BMW X5 2021 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 231 of 492

AlleIntelligentSafety-systemenwordenuitgej
schakeld.ToetsStatusToetsbrandtgroen:alleIntelligentSaj
fety-systemenzijningeschakeld.Knopbrandtoranje:enkeleIntelligent
Safety-Systemenzijnuitgeschakeldof momenteelnietbeschikbaar.Toetsbrandtniet:enkeleIntelligent
Safety-systemenzijnuitgeschakeld.
Waarschuwingstijdstipinstellen
1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Veiligheidenwaarschuwingen5.Rijstrookverlatenwaarschuw.6.Gewensteinstellingselecteren:'xVroeg'xGemiddeld'xBeperkt:afhankelijkvandesituatieworj denbepaaldewaarschuwingenonderj
drukt,bijvoorbeeldbijhetinhalenzonder richtingaantegevenofbijhetbewustrijj
denoverrijlijneninbochten.'xUit:ervindengeenwaarschuwingen
plaats.
Degekozeninstellingwordtopgeslagenvoorhet momenteelgebruiktebestuurdersprofiel.
Sterktevandestuurwieltrillingen
instellen
1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Retourmeld.ophetstuurwiel5.Trillingssterkte6.Gewensteinstellingselecteren.DeinstellingwordtovergenomenvooralleIntellij
gentSafety-systemenenopgeslagenvoorhet
momenteelgebruiktebestuurdersprofiel.
Stuuringreepin-/uitschakelen Destuuringreepkanafzonderlijkvoorrijstrookj
wisselmeldingenLaneDepartureWarningworj
denin-enuitgeschakeld.1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Veiligheidenwaarschuwingen5.Rijstrookverlatenwaarschuw.6.Stuuringreep
Degekozeninstellingwordtopgeslagenvoorhet momenteelgebruiktebestuurdersprofiel.
Weergaveinhet instrumentenpaneel
Hetsymboolbrandtgroen:tenminste
aanéénkantvandeautowerdereenrijj
baanbegrenzingherkendenwaarschuj
wenismogelijk.
Waarschuwingsfunctie
Bijhetverlatenvanderijbaan
Alsdeautoderijstrookverlaatenalsereenrijj baanbegrenzingwordtherkend,trilthetstuurafj
hankelijkvandeinstellingvandestuurtrilling.
Alsvoorhetveranderenvanrijbaanderichtingj
aanwijzerindeovereenkomstigerichtingwordt
ingeschakeld,wordtergeenwaarschuwinggej
geven.
Stuuringreep
Afhankelijkvandeuitvoering:alsinhetsnelj
heidsbereiktot210km/ueenrijbaanbegrenzing wordtoverschreden,dangrijpthetsysteem
naastdetrillingookindooreenkorteactieve
stuuringreep.Destuuringreephelptdeautobinj
Seite231VeiligheidBEDIENING231
OnlineEditionforPartno.01405A1F400-X/20

Page 232 of 492

nenderijbaantehouden.Destuuringreepisin
hetstuurwielvoelbaarenkanopelkmoment handmatigoverstuurdworden.Bijeenactieve
stuuringreepknippertdeweergaveophetinstruj mentenpaneel.
Waarschuwingsgeluid
Afhankelijkvandeuitrusting:alshetsysteem binnen3minutenmeermaalsactiefmoetingrijj
penindebesturingzonderdatdebestuurderhet
stuuroverneemt,klinktereenwaarschuwingsgej
luid.Bijde2estuuringreepklinktereenkort
waarschuwingsgeluid.Vanafde3eingreepklinkt
ereenlangerwaarschuwingsgeluid.
BovendienwordteenCheck-Control-melding
weergegeven.
WaarschuwingsgeluidenCheck-Control-melj
dinggebiedendebestuurderombeteropde rijstrookteletten.
Bijhetrijdenmeteen
aanhangwagen
Alshetstopcontactvandeaanhangwageningej
bruikisofdeaanhangwagenmodusisgeactij
veerd,bijvoorbeeldalsereenaanhangwagenof
fietsendragerisaangekoppeld,vindtgeenstuurj ingreepplaats.
Onderbrekingvandewaarschuwing Dewaarschuwingwordtbijv.indevolgendesituj
atiesgeannuleerd:'xAutomatischnaenkeleseconden.'xBijterugkeernaardeeigenrijbaan.'xBijkrachtigremmen.'xBijrichtingaangeven.'xAlsdeDynamischeStabiliteitscontroleDSC
regelt.Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Hetsysteemkandoorbeperkingenvanhet
systeemniet,telaat,onjuistofongegrondreaj geren.Erbestaatkansopeenongevalofschade.Deaanwijzingenoverdegrenzenvanhetsysteeminachtnemeneneventueelactief
ingrijpen.
Systeembeperkingenvande
sensoren
Meerinformatie:
'xCamerass,ziepagina 43.
Beperktewerking
Dewerkingkanbijvoorbeeldindevolgendesituj
atiesbeperktzijn:
'xBijontbrekende,afgesleten,moeilijkzichtj bare,samen-ofuiteenlopendeofonduidej
lijkerijbaanbegrenzingen,zoalsbijvoorbeeld bijwegwerkzaamheden.'xAlsrijbaanbegrenzingenbedektzijnmet
sneeuw,ijs,vuilofwater.'xInscherpebochtenofopsmallewegen.'xAlsrijbaanbegrenzingennietwitzijn.'xAlsrijbaanbegrenzingenbedektzijndoorobj
jecten.'xBijdichtachterhetvoorliggendevoertuigrijj den.'xTot10secondennahetstartenvandemotor
viadestart-/stopknop.
Alsdewerkingisbeperkt,wordtereventueel
eenCheck-Control-meldingweergegeven.
Seite232BEDIENINGVeiligheid232
OnlineEditionforPartno.01405A1F400-X/20

Page 233 of 492

Rijstrookwisselmelding
PrincipeDerijstrookwisselmeldingherkentvoertuigenin
dedodehoekofwanneervoertuigenopde naastgelegenrijstrookvanachterennaderen.Indezesituatieswordteenwaarschuwinginverj
schillendefasesgegeven.
Algemeen
Radarsensorenbewakenvanafeenminimumj
snelheidhetgebiedachterennaasthetvoertuig.
Deminimumsnelheidislandspecifiekenwordtin
hetmenuvandeIntelligentSafety-systemen weergegeven.
Hetsysteemlaatzienwanneerzichvoertuigenin dedodehoekbevinden,pijl1,ofopdenaastgej
legenrijstrookvanachterennaderen,pijl2.
Hetlampjeindebuitenspiegelgaatgedimd
branden.
Bijveranderenvanrijbaanmetingeschakelde
richtingaanwijzerwaarschuwthetsysteeminde
eerdergenoemdesituaties.
Hetlampjeindebuitenspiegelknippertenhet
stuurwieltrilt.
Autometwaarschuwingssysteemvoorzijdej
lingseaanrijdingen:bijsnelhedentot210km/h
kanhetsysteemmeteenkorteactievestuurbej
wegingingrijpenenzohelpenomdeautoterug
opderijstrooktebrengen.Destuuringreep
wordtpasvanafeenminimalesnelheiduitgej
voerd.Dezeminimalesnelheidwordtophet
ControlDisplayinhetmenuvoorstuuringrepen
weergegeven.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Hetsysteemontlastunietvanpersoonlijkeverj
antwoordelijkheidomdezichtomstandigheden endeverkeerssituatiejuistinteschatten.Erbestaatgevaarvoorongevallen.Rijstijlaande
verkeerssituatieaanpassen.Verkeerssituatie
observerenenindebetreffendesituatiesactief
ingrijpen.
WAARSCHUWING
Weergavenenwaarschuwingenontslaanuniet vanuweigenverantwoording.Doorsysteemjbeperkingenkunnenwaarschuwingenofreacj
tiesvanhetsysteemniet,telaat,onjuistofonj
gegrondwordenafgegeven.Erbestaatgevaar
voorongevallen.Rijstijlaandeverkeerssituatie
aanpassen.Verkeerssituatieobserverenenin debetreffendesituatiesactiefingrijpen.
Overzicht
Toetsindeauto
IntelligentSafety
Seite233VeiligheidBEDIENING233
OnlineEditionforPartno.01405A1F400-X/20

Page 234 of 492

Sensoren
Hetsysteemwordtviadevolgendesensoren
aangestuurd:'xRadarsensorenzijdelingsachter.
Meerinformatie:
Sensorenvanhetvoertuig,ziepagina 43.
In-/uitschakelen
Automatischinschakelen Dewaarschuwingrijbaanwisselenwordtopjnieuwautomatischgeactiveerdnahetvertrek,
alsdefunctiebijbeëindigenvandelaatsteritinj geschakeldwas.
Handmatiginschakelen Toetsindrukken.
HetmenunaardeIntelligentSafety-
systemenwordtweergegeven.
AlsalleIntelligentSafety-systemenuitgeschaj
keldzijn,wordennuallesystemeningeschakeld.
INDIVIDUALconfigureren:afhankelijkvande uitvoeringkunnendeIntelligentSafety-systemenafzonderlijkgeconfigureerdworden.Deindivij
dueleinstellingenwordengeactiveerdenopgej slagenvoorhetmomenteelgebruiktebestuurj
dersprofiel.Zodrainhetmenueeninstelling
wordtgewijzigd,wordenalleinstellingenvanhet
menugeactiveerd.
Toetsherhaaldelijkindrukken.
Erwordttussendevolgendeinstellinj
gengewisseld:
ALLON:alleIntelligentSafety-systemenworj deningeschakeld.Voordesubfunctiesworden
basisinstellingengeactiveerd.
INDIVIDUAL:deIntelligentSafety-systemen
wordenovereenkomstigdeindividueleinstellinj
geningeschakeld.
EnkeleIntelligentSafety-systemenkunnenniet afzonderlijkuitgeschakeldworden.
Manueeluitschakelen
Toetsingedrukthouden.
AlleIntelligentSafety-systemenworden
uitgeschakeld.ToetsStatusToetsbrandtgroen:alleIntelligentSaj
fety-systemenzijningeschakeld.Knopbrandtoranje:enkeleIntelligent
Safety-Systemenzijnuitgeschakeldof momenteelnietbeschikbaar.Toetsbrandtniet:enkeleIntelligent
Safety-systemenzijnuitgeschakeld.
Waarschuwingstijdstipinstellen
1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Veiligheidenwaarschuwingen5.Inhaalwaarschuwing6.Gewensteinstellingselecteren:'xVroeg'xGemiddeld'xLaat'xUit:bijdezeinstellingwordtergeen waarschuwinggegeven.
Deinstellingwordtopgeslagenvoorhetmomenj
teelgebruiktebestuurdersprofiel.
Sterktevandestuurwieltrillingen
instellen
1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Retourmeld.ophetstuurwiel5.Trillingssterkte6.Gewensteinstellingselecteren.Seite234BEDIENINGVeiligheid234
OnlineEditionforPartno.01405A1F400-X/20

Page 235 of 492

DeinstellingwordtovergenomenvooralleIntellij
gentSafety-systemenenopgeslagenvoorhet
momenteelgebruiktebestuurdersprofiel.
Auto'smetwaarschuwingvooreen
aanrijdingvanopzij:stuuringreepin-
ofuitschakelen
Destuuringreepkanafzonderlijkvoorrijstrookj
wisselmeldingenLaneDepartureWarningworj
denin-enuitgeschakeld.1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Veiligheidenwaarschuwingen5.Inhaalwaarschuwing6.Stuuringreep
Deinstellingwordtopgeslagenvoorhetmomenj
teelgebruiktebestuurdersprofiel.
Waarschuwingsfunctie
Lampjeinbuitenspiegel
Vooralarm
Hetgedimdelampjeindebuitenspiegelgeeft
aandatzichvoertuigenindedodehoekbevinj
denofvanachterennaderen.
Acutewaarschuwing
Alsderichtingaanwijzerwordtingeschakeldterj wijlerzicheenautoinhetkritiekegebiedbej
vindt,gaathetstuurwielkorttrillenenbeginthet
lampjeindebuitenspiegelfelteknipperen.
Dewaarschuwingwordtbeëindigdwanneerde
andereautohetkritiekegebiedheeftverlatenof
wanneerderichtingaanwijzerwerduitgeschaj
keld.
Auto'smetwaarschuwingsysteem
voorzijdelingseaanrijdingen
Alsbijsnelhedentot210km/hnietwordtgereaj geerdopdetrillingeninhetstuurwielendeautoderijstrookverlaat,grijpthetsysteemevt.indooreenkorteactievestuurbeweging.Destuurinj
greephelptdeautonaarderijbaanterugte brengen.Destuuringreepisinhetstuurwielvoeljbaarenkanopelkmomenthandmatigoverjstuurdworden.
Opflitsenvanhetlampje
Hetopflitsenvanhetlampjebijhetontgrendelen
vandeautodientvoordezelftestvanhetsysj teem.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Hetsysteemkandoorbeperkingenvanhet
systeemniet,telaat,onjuistofongegrondreaj
geren.Erbestaatkansopeenongevalof
schade.Deaanwijzingenoverdegrenzenvan hetsysteeminachtnemeneneventueelactief
ingrijpen.
Bovenstesnelheidsgrens
Bijsnelhedenbovencirca250km/hwordthet
systeemtijdelijkgedeactiveerd.
Bijsnelhedenonderongeveer250km/hreageert
hetsysteemweerzoalsingesteld.
Systeembeperkingenvande
sensoren
Meerinformatie:
Seite235VeiligheidBEDIENING235
OnlineEditionforPartno.01405A1F400-X/20

Page 236 of 492

'xRadarsensoren,ziepagina45.'xBijvoertuigenmetzijdelingsebotsingwaarj
schuwing:camerass,ziepagina 43.
Beperktewerking
Dewerkingkanbijvoorbeeldindevolgendesituj
atiesbeperktzijn:
'xAlsdesnelheidvanhetnaderendevoertuig aanzienlijkhogerisdandeeigensnelheid.'xInscherpebochtenofopsmallewegen.'xAlsdebumpervuil,metijsofeenstickerof
ietsdergelijksbedektis.
Bijauto'smetwaarschuwingvooreenaanrijding vanopzijkandestuuringreepbijvoorbeeldindevolgendesituatiesbeperktzijn:
'xBijontbrekende,afgesleten,moeilijkzichtjbare,samen-ofuiteenlopendeofonduidej
lijkerijbaanbegrenzingen,zoalsbijvoorbeeld bijwegwerkzaamheden.'xAlsrijbaanbegrenzingenbedektzijnmet
sneeuw,ijs,vuilofwater.'xAlsrijbaanbegrenzingennietwitzijn.'xAlsrijbaanbegrenzingenbedektzijndoorobj
jecten.'xBijdichtachterhetvoorliggendevoertuigrijj den.'xBijbelemmeringvandecamera.'xTot10secondennahetstartenvandemotor
viadestart-/stopknop.
Alsdewerkingisbeperkt,wordteenCheck- Control-meldingweergegeven.
Alsdecontactdoosvooraanhangwagensingej
bruikisofdeaanhangwagenmodusingeschaj
keldis,bijvoorbeeldbijhetrijdenmeteenaanj
hangwagenoffietsendrager,kanhetsysteem
nietwordeningeschakeld.ErwordteenCheck-
Control-meldingweergegeven.
Weergavenvandewaarschuwingen
Afhankelijkvandegeselecteerdeinstellingvoor
dewaarschuwingen,bijvoorbeeldhetmoment vanwaarschuwing,kunnenmeerofminderwaarj
schuwingenwordenweergegeven.Ditkanook
eentoenamevanhetaantalvroegtijdigewaarj
schuwingenvoorkritischesituatiesbetekenen.
Waarschuwingvooreen
aanrijdingvanopzij
Principe Hetsysteemhelptomaanrijdingenvanopzijte
vermijden.
Algemeen
Radarsensorenbewakenvanafeenminimale snelheidtotca.210km/hhetgebiednaasthet
voertuig.
Deminimumsnelheidislandspecifiekenwordtin
hetmenuvandeIntelligentSafety-systemen weergegeven.
Eenfrontcamerabepaaltdepositievanderijj
baanbegrenzingen.
Alsnaastdeautobijv.eenandereautowordt
herkendwaarmeeeenaanrijdingvanopzijdreigt,
helpthetsysteemomeenaanrijdingtevoorkoj
men.Daarvoorwaarschuwthetsysteemdoor
eenknipperendeLEDindebuitenspiegeleneen trillendstuur.Evt.grijpthetsysteeminmeteen
actievestuurbeweging.
Seite236BEDIENINGVeiligheid236
OnlineEditionforPartno.01405A1F400-X/20

Page 237 of 492

Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Hetsysteemontlastunietvanpersoonlijkeverj
antwoordelijkheidomdezichtomstandigheden endeverkeerssituatiejuistinteschatten.Erbestaatgevaarvoorongevallen.Rijstijlaande
verkeerssituatieaanpassen.Verkeerssituatie
observerenenindebetreffendesituatiesactief
ingrijpen.
WAARSCHUWING
Weergavenenwaarschuwingenontslaanuniet vanuweigenverantwoording.Doorsysteemjbeperkingenkunnenwaarschuwingenofreacj
tiesvanhetsysteemniet,telaat,onjuistofonj
gegrondwordenafgegeven.Erbestaatgevaar
voorongevallen.Rijstijlaandeverkeerssituatie
aanpassen.Verkeerssituatieobserverenenin debetreffendesituatiesactiefingrijpen.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Derijbaanbegrenzingenmoetendoordecamera
herkendwordenomhetwaarschuwingssysteem
voorzijdelingseaanrijdingenmetstuuringreepte
activeren.
Overzicht
Toetsindeauto
IntelligentSafety
Sensoren
Hetsysteemwordtviadevolgendesensoren aangestuurd:'xCamerassachterdevoorruit.'xRadarsensorenzijdelingsvoor.'xRadarsensorenzijdelingsachter.
Meerinformatie:
Sensorenvanhetvoertuig,ziepagina 43.
In-/uitschakelen
Automatischinschakelen DeWaarschuwingvooreenaanrijdingvanopzij
wordtautomatischgeactiveerdnahetvertrek,als
defunctiebijbeëindigingvandelaatsteeinderit
ingeschakeldwas.
Handmatiginschakelen Toetsindrukken.
HetmenunaardeIntelligentSafety-
systemenwordtweergegeven.
AlsalleIntelligentSafety-systemenuitgeschaj
keldzijn,wordennuallesystemeningeschakeld.
INDIVIDUALconfigureren:afhankelijkvande
uitvoeringkunnendeIntelligentSafety-systemen afzonderlijkgeconfigureerdworden.Deindivijdueleinstellingenwordengeactiveerdenopgejslagenvoorhetmomenteelgebruiktebestuurjdersprofiel.Zodrainhetmenueeninstelling
wordtgewijzigd,wordenalleinstellingenvanhet menugeactiveerd.
Toetsherhaaldelijkindrukken.Erwordttussendevolgendeinstellinj
gengewisseld:
ALLON:alleIntelligentSafety-systemenworj deningeschakeld.Voordesubfunctiesworden basisinstellingengeactiveerd.
Seite237VeiligheidBEDIENING237
OnlineEditionforPartno.01405A1F400-X/20

Page 238 of 492

INDIVIDUAL:deIntelligentSafety-systemen
wordenovereenkomstigdeindividueleinstellinj
geningeschakeld.
EnkeleIntelligentSafety-systemenkunnenniet afzonderlijkuitgeschakeldworden.
Manueeluitschakelen Toetsingedrukthouden.
AlleIntelligentSafety-systemenworden
uitgeschakeld.ToetsStatusToetsbrandtgroen:alleIntelligentSaj
fety-systemenzijningeschakeld.Knopbrandtoranje:enkeleIntelligent
Safety-Systemenzijnuitgeschakeldof momenteelnietbeschikbaar.Toetsbrandtniet:enkeleIntelligent
Safety-systemenzijnuitgeschakeld.
Sterktevandestuurwieltrillingen
instellen
1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Retourmeld.ophetstuurwiel5.Trillingssterkte6.Gewensteinstellingselecteren.
DeinstellingwordtovergenomenvooralleIntellij
gentSafety-systemenenopgeslagenvoorhet
momenteelgebruiktebestuurdersprofiel.
Waarschuwingsfunctie
Lampjeinbuitenspiegel
Acutewaarschuwing
Bijaanrijdingsgevaarknipperthetlampjeinde
buitenspiegelentrilthetstuurwiel.
TegelijkertijdwordteenCheck-Control-melding
weergegeven.
Ervindtevt.eenactievestuuringreepplaatsom debotsingtevermijdenendeautoveiligopde
eigenrijbaantehouden.
Destuuringreepisinhetstuurwielvoelbaaren
kanopelkmomenthandmatigoverstuurdworj den.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Hetsysteemkandoorbeperkingenvanhet
systeemniet,telaat,onjuistofongegrondreaj
geren.Erbestaatkansopeenongevalof
schade.Deaanwijzingenoverdegrenzenvan
hetsysteeminachtnemeneneventueelactief
ingrijpen.
Systeembeperkingenvande
sensoren
Meerinformatie:
'xCamerass,ziepagina 43.'xRadarsensoren,ziepagina 45.Seite238BEDIENINGVeiligheid238
OnlineEditionforPartno.01405A1F400-X/20

Page 239 of 492

Beperktewerking
Dewerkingkanbijvoorbeeldindevolgendesituj
atiesbeperktzijn:'xAlsdesnelheidvanhetnaderendevoertuig aanzienlijkhogerisdandeeigensnelheid.'xInscherpebochtenofopsmallewegen.'xBijontbrekende,afgesleten,moeilijkzichtjbare,samen-ofuiteenlopendeofonduidej
lijkerijbaanbegrenzingen,zoalsbijvoorbeeld bijwegwerkzaamheden.'xAlsrijbaanbegrenzingenbedektzijnmet
sneeuw,ijs,vuilofwater.'xAlsrijbaanbegrenzingennietwitzijn.'xAlsrijbaanbegrenzingenbedektzijndoorobj
jecten.'xBijdichtachterhetvoorliggendevoertuigrijj den.'xTot10secondennahetstartenvandemotor
viadestart-/stopknop.
Alsdewerkingisbeperkt,wordteenCheck- Control-meldingweergegeven.
Alsdecontactdoosvooraanhangwagensingej
bruikisofdeaanhangwagenmodusingeschaj
keldis,bijvoorbeeldbijhetrijdenmeteenaanj
hangwagenoffietsendrager,kanhetsysteem
nietwordeningeschakeld.ErwordteenCheck-
Control-meldingweergegeven.
Preventieaanrijdingvan achteren
Principe
Hetsysteemreageertopvoertuigendievanachj
terennaderen.
Algemeen
Radarsensorenbewakendehetgebiedachter hetvoertuig.
Alservanachtereneenautometeenovereenj
komstigesnelheidnadert,reageerthetsysteem alsvolgt:
'xOmhetachteropkomendeverkeertewaarj
schuwenwordtbijeendreigendeaanrijding vanachterendealarmlichtinstallatieingej
schakeld.'xActiveProtection:alseenaanrijdingonverj mijdbaarblijkt,wordenPreCrash-functiesgej
activeerd.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Hetsysteemontlastunietvanpersoonlijkeverj
antwoordelijkheidomdezichtomstandigheden endeverkeerssituatiejuistinteschatten.Erbestaatgevaarvoorongevallen.Rijstijlaande
verkeerssituatieaanpassen.Verkeerssituatie
observerenenindebetreffendesituatiesactief
ingrijpen.
WAARSCHUWING
Weergavenenwaarschuwingenontslaanuniet vanuweigenverantwoording.Doorsysteemjbeperkingenkunnenwaarschuwingenofreacj
tiesvanhetsysteemniet,telaat,onjuistofonj
gegrondwordenafgegeven.Erbestaatgevaar
voorongevallen.Rijstijlaandeverkeerssituatie
Seite239VeiligheidBEDIENING239
OnlineEditionforPartno.01405A1F400-X/20

Page 240 of 492

aanpassen.Verkeerssituatieobserverenenindebetreffendesituatiesactiefingrijpen.
Overzicht Sensoren
Hetsysteemwordtviadevolgendesensoren
aangestuurd:'xRadarsensorenzijdelingsachter.
Meerinformatie:
Sensorenvanhetvoertuig,ziepagina 43.
In-/uitschakelen
Hetsysteemwordtbijvertrekautomatischgeacj
tiveerd.
Hetsysteemwordtindevolgendesituatiesautoj
matischgedeactiveerd:
'xBijachteruitrijden.'xAlshetstopcontactvandeaanhangwagenin
gebruikisofdeaanhangwagenmodusisgej
activeerd,bijv.alsereenaanhangwagenof
fietsendragerisaangekoppeld.
Grenzenvanhetsysteem
Systeembeperkingenvande
sensoren
Meerinformatie:
'xRadarsensoren,ziepagina 45.
Beperktewerking
Dewerkingkanindevolgendevoorbeeldsituaj
tiesbeperktzijn:
'xAlsdesnelheidvanhetnaderendevoertuig aanzienlijkhogerisdandeeigensnelheid.'xAlsdesnelheidvanhetnaderendevoertuigzeerlaagis.Voorrangswaarschuwing
Principe
Hetsysteemhelptinsituatieswaarbijvolgensde verkeersbordenof-lichtenvoorrangverleend moetworden.
Algemeen Hetsysteemanalyseertmetbehulpvaneencajmeradeverkeersbordenen-lichten.
Hetnavigatiensysteemleidtinformatieoverhet
tracédooraanhetsysteem.
Erwordtbijvoorbeeldeenwaarschuwinggegej
venalsdebestuurderhetvoorrangsbordmogej lijknietheeftgezien,bijv.indevolgendesitujaties:
'xBijeenkruising.'xBijeenoverweg.'xBijeenuitrit.'xBijeenrotonde.'xBijroodlicht.
Hetsysteemwaarschuwtvanafeenvariabelemij
nimalesnelheidtotca.75km/h.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Hetsysteemontlastunietvanpersoonlijkeverj
antwoordelijkheidomdezichtomstandigheden
endeverkeerssituatiejuistinteschatten.Er bestaatgevaarvoorongevallen.Rijstijlaande
verkeerssituatieaanpassen.Verkeerssituatie
observerenenindebetreffendesituatiesactief
ingrijpen.
WAARSCHUWING
Weergavenenwaarschuwingenontslaanuniet vanuweigenverantwoording.Doorsysteemj
beperkingenkunnenwaarschuwingenofreacj
tiesvanhetsysteemniet,telaat,onjuistofonj
Seite240BEDIENINGVeiligheid240
OnlineEditionforPartno.01405A1F400-X/20

Page:   < prev 1-10 ... 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 261-270 271-280 ... 500 next >