BMW X5 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 231 of 376

Contrast
Bij ingeschakelde Side View:1.Controller eventueel naar links kantelen.2. Symbool selecteren.3.Controller draaien tot de gewenste instelling is bereikt en controller indrukken.
Waarschuwingbijkruisend
verkeer
Principe Wanneer de voorste of de achterste camera eenvan opzij naderend object waarneemt, wordt het
in de Side View getoond door middel van een
symbool.
Voorwaarden
'xSide View ingeschakeld.'xEigen auto beweegt maximaal stapvoets.'xTer herkenning van naderende objecten is
voldoende helderheid, bijv. daglicht, noodzaj kelijk.
Weergave
Een geel symbool wordt getoond wanj
neer een naderend voertuig waargenoj men wordt door de camera.
Een grijs symbool wordt getoond wanj neer waarneming van het kruisende verj
keer niet mogelijk is.
Grenzenvanhetsysteem In de volgende situaties kan de waarschuwing bij
kruisend verkeer beperkt zijn:
'xBij slechte licht- en zichtomstandigheden.'xBij vuile of bedekte camera.
Grenzenvanhetsysteem
De op het Control Display getoonde objektenkunnen in bepaalde omstandigheden dichterbij
zijn dan het lijkt. De afstand tot de objektendaarom niet schatten op het display.
De gezichtshoek bedraagt ca. 180p.
Parkeerassistent
Principe
Het systeem biedt ondersteuning bij zijdelingsinparkeren parallel aan de weg.
Algemeen
Bij het gebruik van de parkeerassistent wordt onj derscheid gemaakt tussen drie stappen:
'xInschakelen en activeren.'xHet zoeken naar een parkeerruimte.'xHet inparkeren.
Ultrasone sensoren meten de parkeerruimte aan
beide zijden van de auto op.
De parkeerassistent berekent de optimale inparj
keerlijn en neemt tijdens het parkeren de bestuj
ring, het accelereren en het remmen over en wisselt zo nodig van versnelling. Gedurende het
parkeren de parkeerhulptoets ingedrukt houden.
De status van het systeem en de noodzakelijke
handelingsaanwijzingen worden op het Control
Display weergegeven.
De parkeerassistent maakt gebruik van de senj
soren van de Park Distance Control, PDC.
Seite 231RijcomfortBEDIENING231
Online Edition for Part no. 01402988817 - II/18

Page 232 of 376

Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonlijke verj
antwoordelijkheid om de verkeerssituatie juist
in te schatten. Wegens systeembeperkingen kan het systeem niet in alle verkeerssituaties
zelfstandig op gepaste wijze reageren. Er bej
staat gevaar voor ongevallen. Rijstijl aan de verj keerssituatie aanpassen. Verkeerssituatie obj
serveren en in de betreffende situaties actief ingrijpen.
WAARSCHUWING
Bij gebruik van de trekhaak kan de parkeerasj
sistent vanwege afgedekte sensoren worden beschadigd. Er bestaat kans op een ongeval ofschade. Bij het rijden met een aanhangwagen
of bij gebruik van de trekhaak, bijv. voor een fietsendrager, de parkeerassistent niet gebruij
ken.
OPMERKING
De parkeerassistent kan eventueel tegen of
over stoepranden sturen. Er bestaat gevaar voor schade. Verkeerssituatie observeren en in
de betreffende situaties actief ingrijpen.
Bovendien gelden de veiligheidsaanwijzingen
van de Park Distance Control PDC.
Overzicht
Toetsindeauto
Toets parkeerassistent
Ultrasonesensoren
De ultrasone sensoren voor het opmeten van parkeerruimte bevinden zich aan de zijkant van
de auto.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
UltrasonesensorenDe correcte werking waarborgen:
'xSensoren niet afdekken, bijvoorbeeld met
stickers.'xSensoren schoon en vrij houden.
Voorhetopmetenvan
parkeerruimten
'xRecht vooruitrijden tot circa 35 km/h.Seite 232BEDIENINGRijcomfort232
Online Edition for Part no. 01402988817 - II/18

Page 233 of 376

'xMaximale afstand tot de rij geparkeerde auj
to's: 1,5 m.
Geschikteparkeerruimte
'xRuimte tussen twee objecten die telkens minstens 1,5 m lang zijn.'xMinimumlengte van de ruimte: eigen voerj
tuiglengte plus circa 1,2 m.'xMinimumdiepte: circa 1,5 m.
Bijhetparkeren
'xPortieren en achterklep zijn gesloten.'xParkeerrem is vrijgezet.'xAutogordel is omgedaan.
Inschakelenenactiveren
Inschakelenmetdetoets Toets parkeerassistent indrukken.
LED brandt.
De actuele status van het zoeken naar een parj
keerruimte wordt op het Control Display weergej geven.
Parkeerassistent wordt automatisch geactij
veerd.
Inschakelenmetde
achteruitversnelling
Achteruitversnelling inschakelen.
De actuele status van het zoeken naar een parj keerruimte wordt op het Control Display weergej
geven.
Activeren:
"Parkeerassistent"
WeergaveophetControlDisplay
Systeemgeactiveerd/gedeactiveerdSymj
boolBetekenis Grijs: systeem niet beschikbaar.
Wit: systeem beschikbaar, maar niet
geactiveerd. Systeem geactiveerd.
Zoekennaareenparkeerruimteen
statusvanhetsysteem
'xSymbool P op de voertuigweergave: parkasj
sistent is geactiveerd en het zoeken naar een
parkeerruimte is actief.'xGeschikte parkeerruimten worden op het
Control Display aan de rand van de weg naast
het autosymbool weergegeven. Bij actieve
parkeerassistent worden de geschikte parj keerruimten gekleurd geaccentueerd.'xParkeerprocedure actief. Bej
sturing is overgenomen.'xZoeken naar parkeerruimten is bij langzaam recht vooruitrijden altijd actief, ook bij gej
deactiveerd systeem. Bij gedeactiveerd sysj
teem worden de weergaven op het Control
Display grijs weergegeven.Seite 233RijcomfortBEDIENING233
Online Edition for Part no. 01402988817 - II/18

Page 234 of 376

Inparkerenmetde
parkeerassistent
Inparkeren1. Parkeerhulptoets indrukken of achterj
uitversnelling inschakelen om de parkeerasj
sistent in te schakelen, zie pagina 233. Parj
keerassistent eventueel activeren.
Parkeerassistent is geactiveerd.
2.Met een snelheid tot circa 35 km/h en een afj
stand van maximaal 1,5 m langs de rij geparj
keerde voertuigen rijden.
De status van het zoeken naar een parkeerj
ruimte en mogelijke parkeerruimtes worden op het Control Display weergegeven, zie pajgina 233.3.Aanwijzingen op het Control Display opvolj
gen.
Gedurende het parkeren de parkeerhulptoets ingedrukt houden. Als de auto is geparkeerd, wordt versnelling in keuzehendelstand P gej
zet.
De voltooiing van de parkeerprocedure wordt
op het Control Display weergegeven.4.De parkeerstand eventueel zelf aanpassen.
Handmatigafbreken
De parkeerassistent kan op elk gewenst moment
worden afgebroken:
'xToets parkeerassistent indrukken.'x "Parkeerassistent" Symbool op het Conj
trol Display selecteren.
Automatischafbreken
De werking van systeem wordt in de volgende sij
tuaties automatisch afgebroken:
'xBij vasthouden van het stuur of als er zelf gej
stuurd wordt.'xEventueel bij besneeuwde of gladde wegen.'xZo nodig bij moeilijk te overkomen obstakels, bijvoorbeeld stoepranden.'xBij plotseling verschijnende obstakels.'xAls de Park Distance Control PDC te geringeafstanden weergeeft.'xBij overschrijden van een maximaal aantal inj
parkeerpogingen of de inparkeerduur.'xBij het omschakelen naar andere functies op
het Control Display.'xBij het loslaten van de parkeerhulptoets.'xBij geopende achterklep.'xBij geopende portieren.'xBij het vastzetten van de parkeerrem.'xBij het accelereren.'xBij het remmen.'xBij het afdoen van de veiligheidsgordel.
Er wordt een Check-Control-melding weergegej
ven.
Voortzetten Een afgebroken parkeerprocedure kan eventueelworden voortgezet.
Daartoe de parkeerassistent opnieuw activeren, zie pagina 233, en de aanwijzingen op het Conj
trol Display opvolgen.
Uitschakelen Het systeem kan als volgt worden uitgeschakeld:
'xToets parkeerassistent indrukken.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Het systeem kan door beperkingen van het
systeem niet, te laat, onjuist of ongegrond reaj geren. Er bestaat kans op een ongeval ofschade. De aanwijzingen over de grenzen van
Seite 234BEDIENINGRijcomfort234
Online Edition for Part no. 01402988817 - II/18

Page 235 of 376

het systeem in acht nemen en eventueel actief
ingrijpen.
Geenparkeerondersteuning
De parkeerassistent biedt in de volgende situj
aties geen ondersteuning:'xIn scherpe bochten.'xBij rijden met aanhangwagen.
Beperktewerking
De werking kan bijvoorbeeld in de volgende situj
aties beperkt zijn:
'xOp een oneffen ondergrond, bijvoorbeeld bij grindwegen.'xOp een gladde ondergrond.'xOp steile hellingen of afdalingen.'xBij opeengehoopte bladeren of sneeuw op
de parkeerplaats.'xBij greppels of afgronden, bijvoorbeeld een
havenkant.
Grenzenvandeultrasoonmeting
Het waarnemen van objecten kan worden bej
perkt door de grenzen van de natuurkundige ulj trasone meting, zoals bij de volgende omstandigjheden:
'xBij kleine kinderen en dieren.'xBij personen met bepaalde kleding, bijvoorjbeeld een dikke jas.'xBij externe storing van het ultrasone signaal,
bijvoorbeeld door voorbijrijdende voertuigen
of lawaaiige machines.'xBij vuile, bevroren, beschadigde of verstelde
sensoren.'xBij bepaalde weersomstandigheden, bijv. hoge luchtvochtigheid, regen, sneeuwval, exjtreme hitte, of sterke wind.'xBij aanhangwagentrekstangen en -koppelinjgen van andere voertuigen.'xBij dunne of wigvormige voorwerpen.'xBij bewegende objecten.'xBij hoger gelegen en uitstekende objecten,
bijvoorbeeld muuruitsparingen of bagage.'xBij objecten met hoeken en scherpe kanten.'xBij objecten met een dunne oppervlakte of
structuur, bijvoorbeeld hekken.'xBij objecten met poreuze oppervlakken.'xBij uitstekende lading.'xReeds weergegeven, lage objecten, bijvoorj
beeld stoepranden, kunnen in het dode bej reik van de sensoren komen voordat of nadatreeds een ononderbroken geluidssignaalklinkt.
Er kunnen eventueel parkeerruimten worden
herkend, die daartoe niet geschikt zijn, of gej
schikte parkeerruimten worden niet herkend.
Storing Er wordt een Check-Control-melding weergegej
ven.
De parkeerassistent is uitgevallen. Het systeem
door een Service Partner van de fabrikant of een andere gekwalificeerde Service Partner of specij
alist laten controleren.
Seite 235RijcomfortBEDIENING235
Online Edition for Part no. 01402988817 - II/18

Page 236 of 376

KlimaatregelingUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspejcifieke en speciale uitrustingen beschreven die inde modelserie aangeboden worden. Er worden
daarom ook uitrustingen beschreven die in een
auto, bijvoorbeeld vanwege de landspecifieke of
gekozen speciale uitrusting niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsrelevante functies
en systemen. Bij gebruik van deze functies en systemen moeten de geldende wetten en voorj
schriften worden nageleefd.
Luchtkwaliteitinhet
interieur
De luchtkwaliteit in de auto wordt verbeterd door
een emissiegecontroleerd interieur, microfilter en
klimaatsysteem voor regeling van de temperaj
tuur, luchthoeveelheid en luchtrecirculatiefunctie.
Daar bovenop komen afhankelijk van de uitvoej
ring functies, zoals micro-/actief koolfilter, airconj
ditioning met automatische luchtcirculatiefunctie
(AUC) en standventilatie.
Airconditioning
1Temperatuur, links2IJs en wasem verwijderen3Luchthoeveelheid4Luchtverdeling5Temperatuur, rechts6Stoelverwarming, rechts\_ 957Luchtrecirculatiefunctie8AUTO-programma9Koelfunctie10AchterruitverwarmingSeite 236BEDIENING,limaatregeling236
Online Edition for Part no. 01402988817 - II/18

Page 237 of 376

11Stoelverwarming, links\_95Aircofunctiesindetail
Systeemin-/uitschakelen
Inschakelen
Willekeurige toets indrukken, met volgende uitj
zonderingen:'xAchterruitverwarming.'xLinker toetszijde Luchthoeveelheid.'xStoelverwarming.
Uitschakelen
Toets links ingedrukt houden, tot het
systeem wordt uitgeschakeld.
Temperatuur
Principe
De ge

Page 238 of 376

Luchtrecirculatiefunctie
Principe
Bij sterk verontreinigde buitenlucht kunt u de
toevoer van buitenlucht tijdelijk afsluiten. De lucht in het interieur wordt dan gerecirculeerd.
Bediening Toets herhaald indrukken, om een funcj
tie op te roepen:'xLED uit: buitenlucht stroomt continu naar binj
nen.'xLED aan, luchtrecirculatiefunctie: de toevoer van buitenlucht is permanent afgesloten.
Luchthoeveelheidhandmatig
regelen
Principe
De luchthoeveelheid voor de klimaatregeling kan
handmatig ingesteld worden.
Algemeen
Om de luchthoeveelheid handmatig te kunnen
regelen, eerst het AUTO-programma uitschakej len.
Bediening Linker- of rechterzijde van de toets injdrukken: luchthoeveelheid verkleinen of
vergroten.
De geselecteerde luchthoeveelheid wordt op het
display van de automatische airconditioning
weergegeven.
De luchthoeveelheid van de airconditioning
wordt eventueel tot aan het uitschakelen gereduj
ceerd om de accu te ontzien.
Luchtverdelinghandmatigregelen
Principe
De luchtverdeling voor de klimaatregeling kan
handmatig ingesteld worden.
Bediening Toets herhaald indrukken om een proj
gramma te selecteren:'xTer hoogte van het bovenlichaam.'xTer hoogte van het bovenlichaam en de
beenruimte.'xBeenruimte.'xRuiten en beenruimte.'xRuiten, ter hoogte van het bovenlichaam en
beenruimte.'xRuiten: alleen aan de bestuurderszijde.'xRuiten en ter hoogte van het bovenlichaam.
Ruitenontdooienenontwasemen
Principe
IJs en condens verdwijnen snel van de voorruit
en voorste zijruiten.
In-/uitschakelen Toets indrukken.
LED brandt bij ingeschakeld systeem.
Luchthoeveelheid kan bij een actief programma worden aangepast.
Achterruitverwarming Toets indrukken. LED brandt.
Achterruitverwarming wordt na enige
tijd automatisch uitgeschakeld.
Microfilter Het microfilter filtert stof en pollen uit de binnenj
stromende lucht.
Seite 238BEDIENING,limaatregeling238
Online Edition for Part no. 01402988817 - II/18

Page 239 of 376

Deze filters bij het onderhoud, zie pagina 325,
van de auto laten vervangen.
Uitgebreideairconditioning
1Luchtverdeling, links2Temperatuur, links3AUTO-programma, links4Luchthoeveelheid, AUTO-intensiteit, links,
restwarmte5IJs en wasem verwijderen6Maximaal koelen7Display8Luchthoeveelheid, AUTO-intensiteit, rechts9AUTO-programma, rechts10Temperatuur, rechts11Luchtverdeling, rechts12Stoelverwarming, rechts\_ 9513Actieve stoelventilatie, rechts\_ 9614AUC/luchtrecirculatiefunctie15Koelfunctie16Achterruitverwarming17SYNC-programma18Actieve stoelventilatie, links\_9619Stoelverwarming, links\_95Seite 239,limaatregelingBEDIENING239
Online Edition for Part no. 01402988817 - II/18

Page 240 of 376

Aircofunctiesindetail
Systeemin-/uitschakelen
Inschakelen
Willekeurige toets indrukken, met volgende uitj
zonderingen:'xAchterruitverwarming.'xLinker toetszijde Luchthoeveelheid.'xStoelverwarming.'xStoelventilatie.'xEvt. SYNC-programma.
Uitschakelen
'xCompleet systeem:
Toets aan de bestuurderszijde links
ingedrukt houden, tot het systeem
wordt uitgeschakeld.'xOp de passagierszijde:
Toets aan de passagierszijde links
ingedrukt houden.
Temperatuur
Principe
De ge

Page:   < prev 1-10 ... 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 261-270 271-280 ... 380 next >