar als de auto met een rela#jtief groot snelheidsverschil een ander objectnadert.
Bij een acute waarschuwing zelf ingrijpen. Bij botsgevaar wordt de uitwijkmanouevre van de bestuurder ondersteund door het systeem.
Een acute waarschuwing kan ook zonder voor#j
afgaand vooralarm worden geactiveerd.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem kan door beperkingen van
het systeem niet, te laat, onjuist of ongegrond
reageren. Er bestaat kans op een ongeval of schade. De aanwijzingen over de grenzen van
het systeem in acht nemen en eventueel actief ingrijpen.'

Page 163 of 394

Detectiegebied
Het detectiegebied voor de auto bestaat uittwee delen:
'yCentraal gebied, pijl 1, direct v

Page 164 of 394

Handmatigin-/uitschakelenToets indrukken.
Het menu naar de Intelligent Safety-
systemen wordt weergegeven.
Als alle Intelligent Safety-systemen uitgescha#j keld zijn, worden nu alle systemen ingescha#jkeld.
"INDIVIDUAL configureren": afhankelijk van de
uitvoering kunnen de Intelligent Safety-syste#j
men afzonderlijk geconfigureerd worden. De
individuele instellingen worden geactiveerd en opgeslagen voor het momenteel gebruikte be#jstuurdersprofiel. Zodra in het menu een instel#j
ling wordt gewijzigd, worden alle instellingen van het menu geactiveerd.
Toets herhaaldelijk indrukken.
Er wordt tussen de volgende instellin#j
gen gewisseld:
"ALL ON": alle Intelligent Safety-systemen
worden ingeschakeld. Voor de subfuncties
worden basisinstellingen geactiveerd.
"INDIVIDUAL": de Intelligent Safety-systemen worden overeenkomstig de individuele instel#j
lingen ingeschakeld.
Enkele Intelligent Safety-systemen kunnen niet afzonderlijk uitgeschakeld worden.
Toets ingedrukt houden.
Alle Intelligent Safety-systemen wor#j
den uitgeschakeld.ToetsStatusToets brandt groen: alle Intelligent
Safety-systemen zijn ingeschakeld.Toets brandt oranje: enkele Intelli#j
gent Safety-systemen zijn uitge#j
schakeld.Toets brandt niet: enkele Intelligent
Safety-systemen zijn uitgeschakeld.Waarschuwingmetremfunctie
Weergave
Als er een botsing met een waargenomen an#j
der persoon dreigt, wordt in het instrumenten#j
paneel en in het Head-Up Display een waar#j
schuwingssymbool weergegeven.
Rood symbool wordt weergegeven en
er klinkt een signaal.
Bij overeenkomstige uitrusting brandt als alternatief een rode gevarendrie#jhoek in het instrumentenpaneel.
Direct zelf ingrijpen door remmen of uitwijken.
Remingreep De waarschuwing is een dringend verzoek om
zelf in te grijpen. Tijdens een waarschuwing
wordt, bij het bedienen van de rem, de maxi#j
male remkracht toegepast. Voorwaarde voor
de ondersteuning van de rembekrachtiging is
het voldoende snel en krachtig indrukken van
het rempedaal.
Daarnaast kan het systeem bij botsingsgevaar ondersteuning bieden door een remingreep.
De auto kan bij lage snelheid afgeremd worden tot stilstand.
Handgeschakelde versnellingsbak: bij een re#j mingreep tot stilstand is het mogelijk dat de motor uitgeschakeld wordt.
De remingreep volgt alleen wanneer de rijst#j abiliteit niet beperkt werd, bijvoorbeeld doordeactivering van de dynamische stabiliteits#jcontrole DSC.
De remingreep kan door het indrukken van het
gaspedaal of door een actieve stuurbeweging
worden afgebroken.
Het herkennen van objecten kan beperkt zijn.
Houd rekening met de grenzen van het detec#j tiegebied en de functionele beperkingen.Seite 164BedieningVeiligheid164
Online Edition for Part no. 01402981873 - VI/17

Page 165 of 394

Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem kan door beperkingen van
het systeem niet, te laat, onjuist of ongegrond
reageren. Er bestaat kans op een ongeval of
schade. De aanwijzingen over de grenzen van
het systeem in acht nemen en eventueel actief
ingrijpen.'

Page 166 of 394

De herkenbaarheid hangt af van het tempera#jtuurverschil met de achtergrond en van de ei#jgen straling van het object. Objecten met ge#j
ring temperatuurverschil ten aanzien van de
omgeving of met geringe warmteuitstraling zijn
beperkt herkenbaar.
Om veiligheidsredenen wordt het beeld vanaf circa 5 km/h en geringe helderheid van de om#j
geving alleen bij ingeschakeld dimlicht weer#j
gegeven.
Met bepaalde intervallen wordt gedurende een fractie van een seconde een stilstaand beeld
weergegeven.
Herkenningvanpersonenendieren
De objectherkenning en -waarschuwing werkt
alleen in het donker.
Objecten met een menselijke vorm en vol#j
doende warmteuitstraling worden herkend.
Daarnaast herkent het systeem ook dieren
vanaf een bepaalde grootte, bijv. reeën.
Weergave op het Control Display bij ingescha#j keld warmtebeeld:
'yDoor het systeem herkende personen: inheldergeel.'yDoor het systeem herkende dieren: in don#j
kergeel.
Reikwijdte van de objectherkenning bij goede omgevingsomstandigheden:
'yPersoonsherkenning: tot ca. 100 m'yHerkenning van grotere dieren: tot ca. 150 m'yHerkenning van middelgrote dieren: tot ca.70 m
Invloeden van het milieu kunnen de beschik#jbaarheid van de objectherkenning beperken.
Wanneer de voertuigsystemen herkennen dat
het voertuig zich in een bebouwde kom be#j vindt, wordt de herkenning van dieren tijdelijk
uitgeschakeld.
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoon#j
lijke verantwoordelijkheid om de zichtomstan#j digheden en de verkeerssituatie juist in te
schatten. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
Rijstijl aan de verkeerssituatie aanpassen. Ver#j
keerssituatie observeren en in de betreffende situaties actief ingrijpen.'

Page 167 of 394

Warmtebeeld
Camera
Bij lage buitentemperaturen wordt de camera automatisch verwarmd.
Bij ingeschakelde autoverlichting wordt bij het
bedienen van de ruitensproeierinstallatie, zie
pagina 113, het cameraobjectief op gezette tij#j
den meegereinigd.
Inschakelen
Automatischinschakelen
Het systeem wordt bij vertrek in het donker au#j
tomatisch geactiveerd.
Warmtebeeldinschakelen
Aanvullend op de waarschuwingsfunctie kan
op het Control Display het warmtebeeld van de Night Vision-camera worden weergegeven.
Deze functie heeft geen invloed op de objec#j
therkenning.
Toets indrukken.
Het beeld van de camera wordt op het Control
Display weergegeven.
Warmtebeeldinstellen
Bij ingeschakeld warmtebeeld kunnen helder#j heid en contrast ingesteld worden.
Via iDrive:1.Helderheid of contrast selecteren.'y "Helderheid".'y "Contrast".2.Stel de gewenste waarde in.
Waarschuwingsfunctie
Weergave
SymboolBetekenisPersoonswaarschuwing.Dierwaarschuwing.Symbool
brandt rood.Vooralarm.Symbool knip#j
pert rood en er
klinkt een sig#j
naal.Acute waarschuwing.Bij overeenkomstige uitrus#j
ting brandt of knippert als
alternatief een rode geva#j
rendriehoek in het instru#j
mentenpaneel.
Het weergegeven symbool kan variëren en
geeft de zijde van het wegdek aan waar de per#j soon of het dier is herkend.
Seite 167VeiligheidBediening167
Online Edition for Part no. 01402981873 - VI/17

Page 168 of 394

Waarschuwingbijgevaarvoor
personenofdieren
Als er een botsing met een waargenomen an#j
der persoon of dier dreigt, wordt in het instru#j
mentenpaneel en in het Head-Up Display een
waarschuwingssymbool weergegeven.
Hoewel vorm en warmteuitstraling worden ge#j
evalueerd, kan loos alarm niet worden uitge#j
sloten.
Waarschuwingsbereikvoordeauto
Het waarschuwingsbereik voor de persoons#jwaarschuwing bestaat uit twee delen:
'yCentraal gebied, pijl 1, direct v

Page 169 of 394

'yGeen lichtbronnen of verlichte verkeers#jdeelnemers in het waarschuwingsgebied.
Inschakelen/uitschakelen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Intelligent Safety"4."Dynamisch markeringslicht"
Tijdelijkuitschakelen
Tijdens het branden van de dynamische mar#j keringsverlichting het lichtsignaal bedienen.
De dynamische markeringsverlichting wordt
voor de actuele waarschuwing uitgeschakeld.
Grenzenvanhetsysteem
Principiëlegrenzen
De werking kan bijvoorbeeld in de volgende si#j
tuaties beperkt zijn:
'yBij steile hellingen of afdalingen en in
scherpe bochten.'yBij vuile of beschadigde camera.'yBij dichte mist en hevige regen of sneeuw#j val.'yBij zeer hoge buitentemperaturen.
Grenzenvandeherkenningvan
personenendieren
In sommige situaties kan het voorkomen dat personen als dieren herkend worden, of dieren
als personen.
Kleine dieren worden door de objectherken#j ning niet herkend, hoewel zij in het beeld goed
te zien zijn.
Beperkte herkenning, bijv. in de volgende ge#j
vallen:
'yNiet-zichtbare of deels zichtbare personen
of dieren, in het bijzonder niet-zichtbaar
hoofd/kop.'yPersonen in een niet staande houding, bijv.
liggend.'yFietsers op niet-gebruikelijke fietsen, bijv. ligfietsen.'yNa een mechanische inwerking op het sys#jteem, bijv. na een ongeval.
LaneDepartureWarning
Principe
De Lane Departure Warning waarschuwt als de
auto op wegen met rijbaanbegrenzingslijnen
op het punt staat om de rijstrook te verlaten.
Algemeen
Dit systeem met camera waarschuwt vanaf een minimumsnelheid.
De minimumsnelheid is landspecifiek en wordt in het menu van de Intelligent Safety-syste#jmen weergegeven.
Waarschuwingen worden via trillingen in het
stuur gegeven. De sterkte van de stuurtrillin#j
gen kan worden ingesteld. Het moment van deze waarschuwing kan afhankelijk van de ac#jtuele rijsituatie variëren.
Het systeem waarschuwt niet wanneer voor
het verlaten van de rijstrook richting wordt aan#j gegeven.
Auto's met waarschuwing voor een aanrijding
van opzij: wordt in het snelheidsbereik tot
210 km/h een rijbaanbegrenzingslijn over#j
schreden, dan grijpt het systeem naast de tril#j ling in door een korte actieve stuuringreep. Het
systeem ondersteunt de bestuurder om de
auto binnen de rijbaan te houden.
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoon#j
lijke verantwoordelijkheid om het wegverloop
en de verkeerssituatie juist in te schatten. Er
bestaat gevaar voor ongevallen. Rijstijl aan de
Seite 169VeiligheidBediening169
Online Edition for Part no. 01402981873 - VI/17

Page 170 of 394

verkeerssituatie aanpassen. Verkeerssituatie
observeren en in de betreffende situaties actief
ingrijpen. Bij waarschuwingen het stuurwiel niet onnodig heftig bewegen.'

Page:   < prev 1-10 ... 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 ... 400 next >