BMW X3 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 151 of 306

DynamicTractionControlDTC
activeren/deactiveren
DTCactiveren Toets indrukken.
Het instrumentenpaneel geeft TRACj
TION weer en het controlelampje voor DSC OFF gaat aan.
DTCdeactiveren Toets opnieuw indrukken.
TRACTION en controlelampje DSC
OFF doven.
PerformanceControl
Met Performance Control wordt de auto wendj baarder.
Ter verbetering van de wendbaarheid worden,
bij sportieve rijstijl, afzonderlijke wielen afgej
remd. De remwerking die hierdoor onstaat,
wordt gelijktijdig via een motoringreep grotenj deels gecompenseerd.
xDrive
xDrive is het vierwielaandrijvingssysteem van
uw auto. Door het samenwerken van xDrive en
DSC worden tractie en rijdynamiek verder verj beterd. Het vierwielaandrijvingssysteem xDrive
verdeelt de aandrijfkrachten afhankelijk van
rijsituatie en gesteldheid van de weg variabel over voor- en achteras.
WeergaveophetControlDisplay
xDriveaanzichttonen1."Mijn auto"2."Techniek beleven"3."xDrive-status"
De volgende gegevens worden weergegeven:
'yMet navigatiesysteem: kompasweergave t.o.v. de rijrichting'yHellingshoek in langsrichting, met vermelj
ding van graden en procenten'yHellingshoek in dwarsrichting, met vermelj ding van graden'yGrafische weergave van stuuruitslag
HillDescentControlHDC
Principe HDC is een bergafrijhulp die de snelheid opsteile hellingen automatisch regelt. Zonder dat
er geremd wordt, beweegt de auto zich iets
sneller dan stapvoets. Als actief wordt geremd,
verdeelt het systeem de kracht overeenkomj
stig de tractie.
Bij afdalingen worden rijstabiliteit en bestuurj
baarheid verbeterd.
HDC kan onder ca. 35 km/h worden geactij
veerd. Bij bergafwaarts rijden reduceert de
auto de snelheid en houdt deze constant.
Gebruik HDC alleen bij lage versnellingen of in
de keuzehendelstanden D of R.
Snelheidverhogenofverlagen Snelheidsregeling in het bereik van ca. 6 km/h
tot ca. 25 km/h kunt u met de tuimelschakelaar
van de snelheidsregeling op het stuurwiel inj
stellen. De snelheid van de auto kan door licht
gas geven worden gewijzigd.
Seite 151RijstabiliteitsregelsystemenBediening151
Online Edition for Part no. 01402977855 - II/17

Page 152 of 306

'yTuimelschakelaar tot het drukpunt naarboven drukken: snelheid stapsgewijs verj
hogen.'yTuimelschakelaar tot door het drukpunt heen naar boven drukken: snelheid neemttoe zolang op de tuimelschakelaar wordtgedrukt.'yTuimelschakelaar tot het drukpunt naarbeneden drukken: snelheid stapsgewijs
verlagen.'yTuimelschakelaar tot door het drukpunt heen naar beneden drukken: snelheid
wordt bij het vooruitrijden tot ca. 10 km/h
verlaagd, bij het achteruitrijden tot ca.
6 km/h.
HDCactiveren
Toets indrukken, LED boven de toets
brandt.
HDCdeactiveren Toets opnieuw indrukken. De LED dooft.
Boven circa 60 km/hcirca 60 km/h,
circa 37 mph wordt HDC automatisch gedeacj
tiveerd.
Hetcontrolelampjeophet
instrumentenpaneel
Op de snelheidsmeter wordt de
gekozen snelheid weergegeven.'yGroen: systeem remt de
auto af.'yOranje: systeem in stand-by.
Storing
Op het instrumentenpaneel wordt een melding
weergegeven. HDC is niet beschikbaar, bijj
voorbeeld bij hoge temperatuur van de remj
men.
Dynamische
schokdempercontrole
Principe Het systeem reduceert ongewenste beweginjgen van de auto bij een dynamische rijstijl of
een oneffen wegdek.
Afhankelijk van de toestand van het wegdek en
van de rijstijl worden daardoor de rijdynamiek
en het rijcomfort vergroot.
Programma Het systeem biedt verschillende programma's.
De programma's kunnen met de rijbelevingsj
schakelaar worden geselecteerd.
SPORT Consequent sportieve regeling van de schokj
dempers voor een reactief rijgedrag.
Seite 152BedieningRijstabiliteitsregelsystemen152
Online Edition for Part no. 01402977855 - II/17

Page 153 of 306

SPORT+Consequent sportieve regeling van de schokjdempers voor een reactief rijgedrag met bej
perkte koersstabiliteit.
COMFORT/ECOPRO
Uitgebalanceerde afstelling van de auto.
Variabelesportbesturing
De variabele sportbesturing verandert, afhanj
kelijk van de stuurwieluitslag en snelheid, de ondersteunende werking.
Zo wordt bijvoorbeeld bij inparkeren of
scherpe bochten de stuuruitslag van de voorj wielen vergroot. Daardoor wordt het rijden in
bochten vereenvoudigd.
Bovendien wordt bij lage snelheden de bestuj ring meer ondersteund dan bij hogere snelhejden. Daardoor wordt bijvoorbeeld het inparkejren vereenvoudigd en bij sneller rijden de
besturing directer.
Doordat rekening wordt gehouden met de
stuurwieluitslag en de snelheid is een op de
rijsituatie aangepast sportief stuurgedrag moj
gelijk.
Servotronic Principe
De servotronic is een snelheidsafhankelijke
stuurbekrachtiging.
Bij lage snelheden wordt de stuurkracht meer
ondersteund dan bij hogere snelheden. Daarj
door wordt bijvoorbeeld het inparkeren verj
eenvoudigd en bij sneller rijden de besturing directer.
Tevens wordt de stuurkracht aangepast aan
het betreffende rijprogramma, zodat een sporj
tief-direct of comfortabel stuurgedrag wordt overgebracht.Rijbelevingsschakelaar
Principe Met de rijbelevingsschakelaar kunnen bej
paalde eigenschappen van de auto worden aangepast. Daarvoor staan verschillende projgramma's ter beschikking. Via de toets van derijbelevingsschakelaar en via de DSC OFF
toets kan steeds een programma worden gej
activeerd.
Overzicht
Toetsindeauto
Bedieningvandeprogramma's
ToetsProgrammaDSC OFF
TRACTIONSPORT+
SPORT
COMFORT
ECO PRO
Automatischwisselenvanprogramma In de volgende situaties wordt zo nodig autoj
matisch naar COMFORT gewisseld:
'yBij uitval van de dynamische schokdemj
percontrole.'yBij uitval van de dynamische stabiliteitsj
controle DSC.Seite 153RijstabiliteitsregelsystemenBediening153
Online Edition for Part no. 01402977855 - II/17

Page 154 of 306

'yBij bandenpech.'yBij activering van de snelheidsregeling in
de modus TRACTION of DSC OFF.
DSCOFF
Met DSC OFF, zie pagina 150, wordt de rijstj
abiliteit bij het accelereren en bij het rijden in een bocht niet beperkt.
TRACTION Met TRACTION wordt maximale tractie gelej
verd op een losse ondergrond. Dynamische
tractiecontrole DTC, zie pagina 151, is ingej
schakeld. De koersstabiliteit is bij het accelerej
ren en bij het rijden in bochten beperkt.
SPORT+
Principe
Sportief rijden met geoptimaliseerde onderj stelafstelling en aangepaste aandrijving bij bejperkte koersstabilisering.
Algemeen
Dynamische tractiecontrole is ingeschakeld.
De bestuurder neemt een deel van de stabilij
satietaak over.
SPORT+activeren Druk zo vaak op de knop tot in de toejrenteller SPORT+ en in het instruj
mentenpaneel het controlelampje voor DSC
OFF gaat branden.
Automatischwisselenvanprogramma Bij activering van de snelheidsregeling wordt
automatisch naar de modus SPORT gewisj seld.
Controle-enwaarschuwingslampjes Op het instrumentenpaneel wordt SPORT+
weergegeven.
Controlelampje DSC OFF brandt: dyj
namische tractiecontrole is geactij veerd.
SPORT
Principe Consequente sportieve aanpassing van de onj
derstelafstelling en aandrijving voor grotere wendbaarheid bij het rijden met maximalekoersstabiliteit.
Het programma kan individueel worden geconj figureerd. De configuratie wordt opgeslagen voor het momenteel gebruikte bestuurderjsprofiel.
SPORTactiveren Toets zo vaak indrukken tot in het injstrumentenpaneel SPORT wordt
weergegeven.
SPORTconfigureren Via iDrive:1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3.Evt. "Rijmodus"4."SPORT configureren"5.Gewenste instelling selecteren.
De instelling wordt opgeslagen voor het mojmenteel gebruikte bestuurdersprofiel.
COMFORT
Principe
Voor een evenwichtige afstemming bij maxij
male koersstabiliteit.
COMFORTactiveren Toets zo vaak indrukken tot in het inj
strumentenpaneel COMFORT wordt
weergegeven.
Seite 154BedieningRijstabiliteitsregelsystemen154
Online Edition for Part no. 01402977855 - II/17

Page 155 of 306

In bepaalde situaties wordt automatisch naar
het programma COMFORT gewisseld, Autoj matisch wisselen van programma, zie paj
gina 153.
ECOPRO
Principe ECO PRO biedt een consequent verbruiksverj
minderende afstemming voor maximale actiej
radius bij maximale koersstabilisering.
Comfortfuncties en de motorregeling wordenaangepast.
Het programma kan individueel worden geconj figureerd.
ECOPROactiveren Toets zo vaak indrukken tot in het injstrumentenpaneel ECO PRO wordt
weergegeven.
ECOPROconfigurerenVia iDrive:1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3.Evt. "Rijmodus"4."ECO PRO configureren"5.Gewenste instelling selecteren.
De instelling wordt opgeslagen voor het mojmenteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Rijprogrammaconfigureren
Bij Rijmodus configureren kunnen instellingen
voor de volgende rijprogramma's gewijzigd worden:
'ySPORT, zie pagina 154.'yECO PRO, zie pagina 222.Weergaven
Selectievanhetprogramma Bij het drukken van de toets
wordt een lijst met de te selecj
teren programma's weergegej
ven. Afhankelijk van de uitrusj
ting kan de lijst in het
instrumentenpaneel afwijken van de afbeelj
ding.
Geselecteerdprogramma Het geselecteerde programma
wordt op het instrumentenpaj
neel weergegeven.
Wegrijassistent
Principe
Het systeem ondersteunt bij het hellingopj waarts wegrijden. Gebruik van de parkeerremis hiervoor niet vereist.
Wegrijdenmetwegrij-assistent1.Auto met rempedaal op zijn plaats houden.2.Rempedaal loslaten en vlot wegrijden.
Na het loslaten van het rempedaal wordt deauto gedurende circa 2 seconden op zijnplaats gehouden.
Naargelang de belading of bij rijden met aanj
hangwagen kan de auto soms een klein stukje
achteruitrollen.
Seite 155RijstabiliteitsregelsystemenBediening155
Online Edition for Part no. 01402977855 - II/17

Page 156 of 306

RijcomfortUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege de
landspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Actievesnelheidsregeling
metStop&Go-functie,ACC
Principe Met dit systeem kan via de toetsen op het
stuurwiel een gewenste snelheid en een afj
stand tot een voorligger worden ingesteld.
Bij vrije weg wordt de gewenste snelheid door
het systeem aangehouden, daartoe accelej reert of remt de auto automatisch.
Bij een voorligger past het systeem de eigen
snelheid zo aan, dat de ingestelde afstand tot
de voorligger aangehouden wordt. De aanpasj
sing van de snelheid vindt plaats binnen de
mogelijke grenzen.
De afstand kan in meerdere stappen ingesteld
worden en is om veiligheidsredenen afhankej
lijk van de actuele snelheid.
Als het voorliggende voertuig tot stilstand afj
remt en na korte tijd weer wegrijdt, kan het
systeem dit binnen het gegeven kader volgen.
Algemeen
Naargelang de voertuiginstelling kunnen de kenmerken van de snelheidsregeling op bej paalde punten veranderen.Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonj
lijke verantwoordelijkheid om de verkeerssituaj tie juist in te schatten. Wegens systeembeperjkingen kan het systeem niet in alle
verkeerssituaties zelfstandig op gepaste wijze
reageren. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
Rijstijl aan de verkeerssituatie aanpassen. Verj
keerssituatie observeren en in de betreffende situaties actief ingrijpen.'

Page 157 of 306

'ySnel naar stilstaande voertuigen toe rijden.
Er bestaat kans op letsel of levensgevaar. Verj
keerssituatie observeren en in de betreffende situaties actief ingrijpen.'

Page 158 of 306

De controlelampjes in het instrumentenpaneel
branden en de markering op de snelheidsmej ter wordt op de huidige snelheid gezet.
Snelheidsregeling kan worden gebruikt. DSC wordt eventueel ingeschakeld.
Uitschakelen
Bij uitschakelen in stilstand tegelijkertijd de
rem indrukken.
Toets op het stuurwiel indrukken.'yBij ingeschakeld systeem: tweemaal inj
drukken.'yBij onderbroken werking: eenmaal indrukj ken.
De weergaven verdwijnen. De opgeslagen gej
wenste rijsnelheid wordt gewist.
Handmatigonderbreken Toets op het stuurwiel indrukken.
Bij onderbreken in stilstand tegelijkertijd de
rem indrukken.
Automatischonderbreken De werking van het systeem wordt in de voljgende situaties automatisch onderbroken:
'yAls door de bestuurder geremd wordt.'yWanneer uit de keuzehendelstand D naareen andere stand geschakeld wordt.'yAls DTC wordt geactiveerd of DSC wordtgedeactiveerd.'yAls DSC regelt.'yAls met de rijbelevingsschakelaar SPORT+wordt geactiveerd.'yAls bij stilstaande auto de veiligheidsgordelen het bestuurdersportier worden gej
opend.'yAls het systeem reeds lang geen objecten
herkent, bijvoorbeeld op weinig bereden
routes zonder randbegrenzing.'yWanneer het detectiegebied van de radar
verstoord is, bijvoorbeeld door vuil of hej vige neerslag.'yNa een stilstand van ca. 3 seconden, wanj
neer de auto door het systeem tot stilstand
is afgeremd.
Snelheidinstellen
Snelheidhandhaven,opslaan
Tuimelschakelaar bij onderbroken werkin eenj
maal indrukken.
Bij ingeschakeld systeem wordt de actuele
snelheid gehandhaafd en als gewenste rijsnelj heid opgeslagen.
De opgeslagen snelheid wordt in de snelheidsj meter en kort in het instrumentenpaneel weerj
gegeven, zie pagina 160.
DSC wordt eventueel ingeschakeld.
De snelheid kan ook door toetsbediej
ning worden opgeslagen.
Toets indrukken.
Seite 158BedieningRijcomfort158
Online Edition for Part no. 01402977855 - II/17

Page 159 of 306

Snelheidwijzigen
Zo vaak op de tuimelschakelaar naar boven ofonder drukken, tot de gewenste rijsnelheid is
ingesteld.
In actieve toestand wordt de weergegeven snelheid opgeslagen en bereikt voor zover deverkeerssituatie dit toelaat.
'yDrukken van de tuimelschakelaar tot hetdrukpunt verhoogt of verlaagt de gewensterijsnelheid telkens met circa 1 km/h.'yDrukken op de tuimelschakelaar door het
drukpunt heen verandert de gewenste
snelheid telkens tot het volgende tiental
van de km/h-weergave op de snelheidsmej
ter.
Tuimelschakelaar in de betreffende stand houj den om de betreffende actie te herhalen.
Afstandinstellen
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem ontslaat u niet van uw eigen
verantwoording. In verband met systeembej perkingen kan pas laat afgeremd worden. Erbestaat kans op een ongeval of schade. Verj
keerssituatie altijd goed in de gaten houden.
De afstand aan de verkeers- en weersomstanj
digheden aanpassen en de voorgeschreven
veiligheidsafstand eventueel door remmen
aanhouden.'

Page 160 of 306

schade. Gewenste rijsnelheid aan de verkeersj
situatie aanpassen en eventueel remmen.'

Page:   < prev 1-10 ... 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 ... 310 next >