BMW I3 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 151 of 253

Airconditioning1Stoelverwarming, links\_562Koelfunctie3Display4Temperatuur5Luchtverdeling6AUTO-programma7Maximaal koelen8IJs en wasem verwijderen9Achterruitverwarming10AUC/luchtrecirculatiefunctie11Stoelverwarming, rechts\_ 5612Weergave van de geactiveerde rijmoj
dus\_ 17713Luchthoeveelheid, AUTO-intensiteitAircofunctiesindetail
Systeemin-/uitschakelen Inschakelen
Willekeurige toets indrukken, met volgende uitzonderingen:'yAchterruitverwarming.'yStoelverwarming.
Uitschakelen
Toets links ingedrukt houden, tot hetsysteem wordt uitgeschakeld.
Temperatuur
Principe
De ge

Page 152 of 253

InstellenAan de draaiknop draaien om degewenste temperatuur in te
stellen.
De geselecteerde temperatuur wordt op het display van de airconditioning weergegeven.
De automatische airconditioning regelt deze
temperatuur zo snel mogelijk, indien nodig met
hoge koel- of verwarmingscapaciteit, en houdt
deze dan constant.
Wisselingen tussen verschillende temperaj tuurinstellingen kort achter elkaar voorkomen.
De airconditioning met elektronische temperaj
tuurregeling heeft dan niet voldoende tijd om
de ingestelde temperatuur te regelen.
Om het energieverbruik te verminderen, wordt
het koel- of verwarmingsvermogen, afhankelijk
van de ECO-PRO modus, zie pagina 177, gej
reduceerd of gedeactiveerd.
Koelfunctie
Principe
De lucht in het interieur wordt gekoeld, gej
droogd en afhankelijk van de temperatuurinj stelling weer verwarmd.
De koeling van het interieur vindt plaats via de standklimaatregeling of via de A/C-toets bij inj
geschakelde rijden-stand-by.
In-/uitschakelen Toets indrukken.
De airconditioningsfunctie wordt in- of
uitgeschakeld.
Na het activeren van de rijden-stand-by kunj nen afhankelijk van de weersomstandigheden de voor- en zijruiten korte tijd beslaan.
In het AUTO-programma wordt automatisch de koelfunctie ingeschakeld.In de airconditioning ontstaat condenswater,
zie pagina 173, dat onder de auto wegloopt.
Maximaalkoelen
Principe
Het systeem is ingesteld op de laagste tempej ratuur, de optimale luchthoeveelheid en de luchtrecirculatiestand.
Algemeen
De functie is beschikbaar boven een buitenj
temperatuur van circa 0 

Page 153 of 253

Een condenssensor regelt tegelijkertijd het
programma zodanig, dat het beslaan van de ruiten zo veel mogelijk wordt voorkomen.
Programma uitschakelen: toets opnieuw inj
drukken of luchtverdeling handmatig instellen.
Intensiteit
Bij ingeschakeld AUTO-programma kan de auj
tomatische regeling van de intensiteit worden veranderd.
Linker- of rechterzijde van de toets injdrukken: intensiteit verkleinen of verj
groten.
Het intensiteitsniveau wordt weergegeven
door de LED's.
Automatische
luchtrecirculatieregelingAUC/
luchtrecirculatiefunctie
Principe
De automatische luchtrecirculatieregeling AUC herkent schadelijke stoffen in de buitenlucht.
De toevoer van buitenlucht wordt geblokkeerd
en de binnenlucht wordt gerecirculeerd.
Algemeen
Als het systeem is geactiveerd herkent een
sensor schadelijke stoffen in de buitenlucht en
regelt de blokkering automatisch.
Als het systeem is gedeactiveerd stroomt perj
manent buitenlucht het interieur binnen.
Bij continu ingeschakelde luchtrecirculatie verj
slechtert de luchtkwaliteit in de auto en bej
slaan de ruiten steeds meer.
In-/uitschakelen Toets herhaald indrukken, om eenfunctie op te roepen:'yLED's uit: buitenlucht stroomt continu naarbinnen.'yLinker LED aan, AUC-werking: een sensor
herkent schadelijke stoffen in de buitenj
lucht en regelt de blokkering automatisch.'yRechter LED aan, luchtrecirculatiefunctie:
de toevoer van buitenlucht is permanent
afgesloten.
De luchtrecirculatiefunctie wordt bij lage buij
tentemperaturen na enige tijd automatisch uitj
geschakeld, om het beslaan van de ruiten te voorkomen.
De luchtrecirculatiefunctie schakelt afhankelijk van de omgevingsomstandigheden na enige tijd automatisch uit, om beslaan van de ruiten
te voorkomen.
Bij het beslaan van de ruiten de luchtrecirculaj
tiefunctie uitschakelen en de AUTO-toets inj
drukken, om gebruik te kunnen maken van de voordelen van de condenssensor. Ervoor zorjgen dat er lucht naar de voorruit kan stromen.
Luchthoeveelheidhandmatigregelen
Principe
De luchthoeveelheid voor de klimaatregeling
kan handmatig ingesteld worden.
Algemeen
Om de luchthoeveelheid handmatig te kunnen
regelen, eerst het AUTO-programma uitschaj
kelen.
Bediening Linker- of rechterzijde van de toets injdrukken: luchthoeveelheid verkleinen
of vergroten.
De intensiteit wordt weergegeven door de LED's. Hoogste stand bij vijf brandende LED's.
De luchthoeveelheid van de airconditioning
wordt eventueel tot aan het uitschakelen gerej
duceerd om de accu te ontzien.
Seite 153KlimaatregelingBediening153
Online Edition for Part no. 01402978820 - II/17

Page 154 of 253

LuchtverdelinghandmatigregelenPrincipe
De luchtverdeling voor de klimaatregeling kan handmatig ingesteld worden.
Bediening Toets herhaald indrukken om een proj
gramma te selecteren:'yRuiten.'yTer hoogte van het bovenlichaam.'yBeenruimte.'yRuiten en ter hoogte van het bovenlij chaam.'yRuiten en beenruimte.'yTer hoogte van het bovenlichaam en de
beenruimte.'yRuiten, ter hoogte van het bovenlichaam
en beenruimte.
De geselecteerde luchtverdeling wordt op het
display van de airconditioning weergegeven.
Bij het beslaan van de ruiten de AUTO-toetsindrukken, om gebruik te kunnen maken van
de voordelen van de condenssensor.
Ruitenontdooienenontwasemen
Principe
IJs en condens verdwijnen snel van de voorruit
en voorste zijruiten.
In-/uitschakelen Toets indrukken.
LED brandt bij ingeschakeld systeem.
Richt hiervoor de ventilatieroosters aan de zijj
kant c.q. de zijruiten.
Luchthoeveelheid kan bij een actief proj
gramma worden aangepast.
Bij het beslaan van de ruiten ook de koelfuncj tie inschakelen en de AUTO-toets indrukken,
om gebruik te kunnen maken van de voordelenvan de condenssensor.
Achterruitverwarming Toets indrukken. LED brandt.
Achterruitverwarming wordt na enige
tijd automatisch uitgeschakeld.
Micro-/actief-koolstoffilter
Het micro-/actief-koolstoffilter filtert stof, polj
len en gasvormige schadelijke stoffen uit de toegevoerde buitenlucht en luchtrecirculatiej
functie.
Deze filters bij het onderhoud, zie pagina 216,
van de auto laten vervangen.
Ventilatie'yGekartelde knoppen voor het traploos opejnen en sluiten van de uitstroomopeningen,pijlen 1.'yHendel voor aanpassen van de uitstroomj
richting, pijlen 2.
Instellingvandeventilatie
'yVentilatie om te koelen:
Uitstroomopeningen zo richten, dat de lucht in uw richting wordt geleid, bijv. bijeen opgewarmde auto.'yTochtvrije ventilatie:
Uitstroomopeningen zo richten dat de
lucht langs u stroomt.Seite 154BedieningKlimaatregeling154
Online Edition for Part no. 01402978820 - II/17

Page 155 of 253

Standklimaatregeling
Principe De standklimaatregeling koelt of verwarmt hetinterieur voor vertrek tot een comforttemperaj tuur.
Bovendien wordt de binnentemperatuur met hoog koelvermogen gereduceerd.
Evt. verwarmt het systeem het interieur.
Sneeuw en ijs kunnen zo eenvoudiger weggej haald worden.
Algemeen
De standklimaatregeling kan direct of met een
voorgeselecteerde vertrektijd worden in- en
uitgeschakeld.'yDirecte bediening, zie pagina 155.'yVooraf geselecteerde vertrektijden, zie paj
gina 155.
Met de BMW i Remote app, zie pagina 156,
kan de standklimaatregeling worden ingeschaj
keld.
De lucht wordt via de ventilatieroosters autoj
matisch tegen de voorruit, de zijruiten, rond het bovenlichaam en in de beenruimte geblaj
zen.
Het systeem wordt na enige tijd automatisch
uitgeschakeld.
Als de standklimaatregeling bij het opladen
wordt gebruikt, is tijdens het rijden een gerinj
gere klimatiseringsvermogen nodig. Daardoor wordt de actieradius geoptimaliseerd.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
'yRijden-stand-by is gedeactiveerd.'yHoogspanningsaccu voldoende opgeladen
of laadsnoer aangesloten.
Bij een sterk ontladen hoogspanningsaccu kan het na het aansluiten van het laadsnoerenige tijd duren tot de standklimaatregej
ling gebruiksklaar is.'yVertrektijd vooraf geselecteerd: afhankelijk
van de binnen-, buiten- en ingestelde gej
wenste temperatuur.'yDirecte bediening via iDrive: onafhankelijk
van de buitentemperatuur.'yUitstroomopeningen van de ventilatie staan open zodat lucht kan uitstromen.
Directin-/uitschakelen
Principe Het systeem kan direct in- of uitgeschakeld.
Het systeem wordt na enige tijd automatisch uitgeschakeld.
ViaiDrive Het systeem man via iDrive worden in- of uitj
geschakeld.
1."Instellingen"2."Klimaatbediening"3."Interieurvoorventilatie activeren"
Klimaatregelingbijstarttijd
Principe Om al bij het begin van de rit voor een aangej
name temperatuur in het interieur van de auto te zorgen, kunnen verschillende vertrektijdenworden ingesteld.
Aan de hand van de temperatuur wordt autoj
matisch de inschakeltijd bepaald.
Het systeem wordt geruime tijd voor voorgej selecteerde vertrektijd ingeschakeld.
Het selecteren van de vertrektijd bestaat uit
twee stappen:
'yVertrektijd instellen.'yVertrektijd activeren.Seite 155KlimaatregelingBediening155
Online Edition for Part no. 01402978820 - II/17

Page 156 of 253

VertrektijdinstellenViaiDrive1."Instellingen"2."Vertrektijd"3."Vertrektijd 1:"4."Klimatiseren bij vertrektijd"5.Gewenste vertrektijd instellen, zie paj
gina 193.
Vertrektijdactiveren
Als een vertrektijd het inschakelen van de standklimaatregeling moet be

Page 157 of 253

InterieuruitrustingUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege de
landspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Zonneklep Beschermingtegenverblinding
Zonneklep naar beneden of naar boven klapj
pen.
Make-upspiegel
Een make-upspiegel bevindt zich in de zonnej
klep achter een afdekking. De spiegelverlichj ting springt automatisch aan bij het openen
van de afdekking.Asbak/aansteker
Asbak
Overzicht
De asbak kan in de bekerhouder geplaatst
worden.
Legen
Asbak verwijderen.
Aansteker WAARSCHUWING
Het aanraken van het hete verwarmingsj
element of de hete fitting van de aansteker kan verbrandingen veroorzaken. Ontvlambare majterialen kunnen ontbranden als de aanstekervalt of tegen overeenkomstige voorwerpenwordt gehouden. Er bestaat brandgevaar enkans op letsel. Aansteker aan de greep vastj
pakken. Controleren, dat kinderen de aanstej
ker niet kunnen gebruiken en zich zouden verj
branden.'

Page 158 of 253

Overzicht
De aansteker bevindt zich tussen de voorstoej
len.
Aansteker indrukken.
Zodra de aansteker terugspringt
kan hij worden uitgenomen.
Contactdozen
Algemeen
De aanstekeringang kan bij lopende motor of rijden-stand-by/accessoirestand als contactjdoos voor elektrische apparaten gebruikt worjden.
Het totale vermogen van alle contactdozen mag 140 watt bij 12 volt niet overschrijden.
Fitting niet met ongeschikte stekker beschadijgen.
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Apparaten en kabels in het activeringsj
gebied van de airbags, zoals draagbare navigaj
tiesystemen, kunnen het activeren van de airj
bag belemmeren of bij het activeren door het interieur worden geslingerd. Er bestaat kans
op letsel. Erop letten dat er zich geen apparaj
ten en kabels in het activeringsgebied van de
airbags bevinden.'

Page 159 of 253

Indebagageruimte
De contactdoos bevindt zich rechts in de baj
gageruimte. Afdekking verwijderen.
USB-aansluiting/AUX-In-
aansluiting
Principe
Op de USB-aansluiting kunnen mobiele appaj
raten met USBjaansluiting aangesloten worj
den.
Via de AUX-In-aansluiting kan een mobiel auj dio-apparaat aangesloten worden, bijvoorj beeld een MP3-speler.
Algemeen
De volgende apparaten kunnen aangesloten worden:
'yMobiele telefoons die door de USB-aanj sluiting worden ondersteund.
De snap-in-adapter beschikt over een eij
gen USBjaansluiting, die bij het aanbrenj
gen van een geschikte mobiele telefoon automatisch verbonden is.'yAudio-apparatuur met USBjaansluiting,bijv. MP3-speler.'yUSB-opslagapparatuur.
De gangbare bestandssystemen worden
ondersteund. Aanbevolen worden de
FAT32- en exFAT-formaten.
Informatie over compatibele USB-apparaten
vindt u op www.bmw.com/bluetooth.
De volgende toepassingen zijn mogelijk:'yExporteren en importeren van bestuurderj
sprofielen, zie pagina 46.'yAudiobestanden beluisteren via USB-auj
dio.'yMuziekbestanden aan de muziekcollectietoevoegen en de muziekcollectie opslaan.'yVideofilms bekijken via USB-video.'yInstalleren van software-updates.'yImporteren van reisroutes.
Overzicht
De USB-aansluiting en de AUX-In-aansluiting
bevinden zich tussen de voorstoelen.
Externapparaataansluiten Bij het aansluiten het volgende in acht nemen:
'yDe stekker niet geforceerd in de USB-aanj
sluiting steken.'yFlexibele adapterkabel gebruiken.'yUSB-apparaat tegen mechanische bej schadigingen beschermen.'yIn verband met de grote keuze aan verj
krijgbare USB-apparaten kan niet elk appaj
raat via de auto worden bediend.'yUSB-apparaten niet blootstellen aan exj treme omgevingsomstandigheden, bijjvoorbeeld zeer hoge temperaturen, zie
handleiding van het apparaat.'yIn verband met het grote aantal comprimej
ringstechnieken kunnen mogelijk niet alleSeite 159InterieuruitrustingBediening159
Online Edition for Part no. 01402978820 - II/17

Page 160 of 253

op het USB-apparaat opgeslagen media
correct worden weergegeven.'yEen aangesloten USB-apparaat wordt via
de USB-aansluiting van laadstroom voorj
zien, als het apparaat dit ondersteunt. Bij
hogere temperaturen kan de laadstroom afnemen door het USB-apparaat.'yOm de probleemloze overdracht van deopgeslagen gegevens te waarborgen, eenUSB-apparaat niet via de boordcontactj
doos opladen, wanneer het op de USB- aansluiting aangesloten is.'yAfhankelijk van hoe het USB-apparaat
wordt gebruikt, zijn eventueel instellingen
aan het USB-apparaat nodig, zie de handj leiding van het apparaat.
Niet-compatibele USB-apparaten:
'yUSB harde schijf.'yUSB hubs.'yUSB-geheugenkaartlezers met meerdere
inschuifeenheden.'yHFS-geformatteerde USB-apparaten.'yMTP-apparaten.'yApparaten zoals ventilatoren of lampen.
Bagageruimte
Bagageruimteafdekking
Algemeen
De bagageruimteafdekking wordt opgetild bij
het openen van de achterklep.
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Losse voorwerpen of apparaten met een
stekkerverbinding naar de auto, bijv. mobiele telefoons, kunnen tijdens het rijden door het
interieur worden geslingerd bij bijv. een ongej
val of bij rem- en uitwijkmanoeuvres. Er bej staat kans op letsel. Losse voorwerpen of apj
paraten met een stekkerverbinding naar deauto in het interieur vastzetten.'

Page:   < prev 1-10 ... 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 ... 260 next >