BMW X4 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Bediening
De informatie in dit hoofdstuk helpen u om uw
auto soeverein te bedienen. Alle uitvoeringen die dienen voor het rijden, voor uw veiligheid en uw comfort worden hier beschreven.Online Edition for Part no. 01 40 2 915 911 - X/16

Openen
en
sluitenUitrusting
van
de
auto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege de
landspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Afstandsbediening Algemeen
In de leveringsomvang zijn twee afstandsbej
dieningen met geïntegreerde sleutel inbegrej pen.
Elke afstandsbediening heeft een vervangbare batterij. Batterij vervangen, zie pagina 45.
Afhankelijk van de landspecifieke of gekozen speciale uitrusting kunnen de functies van de toetsen worden ingesteld. Instellingen, zie paj
gina 55.
Voor elke afstandsbediening zijn persoonlijke instellingen in de auto opgeslagen. Bestuurjdersprofielen, zie pagina 52.
In de afstandsbedieningen wordt informatie
opgeslagen over de onderhoudsbehoefte. Serj vicegegevens in de afstandsbediening, zie paj
gina 249.
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Personen of huisdieren in de auto kunj
nen de portieren van binnenuit vergrendelen en zichzelf insluiten. De auto kan in dat gevalniet van buitenaf worden geopend. Er bestaatkans op letsel. Afstandsbediening meenemen,
zodat de auto van buitenaf kan worden geoj
pend.'

Overzicht1Ontgrendelen2Vergrendelen3Achterklep openen/sluiten
OntgrendelenToets van de afstandsbediening inj
drukken.
Afhankelijk van de instellingen, zie pagina 55,
worden de volgende toegangen ontgrendeld.
'yHet bestuurdersportier en de tankdopklep.
Toets van de afstandsbediening opnieuw
indrukken, om de andere autoportieren te ontgrendelen.'yAlle portieren, de achterklep en de tankj
dopklep.
Daarnaast worden de volgende functies uitgej
voerd:
'yDe in het bestuurdersprofiel, zie paj gina 52, opgeslagen instellingen worden
uitgevoerd.'yDe interieurverlichting wordt ingeschakeld, als deze niet handmatig uitgeschakeldwerd. Interieurverlichting handmatig in- en
uitschakelen, zie pagina 120.'yDe in de instellingen, zie pagina 55, gej
activeerde buitenverlichting wordt ingej schakeld.'yAutomatisch ingeklapte buitenspiegels
worden uitgeklapt. Deze functie moet in de instellingen geactiveerd worden. De via
comfortsluiten ingeklapte buitenspiegelsmoeten met comfortopenen worden uitgej klapt.'yMet diefstalbeveiliging: De diefstalbeveilij
ging wordt uitgeschakeld.'yDe alarminstallatie, zie pagina 56, wordt
uitgeschakeld.
De verlichtingsfuncties zijn eventueel afhankej lijk van de omgevingslichtsterkte.
Comfortopenen Toets afstandsbediening na ontgrenj
delen ingedrukt houden.
Zolang de toets op de afstandsbediening
wordt ingedrukt, worden de ruiten en het glaj
zen dak geopend.
Vergrendelen
1.Het bestuurdersportier sluiten.2. Toets van de afstandsbediening inj
drukken.'yAlle portieren, de achterklep en de tankj
dopklep worden vergrendeld.'yMet diefstalbeveiliging: De diefstalbeveilij
ging wordt ingeschakeld. Deze verhindert
dat de portieren via de vergrendelingsj knoppen of de portieropeners worden ontj
grendeld.'yDe alarminstallatie, zie pagina 56, wordt
ingeschakeld.
Wanneer de auto bij het vergrendelen tweej maal claxoneert, is het contact of de motor nog
ingeschakeld. In dit geval de motor or het conj
tact via de start-/stop-toets uitschakelen.
Seite 43Openen
en
sluitenBediening43
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 911 - X/16

Comfortsluiten
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Bij het comfortsluiten kunnen lichaamsj
delen worden ingeklemd. Er bestaat kans op
letsel. Bij het comfortsluiten erop letten dat het
bewegingsgebied vrij is.'

Batterij
vervangen1.Geïntegreerde sleutel uit de afstandsbejdiening nemen, zie pagina 46.2.De geïntegreerde sleutel onder het battej
rijvakdeksel aanbrengen, pijl 1, en dit met
een hefboombeweging van de geïntej
greerde sleutel optillen, pijl 2.3.De batterij met een spits voorwerp in de
richting van de pijl drukken en verwijderen.4.Batterij van type CR 2450 met de pluskant naar boven plaatsen.5.Deksel terugdrukken.6.Geïntegreerde sleutel in de afstandsbediejning schuiven tot deze vastklikt.
Oude batterijen door een Service Partj
ner van de fabrikant of een andere gej
kwalificeerde Service Partner of specij
alist laten afvoeren of op een verzamelpunt afgeven.
Extra
afstandsbedieningen
Extra afstandsbedieningen zijn bij een Service
Partner van de fabrikant of een andere gekwaj
lificeerde Service Partner of specialist verkrijgj baar.
Verlies
van
afstandsbedieningen Een verloren afstandsbediening kan wordengeblokkeerd en vervangen door een ServicePartner van de fabrikant of een andere gekwajlificeerde Service Partner of specialist.
Storing
Algemeen
Er wordt een Check-Control-melding weergej
geven.
De herkenning van de afstandsbediening door
de auto kan o.a. door de volgende omstandigj heden worden verstoord:'yDe batterij van de afstandsbediening isleeg. Batterij vervangen, zie pagina 45.'yStoring in de verbinding door zendmasten
of andere installaties met een hoog zendjvermogen.'yAfscherming van de afstandsbedieningdoor metalen objecten.
De afstandsbediening niet samen met mej talen voorwerpen vervoeren.'yStoring in de verbinding door mobiele telej
foons of andere elektrische toestellen in de
onmiddellijke omgeving van de afstandsj
bediening.
De afstandsbediening niet samen met
elektronische apparaten vervoeren.'yStoring van de signaaloverdracht door het opladen van mobiele apparaten, bijvoorj
beeld een mobiele telefoon.'yDe afstandsbediening bevindt zich vlakbij
het Wireless Charging opbergvak.
De afstandsbediening op een andere plek
neerleggen.
In geval van storing kan de auto met de geïntej
greerde sleutel, zie pagina 46, van buitenaf
worden ont- en vergrendeld.
Seite 45Openen
en
sluitenBediening45
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 911 - X/16

Motor
starten
via
probleemherkenning
van
de
afstandsbediening1.De achterzijde van de afstandsbediening tegen de markering op de stuurkolom houjden.2.Binnen 10 seconden de motor starten.
Wanneer de afstandsbediening niet wordt herj
kend: De positie van de afstandsbediening iets
veranderen en de procedure herhalen.
Ge

Alarminstallatie
De alarminstallatie wordt niet geactiveerd wanj
neer de auto met de geïntegreerde sleutel wordt vergrendeld.
De alarminstallatie gaat af bij het openen van
het portier, als via het portierslot wordt ontj grendeld.
Om het alarm te be

Ontgrendelen
Portierhandgreep van het bestuurders- of pasj
sagiersportier volledig omvatten.
Komt overeen met het indrukken van de toets
van de afstandsbediening.
Vergrendelen
Het vlak op de portierhandgreep aan de bej stuurders- of bijrijderskant met de vinger circa1 seconde aanraken zonder de portiergreep
beet te pakken.
Komt overeen met het indrukken van de toets
van de afstandsbediening.
Comfortsluiten
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Bij het comfortsluiten kunnen lichaamsj
delen worden ingeklemd. Er bestaat kans op
letsel. Bij het comfortsluiten erop letten dat het
bewegingsgebied vrij is.'

VeiligheidsvoorschriftenWAARSCHUWING
Bij de bediening van de achterklep kunj
nen lichaamsdelen worden ingeklemd. Er bej staat kans op letsel. Bij het openen en sluitenerop letten dat het bewegingsgebied van de
achterklep vrij is.'

Uit
te
voeren
voetbeweging1.In het midden achter de auto staan, ongejveer een armlengte van de achterzijde vande auto verwijderd.2.Een voet in rijrichting zo ver mogelijk onderde auto bewegen en onmiddellijk opnieuw
terugtrekken. Bij deze beweging moet het
been door de bereiken van beide sensoren
gaan.
Openen
Hieronder beschreven voetbeweging uitvoej
ren.
De achterklep wordt geopend.
Voor het openen gaat de waarschuwingsknipj
perlichtinstallatie knipperen.
Sluiten
Hieronder beschreven voetbeweging uitvoej
ren.
De waarschuwingsknipperlichtinstallatie bej gint te knipperen en er klinkt een akoestischsignaal voordat de achterklep gesloten wordt.
Door een nieuwe voetbeweging kan het sluitenonderbroken worden.
Storing
De herkenning van de afstandsbediening door
de auto kan o.a. door de volgende omstandigj heden worden verstoord:
'yDe batterij van de afstandsbediening isleeg. Batterij vervangen, zie pagina 45.'yStoring in de verbinding door zendmasten
of andere installaties met een hoog zendjvermogen.'yAfscherming van de afstandsbedieningdoor metalen objecten.
De afstandsbediening niet samen met mej talen voorwerpen vervoeren.'yStoring in de verbinding door mobiele telej
foons of andere elektrische toestellen in de
onmiddellijke omgeving van de afstandsj
bediening.
De afstandsbediening niet samen met
elektronische apparaten vervoeren.
Bij een storing de auto met de toetsen van de
afstandsbediening of met de geïntegreerde
sleutel, zie pagina 46, ontgrendelen en verj
grendelen.
Achterklep
Algemeen De afstandsbediening niet in de bagageruimte
leggen om mogelijk insluiten van de afstandsj
bediening te vermijden.
Afhankelijk van de uitvoering en landuitvoering
kan ingesteld worden of ook de portieren bij
het ontgrendelen met de afstandsbediening
ook ontgrendeld moeten worden. Instellingen
uitvoeren, zie pagina 55.
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Bij de bediening van de achterklep kunj
nen lichaamsdelen worden ingeklemd. Er bej staat kans op letsel. Bij het openen en sluitenerop letten dat het bewegingsgebied van deachterklep vrij is.'