BMW X6 M 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 181 of 305

2.Stuurwiel dusdanig draaien dat de rijspoorj
lijn de betreffende draaicirkellijn overdekt.
Instellingenvandeweergave
Helderheid
Bij ingeschakelde achteruitrijcamera:
1.Controller eventueel naar links kantelen.2. Symbool selecteren.3.Controller draaien tot de gewenste instelj
ling is bereikt en controller indrukken.
Contrast
Bij ingeschakelde achteruitrijcamera:
1.Controller eventueel naar links kantelen.2. Symbool selecteren.3.Controller draaien tot de gewenste instelj
ling is bereikt en controller indrukken.
Grenzenvanhetsysteem
Herkenningvanobjecten Zeer lage obstakels of hoger liggende, vooruitj
stekende objecten, bijvoorbeeld uitspringende muren, kunnen niet door het systeem worden
waargenomen.
Bij overeenkomstige uitrusting houden bej paalde assistentiefuncties ook rekening met
gegevens van de Park Distance Control PDC.
Aanwijzingen in het hoofdstuk Park Distance
Control PDC in acht nemen.
De op het Control Display getoonde objecten
kunnen in bepaalde omstandigheden dichterbij
zijn dan het lijkt. Schat de afstand tot de objecj
ten daarom niet vanaf het display.
TopView
Principe Top View biedt ondersteuning bij het inparkej
ren en manoeuvreren. Hiertoe wordt het gej
bied rondom uw auto op het Control Display weergegeven.
Algemeen
Voor de detectie worden twee in de buitenj spiegels ge

Page 182 of 305

Overzicht
Toetsindeauto
Toets parkeerassistent
Cameras
Camera vooraan
Achteruitrijcamera
Camera's onder in de spiegelhuizen. Door vuil kan de beeldkwaliteit minder worden.Zo nodig de cameralens reinigen.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
In de volgende situaties kan Top View slechts
beperkt worden gebruikt:
'yBij geopend portier.'yBij geopende achterklep.'yBij ingeklapte buitenspiegel.'yBij slechte lichtomstandigheden.
Het niet beschikbare camerabereik wordt gej
arceerd weergegeven.
In-/uitschakelen
Automatischinschakelen
Het systeem wordt automatisch ingeschakeld
wanneer bij draaiende motor keuzehendelj stand R wordt ingeschakeld.
Het beeld van de achteruitrijcamera wordt
weergegeven. Om naar Top View te schakelen:
1.Controller eventueel naar links kantelen.2. "Achteruitrijcamera"
Automatischuitschakelenbij
vooruitrijden
Het systeem wordt bij overschrijding van een bepaalde afstand of een bepaald snelheidsbej
reik uitgeschakeld.
Indien nodig het systeem weer inschakelen.
Seite 182BedieningRijcomfort182
Online Edition for Part no. 01402985028 - X/17

Page 183 of 305

Handmatigin-/uitschakelenToets parkeerassistent indrukken.'yAan: LED brandt.'yUit: LED dooft.
Top View wordt weergegeven.Als de toets parkeerassistent wordt ingedrukt,
terwijl de achteruitversnelling is ingeschakeld,
wordt het beeld van de achteruitrijcamera
weergegeven.
Weergave
WeergaveophetControlDisplay De omgeving van het voertuig kan wordenweergegeven op het Control Display.
Weergave verschijnt, zodra Top View wordt injgeschakeld.
Als het beeld van de achteruitrijcamera wordt
afgebeeld kan naar Top View worden omgej
schakeld:
1.Controller eventueel naar links kantelen.2. "Achteruitrijcamera"
Helderheid
Bij ingeschakelde Top View:
1.Controller eventueel naar links kantelen.2. Symbool selecteren.3.Controller draaien tot de gewenste instelj
ling is bereikt en controller indrukken.
Contrast
Bij ingeschakelde Top View:
1.Controller eventueel naar links kantelen.2. Symbool selecteren.3.Controller draaien tot de gewenste instelj
ling is bereikt en controller indrukken.Draaicirkel-enmanoeuvreerlijn
weergeven'yDe statische, rode draaicirkellijn toont de
benodigde ruimte naast de auto bij vollej
dige stuuruitslag.'yDe variabele, groene manoeuvreerlijn helpt
de werkelijk benodigde ruimte naast de auto in te schatten.
De manoeuvreerlijn hangt af van de ingej
schakelde versnelling en van de actuele
stuuruitslag. De manoeuvreerlijn wordt bij stuurbeweging continu aangepast.1.Controller eventueel naar links kantelen.2. "Parkeerhulplijnen"
Draaicirkel- en manoeuvreerlijn worden weerjgegeven.
Grenzenvanhetsysteem
Bij defecte camera wordt een Check-Control-
melding weergegeven.
SideViewPrincipe
Met Side View hebt u bij onoverzichtelijke uitjritten en kruisingen een vroegtijdig overzicht
van het kruisend verkeer. Verkeersdeelnemers die door obstakels langs de weg niet zichtbaar
zijn, worden vanaf de bestuurdersstoel slechts
zeer laat waargenomen. Om het zicht te verbej
teren, detecteren een camera aan de voorzijde
en een aan de achterzijde van de auto de wegj
gedeelten schuin voor de auto.
Seite 183RijcomfortBediening183
Online Edition for Part no. 01402985028 - X/17

Page 184 of 305

Op de bovenste schermrand wordt getoond
welke camera actief is.
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonj
lijke verantwoordelijkheid om de verkeerssituaj
tie juist in te schatten. Er bestaat gevaar voor
ongevallen. Rijstijl aan de verkeerssituatie aanj
passen. Verkeerssituatie en gebied rond de
auto door goed kijken extra controleren en in
de betreffende situatie actief ingrijpen.'

Page 185 of 305

3.Controller draaien tot de gewenste instelj
ling is bereikt en controller indrukken.
Contrast
Bij ingeschakelde Side View:
1.Controller eventueel naar links kantelen.2. Symbool selecteren.3.Controller draaien tot de gewenste instelj
ling is bereikt en controller indrukken.
Waarschuwingbijkruisendverkeer
Principe Wanneer de voorste of de achterste camera
een van opzij naderend object waarneemt, wordt het in de Side View getoond door middel
van een symbool.
Voorwaarden
'ySide View ingeschakeld.'yEigen auto beweegt maximaal stapvoets.'yTer herkenning van naderende objecten is voldoende helderheid, bijv. daglicht, noodj
zakelijk.
Weergave
Een geel symbool wordt getoond wanj
neer een naderend voertuig waargenoj
men wordt door de camera.
Een grijs symbool wordt getoond wanj
neer waarneming van het kruisende verkeer niet mogelijk is.
Grenzenvanhetsysteem
In de volgende situaties kan de waarschuwing
bij kruisend verkeer beperkt zijn:
'yBij slechte licht- en zichtomstandigheden.'yBij vuile of bedekte camera.Grenzenvanhetsysteem
De op het Control Display getoonde objekten
kunnen in bepaalde omstandigheden dichterbij
zijn dan het lijkt. De afstand tot de objekten
daarom niet schatten op het display.
De gezichtshoek bedraagt ca. 180p.
Parkeerassistent
Principe
Het systeem biedt ondersteuning bij zijdelings
inparkeren parallel aan de weg.
Algemeen
Bij het gebruik van de parkeerassistent wordt
onderscheid gemaakt tussen drie stappen:
'yInschakelen en activeren.'yHet zoeken naar een parkeerruimte.'yHet inparkeren.
Ultrasone sensoren meten de parkeerruimte
aan beide zijden van de auto op.
De parkeerassistent berekent de optimale inj parkeerlijn en neemt tijdens het parkeren de
besturing, het accelereren en het remmen over en wisselt zo nodig van versnelling. Gedurende
het parkeren de parkeerhulptoets ingedrukt
houden.
De status van het systeem en de noodzakelijke
handelingsaanwijzingen worden op het Control
Display weergegeven.
De parkeerassistent maakt gebruik van de senj
soren van de Park Distance Control, PDC.
Seite 185RijcomfortBediening185
Online Edition for Part no. 01402985028 - X/17

Page 186 of 305

VeiligheidsvoorschriftenWAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonj
lijke verantwoordelijkheid om de verkeerssituaj tie juist in te schatten. Wegens systeembeperjkingen kan het systeem niet in alle
verkeerssituaties zelfstandig op gepaste wijze
reageren. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
Rijstijl aan de verkeerssituatie aanpassen. Verj
keerssituatie observeren en in de betreffende situaties actief ingrijpen.'

Page 187 of 305

Inschakelenenactiveren
Inschakelenmetdetoets Toets parkeerassistent indrukken.
LED brandt.
De actuele status van het zoeken naar een parj
keerruimte wordt op het Control Display weerj gegeven.
Parkeerassistent wordt automatisch geacj
tiveerd.
Inschakelenmetde
achteruitversnelling
Achteruitversnelling inschakelen.
De actuele status van het zoeken naar een parj
keerruimte wordt op het Control Display weerj
gegeven.
Activeren:
"Parkeerassistent"
WeergaveophetControlDisplay
Systeemgeactiveerd/gedeactiveerd
Symj
boolBetekenis Grijs: systeem niet beschikbaar.
Wit: systeem beschikbaar, maar
niet geactiveerd. Systeem geactiveerd.
Zoekennaareenparkeerruimteen
statusvanhetsysteem
'ySymbool P op de voertuigweergave: parj
kassistent is geactiveerd en het zoeken
naar een parkeerruimte is actief.'yGeschikte parkeerruimten worden op het Control Display aan de rand van de weg
naast het autosymbool weergegeven. Bij actieve parkeerassistent worden de gej
schikte parkeerruimten gekleurd geaccenj
tueerd.'yParkeerprocedure actief.
Besturing is overgenomen.'yZoeken naar parkeerruimten is bij langj zaam recht vooruitrijden altijd actief, ook bijgedeactiveerd systeem. Bij gedeactiveerd
systeem worden de weergaven op het
Control Display grijs weergegeven.
Inparkerenmetdeparkeerassistent
Inparkeren
1. Parkeerhulptoets indrukken of achj
teruitversnelling inschakelen om de parj
keerassistent in te schakelen, zie paj gina 187. Parkeerassistent eventueel
activeren.
Parkeerassistent is geactiveerd.
2.Met een snelheid tot circa 35 km/h en een
afstand van maximaal 1,5 m langs de rij gej parkeerde voertuigen rijden.
De status van het zoeken naar een parj
keerruimte en mogelijke parkeerruimtes
worden op het Control Display weergegej ven, zie pagina 187.3.Aanwijzingen op het Control Display opvolj
gen.
Gedurende het parkeren de parkeerhulpj toets ingedrukt houden. Als de auto is gejparkeerd, wordt versnelling in stand P gej
zet.Seite 187RijcomfortBediening187
Online Edition for Part no. 01402985028 - X/17

Page 188 of 305

De voltooiing van de parkeerprocedurewordt op het Control Display weergegejven.4.De parkeerstand eventueel zelf aanpassen.
Handmatigafbreken
De parkeerassistent kan op elk gewenst mojment worden afgebroken:
'yToets parkeerassistent indrukken.'y "Parkeerassistent" Symbool op het
Control Display selecteren.
Automatischafbreken
De werking van systeem wordt in de volgende
situaties automatisch afgebroken:
'yBij vasthouden van het stuur of als er zelf
gestuurd wordt.'yEventueel bij besneeuwde of gladde wej
gen.'yZo nodig bij moeilijk te overkomen obstaj
kels, bijvoorbeeld stoepranden.'yBij plotseling verschijnende obstakels.'yAls de Park Distance Control PDC te gej
ringe afstanden weergeeft.'yBij overschrijden van een maximaal aantal
inparkeerpogingen of de inparkeerduur.'yBij het omschakelen naar andere functies
op het Control Display.'yBij het loslaten van de parkeerhulptoets.'yBij geopende achterklep.'yBij geopende portieren.'yBij het vastzetten van de parkeerrem.'yBij het accelereren.'yBij het remmen.'yBij het afdoen van de veiligheidsgordel.
Er wordt een Check-Control-melding weergej
geven.
Knipperendeindicatoropde
keuzehendel
In sommige situaties kan de feitelijke ingej voerde versnellingspositie van de keuzehenj
delstand na een functiestoring afwijken. De inj
dicator in de keuzehendel knippert.
In deze gevallen op de op de indicator in het inj
strumentenpaneel letten, zie pagina 106.
Voortzetten Een afgebroken parkeerprocedure kan eventuj
eel worden voortgezet.
Daartoe de parkeerassistent opnieuw activej ren, zie pagina 187, en de aanwijzingen op het
Control Display opvolgen.
Uitschakelen
Het systeem kan als volgt worden uitgeschaj keld:'yToets parkeerassistent indrukken.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem kan door beperkingen van
het systeem niet, te laat, onjuist of ongegrond
reageren. Er bestaat kans op een ongeval of
schade. De aanwijzingen over de grenzen van
het systeem in acht nemen en eventueel actief
ingrijpen.'

Page 189 of 305

'yOp een oneffen ondergrond, bijvoorbeeldbij grindwegen.'yOp een gladde ondergrond.'yOp steile hellingen of afdalingen.'yBij opeengehoopte bladeren of sneeuw opde parkeerplaats.'yBij greppels of afgronden, bijvoorbeeld een
havenkant.
Grenzenvandeultrasoonmeting
Het waarnemen van objecten kan worden bejperkt door de grenzen van de natuurkundige
ultrasone meting, zoals bij de volgende omj standigheden:
'yBij kleine kinderen en dieren.'yBij personen met bepaalde kleding, bijj
voorbeeld een dikke jas.'yBij externe storing van het ultrasone sigj
naal, bijvoorbeeld door voorbijrijdende
voertuigen of lawaaiige machines.'yBij vuile, bevroren, beschadigde of verj stelde sensoren.'yBij bepaalde weersomstandigheden, bijv.
hoge luchtvochtigheid, regen, sneeuwval, extreme hitte, of sterke wind.'yBij aanhangwagentrekstangen en -koppejlingen van andere voertuigen.'yBij dunne of wigvormige voorwerpen.'yBij bewegende objecten.'yBij hoger gelegen en uitstekende objecten,
bijvoorbeeld muuruitsparingen of bagage.'yBij objecten met hoeken en scherpe kanj
ten.'yBij objecten met een dunne oppervlakte of
structuur, bijvoorbeeld hekken.'yBij objecten met poreuze oppervlakken.'yBij uitstekende lading.'yReeds weergegeven, lage objecten, bijj voorbeeld stoepranden, kunnen in hetdode bereik van de sensoren komen voorjdat of nadat reeds een ononderbroken gej
luidssignaal klinkt.
Er kunnen eventueel parkeerruimten worden herkend, die daartoe niet geschikt zijn, of gej
schikte parkeerruimten worden niet herkend.
Storing Er wordt een Check-Control-melding weergej
geven.
De parkeerassistent is uitgevallen. Het sysj
teem door een Service Partner van de fabrikant
of een andere gekwalificeerde Service Partner of specialist laten controleren.
Seite 189RijcomfortBediening189
Online Edition for Part no. 01402985028 - X/17

Page 190 of 305

KlimaatregelingUitrustingvandeautoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege de
landspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.Luchtkwaliteitinhet
interieur
De luchtkwaliteit in de auto wordt verbeterd
door een emissiegecontroleerd interieur, mij
crofilter en klimaatsysteem voor regeling van
de temperatuur, luchthoeveelheid en luchtrej
circulatiefunctie.
Daar bovenop komen afhankelijk van de uitj
voering functies, zoals micro-/actief koolfilter,
airconditioning met automatische luchtcirculaj
tiefunctie (AUC) en standventilatie.
Airconditioning
1Luchtverdeling, links2Temperatuur, links3AUTO-programma, links4Luchthoeveelheid, AUTO-intensiteit, links, restwarmte5IJs en wasem verwijderen6Maximaal koelen7Display8Luchthoeveelheid, AUTO-intensiteit,
rechts9AUTO-programma, rechts10Temperatuur, rechtsSeite 190BedieningKlimaatregeling190
Online Edition for Part no. 01402985028 - X/17

Page:   < prev 1-10 ... 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 ... 310 next >