BMW M3 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 51 of 300

MededelingenwissenAlle mededelingen die geen Check-Control-meljding zijn kunnen uit de lijst gewist worden.Check-Control-meldingen blijven aanwezig zojlang ze relevant zijn.
Via iDrive:1."Mededelingen"2.Evt. gewenste mededeling selecteren.3. Toets indrukken.4."Dit bericht wissen" of "Alle berichten
wissen"
Instellingen
De volgende instellingen kunnen uitgevoerd worj
den:
'xDe toepassingen selecteren die mededelinj
gen toelaten.'xDe volgorde van de mededelingen op datum of prioriteit sorteren.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Mededelingen"4.Gewenste instelling selecteren.
Gegevensbeveiliging
Gegevensoverdracht
Principe De auto biedt diverse functies die pas kunnenworden gebruikt na een data-overdracht aan
BMW of aan een provider. Voor sommige funcj
ties kan de data-overdracht gedeactiveerd worj den.
Algemeen
Bij gedeactiveerde data-overdracht kan de bej treffende functie niet gebruikt worden.
Instellingen alleen bij stilstand uitvoeren.
Data-overdrachtactiveren/
deactiveren
De aanwijzingen op het Control Display aanhoujden.
Via iDrive:1.Contact inschakelen.2."Mijn auto"3."iDrive instellingen"4."Gegevensbescherming"5.Gewenste instelling selecteren.
Persoonlijkegegevensindeauto
wissen
Principe De auto slaat, afhankelijk van het gebruik, perj
soonlijke gegevens, zoals opgeslagen radiozenj
ders op. Deze persoonlijke gegevens kunnen via
iDrive onherroepelijk worden gewist.
Algemeen
Afhankelijk van de uitvoering kunnen de volj
gende gegevens worden gewist:
'xInstellingen van het bestuurdersprofiel.'xOpgeslagen radiozenders.'xOpgeslagen toets favorieten.'xReis- en boordcomputerwaarden.'xMuziek harddisk.'xNavigatie, bijvoorbeeld opgeslagen bestemj mingen.'xTelefoonboek.'xOnline-gegevens, bijvoorbeeld favorieten,
cookies.'xOffice-gegevens, bijvoorbeeld gesproken noj tities.'xLogin-accounts.
Het wissen van de gegevens kan in totaal max.15 minuten duren.
Seite 51AlgemeneinstellingenOVER;ICHT51
Online Edition for Part no. 01402989488 - II/18

Page 52 of 300

Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Gegevens kunnen alleen bij stilstand worden gej
wist.
Gegevenswissen
De aanwijzingen op het Control Display in acht
nemen en opvolgen.
Via iDrive:1.Contact inschakelen.2."Mijn auto"3."iDrive instellingen"4."Gegevensbescherming"5."Persoonlijke gegevens wissen"6."Persoonlijke gegevens wissen"7."OK"8.Auto verlaten en vergrendelen.
Na 15 minuten is de wisprocedure volledig afgej rond.
Als niet alle gegevens zijn gewist, het wissen
eventueel herhalen.
Wissenafbreken
De motor starten om het wissen van de gegej
vens af te breken.
Verbindingen
Principe Er zijn verschillende manieren om mobiele appajraten te verbinden met het voertuig. De verbinj
dingsmodus is afhankelijk van het apparaat en de
gewenste functie.
Algemeen
In het volgende overzicht ziet u de mogelijke functies en de geschikte verbindingswijzen. De
functionaliteit hangt af van het mobiele apparaat.
FunctieSoortverj
bindingTelefoneren via het handsfree-
systeem.
Telefoonfuncties bedienen via
iDrive.
Office-functies van de smartj
phone gebruiken.Bluetooth.Muziek van de smartphone of
audiospeler afspelen.Bluetooth of
USB.Compatibele apps bedienen via
iDrive.Bluetooth of
USB.USB-opslagapparaat:
Rijdersprofielen exporteren en
importeren.
Software-actualiseringen uitvoej
ren.
Opgeslagen reizen exporteren
en importeren.
Muziek weergeven.USB.Video's van smartphone of USB-
apparaat afspelen.USB.Internettoegang van het voertuig
gebruiken.Internet-hotj
spot.Apple Carplay-apps via iDrive en
via spraakinvoer bedienen.Bluetooth en
WiFi.
Bij de volgende soorten verbindingen is een eenj malige aanmelding bij de auto noodzakelijk:
'xBluetooth.'xInternet-hotspot.'xApple CarPlay.
Aangemelde apparaten worden vervolgens autojmatisch herkend en met de auto verbonden.
Seite 52OVER;ICHTAlgemeneinstellingen52
Online Edition for Part no. 01402989488 - II/18

Page 53 of 300

Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
De bediening van ge

Page 54 of 300

de overdracht van alle gegevens naar de
auto kunnen kosten ontstaan.'x"Contactfotots"
Functie activeren, om contactafbeeldinj
gen weer te geven.6.Controller naar links kantelen.
Mobielapparaatbijdeauto
aanmelden
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Mobiele apparaten"4."Nieuw apparaat verbinden"5.Functies selecteren, waarvoor het apparaatgebruikt wordt:'x "Telefoon"'x "Bluetooth-audio"'x "Apps"'x "Apple CarPlay"
De Bluetooth-naam van de auto wordt op hetControl Display weergegeven.
6.Met het mobiele apparaat naar Bluetooth-apj
paraten in de omgeving zoeken.
De Bluetooth-naam van de auto wordt op het display van het mobiele apparaat weergegej
ven.
Bluetooth-naam van de auto selecteren.7.Afhankelijk van het mobiele apparaat wordt er een controlenummer weergegeven of moethet controlenummer zelf worden ingevoerd.'xWeergegeven controlenummer op het
Control Display vergelijken met het conj
trolenummer op het display van het appaj raat.
Controlenummer in het apparaat en in het Control Display bevestigen.'xHetzelfde controlenummer in het appajraat en via iDrive invoeren en bevestigen.Het apparaat wordt verbonden en in de appaj
ratenlijst, zie pagina 58, weergegeven.
Wanneer het verbinden mislukt is: Veelgestelde
vragen, zie pagina 54.
Veelgesteldevragen
Er is aan alle voorwaarden voldaan en alle noodj zakelijke stappen zijn in de aangegeven volgordeuitgevoerd. Desondanks werkt het mobiele apj
paraat niet zoals verwacht.
In dit geval kan de volgende informatie verder
helpen:
Waarom kon de mobiele telefoon niet aangej
meld of verbonden worden
'xEr zijn te veel Bluetooth-apparaten met de
mobiele telefoon of met de auto verbonden.
In de auto de Bluetooth-verbinding met anjdere apparaten verbreken.
Alle bekende Bluetoothjverbindingen uit de
apparatenlijst in de mobiele telefoon wissen
en nieuwe zoekopdracht naar apparaten starj
ten.'xMobiele telefoon bevindt zich in de energiej
spaarstand of heeft nog slechts weinig acj cuspanningstijd.
Mobiele telefoon opladen.
Waarom reageert de mobiele telefoon niet
meer
'xDe toepassingen op de mobiele telefoon werken niet meer.
Mobiele telefoon uitschakelen en weer inj schakelen.'xTe hoge of te lage omgevingstemperatuur
voor het gebruik van de mobiele telefoon.
Mobiele telefoon niet blootstellen aan exj
treme omgevingsomstandigheden.
Waarom kunnen de telefoonfuncties niet via
iDrive bediend worden
'xDe mobiele telefoon is eventueel niet correct
geconfigureerd, bijvoorbeeld als Bluetooth audioapparaat.Seite 54OVER;ICHTAlgemeneinstellingen54
Online Edition for Part no. 01402989488 - II/18

Page 55 of 300

De mobiele telefoon configureren met defunctie Telefoon of Extra telefoon verbinden.
Waarom worden niet alle, geen of onvolledige tejlefoonboekinvoeren getoond
'xOverdracht van de telefoonboekinvoeren is
nog niet afgesloten.'xEventueel worden alleen de telefoonboekinj
voeren van de mobiele telefoon of de SIM- kaart overgedragen.'xTelefoonboekvermeldingen met speciale tej
kens kunnen eventueel niet worden weergej geven.'xContacten uit sociale netwerken kunnen
eventueel niet overgedragen worden.'xAantal telefoonboekinvoeren dat opgeslagen
moet worden is te hoog.'xGegevenshoeveelheid van het contact te
groot, bijvoorbeeld door opgeslagen informaj
tie zoals notities.
Gegevenshoeveelheid van het contact reduj
ceren.'xEen mobiele telefoon kan alleen als audioj bron of als telefoon worden verbonden.
Mobiele telefoon configureren en met de functie Telefoon of Extra telefoon verbinden.
Hoe kan de kwaliteit van de telefoonverbinding
worden verbeterd
'xAfhankelijk van de mobiele telefoon kan de
sterkte van het Bluetooth-signaal worden inj
gesteld.'xMobiele telefoon in snap-in-adapter plaatsen
of in de buurt van de middenconsole leggen.'xMobiele telefoon in de Wireless Charging- houder plaatsen.'xVolume van microfoon en luidspreker afzonj
derlijk instellen.
Als alle punten van de lijst zijn gecontroleerd en de gewenste functie toch niet kan worden uitgej
voerd, neem dan contact op met de hotline, een
Service Partner van de fabrikant of een andere
gekwalificeerde Service Partner of specialist.
USB-verbinding
Algemeen Op de USB-aansluiting worden mobiele apparajten met USBjaansluiting aangesloten.'xMobiele telefoons.
De snap-in-adapter beschikt over een eigen USBjaansluiting, die bij het aanbrengen van
een geschikte mobiele telefoon automatisch verbonden is.'xAudio-apparatuur met USBjaansluiting, bijj
voorbeeld MP3-speler.'xUSB-opslagapparatuur.
De gangbare bestandssystemen worden onj
dersteund. Aanbevolen worden de FAT32- en exFAT-formaten.
De volgende toepassingen zijn mogelijk:
'xExporteren en importeren van bestuurderj
sprofielen, zie pagina 77.'xAudiobestanden beluisteren via USB-audio.'xVideofilms bekijken via USB-video.'xInstalleren van software-updates, zie paj
gina 59.'xImporteren van reisroutes.
Bij het aansluiten het volgende in acht nemen:
'xDe stekker niet geforceerd in de USB-aanj
sluiting steken.'xFlexibele adapterkabel gebruiken.'xUSB-apparaat tegen mechanische beschadij gingen beschermen.'xIn verband met de grote keuze aan verkrijgjbare USB-apparaten kan niet elk apparaat via
de auto worden bediend.'xUSB-apparaten niet blootstellen aan extreme
omgevingsomstandigheden, bijvoorbeeld zeer hoge temperaturen, zie handleiding vanhet apparaat.'xIn verband met het grote aantal comprimej
ringstechnieken kunnen mogelijk niet alle op
het USB-apparaat opgeslagen media correct
worden weergegeven.Seite 55AlgemeneinstellingenOVER;ICHT55
Online Edition for Part no. 01402989488 - II/18

Page 56 of 300

'xEen aangesloten USB-apparaat wordt via deUSB-aansluiting van laadstroom voorzien, alshet apparaat dit ondersteunt.'xOm de probleemloze overdracht van de opj
geslagen gegevens te waarborgen, een USB- apparaat niet via de boordcontactdoos oplaj
den, wanneer het op de USB-aansluiting
aangesloten is.'xAfhankelijk van hoe het USB-apparaat wordt gebruikt, zijn eventueel instellingen aan het
USB-apparaat nodig, zie de handleiding van het apparaat.
Ongeschikte USB-apparaten:
'xUSB harde schijf.'xUSB hubs.'xUSB-geheugenkaartlezers met meerdere inj
schuifeenheden.'xHFS-geformatteerde USB-apparaten.'xApparaten zoals ventilatoren of lampen.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Compatibel apparaat, zie pagina 53, met USB-
aansluiting.
ApparaatverbindenUSB-apparaat met een geschikte adapterkabel
met een USB-aansluiting, zie pagina 207, verj
binden.
Het USB-apparaat wordt in de apparatenlijst, zie pagina 58, weergegeven.
Internetverbinding
Algemeen
Maximaal 8 apparaten kunnen gelijktijdig met de
internet-hotspot worden verbonden.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
'xCompatibel apparaat, zie pagina 53, met
WiFi-verbinding.'xConnectedDrive-contract.'xGegevenscontract met een provider.'xWifi op het apparaat geactiveerd.'xInternet-hotspot van de auto geactiveerd.'xContact ingeschakeld.
Internet-hotspotactiveren
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Mobiele apparaten"4."Instellingen"5."Internet-hotspot"
Apparaatmetinternet-hotspot
verbinden
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Mobiele apparaten"4."Nieuw apparaat verbinden"5. "Internet-hotspot"
Hotspot-naam en hotspot-sleutel worden op
het Control Display weergegeven.6.Op het apparaat naar wifi-netwerken zoeken. Netwerknaam op het apparaat selecteren.7.Hotspot-sleutel op het apparaat invoeren enverbinden.
Voor het eerste gebruik van internet via de interjnet-hotspot moet een databundel worden aanj
geschaft bij een provider.
Alle via de internet-hotspot verbonden apparaten
maken gebruik van deze databundel.
Evt. kan een databundel worden aangeschaft via de ConnectedDrive Store.
Instellingen De netwerknaam en de hotspot-sleutel kunnen
worden gewijzigd. Bovendien kan de netwerkj
Seite 56OVER;ICHTAlgemeneinstellingen56
Online Edition for Part no. 01402989488 - II/18

Page 57 of 300

naam worden verborgen, zodat deze niet doorandere apparaten kan worden gevonden.
Via iDrive:1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Mobiele apparaten"4. Toets indrukken.5.'x"Hotspot-code wijzigen"
Gewenste hotspot-sleutel invoeren.'x"Hotspot-naam wijzigen"
Gewenste netwerknaam invoeren.'x"Hotspot verbergen"
Functie activeren of deactiveren.6.De invoer van de hotspot-sleutel of de netj
werknaam bevestigen:
Symbool selecteren.
AppleCarPlay-voorbereiding
Principe CarPlay maakt het mogelijk om bepaalde funcjties van een compatibele Apple iPhone via Siri-
spraakinvoer en via iDrive te bedienen.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
'xCompatibele iPhone, zie pagina 53.
iPhone 5 of nieuwer met iOS 7.1 of nieuwer.'xOvereenkomstig contract voor mobiele telej
fonie.'xOp de iPhone zijn Bluetooth, WiFi en de Siri-
spraakbediening ingeschakeld.
BluetoothenCarPlayinschakelen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Mobiele apparaten"4."Instellingen"5.De volgende instellingen selecteren:'x"Bluetooth"'x"Apple CarPlay"
iPhonemetCarPlayaanmelden iPhone via Bluetooth bij de auto aanmelden, zie
pagina 54.
Als functie CarPlay selecteren:
"Apple CarPlay"
De iPhone wordt met de auto verbonden en in
de apparatenlijst, zie pagina 58, weergegeven.
Bediening Voor meer informatie, zie ge

Page 58 of 300

Mobieleapparatenbeheren
Algemeen'xNa de eerste aanmelding worden de apparaj
ten bij ingeschakeld contact automatisch herj
kend en weer verbonden.'xDe op de SIM-kaart of in de mobiele telefoon
opgeslagen gegevens worden na herkenning
overgebracht naar de auto.'xBij sommige apparaten zijn evtl. bepaalde inj
stellingen nodig, bijvoorbeeld autorisatie, zie
handleiding van het apparaat.
Apparatenlijstweergeven
Alle bij de auto aangemelde of verbonden appaj
raten worden in de apparatenlijst weergegeven.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Mobiele apparaten"
Een symbool geeft aan, voor welke functie een
apparaat wordt gebruikt.
SymboolFunctie"Telefoon""Tweede telefoon""Bluetooth-audio""Apps""Internet-hotspot""Apple CarPlay"
Apparaatconfigureren
Functies kunnen bij aangemelde of verbonden apparaat worden geactiveerd of gedeactiveerd.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Mobiele apparaten"4.Gewenste apparaat selecteren.5.Gewenste instelling selecteren.
Wordt een functie toegewezen aan een apparaat,
dan wordt dit eventueel bij een al verbonden apj paraat geactiveerd en het apparaat wordt afgej
meld.
Apparaatloskoppelen
De verbinding tussen het apparaat en de auto wordt gescheiden.
Het apparaat blijft aangemeld en kan weer verj
bonden worden, zie pagina 58.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Mobiele apparaten"4.Apparaat selecteren.5."Apparaat loskoppelen"
Apparaatverbinden Een losgekoppeld apparaat kan weer wordenverbonden.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Mobiele apparaten"4.Apparaat selecteren.5."Apparaat verbinden"
De functies die voor het loskoppelen van het apj
paraat zijn toegewezen, worden bij het opnieuw
verbinden aan het apparaat toegewezen. Bij een reeds verbonden apparaat worden deze functies
eventueel gedeactiveerd.
Apparaatwissen Via iDrive:
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Mobiele apparaten"Seite 58OVER;ICHTAlgemeneinstellingen58
Online Edition for Part no. 01402989488 - II/18

Page 59 of 300

4.Apparaat selecteren.5."Apparaat wissen"
Het apparaat wordt losgekoppeld en uit de appaj
ratenlijst gewist.
Telefoonenextratelefoon
verwisselen
Als twee mobiele telefoons met de auto zijn verj
bonden, kunnen de functies van de telefoon en
extra telefoon worden verwisseld.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Mobiele apparaten"4."Instellingen"5."Telefoon/tweede tel. verwisselen"
Software-update
Algemeen
De auto ondersteunt een groot aantal mobiele
apparaten, zoals mobiele telefoons en MP3-spej
lers. Voor veel van de ondersteunde apparaten worden software-updates beschikbaar gesteld.Door een regelmatige actualisering van de voerjtuigsoftware wordt de auto op de nieuwste stand
gehouden.
Op de internetsite www.bmw.com/update worj den updates en bijbehorende actuele opmerkinj gen ter beschikking gesteld.
Ge

Page 60 of 300

De eerste softwareversie wordt weer herj
steld.6."Software verwijderen"7."OK"8.Wachten op het uitvoeren van de bewerking.9.Opnieuw starten van het systeem bevestij gen.Seite 60OVER;ICHTAlgemeneinstellingen60
Online Edition for Part no. 01402989488 - II/18

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 ... 300 next >