BMW M2 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 81 of 236

Afzettenvandemotor
De motor wordt tijdens stilstaan onder de volj
gende omstandigheden automatisch uitgej schakeld:
M versnellingsbak met dubbele koppeling:'yKeuzehendel in keuzehendelstand D.'yHet rempedaal blijft tijdens de stilstand van de auto ingedrukt.'yVeiligheidsgordel bestuurder is omgegespt
of het bestuurdersportier is gesloten.
Handversnelling
'yDe vrijstand is ingeschakeld en het koppej
lingspedaal is niet ingetrapt.'yVeiligheidsgordel bestuurder is omgegespt
of het bestuurdersportier is gesloten.
Bij afgezette motor wordt de luchthoeveelheid
van de airconditioning gereduceerd.
Weergavenophet
instrumentenpaneel
De Ready-weergave in de toej
renteller geeft aan dat de autoj
matische start-stop-functie van
de motor gereed is voor het auj
tomatisch starten van de motor.
De weergave geeft aan dat niet
voldaan is aan de voorwaarden
voor het automatisch stoppen
van de motor.
Beperktewerking
De motor wordt in de volgende situaties niet automatisch afgezet:
'yBuitentemperatuur te laag.'yHoge buitentemperatuur en airconditiojning ingeschakeld.'yInterieur nog niet zoals gewenst verwarmdof gekoeld.'yMotor is nog niet op bedrijfstemperatuur.'ySterke stuuruitslag of stuurhandeling.'yNa het achteruitrijden.'yRuiten beslaan terwijl de automatische airj
conditioning is ingeschakeld.'yAccu is zwaar ontladen.'yOp grotere hoogten.'yMotorkap is ontgrendeld.'yStilstaand en langzaam rijdend verkeer.'yGebruik van brandstof met hoog ethanolj
gehalte.
Startenvandemotor
Voor het wegrijden start de motor onder de
volgende voorwaarden automatisch:
'yM transmissie met dubbele koppeling:
door loslaten van het rempedaal.'yHandgeschakelde versnellingsbak: koppej
lingspedaal wordt ingetrapt.
Na motorstart zoals op de gebruikelijke wijze accelereren.
Veiligheidsfunctie
De motor start na een automatische uitschakej
ling niet automatisch, wanneer aan een van de volgende voorwaarden voldaan is:
'yVeiligheidheidsgordel bestuurder afgedaan
en bestuurdersportier geopend.'yDe motorkap werd ontgrendeld.
Sommige controlelampjes branden verschilj
lend lang.
De motor kan alleen via de Start/stop-knop gej
start worden.
Beperktewerking Ook wanneer niet moet worden weggereden,
start de afgezette motor in de volgende situj
aties automatisch:
'ySterk opwarmend interieur terwijl de koelj
functie is ingeschakeld.'yTijdens het sturen.Seite 81RijdenBediening81
Online Edition for Part no. 01 40 2 974 689 - VI/16

Page 82 of 236

'yM Versnellingsbak met dubbele koppeling:wisselen van de keuzehendelstand D naarN, R of D/S.'yM versnellingsbak met dubbele koppeling:gas geven bij gelijktijdig ingedrukt rempejdaal.'yAuto rolt weg.'yRuiten beslaan terwijl de automatische airj
conditioning is ingeschakeld.'yAccu is zwaar ontladen.'ySterk afkoelend interieur terwijl de verwarj
ming is ingeschakeld.'yGering rembekrachtigingsvacu

Page 83 of 236

2.Eerste versnelling of achteruitversnelling
inschakelen.3.Parkeerrem bedienen.
Motorstart zoals gewoonlijk via de start/stop-
knop.
Automatischedeactivering In bepaalde situaties wordt de automatischestart-stop-functie automatisch gedeactiveerdom de veiligheid te garanderen, bijv. wanneerwordt herkend dat de bestuurder niet aanwejzig is.
Storing De automatische start-stop-functie schakelt
de motor niet meer automatisch uit. Er wordt een Check-Control-melding weergegeven.Verder rijden is niet mogelijk. Het systeem
door een Service Partner van de fabrikant of
een andere gekwalificeerde Service Partner of specialist laten controleren.
Parkeerrem Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Een onbeveiligde auto kan vanzelf in bej
weging komen en wegrollen. Er bestaat gevaar voor ongevallen. De auto voor het verlaten tej
gen wegrollen beveiligen.
Om ervoor te zorgen dat de auto tegen wegrolj len beveiligd is, het volgende in acht nemen:
'yParkeerrem bedienen.'yOp hellingen de voorwielen in de richting
van de stoeprand draaien.'yOp hellingen de auto extra beveiligen, bijv. met een wielkeg.'

Page 84 of 236

Knipperen
De schakelaar door het drukpunt heen indrukj
ken.
De schakelaar keert na de bediening in de uitj gangspositie terug.
Om handmatig uit te schakelen de schakelaar tot aan het drukpunt aantippen.
Kortknipperen Hendel licht omhoog of omlaag aantippen.
Richtingaanwijzer knippert driemaal.
De functie kan geactiveerd of gedeactiveerdworden.
Op het Control Display:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Verlichting"4."Buitenverlichting"5."Richting aangeven"6.Gewenste instelling selecteren.
De instelling wordt voor het momenteel gej bruikte profiel opgeslagen.
Kortstondigknipperen
De hendel tot door het drukpunt drukken en inj
gedrukt houden zolang er geknipperd moet worden.
Storing Ongewoon snel knipperen van de controlej
lampje duidt op een uitgevallen richtingaanwijj
zerlampje.
Grootlicht,lichtsignaal
De hendel naar voren drukken of naar achteren
trekken.'yGrootlicht, pijl 1.'yGrootlicht uit/lichtsignaal, pijl 2.
Ruitenwisserinstallatie
Algemeen
De wissers niet bij een droge voorruit gebruij ken, anders kunnen de wisserbladen snellerslijten of beschadigd raken.
Veiligheidsaanwijzing OPMERKING
Bij vastgevroren wissers kunnen de wisj
serbladen bij het inschakelen losscheuren of
kan de wissermotor oververhit raken. Er bej
staat gevaar voor schade. Voor het inschakej
len van de wissers de ruit ontdooien.'

Page 85 of 236

De hendel naar boven aantippen resp. door het
drukpunt indrukken.'yNormale wissersnelheid: eenmaal naar boj
ven drukken.
Bij stilstand wordt naar de intervalstand
overgeschakeld.'ySnelle wissersnelheid: twee keer naar boj
ven of één keer door het drukpunt heen drukken.
Bij stilstand wordt naar de normale snelj
heid overgeschakeld.
Na het loslaten keert de hendel in de basisj
stand terug.
Uitschakelenenkortwissen
De hendel naar beneden drukken.
'yUitschakelen van snelle wissersnelheid:
tweemaal omlaag drukken.'yUitschakelen van normale wissersnelheid: eenmaal omlaag drukken.'yKort wissen: eenmaal omlaag drukken.
Na het loslaten keert de hendel in de basisjstand terug.
Intervalmodusofregensensor
Principe
De regensensor stuurt de wisserwerking autoj matisch afhankelijk van de regenintensiteit.
Algemeen
De sensor bevindt zich aan de voorruit, direct
voor de binnenspiegel. Zonder regensensor is
de interval voor de wisserwerking op een vaste
waarde ingesteld.
Veiligheidsaanwijzing OPMERKING
In wasstraten kunnen de wissers ongej
wild gaan bewegen als de regensensor geactij
veerd is. Er bestaat gevaar voor schade. Rej gensensor in wasstraten deactiveren.'

Page 86 of 236

Naar boven: kort interval of hoge gevoeligheid
van de regensensor.
Naar beneden: lang interval of geringe gevoej
ligheid van de regensensor.
Ruit-enkoplampreinigingsinstallatie
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Bij lage temperaturen kan de sproeierj
vloeistof op de ruit bevriezen en het zicht bej perken. Er bestaat gevaar voor ongevallen.Wasstraten alleen gebruiken als het bevriezenvan de sproeiervloeistof uitgesloten is. Indien
nodig antivries gebruiken.'

Page 87 of 236

conden ingedrukt houden tot de wissersongeveer in verticale stand stilstaan.4.Wissers volledig optillen van de voorruit.
Wissersinklappen
Na het inklappen van de wissers moet de ruij
tenwisserinstallatie opnieuw worden geactij veerd.
1.Contact inschakelen.2.Ruitenwisserschakelaar omlaag drukken.
De ruitenwissers gaan in de rustpositie en zijn weer gebruiksklaar.
Sproeiervloeistof
Algemeen
Alle ruitensproeiers maken gebruik van hetj zelfde reservoir.
Voor de ruitensproeierinstallatie een mengsel uit leidingwater, reinigingsvloeistofconcentraaten eventueel antivries gebruiken.
Aanbevolen minimale vulhoeveelheid: 1 liter.
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Sommige antivriesmiddelen kunnen stofj
fen bevatten die schadelijk voor de gezondheid
zijn en brandbaar zijn. Er bestaat brandgevaar
of kans op letsel. Aanwijzingen op de verpakj
kingen in acht nemen. Antivries uit de buurt
van ontstekingsbronnen houden. Bedrijfsstofj
fen niet in andere flessen overgieten. Bedrijfsj
stoffen buiten het bereik van kinderen bewaj ren.'

Page 88 of 236

peraturen onder - 15 

Page 89 of 236

Keuzehendel,keuzehendelstanden
Overzicht'yR: achteruitversnelling.'yN: neutraal, stationair.'y Middenstand, vooruitstand.'y+: handmatig opschakelen.'y-: handmatig terugschakelen.'yD/S: tussen Drive-modus en sequentiële
modus wisselen.
Keuzehendelstandinschakelen
Rempedaal indrukken en de keuzehendel in de
betreffende richting trekken of duwen.
Zodra de keuzehendel losgelaten wordt, gaatdeze terug naar de middenstand. In stand R arjrêteert de keuzehendel.
De ingeschakelde keuzehendelstand wordt in
het instrumentenpaneel en op de keuzehendel
afgebeeld.
Na het schakelen in een keuzehendelstand kan de wagen na het loszetten van de rem wegrolj
len, bijvoorbeeld op een helling. Daarom mej
teen na het loszetten van de rem wegrijden.
Voor het manoeuvreren of tijdens stilstaand en
langzaam rijdend verkeer Low Speed Assistent gebruiken.
LowSpeedAssistent
Principe
De Low Speed Assistent ondersteunt bij zeer lage snelheden. De auto rijdt met looptempo.
Kan ook gebruikt worden om in sneeuw vrij terijden. Daarvoor omschakelen tussen achterjuitversnelling en vooruitstand zonder daarbij
de rem in te drukken.
Veiligheidsaanwijzing OPMERKING
Bij het gebruik van de functie in combij
natie met langdurig indrukken van de rem kan
de transmissie oververhit raken. Er bestaat gej vaar voor schade. Bij het gebruik van de functie
niet langdurig meeremmen.'

Page 90 of 236

SSequenti

Page:   < prev 1-10 ... 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 ... 240 next >