BMW M4 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 81 of 270

GroepGewicht van het
kindLeeftijd bij bej
naderingKlasse/categoj
rie m a)Passaj
giersj
stoel,
airbag
ONPassaj
giersj
stoel,
airbag
OFFAchj
terj
bank,
buitenj
ste zitj
plaatj
senAchj
terj
bank,
midj
den0Tot 10 kgcirca 9 maanj
denE - ISO/R1XXILX0+Tot 13 kgcirca 18 maanj
denE - ISO/R1
D - ISO/R2
C - ISO/R3X
X
XX
X
XIL
IL
ILX
X
XI9 - 18 kgTot circa 4 jaarD - ISO/R2
C - ISO/R3
B - ISO/F2
B1 - ISO/F2X
A - ISO/F3X
X
X
X
XX
X
X
X
XIL
IL
IL, IUF
IL, IUF
IL, IUFX
X
X
X
Xa) Bij gebruik van kinderzitjes op de achterbank eventueel de lengte-instelling van de voorstoel
aanpassen en de hoofdsteunen van de achterbank aanpassen of verwijderen.IL: geschikt voor ISOFIX kinderveiligheidssystemen in de categorie semi-universeel, als de auto
en de zitplaats in de voertuigtypelijst van de fabrikant van het kinderveiligheidssysteem zijn verj
meld.IUF: geschikt voor naar voren gerichte ISOFIX-kinderveiligheidssystemen in de categorie Unij versal die voor toepassing in deze gewichtsklasse geschikt zijn.X: de stoel is niet met bevestigingspunten voor het ISOFIX-systeem uitgerust of goedgekeurd.BevestigingenvoorondersteISOFIX-verankeringen
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Als de ISOFIX-kinderveiligheidssystej
men niet correct vergrendeld zijn, kan de bej schermende werking van de ISOFIX-kinderveijligheidssystemen verminderd zijn. Er bestaatkans op letsel of levensgevaar. Erop letten datde onderste verankering correct vergrendeld isen dat het ISOFIX-kinderveiligheidssysteemstrak tegen de leuning aan ligt.'

Page 82 of 270

De bevestigingspunten voor de onderste ISOjFIX-verankeringen bevinden zich achter de gej
markeerde afdekkingen.
VoormontagevanISOFIX-
kinderveiligheidssystemen
De gordel uit het gebied van de kinderstoelbej
vestiging wegtrekken.
MontagevanISOFIX-
kinderveiligheidssystemen
1.Kinderveiligheidssysteem monteren, zie de aanwijzingen van de fabrikant.2.Erop letten dat de beide ISOFIX-verankej
ringen correct vergrendeld zijn.
BevestigingenvoorbovensteISOFIX
bevestigingsriem
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Bij verkeerd gebruik van de bovenste bej
vestigingsriem van een kinderveiligheidssysj teem kan de beschermende werking verminjderd zijn. Er bestaat kans op letsel. Erop letten
dat de bovenste bevestigingsriem niet over scherpe randen of gedraaid naar het bovenstebevestigingspunt wordt geleid.'

Page 83 of 270

3Hoofdsteun4Hoedenplank5Bevestigingspunt6Haak van bovenste bevestigingsriem
Bovenstebevestigingsriemop
bevestigingspuntaanbrengen
1.Afdekking van het bevestigingspunt naar boven klappen.2.Bovenste bevestigingsriem over de hoofdj
steun leiden.3.Haak van de bevestigingsriem aan het bej vestigingspunt vastmaken.4.Bevestigingsriem strak omlaag trekken.
Aanbevolenkinderzitjes
Voor elke leeftijds- en gewichtsklasse zijn bij
een Service Partner van de fabrikant of een anj
dere gekwalificeerde Service Partner of een
specialist geschikte kinderveiligheidssysteem
verkrijgbaar.
'yBMW Baby Seat groep 0+'yBMW Junior Seat groep 1'yBMW Junior Seat groep 2/3'yISOFIX BaseSeite 83KinderenveiligvervoerenBediening83
Online Edition for Part no. 01402981704 - VI/17

Page 84 of 270

RijdenUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege de
landspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Start/stop-knop Principe Door indrukken van de start/
stop-knop wordt het contact in-
of uitgeschakeld en wordt de
motor gestart.
M transmissie met dubbele kopj
peling: de motor start, wanneer tegelijk met
het indrukken van de start-/stop-toets de rem
wordt ingetrapt.
Handgeschakelde versnellingsbak: de motor start wanneer bij het indrukken van de start/ stop-knop het koppelingspedaal wordt ingejdrukt.
Contactaan M transmissie met dubbele koppeling: start-/
stop-toets indrukken, rem daarbij niet intrapj
pen.
Handgeschakelde versnellingsbak: start/stop-
knop indrukken zonder de koppeling in te trapj
pen.
Alle systemen zijn gebruiksklaar.De controle- en waarschuwingslampjes in het instrumentenpaneel branden niet allemaal
even lang.
Bij afgezette motor het contact en niet-benoj
digde stroomverbruikers uitschakelen om
leeglopen van de accu te voorkomen.
Contactuit
M transmissie met dubbele koppeling: start-/
stop-toets opnieuw indrukken, rem daarbij niet
intrappen.
Handgeschakelde versnellingsbak: start/stop- knop opnieuw indrukken zonder de koppeling
in te trappen.
Alle controlelampjes in het instrumentenpaj
neel doven.
Bij afgezette motor het contact en niet-benoj digde stroomverbruikers uitschakelen om
leeglopen van de accu te voorkomen.
Veiligheidsmaatregelen
Bij het uitschakelen van het contact wordt auj tomatisch keuzehendelstand P ingeschakeld,als keuzehendelstand D of R ingeschakeld is.
Het contact wordt bij stilstaande auto en afgej zette motor onder de volgende omstandighejden automatisch uitgeschakeld:'yBij het vergrendelen, ook bij ingeschakeld
dimlicht.'yKort voordat de accu ontladen raakt, zodat
het starten van de motor nog mogelijk is.'yBij het openen of sluiten van het bestuurj dersportier, wanneer de veiligheidsgordel
van de bestuurder is afgedaan en het dimj
licht is uitgeschakeld.'yBij het afdoen van de veiligheidsgordel van de bestuurder, wanneer het bestuurdersjportier is geopend en het dimlicht is uitgej
schakeld.Seite 84BedieningRijden84
Online Edition for Part no. 01402981704 - VI/17

Page 85 of 270

Na enkele minuten zonder verdere bediening
wordt van dimlicht op stadslicht omgeschaj
keld.
Standby-modusvanderadio
Algemeen
Bij standby-modus van de radio blijven een aantal stroomverbruikers gebruiksklaar.
Activeren Bij draaiende motor de start/stop-knop indrukjken.
Bij stilstaande motor en ingeschakeld contact:
bij openen van het portier wordt de standby-
modus van de radio automatisch geactiveerd
als het licht uitgeschakeld is of de dagrijverj
lichting ingeschakeld is.
De standby-modus van de radio blijft ingej
schakeld als het contact bijvoorbeeld wegens
de volgende redenen automatisch wordt uitgej
schakeld:'yOpenen en sluiten van het bestuurdersporj tier.'yBij het afdoen van de veiligheidsgordel.'yBij automatisch omschakelen van het dimj
licht naar stadslicht.
Automatischuitschakelen
De standby-modus van de radio wordt in de
volgende situaties automatisch uitgeschakeld:
'yAls het contact met de start-/stopknop handmatig wordt uitgeschakeld.'yNa circa 8 minuten.'yBij het vergrendelen van de auto met decentrale vergrendeling.'yKort voordat de accu ontladen raakt, zodat
het starten van de motor nog mogelijk is.Startenvandemotor
Veiligheidsvoorschriften GEVAAR
Bij een geblokkeerde uitlaatpijp of onvolj
doende ventilatie kunnen uitlaatgassen in de
auto binnendringen, die schadelijk voor de gej
zondheid zijn. De uitlaatgassen bevatten kleur- en reukloze schadelijke stoffen. In gesloten
ruimten kunnen de uitlaatgassen zich ook buij
ten de auto ophopen. Er bestaat levensgevaar. De uitlaatpijp vrijhouden en voor voldoende
ventilatie zorgen.'

Page 86 of 270

Handversnelling
Motorstarten1.Rempedaal indrukken.2.Koppelingspedaal indrukken en vrijstand inschakelen.3.Start/stop-knop indrukken.
Het starten verloopt korte tijd automatisch enwordt beëindigd zodra de motor gestart is.
Afzettenvandemotor
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Kinderen of dieren die zonder toezicht in
de auto worden achtergelaten kunnen de auto in beweging zetten en zichzelf of het verkeer ingevaar brengen, bijv. door de volgende handejlingen:
'yIndrukken van de start/stop-knop.'yParkeerrem vrijzetten.'yPortieren of ruiten openen en sluiten.'yKeuzehendelstand N inschakelen.'yUitrustingen van de auto bedienen.
Er bestaat gevaar voor ongevallen of kans opletsel. Kinderen of dieren niet zonder toezicht
in de auto laten. Bij het verlaten van de auto de
afstandsbediening meenemen en de auto verj
grendelen.'

Page 87 of 270

Afzettenvandemotor
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
De motor wordt tijdens stilstaan onder de volj
gende omstandigheden automatisch uitgej
schakeld:
M versnellingsbak met dubbele koppeling:'yKeuzehendel in keuzehendelstand D.'yHet rempedaal blijft tijdens de stilstand van de auto ingedrukt.'yVeiligheidsgordel bestuurder is omgegespt
of het bestuurdersportier is gesloten.
Handversnelling:
'yDe vrijstand is ingeschakeld en het koppej
lingspedaal is niet ingetrapt.'yVeiligheidsgordel bestuurder is omgegespt
of het bestuurdersportier is gesloten.
Bij afgezette motor wordt de luchthoeveelheid
van de airconditioning gereduceerd.
Weergaveninhetinstrumentenpaneel De Ready-weergave in de toej
renteller geeft aan dat de autoj
matische start-stop-functie van
de motor gereed is voor het auj
tomatisch starten van de motor.
De weergave geeft aan dat niet
voldaan is aan de voorwaarden
voor het automatisch stoppen
van de motor.
Beperktewerking De motor wordt in de volgende situaties nietautomatisch afgezet:
'yOp steile hellingen.'yBuitentemperatuur te laag.'yHoge buitentemperatuur en airconditiojning ingeschakeld.'yInterieur nog niet zoals gewenst verwarmdof gekoeld.'yMotor is nog niet op bedrijfstemperatuur.'ySterke stuuruitslag of stuurhandeling.'yNa het achteruitrijden.'yAls de ruiten zouden kunnen aanwasemenwanneer de automatische airconditioningis ingeschakeld.'yAccu is zwaar ontladen.'yOp grotere hoogten.'yMotorkap is ontgrendeld.'yInparkeersysteem is geactiveerd.'yStilstaand en langzaam rijdend verkeer.'yGebruik van brandstof met hoog ethanolj
gehalte.
Startenvandemotor
Voor het wegrijden start de motor onder de
volgende voorwaarden automatisch:
'yM transmissie met dubbele koppeling:
door loslaten van het rempedaal.'yHandgeschakelde versnellingsbak: koppej
lingspedaal wordt ingetrapt.
Na motorstart zoals op de gebruikelijke wijze accelereren.
Veiligheidsfunctie
De motor start na een automatische uitschakej
ling niet automatisch, wanneer aan een van de volgende voorwaarden voldaan is:
'yVeiligheidheidsgordel bestuurder afgedaan
en bestuurdersportier geopend.'yDe motorkap werd ontgrendeld.
Sommige controlelampjes branden verschilj
lend lang.
De motor kan alleen via de Start/stop-knop gej
start worden.
Seite 87RijdenBediening87
Online Edition for Part no. 01402981704 - VI/17

Page 88 of 270

BeperktewerkingOok wanneer niet moet worden weggereden,
start de afgezette motor in de volgende situj
aties automatisch:'ySterk opwarmend interieur terwijl de koelj
functie is ingeschakeld.'yTijdens het sturen.'yM Versnellingsbak met dubbele koppeling: wisselen van de keuzehendelstand D naarN, R of D/S.'yM versnellingsbak met dubbele koppeling:gas geven bij gelijktijdig ingedrukt rempejdaal.'yAuto rolt weg.'yAls de ruiten zouden kunnen aanwasemenwanneer de automatische airconditioningis ingeschakeld.'yAccu is zwaar ontladen.'ySterk afkoelend interieur terwijl de verwarj
ming is ingeschakeld.'yGering rembekrachtigingsvacu

Page 89 of 270

Handversnelling:1.Start/stop-knop indrukken. Het contactwordt uitgeschakeld. De automatische
start-stop-functie is gedeactiveerd.2.Eerste versnelling of achteruitversnelling
inschakelen.3.Parkeerrem bedienen.
Motorstart zoals gewoonlijk via de start/stop-
knop.
Automatischedeactivering In bepaalde situaties wordt de automatischestart-stop-functie automatisch gedeactiveerdom de veiligheid te garanderen, bijv. wanneerwordt herkend dat de bestuurder niet aanwejzig is.
Storing De automatische start-stop-functie schakelt
de motor niet meer automatisch uit. Er wordt een Check-Control-melding weergegeven.Verder rijden is niet mogelijk. Het systeem
door een Service Partner van de fabrikant of
een andere gekwalificeerde Service Partner of specialist laten controleren.
Parkeerrem Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Een onbeveiligde auto kan vanzelf in bej
weging komen en wegrollen. Er bestaat gevaar voor ongevallen. De auto voor het verlaten tej
gen wegrollen beveiligen.
Om ervoor te zorgen dat de auto tegen wegrolj len beveiligd is, het volgende in acht nemen:
'yParkeerrem bedienen.'yOp hellingen de voorwielen in de richting
van de stoeprand draaien.'yOp hellingen de auto extra beveiligen, bijv. met een wielkeg.'

Page 90 of 270

Knipperen
De schakelaar door het drukpunt heen indrukj
ken.
Kortknipperen
De hendel licht omhoog of omlaag aantippen.
Richtingaanwijzer knippert driemaal.
De functie kan geactiveerd of gedeactiveerd
worden.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Verlichting"4."Buitenverlichting"5."Richting aangeven"6.Gewenste instelling selecteren.
De instelling wordt voor het momenteel gej bruikte profiel opgeslagen.
Kortstondigknipperen
De hendel tot door het drukpunt drukken en inj
gedrukt houden zolang er geknipperd moet worden.
Storing Ongewoon snel knipperen van de controlej
lampje duidt op een uitgevallen richtingaanwijj
zerlampje.
Grootlicht,lichtsignaal De hendel naar voren drukken of naar achterentrekken.
'yGrootlicht aan, pijl 1.'yGrootlicht uit/lichtsignaal, pijl 2.
Ruitenwisserinstallatie
Algemeen
De wissers niet bij een droge voorruit gebruij ken, anders kunnen de wisserbladen snellerslijten of beschadigd raken.
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Als de wissers zich in beweging zetten
wanneer ze uitgeklapt zijn, kunnen lichaamsj delen worden ingeklemd of delen van de auto
worden beschadigd. Er bestaat kans op letsel of schade. Erop letten dat het contact is afgej
zet als de wissers worden opgeklapt en dat de
wissers bij het inschakelen zijn neergeklapt.'

Page:   < prev 1-10 ... 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 ... 270 next >