BMW 7 SERIES 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 221 of 389

Het kleurpatroon van de obstakelmarkeringen
komt overeen met de markeringen van de
PDC.
Wasstraataanzicht
Het wasstraataanzicht helpt bij het inrijden van
wasstraten door de weergave van het eigen
bandenspoor.
Zoomoptrekhaak Om het aankoppelen van een aanhangwagen
te vergemakkelijken, kan het camerabeeld van
de trekhaak vergroot worden weergegeven.
De afstand van de aanhanger tot de aanj
hangerkoppeling kan met behulp van twee staj tische cirkelsegmenten worden geschat.
Een van de stuuruitslag afhankelijke koppej
lingslijnen helpt de aanhangwagen in lijn te
brengen met uw trekhaak.
Trekhaak via iDrive weergeven, zie pagina 220.
Flankbescherming
Principe
Het systeem waarschuwt voor obstakels aan
de zijkant van de auto.
Weergave
Ter bescherming van de flanken van de auto
worden hindernismarkeringen aan de zijkant
van de auto weergegeven.
'yGeen markeringen: er zijn geen obstakels herkend.'yGekleurde markeringen: waarschuwing
voor herkende obstakels.
Beperkingenvandeflankbescherming
Het systeem geeft alleen stilstaande obstakels aan, die eerder bij het langsrijden door de senjsoren herkend zijn.
Het systeem herkent niet of een obstakel naj
derhand beweegt. Daarom worden de markej
ringen in de weergave bij stilstand na een bej
paalde tijd niet meer weergegeven. Het gebied
naast de auto moet opnieuw worden geregij
streerd.
Portieropeningshoek Principe
Het systeem toont evt. vaststaande obstakels
die de openingshoek van de portieren beperj ken.
Het systeem waarschuwt niet voor naderende verkeersdeelnemers.
Seite 221RijhulpsystemenBediening221
Online Edition for Part no. 01402978621 - II/17

Page 222 of 389

Bij keuzehendelstand P wordt de maximaleopeningshoek van de portieren weergegeven.
Zodra de auto beweegt worden in plaats van
de openingshoek de parkeerhulplijnen weerj
gegeven.
Grenzenvandeweergave
Vanwege technische redenen wordt het gej
bied rond de auto vervormd weergegeven.
Ook als de symbolen voor de portieropeningsj
hoek op het Control Display geen andere obj
jecten kruisen, moet tijdens parkeren naast anj
dere objecten op het volgende worden gelet:
Vanwege het perspectief zijn hoger gelegen,
naar voren staande objecten evt. dichterbij dan
op het Control Display lijkt.
PanoramaView
Principe
Met het systeem hebt u bij onoverzichtelijke
uitritten en kruisingen een vroegtijdig overzicht van het kruisend verkeer.
Algemeen
Verkeersdeelnemers die door obstakels langs de weg niet zichtbaar zijn, worden vanaf de bej
stuurdersstoel slechts zeer laat waargenomen. Om het zicht te verbeteren registreren de caj
mera's aan de voor- en achterzijde de verj
keerssituatie aan de zijkanten.
Gele lijnen in de beeldschermweergave markej ren het voorste en achterste uiteinde van de
auto.
Het beeld van de camera is in sommige bereij
ken verschillend groot vervormd en is daarom
niet geschikt voor het inschatten van afstanj
den.
WeergaveophetControlDisplay Bij draaiende motor de toets indrukken.
Afhankelijk van de rijrichting wordt het beeld van de betreffende camera weergegeven:'y"voor": beeld van de voorste camera.'y"achter": beeld van de achterste camera.
Bij dienovereenkomstige uitrusting kan de
waarschuwing kruisend verkeer, zie paj gina 234, met behulp van radarsensoren voor
naderende voertuigen waarschuwen.
Metnavigatiesysteem:
activeringspunten
Principe
Posities waarop het Panorama View automaj
tisch moet worden ingeschakeld kunnen worj
den opgeslagen als activeringspunten, op
voorwaarde dat een GPS-signaal wordt ontj vangen.
Algemeen
Er kunnen tot tien activeringspunten worden opgeslagen.
Activeringspunten kunnen bij het vooruitrijden worden gebruikt voor de voorste camera.
Seite 222BedieningRijhulpsystemen222
Online Edition for Part no. 01402978621 - II/17

Page 223 of 389

Activeringspuntenopslaan1.Naar de positie rijden waarop het systeem
ingeschakeld moet worden en stoppen.2. Toets indrukken.3.Controller naar links kantelen.4. "Activeringspunt toevoegen"
De actuele positie wordt weergegeven.5."Activeringspunt toevoegen"
Wanneer mogelijk worden activeringspunten bewaard met plaats- en straatnaam, of met de
Gps-coördinaten.
Activeringspuntengebruiken Het gebruik van de activeringspunten kan worj
den in- en uitgeschakeld.
1. Toets indrukken.2.Controller naar links kantelen.3. "Instellingen"4."Panorama View, op GPS gebaseerd"5."Panorama View, GPS gebaseerd"
Activeringspuntenweergeven
1. Toets indrukken.2.Controller naar links kantelen.3. "Activeringsp. weergeven"
Lijst van alle activeringspunten wordt
weergegeven.
Activeringspuntenhernoemenofwissen
1. Toets indrukken.2.Controller naar links kantelen.3. "Activeringsp. weergeven"
Lijst van alle activeringspunten wordt
weergegeven.4.Eventueel een activeringspunt selecteren.5.'y"Wijzigen"'y"Dit activeringspunt wissen"'y"Alle activeringspunten wissen"
Helderheidencontrastinstellen
Bij ingeschakelde Surround View of Panorama View kunnen helderheid en contrast ingesteld
worden.
Via iDrive:
1.Controller naar links kantelen.2.'y "Helderheid"'y "Contrast"3.Stel de gewenste waarde in.
Beperktewerking In de volgende situaties kan het systeem
slechts beperkt worden gebruikt:
'yBij slechte lichtomstandigheden.'yBij vuile camera's.'yBij geopend portier.'yBij geopend kofferdeksel.'yBij ingeklapte buitenspiegels.
Grijs gearceerde vlakken met symbool, bijvoorj beeld een geopend portier, in de cameraweerj
gave geven gebieden aan die momenteel niet worden weergegeven.
Grenzenvanhetsysteem
Niet-zichtbaregebieden
Vanwege de gezichtshoek kan het oppervlak onder de auto niet door de camera worden gej
zien.
Herkenningvanobjecten
Zeer lage obstakels of hoger liggende, vooruitj
stekende objecten, bijvoorbeeld uitspringende muren, kunnen niet door het systeem worden
waargenomen.
Enkele assistentiefuncties houden ook rekej ning met PDC-gegevens.
Seite 223RijhulpsystemenBediening223
Online Edition for Part no. 01402978621 - II/17

Page 224 of 389

Aanwijzingen in het hoofdstuk Park Distance
Control PDC in acht nemen, zie pagina 210.
De op het Control Display getoonde objecten kunnen in bepaalde omstandigheden dichterbijzijn dan het lijkt. Schat de afstand tot de objecj
ten daarom niet vanaf het display.
Storing Het uitvallen van de camera wordt op het Conj
trol Display weergegeven.
Een geel symbool wordt weergegevenen het detectiegebied van de uitgevalj
len camera wordt zwart weergegeven
op het Control Display.
Remoteview3D
Principe Met behulp van de BMW Connected app en de
beelden van de camera van de Surround view kan de omgeving van de auto worden weergejgeven op een mobiel eindapparaat bijvoorjbeeld een smartphone.
De functie toont een momentopname van de
situatie.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking'yData-overdracht moet geactiveerd zijn, zie pagina 39.'yBMW Connected app moet op het mobiele
eindapparaat geïnstalleerd zijn.
Functiein-/uitschakelen
Via iDrive:
1.Bij ingeschakelde rijden-stand-by:"Mijn
auto"2."iDrive instellingen"3."Gegevensbescherming"4."Remote View 3D"Beperktewerking
De werking kan bijvoorbeeld in de volgende sij
tuaties niet of slechts beperkt gebruikt worj
den:'yBij slechte lichtomstandigheden.'yBij vuile camera's.'yBij geopend portier of kofferdeksel. Donj kere oppervlakken in de weergave markej
ren het gebied dat niet door het systeem
geregistreerd wordt.'yBij ingeklapte buitenspiegels.'yBij uitrusting van andere camerafuncties in
de auto.'yAls de auto sneller beweegt dan stapvoets.'yDe functie kan evt. niet in alle landen gej
bruikt worden.'yVanwege de gegevensbeveiliging kan de
functie slechts drie keer per twee uur worj den uitgevoerd.
Parkeerassistent
Principe
Het systeem ondersteunt bij het inparkeren in de volgende situaties:
'yBij het zijdelings inparkeren parallel aan de
rijbaan, langs inparkeren.'yBij het achteruit inparkeren dwars t.o.v. rijj baan, dwars parkeren.Seite 224BedieningRijhulpsystemen224
Online Edition for Part no. 01402978621 - II/17

Page 225 of 389

Algemeen
Gebruik
Bij het gebruik van de parkeerassistent wordt
onderscheid gemaakt tussen drie stappen:'yInschakelen en activeren.'yHet zoeken naar een parkeerruimte.'yHet inparkeren.
De status van het systeem en de noodzakelijke handelingsaanwijzingen worden op het Control
Display weergegeven.
Ultrasone sensoren meten de parkeerruimte
aan beide zijden van de auto op.
Steptronicversnellingsbak De parkeerassistent berekent de optimale inj
parkeerlijn en neemt gedurende het parkeren de volgende functies.
'ySturen.'yAccelereren en remmen.'yWisselen van versnelling.
Gedurende het parkeren de parkeerhulptoetsingedrukt houden. Het inparkeren vindt autoj
matisch plaats.
ParkeerhulpPlus Bij een geschikt parkeervak voor haaks parkej
ren kan de auto op afstand bediend in- en uitj
geparkeerd worden., zie pagina 229
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonj
lijke verantwoordelijkheid om de verkeerssituaj tie juist in te schatten. Wegens systeembeperjkingen kan het systeem niet in alle
verkeerssituaties zelfstandig op gepaste wijze
reageren. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
Rijstijl aan de verkeerssituatie aanpassen. Verj
keerssituatie observeren en in de betreffende situaties actief ingrijpen.'

Page 226 of 389

Ultrasonesensoren
Met de vier ultrasone sensoren aan de zijkant,
pijl, en de ultrasone sensoren van de PDC in de
bumpers worden de parkeerruimten opgemej
ten en de afstanden tot obstakels bepaald.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Ultrasonesensoren
De correcte werking waarborgen:
'ySensoren niet afdekken, bijvoorbeeld met stickers.'ySensoren schoon en vrij houden.
Voorhetopmetenvanparkeerruimten
'yRecht vooruitrijden tot circa 35 km/h.'yMaximale afstand tot de rij geparkeerdeauto's: 1,5 m.
Geschikteparkeerruimte
Algemeen:
'yRuimte achter een object dat minimaal
0,5 m lang is.'yRuimte tussen twee objecten die beide mij
nimaal 0,5 m lang zijn.
Langs inparkeren parallel aan de rijbaan:
'yMinimale lengte van de ruimte tussen twee
objecten: eigen voertuiglengte plus circa 0,8 m.'yMinimumdiepte: circa 1,5 m.
Dwars parkeren:
'yMinimumbreedte van de ruimte: breedte
van de eigen auto plus circa 0,7 m.'yMinimale diepte: lengte eigene auto.
De diepte van dwarsparkeerruimten moet door de bestuurder zelf worden ingeschat.
Op grond van technische grenzen kan het
systeem de diepte van dwarsparkeerruimte slechts bij benadering bepalen.
Bijhetparkeren
'yPortieren en kofferdeksel zijn gesloten.'yParkeerrem is vrijgezet.'yAutogordel is omgedaan.
Inschakelenenactiveren
Inschakelenmetdetoets Toets parkeerassistent indrukken.
LED brandt.
De actuele status van het zoeken naar een parj
keerruimte wordt op het Control Display weerj gegeven.
Parkeerassistent wordt automatisch geacj
tiveerd.
Inschakelenmetde
achteruitversnelling
Achteruitversnelling inschakelen.
De actuele status van het zoeken naar een parj
keerruimte wordt op het Control Display weerj
gegeven.
Activeren:
"Parkeerassistent"
Seite 226BedieningRijhulpsystemen226
Online Edition for Part no. 01402978621 - II/17

Page 227 of 389

WeergaveophetControlDisplay
Systeemgeactiveerd/gedeactiveerdSymj
boolBetekenis Grijs: systeem niet beschikbaar.
Wit: systeem beschikbaar, maar
niet geactiveerd. Systeem geactiveerd.
Zoekennaareenparkeerruimteen
statusvanhetsysteem
'ySymbool P op de voertuigweergave: Parj
kassistent is geactiveerd en het zoeken
naar een parkeerruimte is actief.'yGeschikte parkeerruimten worden op het Control Display aan de rand van de weg
naast het autosymbool weergegeven. Bij actieve parkeerassistent worden de gej
schikte parkeerruimten in kleur gemarj
keerd en klinkt een geluidssignaal. Gej
luidssignaal in-/uitschakelen, zie
pagina 228.'yBij eenduidig herkende dwars- of langsparj
keerruimten stelt het systeem automatisch
de passende parkeermethode in. Bij parj
keerruimten waarin zowel langs en dwars kan worden ingeparkeerd, wordt een keuj
zemenu weergegeven. In dit geval de gej
wenste parkeermethode handmatig kiezen.'yParkeerprocedure actief.
Besturing is overgenomen.'yZoeken naar parkeerruimten is bij langj zaam recht vooruitrijden altijd actief, ook bijgedeactiveerd systeem. Bij gedeactiveerd
systeem worden de weergaven op het
Control Display grijs weergegeven.
Inparkerenmetdeparkeerassistent
Inparkeren
1. Parkeerhulptoets indrukken of achj
teruitversnelling inschakelen om de parj
keerassistent in te schakelen, zie paj gina 226. Parkeerassistent eventueel
activeren.
Parkeerassistent is geactiveerd.
2.Met een snelheid tot circa 35 km/h en een
afstand van maximaal 1,5 m langs de rij gej parkeerde voertuigen rijden.
De status van het zoeken naar een parj
keerruimte en mogelijke parkeerruimtes
worden op het Control Display weergegej ven, zie pagina 227.3.Aanwijzingen op het Control Display opvolj
gen.
Gedurende het parkeren de parkeerhulpj toets ingedrukt houden. Als de auto is gejparkeerd, wordt versnelling in keuzehenjdelstand P gezet.
De voltooiing van de parkeerprocedure wordt op het Control Display weergegej
ven.4.De parkeerstand eventueel zelf aanpassen.
Handmatigafbreken
De parkeerassistent kan op elk gewenst mojment worden afgebroken:
Seite 227RijhulpsystemenBediening227
Online Edition for Part no. 01402978621 - II/17

Page 228 of 389

'ySteptronic transmissie: Parkeerhulpj
toets tijdens het parkeren loslaten.'y "Parkeerassistent" Symbool op het
Control Display selecteren.
Automatischafbreken
De werking van systeem wordt in de volgende
situaties automatisch afgebroken:
'yBij vasthouden van het stuur of als er zelf
gestuurd wordt.'yEventueel bij besneeuwde of gladde wej
gen.'yZo nodig bij moeilijk te overkomen obstaj
kels, bijvoorbeeld stoepranden.'yBij plotseling verschijnende obstakels.'yAls de Park Distance Control PDC te gej
ringe afstanden weergeeft.'yBij overschrijden van een maximaal aantal
inparkeerpogingen of de inparkeerduur.'yBij het omschakelen naar andere functies
op het Control Display.'yBij het loslaten van de parkeerhulptoets.'yBij geopend kofferdeksel.'yBij geopende portieren.'yBij het vastzetten van de parkeerrem.'yBij het accelereren.'yAls het rempedaal langer ingedrukt blijft als de auto stilstaat.'yBij het afdoen van de veiligheidsgordel.
Er wordt een Check-Control-melding weergej
geven.
Voortzetten Een afgebroken parkeerprocedure kan eventuj
eel worden voortgezet.
Daartoe de parkeerassistent opnieuw activej
ren, zie pagina 226, en de aanwijzingen op het
Control Display opvolgen.
Uitschakelen
Het systeem kan handmatig worden uitgej
schakeld:
Toets parkeerassistent indrukken.
Geluidssignaalvoorgeschikte
parkeerruimtenin-/uitschakelen
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Parkeren"4."Parkeerassistent"5."Geluid bij parkeerruimte"
De instelling wordt opgeslagen voor het mojmenteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem kan in verband met de sysj
teemgrenzen onjuist of niet reageren. Er bej
staat kans op een ongeval of schade. De aanj wijzingen over de grenzen van het systeem in
acht nemen en eventueel actief ingrijpen.'

Page 229 of 389

'yOp steile hellingen of afdalingen.'yBij opeengehoopte bladeren of sneeuw opde parkeerplaats.'yBij gemonteerd reservewiel.'yBij veranderingen in een reeds opgemeten
parkeerruimte.'yBij greppels of afgronden, bijv. een havenj
kant.
Grenzenvandeultrasoonmeting
Het waarnemen van objecten kan worden bejperkt door de grenzen van de natuurkundige
ultrasone meting, zoals bij de volgende omj standigheden:
'yBij kleine kinderen en dieren.'yBij personen met bepaalde kleding, bijj
voorbeeld een dikke jas.'yBij externe storing van het ultrasone sigj
naal, bijvoorbeeld door voorbijrijdende
voertuigen of lawaaiige machines.'yBij vuile, bevroren, beschadigde of verj stelde sensoren.'yBij bepaalde weersomstandigheden, bijj
voorbeeld hoge luchtvochtigheid, regen, sneeuwval, extreme hitte, of sterke wind.'yBij aanhangwagentrekstangen en -koppejlingen van andere voertuigen.'yBij dunne of wigvormige voorwerpen.'yBij bewegende objecten.'yBij hoger gelegen en uitstekende objecten,
bijvoorbeeld muuruitsparingen of bagage.'yBij objecten met hoeken, randen en gladde vlakken.'yBij objecten met een dunne oppervlakte of
structuur, bijvoorbeeld hekken.'yBij objecten met poreuze oppervlakken.'yBij uitstekende lading.'yBij kleine en lage objecten, bijvoorbeeld kisten.'yBij obstakels en personen aan de rand vande rijbaan.'yBij zachte of met schuimstof omhulde objstakels.'yBij planten of struiken.'yReeds weergegeven, lage objecten, bijjvoorbeeld stoepranden, kunnen in hetdode bereik van de sensoren komen voorj
dat of nadat reeds een ononderbroken gej
luidssignaal klinkt.'yHet systeem houdt geen rekening met uitj stekende lading.
Er kunnen eventueel parkeerruimten wordenherkend, die daartoe niet geschikt zijn, of gej
schikte parkeerruimten worden niet herkend.
Storing Er wordt een Check-Control-melding weergej
geven.
De parkeerassistent is uitgevallen. Het sysj
teem door een Service Partner van de fabrikant
of een andere gekwalificeerde Service Partner of specialist laten controleren.
ParkeerassistentPlus:opafstandbediendparkeren
Principe In geschikte parkeervakken voor haaks parkej
ren, bijvoorbeeld een garage, kan op afstand bediend vooruit en achteruit uitgeparkeerd
worden. De bestuurder zit daarbij niet in de auto, maar regelt het parkeren van buitenafmet de BMW displaysleutel, zie pagina 58.
Bij obstakels de auto handmatig stoppen. De auto kan met de BMW displaysleutel over
circa 1,5 keer de voertuiglengte worden verj
plaatst. De snelheid bedraagt daarbij maximaal
1,8 km/h.
Algemeen
De volgende systemen vormen onderdeel van het systeem:
'yParkeerassistent, zie pagina 224.Seite 229RijhulpsystemenBediening229
Online Edition for Part no. 01402978621 - II/17

Page 230 of 389

'yBMW displaysleutel, zie pagina 58.'yPark Distance Control PDC, zie paj
gina 210.
Toets op BMW displaysleutel: om ervoor te
zorgen dat de auto kan bewegen moet tijdens
het inparkeren de toets aan de zijkant van de
BMW displaysleutel ingedrukt worden gehouj
den. De toets bij obstakels loslaten, om de
auto handmatig te kunnen stoppen. De auto
stopt daarbij met een noodstop.
Als de ultrasone sensoren obstakels in de parj keerruimte of het einde van de parkeerruimte
herkennen, stopt het systeem de auto eventuj eel automatisch.
Tijdens de procedure wordt het dimlicht ingej schakeld.
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonj
lijke verantwoordelijkheid om de verkeerssituaj tie en de parkeersituatie juist in te schatten.Wegens systeembeperkingen kan het systeem
niet in alle situaties zelfstandig op gepaste wijze reageren. Er bestaat gevaar voor ongej
vallen. Verkeerssituatie en parkeersituatie obj serveren en in de betreffende situaties actiefingrijpen.'

Page:   < prev 1-10 ... 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 261-270 ... 390 next >