CITROEN BERLINGO ELECTRIC 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 141 of 328

139
Berlingo-2-VU_nl_Chap07_Verification_ed01-2015Berlingo-2-VU_nl_Chap07_Verification_ed01-2015
bewaar Adblue® buiten het bereik
van kinderen, in de originele
flacon.
Als het Ad
b
lue
® niet in de originele
flacon wordt bewaard, verliest het zijn
zuiverheid.
Verdun het additief nooit met water.
Giet nooit additief in de brandstoftank.
Voorschriften voor opslag
Bewaar de bidons/flacons AdBlue® niet
in uw auto.
Bevriezen van het additief AdBlue
®
Adblue® bevriest bij temperaturen
lager dan ongeveer -11°C (12,2°F) en
verliest zijn kwaliteit bij temperaturen
vanaf 25°
c .
Het is raadzaam de bidons/flacons koel
en buiten direct zonlicht te bewaren.
o

nder deze omstandigheden is het
additief ten minste één jaar houdbaar.
Additief dat bevroren is geweest, kan
weer worden gebruikt nadat het bij
kamertemperatuur is ontdooid. Het
scr -systeem is voorzien van
een verwarmingssysteem voor het
Ad b lue
®-reservoir zodat uw auto
onder normale omstandigheden
kan functioneren.
In uitzonderlijke omstandigheden,
als de omgevingstemperatuur van de
auto bijvoorbeeld lange tijd lager is
geweest dan -15°C (5°F), kan door
bevriezing van het additief Ad
b lue
® een
storing in de emissieregeling worden
weergegeven.
s

tal uw auto gedurende enkele
uren in een ruimte met een hogere
temperatuur tot het additief weer
vloeibaar is.
De waarschuwing van de storing in
het emissieregelsysteem verdwijnt niet
direct, maar pas na enkele kilometers
rijden.
onDerHouD
7
Additief Adblue®

Page 142 of 328

140
berlingo-2-Vu_nl_chap08_Aide rapide_ed01-2015
ACCU
Wacht 2 minuten na het uitzetten
van het contact alvorens u de accu
loskoppelt.
Maak de accupoolklemmen niet los bij
draaiende motor
.
Laad de accu niet op zonder de
accukabels los te nemen.
Zet, elke keer nadat de accukabels
weer zijn aangesloten, het contact AA
n
en wacht 1
minuut alvorens de motor
te starten, zodat de elektronische
systemen geïnitialiseerd kunnen
worden.
r aadpleeg het c I tro Ë n -
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats als er zich na deze
handeling toch nog problemen
voordoen.
Wacht ongeveer 3
minuten na het
vervangen van een lamp alvorens u de
accu aansluite
Het is raadzaam de accu los te
koppelen als uw auto langer dan
een maand buiten gebruik is.
Laden met behulp van een
acculader
- Maak de accupoolklemmen los.
-
V
olg de aanwijzingen van de
fabrikant op de acculader.
-
s luit de accukabels weer aan, te
beginnen met de (-) kabel.
-
c ontroleer of de accupolen en
de klemmen schoon zijn. Indien
ze bedekt zijn met een (witte of
groene) oxidatielaag, neem dan de
accukabels los en reinig de polen
en de klemmen.
Starten met een hulpaccu
- sluit eerst de rode kabel aan op de
(+) polen van de beide accu's.
-
s luit de groene of zwarte kabel aan
op de (-) pool van de hulpaccu.
-
s luit het andere uiteinde van de
groene of zwarte kabel aan op
een zo ver mogelijk van de accu
verwijderd massapunt van de te
starten auto.
-
s tel de startmotor in werking en
laat de motor draaien.
-

W
acht tot de motor stationair draait
en neem dan de kabels los.
Deze sticker geeft aan dat er
een speciale 12V-loodaccu is
gebruikt die alleen losgekoppeld
en/of vervangen mag worden bij
het
c
I
tro
Ë
n
-netwerk of bij een
gekwalificeerde werkplaats.
Het negeren van deze aanwijzing kan
ertoe leiden dat de accu vroegtijdig
aan vervanging toe is.n
a het monteren van de accu
kan het, afhankelijk van de
weersomstandigheden en de
laadtoestand van de accu, enkele uren
(tot ongeveer 8

uur) duren voordat het
s

top &
s
tart-systeem weer zal werken.
Voor het opladen van de accu van
het
s
top &
s
tart-systeem hoeven
de accukabels niet losgenomen te
worden.
Accu

Page 143 of 328

141
berlingo-2-Vu_nl_chap08_Aide rapide_ed01-2015
ECO-MODE
nadat de motor is afgezet wordt bij
aangezet contact na 30 minuten een
aantal elektrische voorzieningen
(ruitenwissers, ruitbediening,
plafonniers, autoradio, enz.)
automatisch uitgeschakeld om te
voorkomen dat de accu ontladen raakt.
o

p dat moment knippert het
verklikkerlampje voor het laden van de
accu en verschijnt er een melding op
het display.
s

tart de motor en laat deze enige
tijd draaien om de bovengenoemde
voorzieningen weer te kunnen
gebruiken.
De beschikbare tijd bedraagt het
dubbele van de tijd dat de motor heeft
gedraaid. Deze tijd zal echter altijd
tussen de 5
en 30 minuten bedragen.
Als de accu ontladen is, kan de
motor niet gestart worden.
Accu
sneL Weer oP WeG
8

Page 144 of 328

142
berlingo-2-Vu_nl_chap08_Aide rapide_ed01-2015berlingo-2-Vu_nl_chap08_Aide rapide_ed01-2015
1. Plaatsen van de auto
- Verzeker u ervan dat alle inzittenden de auto hebben
verlaten en zich op een veilige plek
bevinden.
-

Zet de auto voor zover mogelijk
op
een horizontale, stabiele en stroeve
ondergrond.
-
t
rek de handrem aan, zet het
contact af en schakel de eerste
versnellin

g of de achteruit in. -
b lokkeer het wiel schuin tegenover
het te verwisselen wiel met een
wielblok.
WIEL VERWISSELEN
2. Gereedschap
Het gereedschap bevindt zich in een
open opbergvak onder een voorstoel.
-
s chuif de stoel, indien nodig,
naar voren voor toegang tot het
opbergvak via de achterzijde.
-

V
erwijder de krik en de houder met
het gereedschap.
-

Haal het benodigde gereedschap
uit de houder

.
1.
k rik.
2.

Wielsleutel.
3.


Wielblok.
4.

s leutel voor achterlichtunits.
5. Gereedschap voor het verwijderen van
de naafdop van lichtmetalen velgen*.
6. sleepoog.
b

ij auto's met een trekhaak kan
het nodig zijn de achterzijde op te
krikken om het reservewiel uit de
reservewielhouder te kunnen nemen.
r

aadpleeg het
c
I
tro
Ë
n
-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats
wanneer sprake is van bijzondere
omstandigheden of zware belading.
*

Dit gereedschap is voor uw auto niet
noodzakelijk.
De krik en het gereedschap zijn
specifiek voor uw auto. Gebruik ze niet
voor andere doeleinden.
Wiel verwisselen

Page 145 of 328

143
berlingo-2-Vu_nl_chap08_Aide rapide_ed01-2015berlingo-2-Vu_nl_chap08_Aide rapide_ed01-2015
3. Reservewiel
- Haal de reservewielhouder los van
de haak en plaats het reservewiel
in de nabijheid van het te
vervangen wiel.
-
Draai de bout los met behulp
van de wielsleutel, tot de
reservewielhouder zo laag mogelijk
hangt.
-
o
pen de achterdeuren voor
toegang tot het reservewiel.
sneL Weer oP WeG
8
Wiel verwisselen

Page 146 of 328

144
berlingo-2-Vu_nl_chap08_Aide rapide_ed01-2015berlingo-2-Vu_nl_chap08_Aide rapide_ed01-2015
4. Werkwijze
- Plaats de krik onder het steunpunt
bij het te verwisselen wiel.
-

Draai de krik uit tot de kop van de
krik tegen het steunpunt komt; het
middelste gedeelte van de kop
moet goed in het steunpunt

A van
de auto steken.
-
k rik de auto op tot er voldoende
ruimte is tussen het wiel en de
grond, zodat later gemakkelijk het
(niet lekke) reservewiel kan worden
gemonteerd.
-

Draai alle wielbouten geheel los.
-


V
erwijder de wielbouten en het
wiel.
-
V
erwijder het wieldeksel.
-

Draai de wielbouten iets los. Zorg ervoor dat de krik stabiel staat.
De voet van de krik moet recht op de
grond staan.
o

p een gladde of zachte ondergrond
kan de krik wegschuiven of
wegzakken -
k ans op letsel!
Gebruik alleen de voor de krik
bestemde steunpunten onder de auto
en zorg ervoor dat de kop van de krik
goed in het steunpunt steekt.
Anders kan de auto beschadigd raken
en/of kan de krik wegzakken -
k ans op
letsel!
Draai de krik niet uit voordat de
wielbouten van het te verwisselen
wiel iets zijn losgedraaid en het
wiel dat zich schuin tegenover
het te verwisselen wiel bevindt, is
geblokkeerd met een wielblok.
Wiel verwisselen

Page 147 of 328

145
berlingo-2-Vu_nl_chap08_Aide rapide_ed01-2015berlingo-2-Vu_nl_chap08_Aide rapide_ed01-2015
5. Monteren van het reservewiel
- Laat de auto volledig zakken
door de krik omlaag te draaien en
verwijder de krik vervolgens.
-

Draai de wielbouten met de
wielsleutel volledig vast, zonder te
forceren.
-

b erg het wiel met de lekke band op
in de reservewielhouder. -
Hang de reservewielhouder op aan
de haak en draai deze omhoog
door de bout met de wielsleutel
vast te draaien.
- Draai de bout volledig vast en

controleer of het wiel correct horizontaal
tegen de bodemplaat aanligt.
Is dit niet het geval, herhaal de
handeling dan.
-

Plaats het wiel op de naaf en draai
de wielbouten met de hand vast.
-


Draai de wielbouten met de
wielsleutel enigszins vast.
Ga nooit onder een auto liggen die
alleen op de krik steunt (gebruik
bokken).
Gebruik nooit ander gereedschap dan
de wielsleutel.
sneL Weer oP WeG
8
Wiel verwisselen

Page 148 of 328

146
berlingo-2-Vu_nl_chap08_Aide rapide_ed01-2015berlingo-2-Vu_nl_chap08_Aide rapide_ed01-2015
AFNEEMBAAR SNEEUWSCHERM
(
AFSLUITER )
Afhankelijk van het land van
bestemming wordt het afneembare
sneeuwscherm op het onderste
gedeelte van de voorbumper geplaatst
om een opeenhoping van sneeuw bij
de koelventilator van de radiateur te
voorkomen.
Vergeet niet het sneeuwscherm te
verwijderen als de buitentemperatuur
hoger is dan 10°
c (en er geen kans
op sneeuw meer is) of als de auto een
aanhanger trekt.
Plaatsen
Verwijderen
- steek een schroevendraaier in de
opening ter hoogte van de clips.
-

Wip de vier clips
B één voor één
los.
-
b reng het afneembare
sneeuwscherm aan in de richting van
de centreerstift A op de voorbumper.
-
Zet het scherm vast door de vier
hoeken aan te drukken ter hoogte
van de clips

B.
6. Monteren van het gerepareerde

wiel
Het wiel dient op dezelfde manier te
worden gemonteerd als bij stap 5.
Vergeet bovendien niet het wieldeksel te
monteren.
Zie in rubriek 9

het gedeelte
"Identificatie" voor de plaats van
de sticker met informatie over de
banden.
Zie in rubriek 3

het gedeelte
"
c ockpit", hoofdstuk
"
b andenspanningsdetectie"
voor aanbevelingen na het
vervangen van een wiel met
bandenspanningssensor.
Het reservewiel is niet geschikt
voor het afleggen van lange
afstanden. Laat zo snel mogelijk
het aanhaalmoment van de
wielbouten en de bandenspanning
van het reservewiel controleren
door het

c I tro Ë n -netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Laat bovendien de lekke band zo
spoedig mogelijk repareren en het
oorspronkelijke wiel in de plaats
van het reservewiel monteren
door het
c I tro Ë n -netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
sneeuwscherm

Page 149 of 328

147
berlingo-2-Vu_nl_chap08_Aide rapide_ed01-2015berlingo-2-Vu_nl_chap08_Aide rapide_ed01-2015
SNEEUWkETTINGEN
onder winterse omstandigheden
verbeteren sneeuwkettingen de tractie
en het remgedrag van de auto.
u

itsluitend de aangedreven wielen
mogen van sneeuwkettingen
worden voorzien.
e en
noodreservewiel mag niet worden
voorzien van een sneeuwketting. Houd u altijd aan de ter plekke
geldende regelgeving over het
gebruik van sneeuwkettingen en
de maximaal toegestane snelheid. Montagetips
F

Als u onderweg sneeuwkettingen
moet monteren, zet de auto dan
langs de kant van de weg stil op
een vlakke ondergrond.
F

t
rek de handrem aan en plaats
eventueel wielblokken voor of
achter de wielen om te voorkomen
dat de auto wegglijd

t.
F

Monteer de sneeuwkettingen, volg
daarbij de aanwijzingen van de
fabrikant.
F

r ijd langzaam weg en rijd een
klein stukje met een snelheid van
maximaal 50
km/h.
F

Zet de auto stil en controleer of de
kettingen correct gespannen zijn.
Het verdient aanbeveling voor


vertrek het monteren van de
sneeuwkettingen te oefenen; doe dit
op een vlakke en droge ondergrond.
Gebruik uitsluitend kettingen die
geschikt zijn voor het type velg van uw
auto:
n

eem voor meer informatie over
sneeuwkettingen contact op met
het
c I tro Ë n -netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Maat van de af
fabriek gemonteerde bandenMaximale
afmeting van de schakels
195/65
r
15
9
mm
195/70
r
15
205/65
r
15
215/55
r
16
215/50
r
17
r

ijd niet met sneeuwkettingen op
een sneeuwvrij gemaakte weg
om schade aan de banden en het
wegdek te voorkomen. Als uw auto
is voorzien van lichtmetalen velgen,
controleer dan of de ketting en de
bevestigingen de velg niet raken.
sneL Weer oP WeG
8
sneeuwkettingen

Page 150 of 328

148
berlingo-2-Vu_nl_chap08_Aide rapide_ed01-2015berlingo-2-Vu_nl_chap08_Aide rapide_ed01-2015
LAMPEN VERVANGEN
Type B
Lamp met bajonetsluiting:
druk de lamp iets in en
draai hem linksom. Type A
Volledig glazen lamp:
de lamp is gemonteerd
met een drukbevestiging.
trek de lamp daarom
voorzichtig los.
T

ype C
Halogeenlamp: duw
de borgveer open en
verwijder de lamp uit de
lamphouder.
Lampen
u

w auto is voorzien van verschillende
typen lampen.
Verwijder ze als volgt:
Lamp vervangen

Page:   < prev 1-10 ... 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 ... 330 next >