BMW X5 M 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 241 of 302

4.Afdichtmiddelhouder rechtop in de behuij
zing van de compressor steken.5.Vulslang van afdichtmiddelhouder op het bandventiel van het defecte wiel schroej
ven.6.Bij een uitgeschakelde compressor de
stekker in de contactdoos in het interieur
van de auto aanbrengen.7.Bij ingeschakeld contact of draaiende moj tor de compressor inschakelen.
GEVAAR
Bij een geblokkeerde uitlaatpijp of onvolj
doende ventilatie kunnen uitlaatgassen in de auto binnendringen, die schadelijk voor de gej
zondheid zijn. In het uitlaatgas bevindt zich het kleur- en reukloze, maar giftige koolmonoxide.In gesloten ruimten kunnen de uitlaatgassen
zich ook buiten de auto ophopen. Er bestaat
levensgevaar. De uitlaatpijp vrijhouden en voor
voldoende ventilatie zorgen.'

Page 242 of 302

Contact opnemen met een Service Partnervan de fabrikant of een andere gekwalifijceerde Service Partner of specialist als debandenspanning lager dan 2 bar blijft.
MobilitySystemopbergen
1.Vulslang van afdichtmiddelhouder van het
wiel losdraaien.2.Verbindingsslang van de compressor van de afdichtmiddelhouder schroeven.3.De zojuist met het ventiel verbonden vulj
slang van de afdichtmiddelhouder verbinj den met de vrije aansluiting op de afdichtjmiddelhouder.
Hierdoor kan worden verhinderd dat resten
van het afdichtmiddel uit de houder lekken.4.Lege afdichtmiddelhouder inpakken om
vervuiling van de bagageruimte te vermijj den.5.Mobility System weer in de auto opbergen.
Afdichtmiddelverdelen
Direct ca. 10 km rijden, zodat het afdichtmiddel
zich gelijkmatig in de banden verdeelt.
Snelheid van 80 km/h niet meer overschrijden.
Indien mogelijk niet langzamer rijden dan 20 km/h.
Bandenspanningcorrigeren
1.Op een geschikte plaats stoppen.2.Verbindingsslang van de compressor dij
rect op het ventiel van de band schroeven.3.Stekker in de contactdoos in het interieur van de auto aanbrengen.4.Bandenspanning corrigeren tot 2,5 bar.'ySpanning verhogen: bij ingeschakeldcontact of draaiende motor de comj
pressor inschakelen.'ySpanning verlagen: toets op de comj pressor indrukken.Doorrijden
Toegestane maximumsnelheid van 80 km/h
niet overschrijden.
Bandenpechwaarschuwing opnieuw initialisej
ren.
Bandenspanningscontrole opnieuw initialisej ren.
De defecte band en de afdichtmiddelhouder
van het Mobility System zo snel mogelijk laten vervangen.
Sneeuwkettingen
Sneeuwkettingenmetfijneschakels De fabrikant van uw auto adviseert het gebruik
van sneeuwkettingen met fijne schakels. Bej
paalde sneeuwkettingen met fijne schakels zijn
door de fabrikant van de auto getest en als verj keersveilig en geschikt aangemerkt.
Informatie over geschikte sneeuwkettingen is
bij een Service Partner van de fabrikant of een andere gekwalificeerde Service Partner of spej
cialist verkrijgbaar.
Gebruik WAARSCHUWINGDoor de montage van sneeuwkettingen
op banden die niet daarvoor geschikt zijn kunj nen de sneeuwkettingen met delen van deauto in contact komen. Er bestaat kans op eenongeval of schade. De sneeuwkettingen alleenop banden monteren, die door de fabrikant zijningedeeld als geschikt voor het gebruik vansneeuwkettingen.'

Page 243 of 302

uwkettingen naspannen overeenkomstig deopgaven van de fabrikant.
Met sneeuwkettingen de bandenpechwaarj schuwing niet initialiseren, omdat dit tot onj
juiste weergaven kan leiden.
Met sneeuwkettingen de bandenspanningsj
controle niet initialiseren, omdat dit tot onjuiste
weergaven kan leiden.
Bij het rijden met sneeuwkettingen eventueel
M Dynamic Mode voor korte tijd activeren.
Maximalesnelheidmet
sneeuwkettingen
Met sneeuwkettingen niet harder rijden dan 50 km/h.
Wielenvervangen Algemeen
Bij gebruik van bandenafdichtmiddel is het niet noodzakelijk om de band direct te wisselen bij
spanningsverlies in het geval van pech.
Zo nodig vindt u het juiste gereedschap voor
het verwisselen van wielen als toebehoren bij
een Service Partner van de fabrikant of een anj dere gekwalificeerde Service Partner of specij
alist.
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
De krik van de voertuigfabrikant is bej
doeld voor het wielen verwisselen in geval van pech. Voor een frequent gebruik is de krik nietbedoeld, bijv. voor het wisselen van zomer-naar winterbanden. Bij veelvuldig gebruik kan
de krik klem raken of worden beschadigd. Er
bestaat kans op letsel of schade. De krik uitj
sluitend gebruiken voor het verwisselen van
een nood- of reservewiel in geval van pech.'

Page 244 of 302

Autotegenwegrollenbeveiligen
Algemeen
De fabrikant van de auto adviseert om de auto
bij het wielen verwisselen bovendien tegen wegrollen te beveiligen.
Opeenvlakkeondergrond
Een wig of een ander geschikt voorwerp, bijj
voorbeeld een steen, achter het wiel leggen
dat zich diagonaal tegenover het te verwissej
len wiel bevindt.
Bijeenlichtehelling
Wanneer een wiel op een lichte helling moetworden vervangen, een wig of een ander gej
schikt voorwerp, bijvoorbeeld een steen, tegen
de rolrichting in onder de wielen van de voor- en achteras leggen.
Wielboutenmetslot De adapter van de wielbouten met slot bevindtzich in het boordgereedschap of in een opj
bergvak bij het boordgereedschap.
'yWielbout, pijl 1.'yAdapter, pijl 2.
Verwijderen
1.Adapter op de wielbout plaatsen.2.Wielbout losschroeven.
Na het vastschroeven de adapter weer verwijj deren.
Autovoorbereiden
'yHet verwisselen van het wiel op een zo
groot mogelijke afstand van de verkeersj stroom uitvoeren.'yDe auto op een vaste, stroeve en vlakke
ondergrond parkeren.'yAlarmknipperlichten inschakelen.'yParkeerrem bedienen.'yEen versnelling inschakelen of de keuzej
hendelstand P inschakelen.'yZodra de verkeerssituatie het toelaat alle
inzittenden laten uitstappen en buiten het
gevarengebied brengen, bijvoorbeeld achj
ter de vangrails.'yAfhankelijk van de uitvoering het gereedj schap en het noodwiel uit de auto nemen.'yEventueel gevarendriehoek of waarschuj
wingsknipperlichten op de betreffende afj
stand neerzetten.'yGeen houtblokken e.d. onder de autokrik
leggen, anders kan de krik haar draagverj
mogen niet bereiken wegens de beperkte hoogte.Seite 244MobiliteitWielenenbanden244
Online Edition for Part no. 01 40 2 976 179 - X/16

Page 245 of 302

'yDe auto bovendien tegen wegrollen beveij
ligen.'yDe wielbouten een halve omwenteling losj draaien.
Kriksteunpunten
De kriksteunpunten bevinden zich op de gejmarkeerde posities.
Voertuigoptillen WAARSCHUWING
De handen of vingers kunnen bij het gej
bruik van de krik ingeklemd raken. Er bestaat
kans op letsel. Bij het gebruik van de krik de
beschreven positie van de handen aanhouden
en deze positie niet veranderen.'

Page 246 of 302

5.Erop letten dat de krikvoet loodrecht omhj
oog wordt gebracht.6.Erop letten dat de krikvoet na het naar buij
ten komen onder een rechte hoek en loodj
recht onder het kriksteunpunt staat.7.De krik zo ver omhoogbrengen dat deze
met het gehele vlak op de grond staat en het betreffende wiel maximaal 3 cm van debodem loskomt.
Wielmonteren
Maximaal één noodwiel monteren.
1.De wielbouten losdraaien en het wiel verj
wijderen.2.Het nieuwe wiel of noodwiel plaatsen en minimaal twee bouten kruiselings met de
hand indraaien.
Indien geen originele lichtmetalen velgen
van de fabrikant van de auto gemonteerd
worden, moeten eventueel ook de bijbehoj rende wielbouten worden gebruikt.3.De overige wielbouten met de hand inj
draaien en alle bouten kruiselings goed aandraaien.4.De slinger van de krik linksom draaien om
de krik in te schuiven en de auto te laten zakken.5.De krik verwijderen.
Nahetverwisselenvaneenwiel
1.De wielbouten kruiselings vastdraaien. Het
aanhaalmoment bedraagt 140 Nm.2.Het defecte wiel opbergen in de bagagej ruimte.
Het defecte wiel is te groot om bewaard te kunnen worden onder de bagageruimteboj dem.3.De bandenspanning bij de volgende gelej
genheid controleren en zo nodig corrigej ren.4.Bandenpechwaarschuwing opnieuw initiajliseren.
Reset van de bandenspanningscontrole
uitvoeren.5.Het vastzitten van de wielbouten laten conj troleren met een gekalibreerde momentsj
leutel.6.Naar de dichtstbijzijnde Service Partner van de fabrikant, een andere gekwalifijceerde Service Partner of een specialist rijjden, om de beschadigde band te laten verj
vangen.
Noodwiel
Algemeen
Bij bandenpech kan het noodwiel als vervanj ging voor de defecte band gebruikt worden.
Het noodwiel is voor kortstondig gebruik bej
doeld, om het defecte wiel te vervangen.
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het reservewiel heeft speciale afmetinj
gen. Bij het rijden met een reservewiel kunnen bij hogere snelheden gewijzigde rij-eigenj
Seite 246MobiliteitWielenenbanden246
Online Edition for Part no. 01 40 2 976 179 - X/16

Page 247 of 302

schappen optreden zoals verminderde koersj
stabiliteit bij het remmen, langere remweg en verandering van het stuurgedrag in het grensj
bereik. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
Rustig rijden en een snelheid van max. 80 km/h niet overschrijden.'

Page 248 of 302

MotorruimteUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege delandspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Belangrijkezakenindemotorruimte
1Reservoir voor sproeiervloeistof2Voertuigidentificatienummer3Koelmiddelreservoir voor laadluchtkoeling4Starthulp, accupluspool5Koelmiddelreservoir voor motorkoeling6Starthulp, accuminpool7OlievulpijpSeite 248MobiliteitMotorruimte248
Online Edition for Part no. 01 40 2 976 179 - X/16

Page 249 of 302

MotorkapVeiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Door ondeskundig uitgevoerde werkj
zaamheden in de motorruimte kunnen onderj delen worden beschadigd en tot een veiligjheidsrisico leiden. Er bestaat kans op een
ongeval of schade. Werkzaamheden in de moj
torruimte door een Service Partner van de faj brikant of een andere gekwalificeerde Service
Partner of specialist laten controleren.'

Page 250 of 302

Motorkapsluiten
Motorkap vanaf een hoogte van circa 40 cm laj
ten vallen en aandrukken om opnieuw volledig te vergrendelen.
Motorkap moet aan beide zijden vastklikken.
Seite 250MobiliteitMotorruimte250
Online Edition for Part no. 01 40 2 976 179 - X/16

Page:   < prev 1-10 ... 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 261-270 271-280 281-290 ... 310 next >