BMW X7 2019 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 301 of 464

Langeperiodevanstilstand
Bijlangeperiodenvanstilstandkandeautoeen lagerestandinnemen.Ditbetreftgeenstoring.
Alsrijden-stand-bywordtingeschakeldwanneerdeportierengeslotenzijn,wordtdeautoautojmatischverhoogdtotdenormalehoogte.
Hetverhogennaardenormalehoogtekannaarjgelangdevoertuigtoestandenkeleminutenduj
ren.
xOffroad-pakket
Principe HetxOffroad-pakketondersteuntdebestuurdertijdenshetrijdenoponverhardeondergrondofbijverminderdetractie.HetsysteembiedtvierverschillendexOffroad-rijmodiomuittekiezen.
DexOffroad-rijmodikunnenaandehandvande ondergrondwordengeselecteerd.
MetdeinschakelingvaneenxOffroad-modus
wordenafzonderlijkesystemeninhetvoertuigop
debestmogelijketractieenrijstabiliteitingesteld.
Metde2-as-luchtvering,ziepagina 298,wordt
devoertuighoogtevoordebetreffendexOffroad-
rijmodusingesteld.
xOffroad-rijmodienhoogteniveaus
xOffroad-rijmodusHoogteniveauxGRAVELHoogniveau1xSANDHoogniveau1xROCKSHoogniveau2xSNOWNormaalniveau
Algemeen
Hetsysteemoptimaliseerthetrijgedragende tractieoponverhardeondergrondbinnende
grenzenvandefysica.
Debedieninggebeurtviadeknopendetuimelj schakelaaropdemiddenconsole.
Volgdeaanwijzingeninhethoofdstukrijtips,rijj
denopslechtewegen,ziepagina 348.
Overzicht
Knopentuimelschakelaaropde
middenconsole1xOffroad-rijmodusin-/uitschakelen.2xOffroad-rijmodusinstellen.
Inschakelen
Druk1keeropdeknopofduw/trekdetuimeljschakelaar2keernaarvoor/achter.DexOffroad-
rijmodusxGRAVELwordtingeschakeld.Deled indeknopbrandt.Derijmoduswordtophetinjstrumentenpaneelweergegeven.
Opdesnelheidsmeterwordthetactievesnelj
heidsbereikweergegevendooreenlijnonderde
schaal.
Seite301RijcomfortBEDIENING301
OnlineEditionforPartno.01402720878-II/19

Page 302 of 464

xOffroad-rijmodusinstellen
DepaddelzovaaknaarvorendrukkenofnaarachterentrekkentotdegewenstexOffroad-rijjmodusophetinstrumentenpaneelwordtweerj
gegeven.
xOffroad-rijmodiindetail
Allerijmodi BijdeinschakelingvandexOffroad-rijmodiworj
dendevolgendevoertuiginstellingengeconfiguj
reerd:
'xAutomatischestart-stop-functiewordtuitgej
schakeld.'xVersnellingsbakengaspedaal:hetschakelgej
dragendereactieophetgaspedaalworden aangepast.'xHetvierwielaandrijvingsysteemwordtingej
steldopoptimaletractie.'xWeergaveopdeControlDisplay:opdexOfj froad-weergavekanbovendiendekrachtverj
delingopdewielenwordenweergegeven.
Bijeenovereenkomstigeuitrustingkunnen
terreinspecifiekecameraperspectievenworj
dengeselecteerd.
xGRAVEL
DezerijmodusisbijelkeinschakelingvandexOfjfroad-modiactief.
Instellingvoor:Geoptimaliseerdeinstellingvan
deautovoorlichtterrein.
Bijhetinschakelenwordenookbijv.devolgende
voertuiginstellingentoegepast:
'xAntiblokkeersysteem:hetreactiegedrag wordtaangepast.'xDSC:hetreactiegedragwordtaangepast.'x2mas-luchtvering:hoogniveau1wordtingejsteld.
xSAND
Instellingvoor:Geoptimaliseerdeinstellingvan deautovoorzwaarterreinmeteenlosse ondergrond.Voormax.tractieDSCdeactiveren.
Bijhetinschakelenwordenookbijv.devolgende
voertuiginstellingentoegepast:
'xAntiblokkeersysteem:hetreactiegedrag wordtaangepast.'xDSC:hetreactiegedragwordtaangepast.'x2mas-luchtvering:hoogniveau1wordtingejsteld.
xROCKS
Instellingvoor:Geoptimaliseerdeinstellingvan deautovoorzwaarterreinmetaanzienlijke
oneffenhedenindeondergrond.Voormax.
tractieDSCdeactiveren.
Bijhetinschakelenwordenookbijv.devolgende
voertuiginstellingentoegepast:
'xAntiblokkeersysteem:hetreactiegedrag wordtaangepast.'xDSC:hetreactiegedragwordtaangepast.'x2mas-luchtvering:hoogniveau2wordtingejsteld.
xSNOW
Instellingvoor:Geoptimaliseerdeinstellingvan deautovoorrustigrijgedragopeengladde
rijbaan.
Bijhetinschakelenwordenookbijv.devolgende
voertuiginstellingentoegepast:
'x2-as-luchtvering:hetnormaleniveauwordt ingesteld.Seite302BEDIENINGRijcomfort302
OnlineEditionforPartno.01402720878-II/19

Page 303 of 464

'xSteptronic-versnellingsbak:hetschakelgej
dragwordtopzachteschakelingeningesteld.
Deautovertrektintweedeversnelling.'xGaspedaal:dekarakteristiekvanhetgaspej daalwordtvoorzachteschakelingengeoptij
maliseerd.
Manueeluitschakelen
Knop1indrukken.Deledvandeknopdooft.Delaatstviaderijbelevingschakelaaringestelderijjmoduswordtgeactiveerd.
WeergaveophetControlDisplay xView-beeldweergeven
ViaiDrive:
1.CAR2.Rij-informatie3.xOFFROAD
Devolgendegegevenswordenweergegeven:
'xMetnavigatiesysteem:kompasweergave t.o.v.derijrichting.'xMetnavigatiesysteem:hoogtevandehuidigepositie.'xMetnavigatiesysteem:doelvlagmetwindj
richtingnaarbestemming.'xHellingshoekinlangsrichting,metvermelding vangradenenprocenten.'xHellingshoekindwarsrichting,metvermelj
dingvangraden.'xGrafischeweergavevanstuuruitslag.'xHoogteregelingvande2mas-luchtvering.
MethetxOffroad-pakketkanbovendienhetvolj
gendewordenweergegeven:
'xMetSurroundView:terreinspecifiekecamej raperspectievennaargelangdesnelheid.'xMomenteelactievexOffroad-modus.'xKoppelverdelingoverdewielen.Grenzenvanhetsysteem
BijhogeresnelhedenwordendexOffroad-eigenjschappenevt.beperkt.
Adaptiefonderstel
Principe
Hetsysteemreduceertongewenstebewegingen
vandeautobijeendynamischerijstijlofeenonj effenwegdek.
Algemeen
Afhankelijkvandetoestandvanhetwegdeken vanderijstijlwordendaardoorderijdynamieken hetrijcomfortvergroot.
Afstemming
Hetsysteembiedtverschillendeschokdemperafj
stemmingen.
Deschokdemperafstemmingenzijngekoppeld aandeverschillenderijmodivanderijbelevingsj
schakelaar,ziepagina 155.
RijmodusSchokdemperafstemmingCOMFORT
ECOPROGebalanceerdSPORT
SPORTPLUSStug
ExecutiveDrivePro
Principe
ExecutiveDriveProiseenactiefgeregeldonderj
stel.Hetsysteemverhoogthetrijcomfortenmij nimaliseerttegelijkertijdhetoverhelleninbochj
ten.
ExecutiveDriveProomvatdevolgendesystej men:
'xAdaptiefonderstel.Seite303RijcomfortBEDIENING303
OnlineEditionforPartno.01402720878-II/19

Page 304 of 464

'xActievestabilisatietegenoverhellen.'xNaargelangdemotorisering:integraal-actievebesturing.
Algemeen
Voordeactievesturingwordtdebeschikbareinj formatievanbijvoorbeeldhetnavigatiesysteem,
derijstijlanalyseendecameragebaseerdevoorj uitziegegevensgebruikt.
Metdezeinformatiewordtdeaansturingvande
volgendesystemenbe

Page 305 of 464

KlimaatregelingUitrustingvandeauto
Indithoofdstukwordenallestandaard,landspejcifiekeenspecialeuitrustingenbeschrevendieindemodelserieaangebodenworden.Daarom
wordenerookuitrustingenenfunctiesbeschrej vendienietineenvoertuigbeschikbaarzijn,bijv.omwillevandegeselecteerdespecialeoptiesof
landuitvoering.Datgeldtookvoorveiligheidsrelej vantefunctiesensystemen.Bijgebruikvandeze
functiesensystemenmoetendegeldendewetj
tenenvoorschriftenwordennageleefd.
Luchtkwaliteitinhet interieur
Deluchtkwaliteitindeautowordtverbeterddoor
devolgendecomponenten:
'xInterieurmetemissiecontrole.'xMicrofilter.'xKlimaatregelingomtemperatuur,luchtstroom
enluchtrecirculatiefunctieteregelen.
Afhankelijkvandeuitvoering:
'xMicrofilter/actievekoolstoffilter.'xIonisatie.'xParfumering.'xAutomatischeluchtrecirculatieregelingAUC.'xStandventilatie.Airconditioning
Overzicht
Toetsenindeauto
Airconditioningsfuncties
ToetsFunctieTemperatuur,ziepagina 306.Aircofunctie,ziepagina 307.Maximaalkoelen,ziepaj
gina 307.AUTO-programma,ziepaj
gina 307.Luchtrecirculatiefunctie,ziepaj
gina 309.Luchthoeveelheidhandmatig,
ziepagina 309.Luchtverdeling,handmatig,zie
pagina 309.Voorruitontdooienenontwasej
men,ziepagina 310.Achterruitverwarming,ziepaj
gina 310.Seite305,limaatregelingBEDIENING305
OnlineEditionforPartno.01402720878-II/19

Page 306 of 464

ToetsFunctieActievestoelventilatie,ziepaj
gina 141.Stoel-enarmsteunverwarming,
ziepagina 140.Menuaircooproepen,ziepaj
gina 306.
Bijv.voordevolgendeinstellinj
gen:temperatuuraanpassingboj
venlichaam,standventilatie.
Menuaircooproepen
Toetsaandebovenkantindrukken.
Hetmenuaircowordtweergegeven. Devolgendeklimaatregelingsfunctieskunnenviahetmenuklimaatregelingwordenopgeroepen:
'xGeur.'xVerwarming/ventilatie.'xLuchtkwaliteit.'xStoelen/zittingen.'xVentilatie/verwarmingtijdensstilstand.
Voorsommigeklimaatregelingsfunctieskunnen
individueleinstellingenwordengewijzigd,bijv.
in-/uitschakelen,intensiteitinstellen.
In-/uitschakelen
Inschakelen Willekeurigetoetsindrukken,metvolgendeuitj
zonderingen:
'xMenu.'xAchterruitverwarming.'xOnderstedeelvandeknopluchthoeveelheid.'xStoelverwarming.'xStoelventilatie.
Uitschakelen
'xCompleetsysteem:Knopaanbestuurderszijdeonderaan
ingedrukthouden,tothetbediej
ningselementwordtuitgeschakeld.'xOpdepassagierszijde:
Knopaanpassagierszijdeonderaaningedrukthouden.
Temperatuur
Principe Dege

Page 307 of 464

Detemperatuuraanpassinggebeurtindividueel,bijv.kouderinderichtingvanblauwenwarmerinderichtingvanrood.
Deluchtstroomterhoogtevanhetbovenlichaam
ismerkbaarkoelofwarm,afhankelijkvandeinj
gesteldetemperatuur.
Deingesteldeinterieurtemperatuurvoorbestuurj
derenpassagierwordtdaardoornietgewijzigd.
Instellen
ViaiDrive:1.CAR2.Instellingen3.Klimaatcomfort4.Verwarming/ventilatie5.BestuurderofVoorpassagier6.Temperatuuraanp.bovenlichaam7.Gewenstetemperatuurinstellen:'xNaarblauw:kouder.'xNaarrood:warmer.
Koelfunctie
Principe
Deluchtinhetinterieurwordtgekoeld,gedroogd
enafhankelijkvandetemperatuurinstellingweer
verwarmd.
Dekoelingvanhetinterieurisalleenbijingej
schakelderijden-stand-bymogelijk.
In-/uitschakelen Toetsaandeonderkantindrukken.
ViaiDrive:
1.CAR2.Instellingen3.Klimaatcomfort4.Verwarming/ventilatie5.Klimatisering(A/C)Dekoelfunctieisbijdraaiendemotoringeschaj keld.
Nahetactiverenvanderijden-stand-bykunnen afhankelijkvandeweersomstandighedende
voor-enzijruitenkortetijdbeslaan.
InhetAUTO-programmawordtautomatischde
koelfunctieingeschakeld.
Indeairconditioningontstaatcondenswater,dat onderdeautowegloopt.
Maximaalkoelen PrincipeHetsysteemisbijingeschakelderijden-stand-by
ingesteldopdelaagstetemperatuur,deoptimale luchthoeveelheidendeluchtrecirculatiestand.
Algemeen
Defunctieisbeschikbaarboveneenbuitentemj
peratuurvancirca0

Page 308 of 464

In-/uitschakelenToetsindrukken.
LEDbrandtbijingeschakeldautomaj
tischprogramma.
ViaiDrive:1.CAR2.Instellingen3.Klimaatcomfort4.Verwarming/ventilatie5.BestuurderofVoorpassagier6.Automatischprogramma
Afhankelijkvandegekozentemperatuur,deinj tensiteitvanhetAUTO-programmaenvanexj
terneinvloedenwordtdeluchtnaardevoorruit, dezijruiten,inderichtingvanhetbovenlichaamennaardebeenruimtegevoerd.
InhetAUTO-programmawordteveneensautoj
matischdekoelfunctie,ziepagina 307,ingej
schakeld.
Deventilatieroostersaandezijkantopdezijruij
tenuitrichten.
Eencondenssensorregelttegelijkertijdhetproj grammazodanig,dathetbeslaanvanderuiten
zoveelmogelijkwordtvoorkomen.
Hetautomatischeprogrammawordtautomatisch
uitgeschakeldalsdeluchtverdelinghandmatig wordtingesteld.
Intensiteit
BijingeschakeldAUTO-programmakandeinj tensiteitwordeningesteld.Zowordtdeautomajtischeregelingvoorluchthoeveelheiden-verdejlingveranderd.
Knoponderaanofbovenaanindrukken:
intensiteitverkleinenofvergroten.
ViaiDrive:
1.CAR2.Instellingen3.Klimaatcomfort4.Verwarming/ventilatie5.BestuurderofVoorpassagier6.Stand7.Gewensteintensiteitinstellen.
Afhankelijkvandegeselecteerdeintensiteit
wordtdeluchthoeveelheiden-verdelingautoj matischgeregeld.
Degeselecteerdeintensiteitwordtopdeaircoj
displayweergegeven.
Automatische
luchtrecirculatieregelingAUC
PrincipeDeautomatischeluchtrecirculatieregelingAUC
herkentschadelijkestoffenindebuitenlucht.De
toevoervanbuitenluchtwordtgeblokkeerdende
binnenluchtwordtgerecirculeerd.
Algemeen Alshetsysteemisgeactiveerdherkenteensenj
sorschadelijkestoffenindebuitenluchtenregelt deblokkeringautomatisch.
Alshetsysteemisgedeactiveerdstroomtperj
manentbuitenluchthetinterieurbinnen.
Bijcontinuingeschakeldeluchtrecirculatieverj
slechtertdeluchtkwaliteitindeautoenbeslaan
deruitensteedsmeer.
In-/uitschakelen
ViaiDrive:
1.CAR2.Instellingen3.Klimaatcomfort4.Luchtkwaliteit5.Automatisch
Bijhetbeslaanvanderuitendeluchtrecirculatiej
functieuitschakelenofderuitenontwasemen,
ziepagina 310.
Seite308BEDIENING,limaatregeling308
OnlineEditionforPartno.01402720878-II/19

Page 309 of 464

Luchtrecirculatiefunctie
Principe Bijsterkverontreinigdebuitenluchtkuntude
toevoervanbuitenluchttijdelijkafsluiten.De luchtinhetinterieurwordtdangerecirculeerd.
Bediening Toetsindrukken:
Deledbrandtbijeeningeschakelde
luchtrecirculatiefunctie.Detoevoervandebuij
tenluchtisafgesloten.
Bijeenuitgeschakeldeluchtrecirculatiefunctie
wordtfrisseluchtinhetinterieurgeleid.
ViaiDrive:1.CAR2.Instellingen3.Klimaatcomfort4.Luchtkwaliteit5.Gewensteinstellingselecteren:'xFrisselucht'xRecirculatielucht'xAutomatischerecirculatie
Deluchtrecirculatiefunctieschakeltafhankelijk vandeomgevingsomstandighedennaenigetijd
automatischuit,ombeslaanvanderuitente
voorkomen.
Bijcontinuingeschakeldeluchtrecirculatieverj
slechtertdeluchtkwaliteitindeautoenbeslaan
deruitensteedsmeer.
Bijhetbeslaanvanderuitendeluchtrecirculatiej
functieuitschakelenofderuitenontwasemen,
ziepagina 310.
Luchthoeveelheidhandmatig
instellen
Principe Deluchthoeveelheidvoordeklimaatregelingkan
handmatigingesteldworden.
Algemeen
Omdeluchthoeveelheidhandmatigtekunnen
instellen,eersthetAUTO-programmauitschakej len.
Bediening Knoponderaanofbovenaanindrukken:
intensiteitverkleinenofvergroten.
Degeselecteerdeluchthoeveelheidwordtopde
aircodisplayweergegeven.
Deluchthoeveelheidwordteventueeltotaanhet
uitschakelengereduceerdomdeaccuteontj zien.
Luchtverdelinghandmatig
instellen
PrincipeDeluchtverdelingvoordeklimaatregelingkanhandmatigingesteldworden.
Bediening Toetsherhaaldindrukkenomeenproj
grammateselecteren:'xRuiten,terhoogtevanhetbovenlichaamen
beenruimte.'xTerhoogtevanhetbovenlichaamende
beenruimte.'xBeenruimte.'xRuitenenbeenruimte.'xRuiten.'xRuitenenbovenlichaam.'xTerhoogtevanhetbovenlichaam.
Degeselecteerdeluchtverdelingwordtopdeairj
codisplayweergegeven.
Bijhetbeslaanvanderuitenderuitenontwasej
men,ziepagina 310.
Seite309,limaatregelingBEDIENING309
OnlineEditionforPartno.01402720878-II/19

Page 310 of 464

SYNC-programma
Principe Devolgendeinstellingenaandebestuurderszijde
kunnenwordenovergebrachtnaardepassaj
gierszijdeennaarachterin:'xTemperatuur.'xLuchthoeveelheid.'xLuchtverdeling.'xAUTO-programma.
In-/uitschakelen
ViaiDrive:
1.CAR2.Instellingen3.Klimaatcomfort4.Synchroniseren
Hetprogrammawordtautomatischuitgeschaj keldalsinstellingenaanpassagierszijdeofachjterinwordengewijzigd.
Voorruitontdooienen
ontwasemen
Principe IJsencondensverdwijnensnelvandevoorruit
envoorstezijruiten.
In-/uitschakelen Toetsindrukken.
LEDbrandtbijingeschakeldsysteem.
Deluchthoeveelheidkanbijeeningeschakeld systeemhandmatigwordenaangepast.
Bijhetbeslaanvanderuitendetoets
aanbestuurderszijdeindrukkenomde
koelfunctieinteschakelen,omgebruiktekunj nenmakenvandevoordelenvandecondensjsensor.Ervoorzorgendaterluchtnaardevoorj
ruitkanstromen.
Achterruitverwarming
Toetsindrukken.LEDbrandt.
Defunctieisbijdraaiendemotorbej
schikbaar.
Achterruitverwarmingwordtnaenigetijdautoj matischuitgeschakeld.
Micro-/actief-koolstoffilter Hetmicrofilterfiltertstofenpollenuitdebinnenj
stromendelucht.
Hetactief-koolstoffilterreinigtookdebinnenkoj mendebuitenluchtvangasvormigeschadelijke
stoffen.
Dezegecombineerdefiltersbijhetonderhoud,
ziepagina 415,vandeautolatenvervangen.
Ventilatie
Principe Derichtingvandeluchtstromenkanindividueel
ingesteldworden.
Instellingvandeventilatie
Algemeen
Derichtingvandeluchtstromenkanvoordirecte ofindirecteventilatieingesteldworden.
Deventilatieroostersopenenenovereenkomstig
uitrichtenomeendoeltreffendeklimaatregeling
tegaranderen.
Directeventilatie
Deluchtstroomdirectopdeinzittendenrichten. Deluchtstroomismerkbaarkoelofwarm,afhanj
kelijkvandeingesteldetemperatuur.
Indirecteventilatie Deluchtstroomnietdirectopdeinzittendenrichjten.Hetinterieurwordtindirectverwarmtofgej
koeld,afhankelijkvandeingesteldetemperatuur.
Seite310BEDIENING,limaatregeling310
OnlineEditionforPartno.01402720878-II/19

Page:   < prev 1-10 ... 261-270 271-280 281-290 291-300 301-310 311-320 321-330 331-340 341-350 ... 470 next >