BMW X6 M 2021 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 371 of 444

2.Vulslangvollediguitopbergruimtevandefles
metbandenafdichtmiddeltrekken.Slangniet buigen.3.Flesmetbandenafdichtmiddelhoorbaar
vastklikkenindebevestigingvandebehuij
zingvandecompressor.4.Vulslangvandeflesmetbandenafdichtmidj
delophetbandventielvanhetdefectewiel schroeven.5.Bijeenuitgeschakeldecompressordestekjkerindecontactdoosinhetinterieurvande
autoaanbrengen.6.Bijeeningeschakeldegereedheidofrijden- stand-bydecompressorinschakelen.
Compressormaximaal10minutenaanlaten
staanomdelekkagemetafdichtmiddeltevullen
eneenbandenspanningvancirca2,0barteverj
krijgen.
Bijhetaanbrengenvanhetafdichtmiddelkande bandenspanningtijdelijkoplopentotcirca5bar. Compressorindezefasenietuitschakelen.
Bandenspanningcontrolerenen
corrigeren
Controleren
1.Compressoruitschakelen.2.Bandenspanningopdebandenspanningsinj dicatieaflezen.
Omdoortekunnenrijdenmoeterminstenseen
bandenspanningvan2barbereiktzijn.
Seite371WielenenbandenMOBILITEIT371
OnlineEditionforPartno.01405A2D1F1-II/21

Page 372 of 444

Flesmetbandenafdichtmiddel
afnemenenopbergen1.Vulslangvandeflesmetbandenafdichtmidj
delvanhetbandenventielafschroeven.2.Opderodeontgrendelingdrukken.3.Flesmetbandenafdichtmiddelvandecomj
pressorverwijderen.4.Legeflesmetbandenafdichtmiddelinpakken enopbergenomvervuilingvandebagagejruimtetevermijden.
Minimalebandenspanningwordt
nietbereikt
1.Stekkeruitdecontactdoosinhetinterieur vandeautotrekken.2.10mvoor-enachteruitrijdenomhetafdichtj
middelindebandteverdelen.3.Verbindingsslangvandecompressordirect
ophetventielvandebandschroeven.4.Stekkerindecontactdoosinhetinterieurvan deautoaanbrengen.5.Bijeeningeschakeldegereedheidofrijden-stand-bydecompressorinschakelen.Alsdebandenspanningvanminstens2bar
nietwordtbereikt,contactopnemenmeteen
servicepartnervandefabrikantofeenandere gekwalificeerdeservicepartnerofvakwerkj
plaats.
Alsdebandenspanningvanminimum2bar
wordtbereikt,zieMinimalebandenspanning wordtbereikt.6.Verbindingsslangvandecompressorvanhet
bandenventielschroeven.7.Stekkeruitdecontactdoosinhetinterieur vandeautotrekken.8.MobilitySystemindeautoopbergen.
Minimalebandenspanningwordt
bereikt
1.Verbindingsslangvandecompressorvanhet
bandenventielschroeven.2.Stekkeruitdecontactdoosinhetinterieur vandeautotrekken.3.MobilitySystemindeautoopbergen.4.Directcirca10kmrijden,zodathetafdichtjmiddelzichgelijkmatigindebandenverdeelt.
Snelheidvan80km/hnietoverschrijden. Indienmogelijknietlangzamerrijdendan
20km/h.
Corrigeren
1.Opeengeschikteplaatsstoppen.2.Verbindingsslangvandecompressordirect
ophetventielvandebandschroeven.Seite372MOBILITEITWielenenbanden372
OnlineEditionforPartno.01405A2D1F1-II/21

Page 373 of 444

3.Stekkerindecontactdoosinhetinterieurvandeautoaanbrengen.4.Debandenspanningtotminstens2,0barcorj
rigeren:'xBandenspanningverhogen:bijeeningej
schakeldegereedheidofrijden-stand-by decompressorinschakelen.'xBandenspanningverlagen:toetsopde
compressorindrukken.5.Verbindingsslangvandecompressorvanhet
bandenventielschroeven.6.Stekkeruitdecontactdoosinhetinterieur vandeautotrekken.7.MobilitySystemindeautoopbergen.
Ritvoortzetten
Toegestanemaximumsnelheidvan80km/hniet overschrijden.
BandenpechwaarschuwingRPAopnieuwinitialij
seren.
Resetvandebandenspanningscontroleuitvoej
ren.
Dedefectebandendeflesmetbandenafdichtj
middelvanhetMobilitySystemzosnelmogelijk
latenvervangen.
Meerinformatie:
'xBandenpechwaarschuwingRPA,ziepaj
gina 379.'xBandenspanningscontrole,ziepagina 374.Sneeuwkettingen
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Doordemontagevansneeuwkettingenop
bandendienietdaarvoorgeschiktzijnkunnen
desneeuwkettingenmetdelenvandeautoin
contactkomen.Erbestaatkansopeenongeval
ofschade.Desneeuwkettingenalleenopbanj
denmonteren,diedoordefabrikantzijningej
deeldalsgeschiktvoorhetgebruikvansneej
uwkettingen.
WAARSCHUWING
Onvoldoendeaangespannensneeuwkettingen
kunnenbandenenvoertuigonderdelenbeschaj
digen.Erbestaatkansopeenongevalof
schade.Controleerofdesneeuwkettingenalj
tijdvoldoendeaangespannenzijn.Zonodigde
sneeuwkettingennaspannenovereenkomstig
deopgavenvandefabrikant.
Sneeuwkettingenmetfijne
schakels
Defabrikantvanhetvoertuigraadthetgebruik
vansneeuwkettingenmetfijneschakelsaan.Bej
paaldesneeuwkettingenmetfijneschakelszijn
doordefabrikantvandeautogetestenalsverj
keersveiligengeschiktaangemerkt.
Informatieovergeschiktesneeuwkettingenisbij
eenservicepartnervandefabrikantofeenanj
deregekwalificeerdeservicepartnerofvakwerkj
plaatsverkrijgbaar.
Gebruik Hetgebruikisuitsluitendpaarsgewijstoegestaan
opdeachterwielenvoordevolgendewielmaten:
'x295/35R21.Seite373WielenenbandenMOBILITEIT373
OnlineEditionforPartno.01405A2D1F1-II/21

Page 374 of 444

Aanwijzingenvandesneeuwkettingfabrikantin
achtnemen.
Metsneeuwkettingendebandenpechwaarschuj
wingRPAnietinitialiseren,omdatdittotonjuiste weergavenkanleiden.
Metsneeuwkettingengeenresetvandebanj denspanningscontroleuitvoeren,omdatdittotonjuisteweergavenkanleiden.
Bijhetrijdenmetsneeuwkettingeneventueelde
DynamicTractionControlDTCvoorkortetijdacj
tiveren,omdetractieteverbeteren.
Maximalesnelheidmet
sneeuwkettingen
Metsneeuwkettingennietharderrijdendan
50km/h.
Bandenspanningscontrole
Principe
Hetsysteembewaaktdebandenspanninginde
viergemonteerdebanden.Hetsysteemwaarj schuwtwanneerineenofmeerbandendebanjdenspanninglagerisgeworden.
Algemeen
Sensorenindeventielenvandebandenmeten
despanningentemperatuurvandebanden.
DoordebandeninstellingeniniDrivekanhetsysj teemdevastgelegdegewenstespanningenaujtomatischmetdeactuelebandenspanningenvergelijken.
Bijbandendienietopdebandenspanningswaarj denopdeautotevindenzijn,bijvoorbeeldbanj
denmeteenspecialevergunning,moethetsysj
teemactiefwordengereset.Hierdoorwordtde
actuelebandenspanningalsgewenstespanning overgenomen.
Voordebedieningvanhetsysteemookdeinforj
matieenopmerkingeninhethoofdstukBandenj
spanninginachtnemen.
Meerinformatie:
Bandenspanning,ziepagina 364.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Verkeerdegegevensindebandeninstellingen
leidentotverkeerdegewenstebandenspanninj gen.Erkandangeenbetrouwbaremeldingvaneenspanningsverlieswordengegarandeerd.Erbestaatkansopletselofschade.Eropletten
datdegroottenvandegemonteerdebanden
correctwordenweergegevenenovereenstemj menmetdegegevensopdebandenende
bandgegevens.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Voorhetsysteemmoetaandevolgendevoorj
waardenzijnvoldaan,anderskanergeenbej trouwbaremeldingvaneenspanningsverlies
wordengegarandeerd:
'xNaelkevervangingvaneenbandofwielzijn
decorrectegegevensvandegemonteerde
bandenindebandeninstellingeningevoerd.'xDebandenspanningscontroleispasnameerj dereminutenrijdenactief:'xNahetverwisselenvaneenbandofwiel.'xNaeenreset,bijbandenmetspecialeverjgunning.'xNawijzigingvandebandeninstelling.'xBijbandenmetspecialetoelating:'xNahetverwisselenvaneenbandofwieliserbijcorrectebandenspanningeenreset
uitgevoerd.'xNaeenaanpassingvandebandenspanj
ningopeennieuwewaardeisereenreset
uitgevoerd.'xWielenmetelektronica.Seite374MOBILITEITWielenenbanden374
OnlineEditionforPartno.01405A2D1F1-II/21

Page 375 of 444

Bandeninstellingen
Algemeen
Debandenmatenvandegemonteerdebanden
kunnenopdebandenspanningswaardenopde
autoofdirectopdebandenwordenafgelezen.
Degegevensvandebandenhoevennietopj
nieuwtewordeningevoerdalsdebandenspanj
ningwordtgecorrigeerd.
Voordezomer-enwinterbandenzijnsteedsde
alslaatsteingevoerdegegevensvandebanden opgeslagen.Hierdoorkunnennahetverwisselenvanbandenofwielendeinstellingenvandeals
laatstgebruiktebandensetswordengeselecj teerd.
Instellingenuitvoeren1.CAR2.Autostatus3.Bandensp.contr.4.Bandeninstellingen5.Bandenselectie6.Handmatig7.Bandensoort'xZomerbanden'xWinter-/all-seas.8.Bandtypeselecterendatopdeachterasis
gemonteerd.
Bijbandenmetspecialetoelating:
Anderebanden/circuit
Verderewerkwijzeinhethoofdstuk'Reset
uitvoeren'inachtnemen.9.Beladingstoestandvandeautoselecterenals ereenbandenmaatisgeselecteerd.10.Bandeninstellingenopslaan
Demetingvandeactuelebandenspanningwordt
gestart.Devoortgangvandemetingwordtgej toond.
Statusweergave
Actuelestatus
DestatusvanhetsysteemkanophetControl
Displaywordenweergegeven,bijv.ofhetsysj
teemactiefis.1.CAR2.Autostatus3.Bandensp.contr.
Deactuelestatuswordtweergegeven.
Actuelebandenspanning
Deactuelebandenspanningwordtvoorelke
bandweergegeven.
Deactuelebandenspanningenkunnendoorhet
rijdenofdebuitentemperatuurveranderen.
Huidigebandentemperatuur Dehuidigebandentemperaturenwordenweerjgegeven.
Dehuidigebandentemperaturenkunnendoor hetrijdenofdebuitentemperatuurveranderen.
Toestandvandeband
Algemeen
OphetControlDisplaywordtdestatusvande bandenenhetsysteemweergegevendoorde
kleurvandewieleneneentekst.
Aanwezigemeldingenwordenevt.nietgewistals
bijdecorrectievandebandenspanningdegej
wenstespanningnietwordtbereikt.
Allewielengroen
'xHetsysteemisactiefengebruiktvoorde waarschuwingdegewenstespanningen.'xBijbandenmetspecialetoelating:hetsysjteemisactiefengebruiktvoordewaarschuj
wingdelaatstebandenspanningdieisopgej slagenbijdereset.Seite375WielenenbandenMOBILITEIT375
OnlineEditionforPartno.01405A2D1F1-II/21

Page 376 of 444

EentotvierwielengeelErissprakevaneenlekkebandofeenaanzienlijk
spanningsverliesindeaangegevenbanden.
Wielengrijs Bandenspanningsverlieskanmogelijknietherj
kendworden.
Mogelijkeoorzaken:'xStoring.'xTijdensdebandenspanningsmeting,nabej vestigingvandebandeninstellingen.'xBijbandenmetspecialetoelatingwordteenresetvanhetsysteemuitgevoerd.
Bijbandenmeteenspeciale
ontheffing:resetuitvoeren
1.CAR2.Autostatus3.Bandensp.contr.4.Garanderendatdecorrectebandeninstellinj
genwerdengeconfigureerd.
Bandeninstellingen,ziepagina 375.5.Rijden-stand-byinschakelenennietwegrijj
den.6.Bandenspanningresetten:Resetuitvoeren.7.Wegrijden.
Dewielenwordeninhetgrijsweergegevenen hetvolgendewordtgetoond:Bandenspanning wordtteruggezet

Page 377 of 444

BijtelagebandenspanningMelding Eengeelwaarschuwingslampjeinhetinj
strumentenpaneelgaatbranden.
Bovendienverschijnteensymboolmeteen Check-Control-meldingophetControlDisplay.SymboolMogelijkeoorzakenEriseenbandenspanningsverlies
geconstateerd.
Maatregel
1.Desnelheidreduceren.Snelheidvan 130km/hnietmeeroverschrijden.2.Bijdeeerstvolgendegelegenheid,bijv.opeentankstation,debandenspanninginalle
vierdebandencontrolerenenevt.corrigeren.
Bijsterkverliesvan
bandenspanning
Melding Eengeelwaarschuwingslampjeinhetinj
strumentenpaneelgaatbranden.
Bovendienverschijnteensymboolmetdebej treffendebandineenCheck-Control-meldingophetControlDisplay.
SymboolMogelijkeoorzakenEriseenlekkebandofeenband
meteenaanzienlijkspanningsverj
liesaanwezig.
Maatregel
1.Snelheidverminderenenvoorzichtigstopj pen.Heftigerem-enstuurbewegingenverj
mijden.2.Aanwijzingvoordehandelwijzebijbandenj pechinachtnemen.
Handelwijzebijbandenpech,ziepagina 378.Meldingen:bijbandenmeteen
specialeontheffing
Algemeen
Bijmeldingvaneenlagebandenspanningwordt
eventueeldedynamischestabiliteitsregeling DSCingeschakeld.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Eenbeschadigdenormalebandmeteengej
ringebandenspanningofspanningsverlies heefteennegatieveinvloedopderijeigenj
schappen,bijvoorbeeldhetstuur-enremgej
drag.Erbestaatgevaarvoorongevallen.Niet
verderrijden.Bandenpechverhelpenofwiel vervangen.
Wanneercontrolevande
bandenspanningvereistis
Melding
EensymboolmeteenCheck-Control-melding
verschijntophetControlDisplay.
Symj
boolMogelijkeoorzakenDevullingisnietvolgensvoorschrifj
tenuitgevoerd,bijv.bijonvoldoende
ingebrachtelucht.
Hetsysteemheeftdevervangingvan
eenwielherkend,maarerisgeenrej setuitgevoerd.
Debandenspanningistenopzichte vandelaatsteresetgedaald.
Voorhetsysteemwerdgeenreset
uitgevoerd.Hetsysteemgebruikt
voordewaarschuwingdelaatste
bandenspanningendiezijnopgeslaj genbijdereset.Seite377WielenenbandenMOBILITEIT377
OnlineEditionforPartno.01405A2D1F1-II/21

Page 378 of 444

Maatregel1.Bandenspanningregelmatigcontrolerenenzonodigcorrigeren.2.Eenresetvanhetsysteemuitvoeren.
Bijtelagebandenspanning
Melding Eengeelwaarschuwingslampjeinhetinj
strumentenpaneelgaatbranden.
Bovendienverschijnteensymboolmeteen Check-Control-meldingophetControlDisplay.
Symj
boolMogelijkeoorzakenEriseenbandenspanningsverlies
geconstateerd.
Voorhetsysteemwerdgeenreset
uitgevoerd.Hetsysteemgebruikt
voordewaarschuwingdelaatste
bandenspanningendiezijnopgeslaj
genbijdereset.
Maatregel
1.Desnelheidreduceren.Snelheidvan 130km/hnietmeeroverschrijden.2.Bijdeeerstvolgendegelegenheid,bijv.opeentankstation,debandenspanninginalle
vierdebandencontrolerenenevt.corrigeren.3.Eenresetvanhetsysteemuitvoeren.
Bijsterkverliesvan
bandenspanning
Melding Eengeelwaarschuwingslampjeinhetinj
strumentenpaneelgaatbranden.
Bovendienverschijnteensymboolmetdebej treffendebandineenCheck-Control-meldingophetControlDisplay.
Symj
boolMogelijkeoorzakenEriseenlekkebandofeenbandmet
eenaanzienlijkspanningsverliesaanj wezig.
Voorhetsysteemwerdgeenreset
uitgevoerd.Hetsysteemgebruikt
voordewaarschuwingdelaatste
bandenspanningendiezijnopgeslaj
genbijdereset.
Maatregel
1.Snelheidverminderenenvoorzichtigstopj pen.Heftigerem-enstuurbewegingenverj
mijden.2.Aanwijzingvoordehandelwijzebijbandenj pechinachtnemen.
Handelwijzebijbandenpech,ziepagina 378.
Juistehandelwijzebij
bandenpech
1.Beschadigdebandidentificeren.
Deluchtdrukinallevierbandencontroleren, bijvoorbeeldmetdebandenspanningsmeter
vaneenbandenreparatieset.
Bijbandenmetspecialetoelating:isdebanj
denspanninginallevierdebandeninorde,
danisvoordebandenspanningscontroleevt.
geenresetuitgevoerd.Indatgevalresetuitj voeren.
Alsergeenschadeaandebandkanworden
ge

Page 379 of 444

Grenzenvanhetsysteem
Temperatuur Debandenspanninghangtafvandetemperatuurvandeband.
Dooreenverhogingvandebandentemperatuur,
bijvoorbeeldtijdenshetrijdenofdoorzonnestraj
ling,neemtookdebandenspanningtoe.
Debandenspanningneemtafwanneerdebanj dentemperatuurdaalt.
Hierdoorkanbijsterkdalendetemperatureneen waarschuwinggegevenwordenvanwegeoverjschrijdingvandewaarschuwingslimieten.
Plotselingspanningsverlies Ernstige,plotselingebeschadigingenvaneen
bandvanbuitenafkunnendoorhetsysteemniet
voorafwordenaangekondigd.
Resetnietuitgevoerd Bandenmetspecialetoelating:hetsysteem
werktnietcorrectwanneerergeenresetisuitj
gevoerd,erwordtbijv.bandenpechgemeldonj
dankseenjuistebandenspanning.
Storing
Melding Hetgelewaarschuwingslampjeknippert
enbrandtvervolgenscontinu.Erwordt
eenCheck-Control-meldingweergegej
ven.Spanningsverliezenkunnenevt.nietworden
herkend.
Maatregel'xWielzonderelektronicaisgemonteerd,bijj
voorbeeldnoodwiel:eventueeldewielenlaj
tencontroleren.'xStoringdoorinstallatiesofapparatenmetdej
zelfdezendfrequentie:naverlatenvanhet storingsgebiedwordthetsysteemautomajtischweeractief.'xBijbandenmetspecialetoelating:hetsysjteemkonderesetnietafsluiten.Eenreset
vanhetsysteemopnieuwuitvoeren.
Storing:systeemlatencontroleren.
Bandenpechwaarschuwing RPA
Principe
Hetsysteemherkentdebandenspanningaande
handvaneentoerentalvergelijkingtussendeafj zonderlijkewielentijdenshetrijden.
Bijverliesaanbandenspanningverandertdediaj
meterendaardoordedraaisnelheidvanhetbej treffendewiel.Hetverschilwordtherkendenals
bandenpechgemeld.
Hetsysteemmeetnietdedaadwerkelijkebanj
denspanningindebanden.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Voorhetsysteemmoetaandevolgendevoorj
waardenzijnvoldaan,anderskanergeenbej trouwbaremeldingvaneenspanningsverlieswordengegarandeerd:
'xNaeenband-ofwielvervangingwerdbijeen
correctebandenspanningeeninitialisatieuitj
gevoerd.'xNaeenaanpassingvandebandenspanning naareennieuwewaardewerdeeninitialisatie
uitgevoerd.
Statusweergave
Dehuidigestatusvandebandenpechwaarschuj wingRPAkanwordenweergegeven,bijv.ofdeRPAactiefis.
1.CAR2.Autostatus3.Indicatielekkeband
Destatuswordtweergegeven.
Seite379WielenenbandenMOBILITEIT379
OnlineEditionforPartno.01405A2D1F1-II/21

Page 380 of 444

InitialisatienoodzakelijkIndevolgendesituatiesmoetereeninitialisatie
wordenuitgevoerd:'xNaeenaanpassingvandebandenspanning.'xNahetverwisselenvaneenbandofwiel.
Initialisatieuitvoeren
Metdeinitialisatiewordendeingesteldebanj
denspanningenalsreferentievoordeherkenning
vaneenlekkebandovergenomen.Deinitialisatie
wordtgestartdoorbevestigingvandespanning vandebanden.
Bijhetrijdenmetsneeuwkettingenhetsysteem nietinitialiseren.
1.CAR2.Autostatus3.Indicatielekkeband4.Rijden-stand-byinschakelenennietwegrijj
den.5.Initialiserenstarten:Resetuitvoeren6.Wegrijden.
Hetafsluitenvandeinitialisatiegebeurttijdens hetrijden,deritkanteallentijdewordenonderj broken.
Tijdenseenvolgenderitwordtdeinitialisatieauj tomatischvoortgezet.
Meldingen
Algemeen
Bijmeldingvanbandenpechwordteventueelde
dynamischestabiliteitsregelingDSCingeschaj keld.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Eenbeschadigdenormalebandmeteengej
ringebandenspanningofspanningsverlies heefteennegatieveinvloedopderijeigenj
schappen,bijvoorbeeldhetstuur-enremgej
drag.Erbestaatgevaarvoorongevallen.Niet
verderrijden.Bandenpechverhelpenofwiel vervangen.
Meldingvanbandenpech Eengeelwaarschuwingslampjeinhetinj
strumentenpaneelgaatbranden.
Bovendienverschijnteensymboolmeteen Check-Control-meldingophetControlDisplay.SymboolMogelijkeoorzakenEriseenlekkebandofeenband
meteenaanzienlijkspanningsverj
liesaanwezig.
Maatregel
1.Snelheidverminderenenvoorzichtigstopj pen.Heftigerem-enstuurbewegingenverj
mijden.
Juistehandelwijzebij
bandenpech
1.Beschadigdebandidentificeren.
Deluchtdrukinallevierbandencontroleren, bijvoorbeeldmetdebandenspanningsmeter
vaneenbandenreparatieset.
Isdebandenspanninginallevierdebanden
inorde,danisdebandenpechwaarschuwing waarschijnlijknietge

Page:   < prev 1-10 ... 331-340 341-350 351-360 361-370 371-380 381-390 391-400 401-410 411-420 ... 450 next >