BMW 5 SERIES 2021 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 371 of 466

BandenbewarenBandenspanning
Deopdezijkantvandebandweergegevenmaxij
mumbandenspanningnietoverschrijden.
Opslag'xVerwijderdewielenofbandenmoetenkoel,droogeninhetdonkerwordenbewaard.'xBeschermbandentegenolie,vetenoplosjmiddelen.'xBandennietinplasticzakkenbewaren.'xWielenofbandenreinigenvanvuil.
Bandenmet
noodloopeigenschappen
Principe
Doordebandenmetnoodloopeigenschappenis
hetmogelijkbeperktverderterijdenmetcomj
pleetspanningsverlies.
Algemeen
Dewielenbestaanuitrunflatbandenenspeciale
velgen.
Doordeverstevigingvandezijwandkanermet debandbijverliesvanbandenspanningnogbej perktwordendoorgereden.
Aanwijzingenvoorhetverderrijdenmetbandenj
pechinachtnemen.
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Bijbandenmetnoodloopeigenschappenzonj derofmeteengeringebandenspanningveranj
derenderijeigenschappen,bijv.verminderde koersstabiliteitbijhetremmen,langereremweg
eneenanderstuurgedrag.Erbestaatgevaar
voorongevallen.Gematigdrijdeneneensnelj
heidvan80km/hnietoverschrijden.
WAARSCHUWING
Alswordtdoorgeredenmetbandenpech,kunj
nenzwareaanhangwagensgaanslingeren.Er
bestaatkansopeenongevalofschade.Bijhet rijdenmeteenaanhangwagenenbandenpecheensnelheidvan60km/hnietoverschrijden.Bijslingerbewegingendirectremmenendenoj
digestuurcorrectieszovoorzichtigmogelijkuitj
voeren.
Aanduiding
Opdewangvandebandenstaatdemarkering RSCmRunflatSystemComponent.
Bandenpechverhelpen
Veiligheidsmaatregelen
'xAutozovermogelijkuitdebuurtvandeverjkeersstroomenopeenvasteondergrond
parkeren.'xAlarmknipperlichteninschakelen.'xAutobeveiligentegenwegrollen,daarvoorde parkeerremvastzetten.'xStuurwielvergrendelinglatenvastklikkenin
rechtuitstandvandewielen.Seite371WielenenbandenMOBILITEIT371
OnlineEditionforPartno.01405A11313-VI/20

Page 372 of 466

'xAlleinzittendenlatenuitstappenenbuiten
hetgevarengebiedbrengen,bijvoorbeeld
achterdevangrails.'xEventueelgevarendriehoekopdejuisteafj
standneerzetten.
MobilitySystem
Principe
MethetMobilitySystemkanbeperkteschadeaaneenbandkortstondigwordenafgedicht,zoj datverderkanwordengereden.Daartoewordteenvloeibaarafdichtmiddelindebandengej
pomptdatbijhetuithardendebeschadigingvan
binnenuitafdicht.
Algemeen
'xAanwijzingenvoordetoepassingvanhetMoj bilitySystemopdecompressorendeflesmetbandenafdichtmiddelinachtnemen.'xBijbeschadigingvandebandvanafeengroottevan4mmwerkthetgebruikvanhet
MobilitySystemmogelijkniet.'xContactopnemenmeteenservicepartner vandefabrikantofeenanderegekwalifijceerdeservicepartnerofvakwerkplaatsalsde
bandnietrijklaarkanwordengemaakt.'xIngedrongenvreemdevoorwerpenindeband
latenzitten.Vreemdedeeltjesalleenverwijj
derenalszezichtbaaruitdebandenuitstej ken.'xStickersvoordesnelheidslimietvandefles
metbandenafdichtmiddellostrekkenenop hetstuurwielplakken.'xDoordetoepassingvanafdichtmiddelkande
wielelektronicabeschadigdraken.Inditgeval
deelektronicabijvolgendegelegenheidlaten
vervangen.'xDecompressorkangebruiktwordenomde bandenspanningtecontroleren.Overzicht
Locatie
Demobilitysetbevindtzichinhetlinkeropbergj
vakvandebagageruimte.
Afdichtmiddelreservoir
'xAfdichtmiddelreservoir,pijl1.'xVulslang,pijl2.
Houdbaarheidsdatumopafdichtmiddelhouder
controleren.
Seite372MOBILITEITWielenenbanden372
OnlineEditionforPartno.01405A11313-VI/20

Page 373 of 466

Compressor1Ontgrendelingafdichtmiddelhouder2Bevestigingafdichtmiddelhouder3Bandenspanningsweergave4Knopbandenspanningverlagen5Aan/uit-schakelaar6Compressor7Stekker/bedradingvoorcontactdoos8Verbindingsslang
Veiligheidsmaatregelen
'xAutozovermogelijkuitdebuurtvandeverjkeersstroomenopeenvasteondergrond
parkeren.'xAlarmknipperlichteninschakelen.'xAutobeveiligentegenwegrollen,daarvoorde parkeerremvastzetten.'xStuurwielvergrendelinglatenvastklikkenin
rechtuitstandvandewielen.'xAlleinzittendenlatenuitstappenenbuiten
hetgevarengebiedbrengen,bijvoorbeeld
achterdevangrails.'xEventueelgevarendriehoekopdejuisteafj
standneerzetten.Afdichtmiddelindeband
brengen
Veiligheidsaanwijzingen
GEVAAR
Bijeengeblokkeerdeuitlaatpijpofonvoldoende ventilatiekunnenuitlaatgassenindeautobinjnendringen,dieschadelijkvoordegezondheid
zijn.Deuitlaatgassenbevattenkleur-enreukj
lozeschadelijkestoffen.Ingeslotenruimten
kunnendeuitlaatgassenzichookbuitende
autoophopen.Erbestaatlevensgevaar.Deuitj
laatpijpvrijhoudenenvoorvoldoendeventilatie
zorgen.
OPMERKING
Alsdecompressortelanginwerkingiskan
dezeoververhitraken.Erbestaatgevaarvoor
schade.Compressornietlangerdan10minuj
tenlatendraaien.
Vullen
1.Flesmetbandenafdichtmiddelschudden.Seite373WielenenbandenMOBILITEIT373
OnlineEditionforPartno.01405A11313-VI/20

Page 374 of 466

2.Vulslangvollediguitopbergruimtevandefles
metbandenafdichtmiddeltrekken.Slangniet buigen.3.Flesmetbandenafdichtmiddelhoorbaar
vastklikkenindebevestigingvandebehuij
zingvandecompressor.4.Vulslangvandeflesmetbandenafdichtmidj
delophetbandventielvanhetdefectewiel schroeven.5.Bijeenuitgeschakeldecompressordestekjkerindecontactdoosinhetinterieurvande
autoaanbrengen.6.Bijeeningeschakeldegereedheidofrijden- stand-bydecompressorinschakelen.
Compressormaximaal10minutenaanlaten
staanomdelekkagemetafdichtmiddeltevullen
eneenbandenspanningvancirca2,0barteverj
krijgen.
Bijhetaanbrengenvanhetafdichtmiddelkande bandenspanningtijdelijkoplopentotcirca5bar. Compressorindezefasenietuitschakelen.
Bandenspanningcontrolerenen
corrigeren
Controleren
1.Compressoruitschakelen.2.Bandenspanningopdebandenspanningsinj dicatieaflezen.
Omdoortekunnenrijdenmoeterminstenseen
bandenspanningvan2barbereiktzijn.
Seite374MOBILITEITWielenenbanden374
OnlineEditionforPartno.01405A11313-VI/20

Page 375 of 466

Afdichtmiddelhouderafnemenen
opbergen1.Vulslangvanafdichtmiddelhoudervanhet
bandenventielafschroeven.2.Opderodeontgrendelingdrukken.3.Bandenafdichtmiddelflesvandecompressor
verwijderen.4.Legeafdichtmiddelhouderinpakkenenopj bergenomvervuilingvandebagageruimtete
vermijden.
Minimalebandenspanningwordt
nietbereikt
1.Stekkeruitdecontactdoosinhetinterieur vandeautotrekken.2.10mvoor-enachteruitrijdenomhetafdichtj
middelindebandteverdelen.3.Verbindingsslangvandecompressordirect
ophetventielvandebandschroeven.4.Stekkerindecontactdoosinhetinterieurvan deautoaanbrengen.5.Bijeeningeschakeldegereedheidofrijden-stand-bydecompressorinschakelen.Alsdebandenspanningvanminstens2bar
nietwordtbereikt,contactopnemenmeteen
servicepartnervandefabrikantofeenandere gekwalificeerdeservicepartnerofvakwerkj
plaats.
Alsdebandenspanningvanminimum2bar
wordtbereikt,zieMinimalebandenspanning wordtbereikt.6.Verbindingsslangvandecompressorvanhet
bandenventielschroeven.7.Stekkeruitdecontactdoosinhetinterieur vandeautotrekken.8.MobilitySystemindeautoopbergen.
Minimalebandenspanningwordt
bereikt
1.Verbindingsslangvandecompressorvanhet
bandenventielschroeven.2.Stekkeruitdecontactdoosinhetinterieur vandeautotrekken.3.MobilitySystemindeautoopbergen.4.Directcirca10kmrijden,zodathetafdichtjmiddelzichgelijkmatigindebandenverdeelt.
Snelheidvan80km/hnietoverschrijden. Indienmogelijknietlangzamerrijdendan
20km/h.
Corrigeren
1.Opeengeschikteplaatsstoppen.2.Verbindingsslangvandecompressordirect
ophetventielvandebandschroeven.Seite375WielenenbandenMOBILITEIT375
OnlineEditionforPartno.01405A11313-VI/20

Page 376 of 466

3.Stekkerindecontactdoosinhetinterieurvandeautoaanbrengen.4.Debandenspanningtotminstens2,0barcorj
rigeren:'xBandenspanningverhogen:bijeeningej
schakeldegereedheidofrijden-stand-by decompressorinschakelen.'xBandenspanningverlagen:toetsopde
compressorindrukken.5.Verbindingsslangvandecompressorvanhet
bandenventielschroeven.6.Stekkeruitdecontactdoosinhetinterieur vandeautotrekken.7.MobilitySystemindeautoopbergen.
Ritvoortzetten
Toegestanemaximumsnelheidvan80km/hniet overschrijden.
BandenpechwaarschuwingRPAopnieuwinitialij
seren.
Resetvandebandenspanningscontroleuitvoej
ren.
Dedefectebandendeflesmetbandenafdichtj
middelvanhetMobilitySystemzosnelmogelijk
latenvervangen.
Meerinformatie:
'xBandenpechwaarschuwingRPA,ziepaj
gina 384.'xBandenspanningscontrole,ziepagina 377.Sneeuwkettingen
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Doordemontagevansneeuwkettingenop
bandendienietdaarvoorgeschiktzijnkunnen
desneeuwkettingenmetdelenvandeautoin
contactkomen.Erbestaatkansopeenongeval
ofschade.Desneeuwkettingenalleenopbanj
denmonteren,diedoordefabrikantzijningej
deeldalsgeschiktvoorhetgebruikvansneej
uwkettingen.
WAARSCHUWING
Onvoldoendeaangespannensneeuwkettingen
kunnenbandenenvoertuigonderdelenbeschaj
digen.Erbestaatkansopeenongevalof
schade.Controleerofdesneeuwkettingenalj
tijdvoldoendeaangespannenzijn.Zonodigde
sneeuwkettingennaspannenovereenkomstig
deopgavenvandefabrikant.
Sneeuwkettingenmetfijne
schakels
Defabrikantvanhetvoertuigraadthetgebruik
vansneeuwkettingenmetfijneschakelsaan.Bej
paaldesneeuwkettingenmetfijneschakelszijn
doordefabrikantvandeautogetestenalsverj
keersveiligengeschiktaangemerkt.
Informatieovergeschiktesneeuwkettingenisbij
eenservicepartnervandefabrikantofeenanj
deregekwalificeerdeservicepartnerofvakwerkj
plaatsverkrijgbaar.
Gebruik Hetgebruikisuitsluitendpaarsgewijstoegestaan
opdeachterwielenvoordevolgendewielmaten:
'x225/55R17.'x245/45R18.Seite376MOBILITEITWielenenbanden376
OnlineEditionforPartno.01405A11313-VI/20

Page 377 of 466

'x245/40R19.
Aanwijzingenvandesneeuwkettingfabrikantin
achtnemen.
Metsneeuwkettingendebandenpechwaarschuj
wingRPAnietinitialiseren,omdatdittotonjuiste weergavenkanleiden.
Metsneeuwkettingengeenresetvandebanj denspanningscontroleuitvoeren,omdatdittotonjuisteweergavenkanleiden.
Bijhetrijdenmetsneeuwkettingeneventueelde
DynamicTractionControlDTCvoorkortetijdacj
tiveren,omdetractieteverbeteren.
Maximalesnelheidmet
sneeuwkettingen
Metsneeuwkettingennietharderrijdendan
50km/h.
Achterwielbesturingbijhet
rijdenmetsneeuwkettingen
Algemeen
Omdestuurhoekvandewielenbijhetrijdenmet
sneeuwkettingentewaarborgenkanbijgemonj
teerdesneeuwkettingendeachterwielbesturing
vandeintegraal-actievebesturingwordenuitgej
schakeld.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Bijingeschakeldeachterwielbesturingengej
monteerdesneeuwkettingenkunnendesneej
uwkettingencontactmakenmetdecarrosserie.
Erbestaatkansopeenongevalofschade.Bij
gemonteerdesneeuwkettingendeachterwielj
besturinguitschakelen.
Achterwielbesturinguitschakelen
Doordeinstellingdatsneeuwkettingenzijngejmonteerdwordtdeachterwielbesturinguitgej
schakeld.1.CAR2.Instellingen3.Algemeneinstellingen4.Sneeuwkettingen5.Sneeuwkettingenaangebracht
Vanafeentoegestanemaximalesnelheidmet sneeuwkettingenvan50km/hwordtdeachterjwielbesturingweerautomatischingeschakeld.
Bandenspanningscontrole
Principe Hetsysteembewaaktdebandenspanninginde
viergemonteerdebanden.Hetsysteemwaarj schuwtwanneerineenofmeerbandendebanjdenspanninglagerisgeworden.
Algemeen
Sensorenindeventielenvandebandenmeten
despanningentemperatuurvandebanden.
DoordebandeninstellingeniniDrivekanhetsysj
teemdevastgelegdegewenstespanningenauj
tomatischmetdeactuelebandenspanningen vergelijken.
Bijbandendienietopdebandenspanningswaarj denopdeautotevindenzijn,bijvoorbeeldbanj
denmeteenspecialevergunning,moethetsysj
teemactiefwordengereset.Hierdoorwordtde
actuelebandenspanningalsgewenstespanning
overgenomen.
Voordebedieningvanhetsysteemookdeinforj
matieenopmerkingeninhethoofdstukBandenj
spanninginachtnemen.
Meerinformatie:
Bandenspanning,ziepagina 366.
Seite377WielenenbandenMOBILITEIT377
OnlineEditionforPartno.01405A11313-VI/20

Page 378 of 466

Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Deweergavevandegewenstespanningverj vangtnietdebandenspanningswaardenopde
auto.Verkeerdegegevensindebandeninstelj
lingenleidentotverkeerdegewenstebandenj
spanningen.Erkandangeenbetrouwbaremelj
dingvaneenspanningsverliesworden
gegarandeerd.Erbestaatkansopletselof
schade.Eroplettendatdegroottenvandegej monteerdebandencorrectwordenweergegej
venenovereenstemmenmetdegegevensop
debandenendebandgegevens.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Voorhetsysteemmoetaandevolgendevoorj
waardenzijnvoldaan,anderskanergeenbej trouwbaremeldingvaneenspanningsverlieswordengegarandeerd:
'xNaelkevervangingvaneenbandofwielzijn
decorrectegegevensvandegemonteerde
bandenindebandeninstellingeningevoerd.'xDebandenspanningscontroleispasnameerj dereminutenrijdenactief:'xNahetverwisselenvaneenbandofwiel.'xNaeenreset,bijbandenmetspecialeverjgunning.'xNawijzigingvandebandeninstelling.'xBijbandenmetspecialetoelating:'xNahetverwisselenvaneenbandofwieliserbijcorrectebandenspanningeenreset
uitgevoerd.'xNaeenaanpassingvandebandenspanj
ningopeennieuwewaardeisereenreset
uitgevoerd.'xWielenmetelektronica.Bandeninstellingen
Algemeen
Debandenmatenvandegemonteerdebanden
kunnenopdebandenspanningswaardenopde
autoofdirectopdebandenwordenafgelezen.
Degegevensvandebandenhoevennietopj
nieuwtewordeningevoerdalsdebandenspanj
ningwordtgecorrigeerd.
Voordezomer-enwinterbandenzijnsteedsde
alslaatsteingevoerdegegevensvandebanden opgeslagen.Hierdoorkunnennahetverwisselenvanbandenofwielendeinstellingenvandeals
laatstgebruiktebandensetswordengeselecj teerd.
Instellingenuitvoeren1.CAR2.Autostatus3.Bandensp.contr.4.Bandeninstellingen5.Bandenselectie6.Handmatig7.Bandensoort'xZomerbanden'xWinter-/all-seas.8.Bandtypeselecterendatopdeachterasis
gemonteerd.
Bijbandenmetspecialetoelating:
Anderebanden.
Verderewerkwijzeinhethoofdstuk'Reset
uitvoeren'inachtnemen.9.Beladingstoestandvandeautoselecterenals ereenbandenmaatisgeselecteerd.10.Bandeninstellingenopslaan
Demetingvandeactuelebandenspanningwordt
gestart.Devoortgangvandemetingwordtgej toond.
Seite378MOBILITEITWielenenbanden378
OnlineEditionforPartno.01405A11313-VI/20

Page 379 of 466

StatusweergaveActuelestatus
DestatusvanhetsysteemkanophetControl
Displaywordenweergegeven,bijv.ofhetsysj
teemactiefis.1.CAR2.Autostatus3.Bandensp.contr.
Deactuelestatuswordtweergegeven.
Actuelebandenspanning
Deactuelebandenspanningwordtvoorelke
bandweergegeven.
Deactuelebandenspanningenkunnendoorhet
rijdenofdebuitentemperatuurveranderen.
Huidigebandentemperatuur Afhankelijkvanhetmodelwordendehuidigebandentemperaturenweergegeven.
Dehuidigebandentemperaturenkunnendoor
hetrijdenofdebuitentemperatuurveranderen.
Gewenstespanning
Degewenstespanningvoordebandenaande voor-enachteraswordtweergegeven.
Bijdevermeldegewenstespanningzijntempej ratuurinvloedendoorhetrijdenofdebuitentemj
peratuurmeegerekend.Onafhankelijkvande
weersomstandigheden,bandtemperaturenenrijj
tijdenwordtaltijddepassendegewenstespanj ningweergegeven.
Degewenstespanningkanveranderenenvan
debandenspanningswaardenopdeportierstijl
vanhetbestuurdersportierafwijken.Debandenj
spanningkanzonaardewaardevandeweergej
gevengewenstespanningenwordengecorrij
geerd.
Degewenstespanningwordtdirectaangepast alsindebandeninstellingendebeladingstoej standwordtgewijzigd.
Toestandvandeband
Algemeen
OphetControlDisplaywordtdestatusvande bandenenhetsysteemweergegevendoorde
kleurvandewieleneneentekst.
Aanwezigemeldingenwordenevt.nietgewistals bijdecorrectievandebandenspanningdegej
wenstespanningnietwordtbereikt.
Allewielengroen'xHetsysteemisactiefengebruiktvoorde waarschuwingdegewenstespanningen.'xBijbandenmetspecialetoelating:hetsysjteemisactiefengebruiktvoordewaarschuj
wingdelaatstebandenspanningdieisopgej slagenbijdereset.
Eentotvierwielengeel
Erissprakevaneenlekkebandofeenaanzienlijk
spanningsverliesindeaangegevenbanden.
Wielengrijs Bandenspanningsverlieskanmogelijknietherj
kendworden.
Mogelijkeoorzaken:
'xStoring.'xTijdensdebandenspanningsmeting,nabej vestigingvandebandeninstellingen.'xBijbandenmetspecialetoelatingwordteenresetvanhetsysteemuitgevoerd.
Bijbandenmeteenspeciale
ontheffing:resetuitvoeren
1.CAR2.Autostatus3.Bandensp.contr.4.Garanderendatdecorrectebandeninstellinj
genwerdengeconfigureerd.
Bandeninstellingen,ziepagina 378.Seite379WielenenbandenMOBILITEIT379
OnlineEditionforPartno.01405A11313-VI/20

Page 380 of 466

5.Rijden-stand-byinschakelenennietwegrijj
den.6.Bandenspanningresetten:Resetuitvoeren.7.Wegrijden.
Dewielenwordeninhetgrijsweergegevenen hetvolgendewordtgetoond:Bandenspanning wordtteruggezet

Page:   < prev 1-10 ... 331-340 341-350 351-360 361-370 371-380 381-390 391-400 401-410 411-420 ... 470 next >