BMW 8 SERIES GRAN COUPE 2021 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 231 of 434

Grenzenvanhetsysteem
Systeembeperkingenvande
sensoren
Meerinformatie:'xRadarsensoren,ziepagina 47.
Beperktewerking
Dewerkingkanindevolgendevoorbeeldsituaj
tiesbeperktzijn:
'xAlsdesnelheidvanhetnaderendevoertuig aanzienlijkhogerisdandeeigensnelheid.'xAlsdesnelheidvanhetnaderendevoertuigzeerlaagis.
Voorrangswaarschuwing
Principe
Hetsysteemhelptinsituatieswaarbijvolgensde verkeersbordenof-lichtenvoorrangverleend
moetworden.
Algemeen Hetsysteemanalyseertmetbehulpvaneencajmeradeverkeersbordenen-lichten.
Hetnavigatiensysteemleidtinformatieoverhet
tracédooraanhetsysteem.
Erwordtbijvoorbeeldeenwaarschuwinggegej
venalsdebestuurderhetvoorrangsbordmogej lijknietheeftgezien,bijv.indevolgendesitujaties:
'xBijeenkruising.'xBijeenoverweg.'xBijeenuitrit.'xBijeenrotonde.'xBijroodlicht.
Hetsysteemwaarschuwtvanafeenvariabelemij
nimalesnelheidtotca.75km/h.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Hetsysteemontlastunietvanpersoonlijkeverj
antwoordelijkheidomdezichtomstandigheden endeverkeerssituatiejuistinteschatten.Erbestaatgevaarvoorongevallen.Rijstijlaande
verkeerssituatieaanpassen.Verkeerssituatie
observerenenindebetreffendesituatiesactief
ingrijpen.
WAARSCHUWING
Weergavenenwaarschuwingenontslaanuniet vanuweigenverantwoording.Doorsysteemjbeperkingenkunnenwaarschuwingenofreacj
tiesvanhetsysteemniet,telaat,onjuistofonj
gegrondwordenafgegeven.Erbestaatgevaar
voorongevallen.Rijstijlaandeverkeerssituatie
aanpassen.Verkeerssituatieobserverenenin debetreffendesituatiesactiefingrijpen.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Devooruitliggendevoorrangssituatiemoetonj
miskenbaaraangegevenzijndoorverkeersborj
denofverkeerslichten.
Overzicht Toetsindeauto
IntelligentSafety
Seite231VeiligheidBEDIENING231
OnlineEditionforPartno.01405A1EC26-X/20

Page 232 of 434

Sensoren
Hetsysteemwordtviadevolgendesensoren
aangestuurd:'xCamerassachterdevoorruit.
Meerinformatie:
Sensorenvanhetvoertuig,ziepagina 45.
In-/uitschakelen Automatischinschakelen Devoorrangswaarschuwingwordtautomatisch
geactiveerdnahetvertrek,alsdefunctiebijbej eindigingvandelaatsteeinderitingeschakeld
was.
Handmatiginschakelen Toetsindrukken.
HetmenunaardeIntelligentSafety-
systemenwordtweergegeven.
AlsalleIntelligentSafety-systemenuitgeschaj
keldzijn,wordennuallesystemeningeschakeld.
INDIVIDUALconfigureren:afhankelijkvande
uitvoeringkunnendeIntelligentSafety-systemen afzonderlijkgeconfigureerdworden.Deindivij
dueleinstellingenwordengeactiveerdenopgej
slagenvoorhetmomenteelgebruiktebestuurj
dersprofiel.Zodrainhetmenueeninstelling
wordtgewijzigd,wordenalleinstellingenvanhet
menugeactiveerd.
Toetsherhaaldelijkindrukken.Erwordttussendevolgendeinstellinj
gengewisseld:
ALLON:alleIntelligentSafety-systemenworj deningeschakeld.Voordesubfunctiesworden basisinstellingengeactiveerd.
INDIVIDUAL:deIntelligentSafety-systemen
wordenovereenkomstigdeindividueleinstellinj
geningeschakeld.
EnkeleIntelligentSafety-systemenkunnenniet afzonderlijkuitgeschakeldworden.
Manueeluitschakelen
Toetsingedrukthouden.
AlleIntelligentSafety-systemenworden
uitgeschakeld.ToetsStatusToetsbrandtgroen:alleIntelligentSaj
fety-systemenzijningeschakeld.Knopbrandtoranje:enkeleIntelligent
Safety-Systemenzijnuitgeschakeldof momenteelnietbeschikbaar.Toetsbrandtniet:enkeleIntelligent
Safety-systemenzijnuitgeschakeld.
Waarschuwingstijdstipinstellen
1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Veiligheidenwaarschuwingen5.Voorrangswaarschuwing6.Gewensteinstellingselecteren:'xVroeg'xGemiddeld'xLaat:erwordenalleenacutewaarschuj
wingenweergegeven.'xUit:erwordtgeenwaarschuwingweerj gegeven.
Degekozeninstellingwordtopgeslagenvoorhetmomenteelgebruiktebestuurdersprofiel.
Waarschuwingsfunctie Algemeen
Hetsysteemwaarschuwtoptweeniveaus:
'xVoorwaarschuwing:optischdooreenwaarj
schuwingssymboolophetinstrumentenpaj neel.Seite232BEDIENINGVeiligheid232
OnlineEditionforPartno.01405A1EC26-X/20

Page 233 of 434

'xAcutewaarschuwing:optischdooreenwaarj
schuwingssymboolophetinstrumentenpaj neeleneengeluidssignaal.
Hetmomentvandewaarschuwingenvarieert
daarbijenisafhankelijkvandeactuelerijsituatie enhetingesteldemomentvanwaarschuwing.
Devoorwaarschuwinghoudtrekeningmetde
volgendeverkeerstekens:
TekensBetekenisVoorrangsborden:
Voordezebordenwordt
eenvoorwaarschuwinggej
geven.Stopborden:
Voordezebordenwordt
eenvoorwaarschuwingen
eenacutewaarschuwing
gegeven.Bijrodeverkeerslichtenis
ereenvoorwaarschuwing
eneenacutewaarschuj
wing.
Vooralarm
Alsdebestuurdereenvoorrangsborddreigtte
negeren,wordtophetinstrumentenpaneeleen vandevolgendesymbolenweergegeven:
SymboolBetekenisVoorrangverlenen.Stop.Roodlicht.
Bijeenvoorwaarschuwinginovereenstemmingmetdesituatieingrijpen,bijv.remmen.
Acutewaarschuwing
Alsdebestuurderdevoorrangnietverleent,
wordtophetinstrumentenpaneeleenvande
volgendesymbolenweergegeven:
SymboolBetekenisStop.Roodlicht.
Bijeenacutewaarschuwingonmiddellijkinoverj
eenstemmingmetdesituatieingrijpen,bijv.remj
men.
Seite233VeiligheidBEDIENING233
OnlineEditionforPartno.01405A1EC26-X/20

Page 234 of 434

WeergaveinhetHead-UpDisplay
Afhankelijkvandeuitrustingwordtdewaarschuj wingwordtgelijktijdiginhetHead-UpDisplayen
inhetinstrumentenpaneelweergegeven.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Hetsysteemkandoorbeperkingenvanhet
systeemniet,telaat,onjuistofongegrondreaj
geren.Erbestaatkansopeenongevalof
schade.Deaanwijzingenoverdegrenzenvan hetsysteeminachtnemeneneventueelactief
ingrijpen.
Geenwaarschuwing
Hetsysteemwaarschuwtbijvoorbeeldnietinde
volgendesituaties:
'xBijvoorrangssituatieszondervoorrangs-,
stopbordenofrodeverkeerslichten.'xBijkruispuntenmetverkeerslichtendieoranje
ofgroenaangeven.
Systeembeperkingenvande
sensoren
Meerinformatie:
'xCamerass,ziepagina 45.
Functiebeperking
Dewerkingkanbijvoorbeeldindevolgendesituj atiesbeperktzijn:
'xBijonduidelijkemarkeringenofverkeerslichj
ten.'xBijvolledigofgedeeltelijkafgedekteofverj
vuildeverkeersbordenofverkeerslichten.'xBijslechtzichtbareofgedraaideverkeersborj denofverkeerslichten.'xBijtekleineoftegroteverkeersbordenof
verkeerslichten.'xAlsverkeerstekensnietovereenkomenmet
denorm.'xBijherkenningvanverkeersbordendievoor
eenuitkomendeofparallellestraatgelden.'xBijlandspecifiekebebordingenoftracés.'xBijkruispuntenmetknipperendeverkeersj lichten.'xTot10secondennahetstartenvandemotor
viadestart-/stopknop.'xBijongeldige,verouderdeofnietbeschikbare navigatiegegevens.'xHetsysteemkanevt.inbepaaldelandennietofslechtsgedeeltelijkbeschikbaarzijn.
Waarschuwingspookrijden
Principe
Hetsysteemwaarschuwtalsdebestuurderdeverkeerderichtingdreigtinterijden,bijv.opaujtosnelwegen,kruiselingsverkeereneenrichj
tingsstraten.
Eenwaarschuwingverschijntophetinstrumenj tenpaneelenevt.ophetControlDisplayenin
hetHead-UpDisplayenerklinkteengeluidssigj naal,zodraeenwegindetegengestelderichtingwordtingereden.
Algemeen
Afhankelijkvandeuitrustingcontroleerthetsysj
teemdeverkeerssituatieaandehandvannavij gatiegegevensenverkeersborden.
Hetsysteemhoudtbijv.rekeningmetdevolj
gendeverkeersborden:
'xInrijdverbod.'xRotonde.'xRichtingspijlen:voorgeschrevenvoorrangbij
smalledoorgangen.Seite234BEDIENINGVeiligheid234
OnlineEditionforPartno.01405A1EC26-X/20

Page 235 of 434

Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Hetsysteemontlastunietvanpersoonlijkeverj
antwoordelijkheidomdezichtomstandigheden endeverkeerssituatiejuistinteschatten.Erbestaatgevaarvoorongevallen.Rijstijlaande
verkeerssituatieaanpassen.Verkeerssituatie
observerenenindebetreffendesituatiesactief
ingrijpen.
WAARSCHUWING
Weergavenenwaarschuwingenontslaanuniet vanuweigenverantwoording.Doorsysteemjbeperkingenkunnenwaarschuwingenofreacj
tiesvanhetsysteemniet,telaat,onjuistofonj
gegrondwordenafgegeven.Erbestaatgevaar
voorongevallen.Rijstijlaandeverkeerssituatie
aanpassen.Verkeerssituatieobserverenenin debetreffendesituatiesactiefingrijpen.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Devooruitliggendewegmoeteenduidiggesigj
naliseerdzijndoorverkeersborden.
Overzicht
Toetsindeauto
IntelligentSafety
Sensoren
Hetsysteemwordtviadevolgendesensoren
aangestuurd:'xCamerassachterdevoorruit.
Meerinformatie:
Sensorenvanhetvoertuig,ziepagina 45.
In-/uitschakelen Automatischinschakelen Dewaarschuwingvoorspookrijdenisautomaj
tischactiefnaiedervertrek.
Manueeluitschakelen
AlsalleIntelligentSafety-systemensamenviade
knopwordenuitgeschakeld,wordtdewaarschuj
wingvoorspookrijdenookuitgeschakeld.
Toetsingedrukthouden.
Dewaarschuwingvoorspookrijdenen
alleIntelligentSafety-systemenwordenuitgej
schakeld.
ToetsStatusToetsbrandtgroen:alleIntelligentSaj
fety-systemenzijningeschakeld.Knopbrandtoranje:enkeleIntelligent
Safety-Systemenzijnuitgeschakeldof momenteelnietbeschikbaar.Toetsbrandtniet:enkeleIntelligent
Safety-systemenzijnuitgeschakeld.
Waarschuwingsfunctie
Erverschijnteenwaarschuwingophet
instrumentenpaneelenevt.ophetHead-
UpDisplayenerklinkteengeluidssigj
naal,zodradeautobijv.eenautosnelweg,kruij sendverkeerofeeneenrichtingstraatin
tegengestelderichtingdreigtinterijden.
Seite235VeiligheidBEDIENING235
OnlineEditionforPartno.01405A1EC26-X/20

Page 236 of 434

Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Hetsysteemkandoorbeperkingenvanhet
systeemniet,telaat,onjuistofongegrondreaj geren.Erbestaatkansopeenongevalofschade.Deaanwijzingenoverdegrenzenvanhetsysteeminachtnemeneneventueelactief
ingrijpen.
Geenwaarschuwing
Hetsysteemwaarschuwtbijv.nietbijstraten
zonderverkeersborden.
Systeembeperkingenvande
sensoren
Meerinformatie:
'xCamerass,ziepagina 45.
Beperktewerking
Defunctiekanbijvoorbeeldindevolgendesituj
atiesbeperktzijnenerwordtevt.geenofeen
verkeerdewaarschuwingvoorspookrijdengegej
ven:
'xBijniet-eenduidigemarkeringen.'xBijgeheelofdeelsbedekteofvervuildeverj keerstekens.'xBijslechtzichtbareofgedraaideverkeerstej
kens.'xBijtekleineoftegroteverkeerstekens.'xAlsverkeerstekensnietovereenkomenmet
denorm.'xBijherkenningvanverkeersbordendievoor
eenuitkomendeofparallellestraatgelden.'xBijlandspecifiekebebordingenoftracés.'xTot10secondennahetstartenvandemotor
viadestart-/stopknop.'xBijongeldige,verouderdeofnietbeschikbare navigatiegegevens.'xHetsysteemkanevt.nietinallelandengej
bruiktworden.
Bijuitrustingmet
noodstopassistent
Principe Alsdebestuurdernietmeerinstaatisomde
autotebesturen,helpthetsysteemomdeauto
veiligtotstilstandtebrengen.
Algemeen
Denoodstopfunctiewordtnietautomatischgej
activeerd.Denoodstopfunctiekanalleenhandj
matigdoordeinzittendenwordengeactiveerd.
Alshetsysteemactiefis,wordtdeautometrijj
baanassistentieopheteigenrijvaktotstilstand
gebracht.
Afhankelijkvandeuitrustingendelanduitvoering bevathetsysteemeenrijstrookwisselfunctie.
Metrijstrookwisselfunctie:opautosnelwegenof
gelijkaardigewegenstuurthetsysteemdeauto
indienmogelijknaardepechstrook.Inandere
stratenofindrukverkeerwordtdeautoopdeeij
genrijstrooktotstilstandgebracht.
Overzicht
Parkeerrem
Seite236BEDIENINGVeiligheid236
OnlineEditionforPartno.01405A1EC26-X/20

Page 237 of 434

Voorwaardenvooreencorrecte
werking'xDefunctiekanbijsnelhedenvanca.10km/h
totca.250km/hwordengeactiveerd.'xRijstrookwisselsoprijstrokenwordenbijsnelj hedenvanca.70km/htotca.100km/huitjgevoerd.'xRijstrookwisselsopparkeer-ofpechstroken
wordenbijsnelhedenvanca.35km/htotca. 40km/huitgevoerd.
Noodstopfunctieactiveren
Trekkortaandeparkeerremschakelaarom
denoodstopfunctieteactiveren.
'xMetrijstrookwisselfunctie:nahetloslatenvan
deschakelaarwordtevt.eenautomatische
rijstrookwisseluitgevoerd.'xHetsysteemneemtmax.2minutendebej
sturingvandeautoover.'xDealarmlichtinstallatiewordtingeschakeld.'xErwordteennoodoproeptotstandgebracht.
Noodstopfunctieannuleren
Debestuurderkandenoodstopfunctieopieder
momentannulerendooreenactieveovername
vandecontrolevandeauto.
Denoodstopfunctiewordtbijv.indevolgendesij
tuatiesgeannuleerd:
'xBijstuurbewegingenvandebestuurder.'xBijrichtingaangeven.'xBijhetaccelereren.'xAlsdebestuurderdewaarschuwingsknipperj lichtenuitschakelt.'xAlsdenoodoproepwordtonderbroken.'xAlsdebestuurderdekeuzehendelstandin
stilstandverandert.'xAlsdebestuurderzijnofhaarvoetophet gaspedaalhoudtwanneerdefunctieisgeacj
tiveerd.'xAlsdeschakelaarvandeparkeerremwordt
ingedrukt.
Bijstilstand
Zodradeautostilstaat,stelthetsysteemhetvolj
gendein:
'xKeuzehendelstandPwordtingeschakeld.'xParkeerremwordtingeschakeld.'xInterieurverlichtinwordtingeschakeld.'xCentralevergrendelingwordtontgrendeld.
Weergaveninhet
instrumentenpaneel
SymboolStatusNoodstopfunctieactief.
Zonderrijbaanwisselfunctie:
Symj
boolStatusStuurwielsymboolgrijs:
Wanneerrijbaanbegrenzingenherj
kendworden,houdthetsysteemde autobinnenderijbaan.Stuurwielsymboolgrijs.
Rijbaanassistentiekortetijdonderj
broken.Stuurwielsymboolgeel:
Rijbaanbegrenzingwerdoverschrej den.
Wanneerrijbaanbegrenzingenherj
kendworden,houdthetsysteemde
autobinnenderijbaan.Stuurwielsymboolgeel:
Handenbevindenzichnietomhet
stuurwiel.Hetsysteemisnog
steedsactief.Seite237VeiligheidBEDIENING237
OnlineEditionforPartno.01405A1EC26-X/20

Page 238 of 434

Symj
boolStatusStuurwielsymboolrood,erklinkteen
signaal:
Handenbevindenzichnietomhet
stuurwiel.Onderbrekingvanderijj
baanassistentie.Stuurwielsymboolrood,erklinkteen
signaal:
Rijbaanassistentieisuitgeschakeld.
Grenzenvanhetsysteem
Hetsysteemalleengebruikenalsdebestuurdernietinstaatisomtereageren.
Hetsysteemkaneenbekwamemenselijke
chauffeurnietvervangen.
Dynamischeremlichten
Principe
Achteropkomendeverkeersdeelnemersworden
doorhetknipperenvanderemlichtenvooreen
noodremsituatiegewaarschuwd.Daardoorkan
hetgevaarvaneenbotsingwordengereduceerd.
Algemeen
'xNormaalremmen:remlichtenbranden.'xHardremmen:remlichtenknipperen.
Kortvoordestilstandwordtdealarmlichtinstallaj
tieingeschakeld.
Alarmlichtinstallatieuitschakelen:
'xAccelereren.'xToetsalarmlichtinstallatieindrukken.
BMWDriveRecorder
Principe
Hetsysteemslaatkortevideo-opnamenvande omgevingvandeautoopomzobijv.verkeerssij
tuatiestedocumenteren.
Bovendienwordendevolgendeparametersover
deritopgeslagen:
'xDatum.'xTijd.'xSnelheid.'xGPS-co

Page 239 of 434

teemgebruikgeenwettelijkeofofficiëlebeperj
kingenindebetreffendestaatofhetlandvan toepassingzijn.Bovendienmoetderechtmatigj
heidmetbetrekkingtothetsysteemgebruikrej
gelmatigwordengecontroleerd,vooralwanneer vaaklandsgrenzenwordenovergestoken.
Anderebestuurdersvandeautomoetenover hetsysteemwordenge

Page 240 of 434

Opnametype1.Apps2.DriveRecorder3.Instellingen4.OPNAMETYPE5.Gewensteinstellingselecteren:'xHandmatig'xAutomatisch'xHandmatigenAutomatisch
Opnameduur
1.Apps2.DriveRecorder3.Instellingen4.Gewensteinstellingselecteren:'xVoordetrigger
Opnameduurvooreengebeurtenis.'xNadetrigger
Opnameduurnaeengebeurtenis.
Camera's
1.Apps2.DriveRecorder3.Instellingen4.Cameraselecteren5.Degewenstecameraselecteren.
Inhetgevalvaneenongevalschakelthetsysj
teemautomatischovernaarAllecamerass.
Alserrijhulpsystemenactiefzijn,wordenuwcaj
mera-aanzichtenautomatischgeselecteerd.
Grenzenvanhetsysteem Bijernstigeongevallenkunnenevt.geenopnaj
meswordenopgeslagenalsdebeschadiging aandeautotegrootisofalsdestroomvoorziejningwerdonderbroken.
PostCrash-iBrake
Principe
Hetsysteemkandeautoinbepaaldeongevalsij
tuatieszonderingreepvandebestuurderautoj
matischtotstilstandbrengen.Hetrisicovannog
eenbotsingendegevolgendaarvankandaarj
doorverlaagdworden.
Bijstilstand
Nahetbereikenvandestilstandwordtderem
automatischgelost.
Autosterkerafremmen
Inbepaaldesituatieskanhetnodigzijnomde
autosnellertotstilstandtebrengendandoorde
automatischeremming.
Daarvoorsnelenkrachtigremmen.Deremdruk wordtgedurendeeenkortetijdhogerdanderemdrukdiedoordeautomatischeremdrukwordtbereikt.Deautomatischeremmingwordt
afgebroken.
AutomatischremmenafbrekenInbepaaldesituatieskanhetnodigzijnhetautojmatischremmenaftebreken,bijvoorbeeldvoor
eenuitwijkmanoeuvre.
Automatischremmenafbreken:
'xDoorhetintrappenvanhetrempedaal.'xDoorhetintrappenvanhetrijpedaal.
Waakzaamheidshulp
Algemeen
Hetsysteemkantoenemendeonoplettendheid ofvermoeidheidvandebestuurderbijlangeeenj
tonigeritten,bijvoorbeeldopsnelwegen,herkenj nen.Indezesituatiewordtaanbevolenomeenpauzeintelassen.
Seite240BEDIENINGVeiligheid240
OnlineEditionforPartno.01405A1EC26-X/20

Page:   < prev 1-10 ... 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 261-270 271-280 ... 440 next >