BMW M2 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 121 of 286

Kickdown: voor maximale acceleratie, bijvoorj
beeld bij inhaalmanoeuvres. Daarvoor het gaspej
daal verder dan het drukpunt indrukken.
Naar sequentiële modus omschakelen: via de schakelpaddels of de keuzehendel schakelen of
de keuzehendel richting D/S indrukken.
SSequenti

Page 122 of 286

Opmerking
Bij zeer lage buitentemperaturen kan de weerj gave buiten werking zijn. Actuele rijrichting is
herkenbaar aan de ingeschakelde keuzehendelj
stand.
Wisselenvanversnelling
Algemeen
Schakelen naar sequentiële modus mogelijk.
Schakelen in de Drive-modus zorgt voor een wissel naar de sequentiële modus.
Viadekeuzehendel'xOpschakelen: keuzehendel naar achterentrekken.'xTerugschakelen: keuzehendel naar voren
drukken.
Viadeschakelpaddelsophet
stuurwiel
'xOpschakelen: rechter schakelpaddel naar voj ren drukken.'xTerugschakelen: linker schakelpaddel naar
voren drukken.
Drivelogic
PrincipeMet de Drivelogic kan de karakteristiek van de
transmissie worden ingesteld. Daartoe zijn in de
Drive-modus en in de sequentiële modus verj
schillende rijprogramma's beschikbaar.
Via de toets van de rijbelevingsschakelaar kunj
nen de rijprogramma's worden geactiveerd.
Overzicht
Toetsindeauto
Rijprogramma's Drive-modus
Er kan gekozen worden uit drie rijprogramma's:
'xCOMFORT: efficiënt rijden.'xSPORT: sportief rijden.'xSPORT+: consequent sportief rijden.
Sequenti

Page 123 of 286

Algemeen
Het gebruik van Launch Control leidt tot vroegtijj dige slijtage van onderdelen, omdat deze functie
een zeer hoge belasting voor de auto vormt.
Launch Control niet tijdens het inrijden, zie paj
gina 206, gebruiken.
Voorwaarden Launch Control is beschikbaar bij bedrijfswarmemotor, dus na een ononderbroken rit van minjstens 10 km.
Bij het wegrijden met Launch Control niet sturen.
LaunchControlactiveren1.Dynamische stabiliteitscontrole, zie paj
gina 167, deactiveren.2.Sequentiële modus met versnelling 1 selecj
teren.3.Bij draaiende motor met linkervoet de remlicht intrappen.4.Gaspedaal volledig intrappen.
Het wegrijtoerental wordt geregeld.5.Eventueel via de tempomaat het wegrijtoej rental met 500/min veranderen.6.Rem loslaten, de auto accelereert. Het gasj
pedaal verder intrappen.
Het opschakelen gebeurt automatisch, zoj
lang het gaspedaal volledig ingetrapt blijft.
Launch Control is pas na een bepaalde afstand
weer beschikbaar.
Grenzenvanhetsysteem
Deze transmissie beschikt over een oververhitj tingsbescherming, die de koppeling tegen exjtreme belasting beschermt.
'xControlelampje brandt geel: transmisj
sie te warm.
Hoge motorbelasting en frequent
wegrijden voorkomen.'xControlelampje brandt rood: transmissie oververhit.Gematigd verder rijden mogelijk. Bij de volj
gende gelegenheid stoppen, motor afzetten en transmissie laten afkoelen.
Frequent, hard wegrijden vermijden en op stijginj
gen de auto niet door licht gas geven met slipj
pende koppeling houden, anders kan de versnelj
lingsbak oververhit raken.
In de file of bij zeer lage snelheden de Low Speed Assistent, zie pagina 120, gebruiken.
Seite 123RijdenBEDIENING123
Online Edition for Part no. 01402662570 - II/18

Page 124 of 286

WeergavenUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspejcifieke en speciale uitrustingen beschreven die inde modelserie aangeboden worden. Er worden
daarom ook uitrustingen beschreven die in een
auto, bijvoorbeeld vanwege de landspecifieke of
gekozen speciale uitrusting niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsrelevante functies
en systemen. Bij gebruik van deze functies en systemen moeten de geldende wetten en voorj
schriften worden nageleefd.
Overzicht,instrumentenpaneel
1Snelheidsmeter2Meldingen, bijvoorbeeld Check-Control3Toerenteller\_ 1294Momenteel verbruik5Elektronische weergaven6Brandstofmeter\_ 1297Kilometers resetten\_ 129Seite 124BEDIENINGWeergaven124
Online Edition for Part no. 01402662570 - II/18

Page 125 of 286

Check-Control
PrincipeCheck-Control controleert functies in de auto engeeft een melding als in de bewaakte systemeneen storing is opgetreden.
Algemeen
Op het instrumentenpaneel wordt een Check-
Control-melding weergegeven als een combinaj tie van controle- of waarschuwingslampjes entekstuele meldingen.
Tevens klinkt er eventueel een akoestisch sigj naal en verschijnt er een tekstbericht op hetControl Display.
Controle-en
waarschuwingslampjes
Algemeen
Controle- en waarschuwingslampjes in het inj
strumentenpaneel kunnen in verschillende comj
binaties en kleuren gaan branden.
Van sommige lampen wordt bij het starten van
de motor of inschakelen van het contact de werking gecontroleerd, waarbij deze even kortbranden.
Rodelampjes Gordelherinnering De veiligheidsgordel aan de bestuurdersj
zijde is niet omgedaan. Bij sommige
landuitvoeringen: passagiersgordel niet
omgedaan of voorwerpen herkend op de passaj
giersstoel.
Controlelampje knippert of brandt: veiligheidsj
gordel aan bestuurders- of passagierszijde is niet omgedaan. De gordelherinnering kan ook in
werking treden als er voorwerpen op de passaj
giersstoel liggen.
Controleren of de veiligheidsgordel correct is
omgedaan.
Gordelwaarschuwingvoorachterbank Veiligheidsgordel op de betreffendeplaats op de achterbank is niet ingestojken.
Airbagsysteem Airbagsysteem en gordelspanner zijn
mogelijk defect.
De auto zo snel mogelijk door een Serj
vice Partner van de fabrikant of een andere gej
kwalificeerde Service Partner of specialist laten
controleren.
Parkeerrem Parkeerrem is vastgezet.
Parkeerrem vrijzetten, zie pagina 114.
Botsingswaarschuwing Controlelampje brandt: Vooralarm, bijj
voorbeeld bij een dreigend botsingsgej vaar of bij zeer geringe afstand tot een
voorligger.
Afstand vergroten.
Controlelampje knippert: Acute waarschuwing bij direct botsingsgevaar, als de auto met relatiefhogere, andere snelheid een andere auto nadert.
Ingrijpen door te remmen en eventueel uit te wijj
ken.
Persoonswaarschuwing Symbool in het instrumentenpaneel.
Dreigt er een botsing met een herkent
persoon, dan licht het symbool op en
klinkt er een signaal.Seite 125WeergavenBEDIENING125
Online Edition for Part no. 01402662570 - II/18

Page 126 of 286

GelelampjesAntiblokkeersysteemABS Rembekrachtiger mogelijk defect. Plotj
seling remmen vermijden. Houd rekening
met een langere remweg.
Direct door een Service Partner van de fabrikant
of een andere gekwalificeerde Service Partner of specialist laten controleren.
DynamischestabiliteitscontroleDSC Controlelampje knippert: DSC regelt de
aandrijf- en remkrachten. De auto wordt
gestabiliseerd. Snelheid verlagen en rijstj
ijl aan de wegomstandigheden aanpassen.
Controlelampje brandt: DSC is uitgevallen.Het systeem door een Service Partner van de fajbrikant of een andere gekwalificeerde Service
Partner of specialist laten controleren.
DSC, zie pagina 167.
DynamischestabiliteitscontroleDSC gedeactiveerd
DSC is gedeactiveerd.
DSC, zie pagina 167.
MDynamicModeMDM M Dynamic Mode MDM is ingeschakeld.M Dynamic Mode, zie pagina 168.
Controlelampje knippert eveneens: MDM
regelt de aandrijf- en remkrachten. De auto wordt gestabiliseerd.
Controlelampje brandt: MDM is uitgevalj
len. Het systeem door een Service Partj
ner van de fabrikant of een andere gej
kwalificeerde Service Partner of
specialist laten controleren.
M Dynamic Mode, zie pagina 168.BandenpechwaarschuwingRPA
De bandenpechwaarschuwing meldt
spanningsverlies in een band.
Snelheid verminderen en voorzichtig
stoppen. Heftige rem- en stuurbewegingen verj
mijden.
Bandenpechwaarschuwing, zie pagina 153.
BandenspanningscontroleRDC Het controlelampje brandt: de bandenjspanningscontrole meldt een lage banjdenspanning of bandenpech. De inforj
matie in de Check-Control-melding in acht nemen.
Controlelampje knippert en brandt vervolgens continu: er wordt geen bandenpech of geen verj lies van bandenspanning herkend.'xStoring door installaties of apparaten met dej
zelfde zendfrequentie: na verlaten van het storingsgebied wordt het systeem automajtisch weer actief.'xRDC kan de reset niet voltooien: voer de rejset van het systeem opnieuw uit.'xWiel zonder RDC-elektronica is gemonteerd:
evt. laten controleren door een Service Partj ner van de fabrikant of een andere gekwalifij
ceerde Service Partner of specialist.'xStoring: het systeem door een Service Partj ner van de fabrikant of een andere gekwalifij
ceerde Service Partner of specialist laten
controleren.
Bandenspanningscontrole, zie pagina 150.
Stuursysteem Stuursysteem mogelijk defect.
Het systeem door een Service Partner
van de fabrikant of een andere gekwalifij
ceerde Service Partner of specialist laten controj
leren.
Seite 126BEDIENINGWeergaven126
Online Edition for Part no. 01402662570 - II/18

Page 127 of 286

EmissiewaardenStoring in werking van de motor.
De auto door een Service Partner van de
fabrikant of een andere gekwalificeerde
Service Partner of specialist laten controleren.
Aansluiting voor On-Board Diagnose, zie paj
gina 245.
LaneDepartureWarning Als het systeem is ingeschakeld, wordt
er bij het verlaten van een herkende rijj
baan zonder eerst de richting aan te gej
ven onder bepaalde omstandigheden een waarj
schuwing gegeven.
Waarschuwing rijbaan verlaten, zie pagina 161.
Mistachterlicht Mistachterlicht is ingeschakeld.
Mistachterlicht, zie pagina 144.
Groenelampjes
Gordelwaarschuwingvoorachterbank Veiligheidsgordel op de betreffendeplaats op de achterbank is niet ingestoj
ken.
Richtingaanwijzers Richtingaanwijzers ingeschakeld.
Ongewoon snel knipperen van de conj
trolelampje duidt op een uitgevallen richj
tingaanwijzerlampje.
Richtingaanwijzers, zie pagina 114.
Stadslicht,rijlicht Stadslicht of rijlicht is ingeschakeld.GrootlichtassistentGrootlichtassistent is ingeschakeld.
Het grootlicht wordt afhankelijk van de
verkeerssituatie automatisch in- en uitj
geschakeld.
Grootlichtassistent, zie pagina 143.
Snelheidsregeling Systeem is ingeschakeld. De snelheiddie met de bedieningselementen op het stuurwiel is ingesteld wordt aangehouj
den.
Handmatigesnelheidsbegrenzer Controlelampje brandt: het systeem is inj
geschakeld.
Controlelampje knippert: de ingestelde
snelheidslimiet wordt overschreden. Er klinkt
eventueel een signaal.
Verminder de snelheid of deactiveer het sysj
teem.
Blauwelampjes
Grootlicht Grootlicht is ingeschakeld.Grootlicht, zie pagina 114.Seite 127WeergavenBEDIENING127
Online Edition for Part no. 01402662570 - II/18

Page 128 of 286

Check-Control-meldingen
onderdrukken
Toets op de richtingaanwijzerschakelaar indrukj ken.
Permanenteweergave
Enkele Check-Control-meldingen worden perj manent weergegeven en blijven zichtbaar, totdat
de storing is opgelost. Bij meerdere gelijktijdige storingen worden de meldingen na elkaar weerj
gegeven.
De meldingen kunnen ca. 8 seconden worden verborgen. Hierna worden deze weer automaj tisch weergegeven.
Tijdelijkeweergave
Sommige Check-Control-meldingen worden auj tomatisch na ca. 20 seconden verborgen. DeCheck-Control-meldingen blijven opgeslagen en
kunnen opnieuw worden weergegeven.
OpgeslagenCheck-Control-
meldingenweergeven
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Autostatus"3. "Check Control"4.Tekstmelding selecteren.Weergave
Check-Control Minimaal één Check-Control-meldingwordt weergegeven of is opgeslagen.
Tekstmeldingen
Tekstmeldingen in combinatie met een symbool
in het instrumentenpaneel geven uitleg over een Check-Control-melding en de betekenis van decontrole- en waarschuwingslampjes.
Aanvullendetekstmeldingen Meer informatie, bijvoorbeeld over de oorzaak
van een storing en de noodzaak tot ingrijpen, kan worden opgeroepen via Check-Control.
Bij dringende meldingen wordt de aanvullende tekst automatisch op het Control Display gej
toond.
Functies
Afhankelijk van de Check-Control-melding kunj nen de volgende functies geselecteerd worden.'x"Handleiding"
Bijkomende informatie over de Check-Conj trol-melding weergeven in de ge

Page 129 of 286

Brandstofmeter
Een pijl naast het benzinepompj
symbool laat zien aan welke kant
van de auto de klep van de tankj
dop zit.
Het hellen van de auto kan tot
schommelingen in de weergave leiden.
Aanwijzingen voor tanken in acht nemen.
Toerenteller
Vermijd beslist toerentallen in het rode waarjschuwingsgebied. In dit gebied wordt ter bejscherming van de motor de brandstoftoevoerverminderd.
Koelvloeistoftemperatuur
Indien de koelvloeistof en daarmee de motor te
heet wordt, verschijnt er een Check-Control-
melding.
Koelvloeistofpeil controleren.
Kilometer-endagteller
Weergave
'xKilometerteller, pijl 1.'xDagteller, pijl 2.
Kilometersweergeven/resetten Toets indrukken.
'xBij uitgeschakeld contact worj
den de tijd, buitentemperatuur
en kilometerteller weergegej
ven.'xBij ingeschakeld contact wordt de dagteller teruggezet.
Buitentemperatuur
Algemeen
Daalt de weergave tot +3 

Page 130 of 286

Datum
De datum wordt in het instrumenjtenpaneel weergegeven.
De datum kan op het Control Disj
play worden ingesteld.
Actieradius
Algemeen
Bij een geringe resterende actieradius:
'xEr wordt kort een Check-Control-melding weergegeven.'xOp de boordcomputer wordt de resterende
actieradius weergegeven.'xBij een dynamische rijstijl, bijvoorbeeld snel
rijden in een bocht, is het functioneren van de
motor niet gewaarborgd niet altijd gegaranj
deerd.
Bij een actieradius van minder dan circa 50 km wordt de Check-Control-melding voortdurend weergegeven.
Veiligheidsvoorschriften
OPMERKING
Bij een actieradius onder 50 km kan de brandj stoftoevoer naar de motor in gevaar komen.
Het functioneren van de motor is niet gewaarj
borgd. Er bestaat gevaar voor schade. Op tijd
tanken.
Weergave
De actuele actieradius wordt op
het instrumentenpaneel weergej
geven.
Momenteelverbruik
Instrumentenpaneel
Geeft het momentele brandstofj
verbruik aan. Er kan worden gej
controleerd hoe zuinig en milieuj bewust wordt gereden.
Momenteelverbruikweergeven Afhankelijk van de uitrusting kan het huidigebrandstofverbruik als balkweergave in het instrujmentenpaneel worden weergegeven.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Displays"4."Instrumentencombinatie"5."Overige analoge displays"
Energieterugwinning
Weergave
Bewegingsenergie van de auto
wordt tijdens accelaratie omgezet
in elektrische energie. De accu
wordt gedeeltelijk geladen en het
brandstofverbruik kan worden
verlaagd.
Weergave EfficientDynamics
EfficientDynamicsafbeelden
Tijdens de rit kan informatie over verbruik en
techniek worden weergegeven.
1."Mijn auto"Seite 130BEDIENINGWeergaven130
Online Edition for Part no. 01402662570 - II/18

Page:   < prev 1-10 ... 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 ... 290 next >